Dr. FLÄCHSNER (raadsman van Beklaagde Speer): Meneer Speer, wilt u het Tribunaal alstublieft vertellen over uw leven tot het moment waarop u tot minister werd benoemd?
Dr. FLÄCHSNER: Gisteren eindigden we met de bespreking van het gebruik van mankracht in de industrie en nu zullen we de kwestie behandelen hoe de mankracht aan de fabrieken werd geleverd; anders gezegd de kwesties van aantallen en speciale eisen aan arbeiders...
MR. JUSTICE ROBERT H. JACKSON (Hoofdaanklager namens de Verenigde Staten): Beklaagde, uw raadsman verdeelde uw verhoor in twee gedeelten, hij omschreef het eerste gedeelte als uw persoonlijke verantwoordelijkheden en het tweede als het politieke deel van de zaak en ik zal dezelfde indeling aanhouden.
Dr. EXNER (raadsman van Beklaagde Jodl): Generaloberst Jodl, in de Engels-Amerikaanse akte van beschuldiging staat dat u 60 jaar oud bent. Dat is een vergissing. U bent onlangs 56 geworden. Wanneer bent u geboren?
Dr. EXNER: Generaloberst, u hebt ons gisteren verteld dat u tijdens de oorlog Chef was van de Staf Operaties van de Strijdkrachte en dat uw voornaamste taak bestond uit het voorbereiden van militaire operationele plannen. Dat is juist, niet waar?
Dr. NELTE: Generaal, gisteren zei u op mijn laatste vraag over Generaal Thomas dat hij regelmatig rapport uitbracht aan u en Feldmarschall Keitel over het oorlogspotentieel van de vijandelijke machten. Werden die belangrijke rapporten altijd aan Hitler overlegd?
KOLONEL Y. V. POKROVSKI (plv Hoofdaanklager namens de U.S.S.R.): U hebt getuigd dat u Chef van de Staf Operaties van de strijdkrachten was. Dat was de belangrijkste afdeling van het OKW, niet waar?
Dr. THOMA (raadsman van Alfred Rosenberg): Meneer de President, allereerst zal ik afschriften indienen van documenten die vanmorgen aan mij gegeven zijn en die afkomstig zijn uit Rosenberg’s publicaties: – "Tradition und Gegenwart", "Schriften und Reden", "Blut und Ehre", "Gestaltung der Idee" en "Der Mythos des 20sten Jahrhunderts"
De PRESIDENT: is er een andere raadsman van beklaagde die vragen wil stellen?
Dr. HÄNSEL: Getuige, u was gevolmachtigde van de Führer voor de ideologische doelen van de NSDAP en haar zusterorganisaties.
Dr. STEINBAUER (raadsman van Arthur Seyss-Inquart): Edelachtbare, geacht Hof, Ik open de verdediging met de laatste woorden van Dr. Schuschnigg toen hij op 11 maart 1938 terugtrad als Kanselier van Oostenrijk: "Gott schütze Östereich".
Dr. STEINBAUER: Gisteren zijn we toegekomen aan een van de belangrijkste punten van de aanklacht: de kwestie van de deportatie van Joden uit Nederland. Getuige, wat deed u toen u hoorde van de deportatie van Joden uit Nederland? Hebt u brieven geschreven?
(De beklaagde Seyss-Inquart neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
M. DEBENEST (Aanklager namens Frankrijk): Beklaagde, u bent het ermee eens dat belangrijke voorraden naar Duitsland werden gestuurd?
De PRESIDENT: Wil de raadsman van Beklaagde Von Schirach zijn zaak nu voorleggen?
Dr. SIEMERS (raadsman van Erich Raeder): ... Mag ik nu vragen of Admiraal Raeder naar de beklaagdenbank kan worden geroepen?
(Beklaagde Raeder neemt plaats in de beklaagdenbank.)
Dr. SIEMERS: Admiraal, gisteren zijn we geëindigd met een enigszins belangrijk document C-32 en we zijn gekomen tot en met punt 11. We komen nu aan punt 12: "Munitievoorraden boven de toegestane hoeveelheid."
Dr. SIEMERS: ... Mag ik nu, met welnemen van het Tribunaal verder gaan met het verhoor van beklaagde Raeder?
(Tot de beklaagde): Admiraal, we hebben een paar laatste vragen betreffende de samenzwering.
(beklaagde Raeder neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
(Beklaagde Raeder neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
(Beklaagde Raeder neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
Dr. SAUTER: Dr. Sauter namens Beklaagde Funk.
(Beklaagde Kaltenbrunner neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
De PRESIDENT: Het Tribunaal zal nu verder gaan met de zaak tegen Beklaagde Von Papen, die meen ik als volgende op de rol staat.
DE BODE: Met welnemen van het Tribunaal, er wordt melding gemaakt dat beklaagden Fritzsche en Speer niet aanwezig zijn.
(Beklaagde Von Papen neemt weer plaats in de beklaagdenbank).
DE BODE: Met welnemen van het Tribunaal, ik meld dat beklaagde Von Neurath afwezig is.
De PRESIDENT: Raadsman voor beklaagde Sauckel.
De PRESIDENT: Het Tribunaal wordt vanmiddag om 16:00 uur geschorst en de zitting wordt achter gesloten deuren voortgezet.
(Beklaagde Sauckel neemt weer plaats in de beklaagdenbank).
(beklaagde Sauckel neemt weer plaats in de beklaagdenbank)
De PRESIDENT: Ik roep de raadsman van beklaagde Fritsche op.
(Beklaagde Fritzsche neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
(Beklaagde Fritzsche neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
Verhoor Hermann Göring, 13-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 14-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 15-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 16-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 18-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 19-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 20-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 21-03-1946.
Verhoor Hermann Göring, 22-03-1946.
De PRESIDENT: Dan gaan we verder met de volgende zaak tegen Dr. Schacht.
De PRESIDENT: Voordat we verder gaan met de zaak tegen beklaagde Schacht wenst het Tribunaal de beslissing mee te delen over de aanvragen van Dr. Sauter namens beklaagde Von Schirach.
De PRESIDENT: Dr. Siemers, het Tribunaal zou graag precies van u willen weten wat de brief betekent die wij van u hebben ontvangen betreffende de volgende documenten die volgens die brief zijn ingetrokken. Wat ik wil weten is of dat betekent dat die niet moeten worden vertaald? Laat me u de nummers voorlezen: : 18, 19, 48, 53, 76, 80, 81, 82, 86 en 101. Betekent uw brief dat die documenten niet moeten worden vertaald?
(Beklaagde Schacht neemt weer plaats in de beklaagdenbank.)
(De Beklaagde Von Ribbentrop neemt weer plaats in de getuigenbank)
Beklaagde von Ribbentrop neemt weer plaats in de beklaagdenbank.
De PRESIDENT: Ja, raadsman voor beklaagde Streicher, Dr. Marx, gaat u verder.
Dr. KRANZBÜHLER: Met goedvinden van het Tribunaal roep ik getuige Admiraal Dönitz op.
(Beklaagde Dönitz neemt weer plaats in de getuigenbank.)
SIR DAVID: Beklaagde, ik wil eerst dat u enkele vragen beantwoordt over uw loopbaan nadat u op 30 januari 1943 opperbevelhebber van de Marine werd. Als opperbevelhebber van de Marine had u de vergelijkbare rang van Rijksminister, klopt dat?
Dr. VON LÜDINGHAUSEN (Raadsman van Von Neurath): Meneer Von Neurath, wilt u ons alstublieft in het kort iets vertellen over uw achtergrond, uw opvoeding thuis en uw opleiding?
VON NEURATH: Ja, dat leidde tot het sluiten van het eerste en enige verdrag ter beperking van bewapening dat feitelijk ook werd uitgevoerd op basis van Duitse voorstellen door het ondertekenen van de Anglo-Duitse Marineovereenkomnst in juni 1935.
KONSTANTIN VON NEURATH: De positie van Duitsers in het Protectoraat was geen voorkeurspositie met echte privileges en voordelen vergeleken met de Tsjechen maar het was een totaal andere.
Mr. RAGINSKI: Meneer de President, ik wil niet teruggrijpen op die bevelen maar ik zou beklaagde willen vragen voor welke speciale diensten hij in 1940 het Eisernes Kreuz van Hitler ontving.
De PRESIDENT: Goed, vraagt u hem dat maar.
Dr. FRITZ SAUTER (Raadsman van beklaagde Funk): Meneer de President, met uw toestemming roep ik eerst beklaagde Dr. Funk zelf naar de beklaagdenbank.
Dr. SAUTER: Meneer de President, ik zal mijn ondervraging van de beklaagde Dr. Funk voortzetten. Op zaterdag hebben we de benoeming van Dr. Funk tot Reichswirtschaftsminister besproken en ik ga nu over op zijn benoeming tot Reichsbankpräsident.
Mr. DODD (Aanklager namens de V.S.): Beklaagde, u hebt gisterenavond, na de schorsing, een overleg van ongeveer een uur met Dr. Sauter gehad, niet waar?
De PRESIDENT: Dr. Pannenbecker.
Verhoor Wilhelm Keitel, 03-04-1946.
Verhoor Wilhelm Keitel, 04-04-1946.
Verhoor Wilhelm Keitel, 05-04-1946.
Verhoor Wilhelm Keitel, 06-04-1946.
Verhoor Wilhelm Keitel, 08-04-1946.