Op vrijdag 10 mei 1940 werd de Nederlandse neutraliteit geschonden toen de Duitse legers ons land aanvielen. Het Nederlandse leger was onvoldoende getraind en uitgerust om de Duitse aanval af te slaan. Zonder hulp van buitenaf zou het een kansloze strijd zijn. Deze hulp van buitenaf kwam er. Niet alleen van de Fransen, die strijd leverden in Noord-Brabant, maar ook van de Britten. De Royal Air Force steunde het Nederlandse leger in de meidagen van 1940 door verschillende missies uit te voeren. Eén van deze aanvallen was gericht op het vliegveld Waalhaven en werd uitgevoerd door 600 Squadron.
Intro
Hoe kwamen twee RAF-vliegers op het rooms-katholieke kerkhof van Zeeland terecht en twee andere bemanningsleden op de oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest te Uden?
In de nacht van 22 op 23 juni 1943 werd er boven Utrecht een Britse bommenwerper uit de lucht geschoten door een Duitse nachtjager. Het viermotorige toestel was onderweg naar Duitsland, maar bleek niet in staat om het doel te bereiken. In plaats daarvan explodeerde het vliegtuig en stortten brandende brokstukken neer op de wijk Wittevrouwen in Utrecht. Er waren verschillende slachtoffers te betreuren, waaronder vijf burgers en vijf bemanningsleden.
In de nacht van 11 op 12 maart 1943 stortte een vliegtuig neer bij Rosmalen. Ad Hermens, toen 10 jaar, woonde in de buurt. De interesse in alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had zorgde er na de oorlog voor dat hij in de jaren '80 onderzoek ging doen naar het neergestorte vliegtuig. Dit is niet alleen zijn verhaal, maar ook dat van de bemanning van deze Duitse bommenwerper.
Het is precies middernacht als in de nacht van 25 op 26 maart 1942 voor de zoveelste maal motorgeronk waar wordt genomen door de bemanning van de uitkijkpost van de Luchtbeschermingsdienst Vlaardingen. De zoeklichten gaan aan in zuidoostelijke, zuidelijke en noordoostelijke richting. Er wordt geschoten. Er gaan nog meer zoeklichten aan. Een Britse bommenwerper wordt in de bundels van licht gevangen. De piloot van het toestel probeert de duisternis in te vluchten, maar dit mislukt. Boven de stad wordt het vliegtuig geraakt. Om zeven minuten over twaalf stort het toestel neer richting Delft.
De Rotterdamse bevolking zal het in hun verwoeste stad met enig leedvermaak hebben gadegeslagen; het almaar uitdijend vak E-CC met Duitse gesneuvelden op begraafplaats Crooswijk. Toen in mei 1945 het wapengekletter was verstomd, bleek dat er 19 Duitse civiele zeelieden en 897 militairen begraven lagen. Zij waren niet de enige soldaten, die een rustplaats hadden gevonden in Crooswijk Nog steeds zijn er 127 Nederlandse Oorlogsgraven, 11 Poolse en 124 van het Gemenebest. 18 Amerikanen zijn overgebracht naar Margraten. In dit artikel wil ik echter specifiek ingaan op de Duitse graven.
Het verhaal van Edward Cornelius Martin Swart, een Air Gunner bij de Royal Air Force, die op 4 november 1944 bij een crash om het leven kwam en begraven ligt op de Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Overloon in Nederland.
De rooms-katholieke begraafplaats aan de Kloosterweg in Brielle biedt plaats aan een eenzaam oorlogsgraf van het Gemenebest. Het gaat om het graf van Seaman John Thomas Cook DSM van de Royal Naval Reserve (Patrol Service). Als gevolg van de onduidelijke gegevens van de Commonwealth War Graves Commision is het graf lastig te vinden. Ook de weduwe en kinderen van Seaman Cook wisten lange tijd niet waar hun vader begraven was. Hun echtgenoot en vader die was omgekomen toen zijn schip, de HMS Cayton Wyke, tot zinken werd gebracht voor de kust van Kent.
12 augustus 1942 03:30 uur, een brandende bommenwerper scheert langs de woning van de familie Van Heugten in Lierop. Het vliegtuig stort even verderop in een dennenbosje neer. 44 jaar later, op 20 september 1986, in de buurt van het bosje aan de Vaarsehoefseweg, wordt een gedenkteken onthuld ter nagedachtenis aan de 5 omgekomen bemanningsleden.
Hieronder volgt een ingezonden bijdrage van auteur Lou Heynens. Als kenner van de Nederlandse adel onderzocht hij het precieze lot van de leden van de Nederlandse adel die omkwamen in Nederlands-Indië in de periode 1942-1949. Daaruit volgde dit overzicht dat tevens bedoeld is als eerbetoon.
Het is omstreeks half elf als op 30 juli 1943 een groot aantal vliegtuigen over het dorp Den Bommel raast. De oorlog was in volle gang en dit schouwspel was haast dagelijks te bezichtigen. Het hoofd van de Luchtbeschermingsdienst, dhr. Lokker, zag plots een vliegtuig met grote snelheid laag overkomen. Hij kon echter niet vaststellen of dit vliegtuig neerstortte dan wel weer opsteeg, omdat het uit het gezichtsveld verdween. Enige tijd later, toen de vliegtuigen al weer verdwenen waren, deelde de gemeentebode, dhr. Jacobus Hameete, hem mede, dat volgens meerdere ooggetuigen een voorwerp uit het vliegtuig gevallen was, dat op een stuk akker van de gemeente was neergekomen.
Op de ochtend 20 juni 1944 werden in de regio van Hattemerbroek zeven treinen beschoten, waarvan zes binnen het uur. Vertrokken uit Groningen, passeerde trein 1504 om 10.20 uur station Hattemerbroek, waarna deze door drie Britse vliegtuigen – herhaaldelijk – onder vuur werd genomen.
Op 16 december 1944 lanceerden de Duitsers een laatste grootschalig offensief tegen de geallieerde troepen in de Ardennen. Deze campagne is algemeen bekend als het Ardennenoffensief. Het doel was om de geallieerde legers te splitsen en de havenstad Antwerpen te veroveren. Van 16 tot 20 december rukten de Duitsers op in de richting van Stavelot, Sankt-Vith, Houffalize en Bastogne. De geallieerden wisten de opmars echter tot stilstand te brengen. Op 16 januari maakten eenheden van de 2nd en de 11th Armored Divisions contact in Houffalize. Het Duitse offensief was nu ten einde en de evacuatie van het gebied was begonnen. Een van de evacuatieroutes liep door het dorpje Achouffe, tegenwoordig bekend vanwege de aanwezigheid van een brouwerij.
Een historisch onderzoek naar de verkeerde datum op een grafsteen van een Amerikaanse soldaat.