In 1995 verscheen er in Helmond een boek over Helmond tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek 'Onder bescherming van de engel Gabriël, geschreven door Sanne Vonk, leverde ook een aantal reacties op. Waaronder die van Antoon Verberne. Op bladzijde 68 wordt van Cor Moedt verhaald. Cor en Antoon waren vrienden, werden beiden opgepakt wegens sabotage-activiteiten en zaten samen gevangen tot Cor op 23 januari 1943 werd doodgeschoten in concentratiekamp Neuengamme. Het telefoontje van de heer Verberne resulteerde in een interview, waarvan hieronder het verslag volgt. Dit artikel werd als eerste gepubliceerd in Helmonds Heem, 1995 nummer 1 van de Heemkundekring Helmond Peelland.
“Ook dominee Slomp ging in op het verzoek van de LO-Top om samen met pater Bleijs in kerken en zalen over de geestelijke achtergronden van het verzet te spreken”, aldus Jan van Lieshout, in De Aal van Oranje. Een biografie van pater Bleijs (blz 576). Op 22 juni 1945 werd de eerste avond gehouden in “Het Gulden Vlies” te Alkmaar. De laatste was op 16 maart 1946 in Kampen. (Dick Kaajan, “Kampen: eindpunt van tournee over geestelijk verzet”, Kamper Almanak 2003, blz 176-195). Na de dood van pater Lodewijk Bleijs door een nooit bevredigend verklaard ongeluk met zijn jeep op de rivierdijk bij Gorinchem op 16 augustus 1945, nam pater Nico Apeldoorn OP diens taak over. Behalve krantenverslagen bestaan er geen geschreven teksten van de toespraken van de oprichter van de LO. Maar de eerste bijdrage “ De geest van ons verzet” door Frits de Zwerver, (Ds.F.Slomp) in Den vijand wederstaan (Wageningen, Zomer en Keuning 1946) bevat ongetwijfeld de kern van zijn ruim veertig toespraken tijdens genoemde tournee. “Den vijand wederstaan” werd in 1946 gepresenteerd als een voorloper van het latere gedenkboek van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en Landelijke Knokploegen, Het Grote Gebod, I, 671, II,648 blz) 1ste druk 1950, 4e druk 1989).In het ‘Ten Geleide’ blz XIII-XVII benadrukt Ds.F.Slomp de strijd voor de geestelijke vrijheid als gezamenlijk motief van christenen en niet-christenen in het Nederlandse verzet.
Hier volgt het ooggetuigenverslag van Gerard Hueting waarin hij zijn oorlogsbelevenissen beschrijft. De schrijver werd geboren op 1 mei 1924 in Den Haag. Zijn vader, Rud Hueting, die sinds de Eerste Wereldoorlog werkzaam was voor de Nederlandse militaire inlichtingendienst, werd in 1942 in Utrecht door de Duitsers geëxecuteerd, nadat hij in 1941 was opgepakt omdat hij ervan verdacht werd dat hij Duitse documenten aangaande de Duitse invasie van Engeland behandeld had. Tijdens zijn vaders' gevangenschap trad Gerard in zijn voetsporen; hij werd actief in het Nederlandse verzet en hield zich onder meer bezig met het helpen van geallieerde piloten die in bezet gebied neergekomen waren. Dat deel van zijn verhaal beschreef hij eerder in het volgende artikel: Gerard Hueting, herinneringen aan Aart Alblas. Sinds 1950 leeft Gerard Hueting in Nelson, Nieuw Zeeland. Samen met zijn huidige vrouw hebben zij zes kinderen en zes kleinkinderen.
De Nederlandse marineofficier Aart Alblas was tijdens de Tweede Wereldoorlog een uitzonderlijk geheim agent, Engelandvaarder en verzetsheld. Gerard Hueting kende Aart Alblas persoonlijk en werkte als jonge jongen nauw met hem samen. Onderstaand verhaal is door hem geschreven en gaat over zijn herinneringen aan Aart Alblas en aan de oorlogsperiode.
Zeventig jaren geleden kwam ik in contact met twee van de bemanningsleden van een neergeschoten Amerikaanse Boeing Fortress (nummer 43-37913): John Stevens en Stanley Johnston. Daar is nu ongeveer een mensenleeftijd voorbij aan gegaan en natuurlijk zijn er over de afgelopen jaren veel herinneringen vervaagd en sommigen zelfs totaal verdwenen. Het is daarom voor mij interessant om mijn herinneringen van wat er op deze gevaarlijke tocht door het door de Duitsers bezette oosten van Nederland te vergelijken met die van John Stevens. Met bemiddeling van Jaap de Boer, een lid van de werkgroep "Seattle Sleeper", heb ik inzage gekregen in het verslag van deze John Stevens.
Hieronder volgt het verslag van een gevangene die op 8 december 1944 bevrijd werd tijdens de Overval op het Huis van Bewaring in Leeuwarden. Onze dank aan dhr. Gerrit Fokkema te Leeuwarden en de Stichting Blokhuispoort.
Johannes Bernardus (Jo) Onnekink werd geboren in Rotterdam op 4 juni 1909. Toen hij vijf jaar was verhuisde het gezin naar Arnhem, waar mijn grootvader een baan kreeg bij de Arnhemsche Stoomsleephelling Maatschappij. Na de lagere school ging mijn vader als leerling modelmaker ook bij de ASM werken. Daarnaast volgde hij vier jaar lang avondcursussen machinetekenen en voortgezet onderwijs. In zijn vrije tijd was hij actief lid van Scouting Nederland.
Dit artikel is een ooggetuigenverslag van het fenomeen smokkelen. Smokkelen was tijdens de Tweede Wereldoorlog voor veel Belgen een manier van overleven in het grensgebied tussen Nederland en België.
Verzetsman Jozef Derboven over het gewelddadig treffen van het Geheim Leger met de Duitsers te Belsele, 5 september 1944:
Verzetsman José Daeleman, lid van de Nationale Koninklijke Beweging (NKB), over zijn arrestatie wegens spionage in de nacht van 10-11 april 1943.
Mijn vader werd geboren als Theodorus Roelofsen (deze verkeerd geschreven naam werd op last van de officier van justitie op 30 juli 1986 verbeterd in Roeloffzen), op 7 november 1917 te Wierden. Hij verhuisde met zijn ouders in 1923 naar Hengelo. Van 1937 tot en met 1940 heeft hij bij de Koninklijke Marine gediend en de strijd bij de Stelling Kornwerderzand op de afsluitdijk meegemaakt in de meidagen van 1940. Hij vertelde ons dat hij was ondergedoken in Saasveld bij een familie Scholten en dat hij tot drie keer toe was opgepakt door de Duitsers, maar steeds weer wist te ontsnappen. Hij praatte nooit zoveel met ons over de oorlog. Toen hij in 1990 overleed vond ik in zijn nalatenschap twee bedankbrieven, één van de Engelse en één van de Amerikaanse strijdkrachten. Ik heb deze brieven nog steeds in mijn bezit.
Hier volgt de letterlijke overname van de afscheidsbrief van de Nederlandse geheim agent Willem van der Wilden. We hebben deze mogen overnemen van dhr. Jan Boon die tevens het voor- en nawoord verzorgd heeft. De auteursrechten berusten bij hem.