De PRESIDENT: Het Tribunaal zal deze middag om 16:45 worden geschorst en in besloten zitting verder gaan.
Mr. DODD: Meneer de President, ik heb gemerkt dat de raadsman van beklaagde Kaltenbrunner vanochtend hier is. Ik heb begrepen dat deze beklaagde nog door de raadsman van Kaltenbrunner verhoord moet worden en ik meen dat we tijd kunnen besparen als hij ons voorgaat en zijn verhoor afmaakt.
De PRESIDENT: Ja.
Dr. KURT KAUFFMANN (raadsman van beklaagde Kaltenbrunner): Meneer de President, ik wil mij ervoor verontschuldigen dat ik gisteren het ongenoegen van het Tribunaal heb opgewekt door hier niet aanwezig te zijn. Maar ik had een goede reden want omstandigheden zijn vaak sterker dan de wil. Als ik het mag zeggen, ik heb de laatste paar jaren aan een ernstige ziekte geleden en ik voelde mij niet goed, hoewel het mijn vaste bedoeling was bij de zitting van gisteren aanwezig te zijn en ik alles had voorbereid. Ik verzoek u eerbiedig mij te verontschuldigen.
De PRESIDENT: Zeker, Dr. Kauffmann, het Tribunaal accepteert uw uitleg.
Dr. KAUFFMANN: Ik dank u zeer.
Getuige, sinds wanner kende u de beklaagde Kaltenbrunner?
SEYSS-INQUART: Het was in 1935 of het begin van 1936 dat ik Dr. Kaltenbrunner ontmoette in verband met de “Langot” hulp voor noodlijdende Nationaalsocialistische gezinnen. Dit was een vorm van steun die door de politie werd getolereerd.
Dr. KAUFFMANN: Welke rol speelde Kaltenbrunner in Oostenrijk voor de Anschluss van maart 1938? Behoorde hij tot de radcale elementen of was hij gematigd?
SEYSS-INQUART: Mij werd destijds verteld dat Kaltenbrunner nauw verbonden was aan de SS maar hij was niet de leider van de illegale SS. Dat was een ingenieur uit Stiermarken.
Dr. KAUFFMANN: Was het de ingenieur genaamd Leopold?
SEYSS-INQUART: Nee, ik heb verscheidene malen met Zantow over Kaltenbrunner gesproken. Binnen de Partei noemden we hem de “poltieman van 11 juli”’ dat wil zeggen, het was aan zijn invloed te danken dat radicale elementen zich onthielden van excessen zoals die van juli 1934.
Dr. KAUFFMANN: En toen werd Kaltenbrunner onderstaatssecretaris in Oostenrijk?
SEYSS-INQUART: Ja.
Dr. KAUFFMANN: Werd het voorstel tot zijn benoeming als onderstaatssecretaris door Oostenrijkse kringen gedaan of kwam dat van Himmler en Hitler of van beklaagde Göring?
SEYSS-INQUART: Voor zover ik weet werd dat alleen door Oostenrijkers gedaan. Ikzelf ontving of accepteerde geen voorstellen van het Reich betreffende mijn eigen ministerie. De Partei in Oostenrijk vestigde mijn aandacht op Kaltenbrunner omdat wij ook een man binnen de politieorganisatie wilden hebben.
Dr. KAUFFMANN: Wat waren zijn feitelijke taken als onderstaatssecretaris?
SEYSS-INQUART: Ik meen dat hij als onderstaatssecretaris helemaal niets uitvoerde. Nadat Skubl zich terugtrok benoemde de President hem tot staatssecretaris. In die hoedanigheid had hij administratieve en economische taken. Hij kon zich niet mengen in de feitelijke uitvoering. Bijvoorbeeld, wanneer ik iemand uit gevangenschap wilde laten ontslaan moest Kaltenbrunner contact opnemen met de commandant van de SIPO en als die nee zei moesten we ons tot Heydrich wenden.
Dr. KAUFFMANN: Nu is er vastgesteld dat Kaltenbrunner in 1943 benoemd werd tot hoofd van het RSHA. Hij heeft hier verklaard dat hij regelmatig heeft geprobeerd die post te weigeren. Kunt u daar iets over zeggen?
SEYSS-INQUART: Ik weet alleen dat ik eind november of begin december 1942 op het hoofdkwartier was. Bij die gelegenheid bezocht ik ook het veldhoofdkwartier van Himmler en een van de adjudanten, ik denk dat het Wolff was, vertelde me dat de Reichsführer Kaltenbrunner wilde hebben voor het RSHA en dat Kaltenbrunner aarzelde om het te aanvaarden. Hij moest toen bevel krijgen om naar het veldhoofdkwartier te komen en daar vier weken te blijven waar hij zodanig behandeld zou worden dat hij die functie over zou nemen.
Dr. KAUFFMANN: Hebt u er enig bewijs voor dat de ware reden voor de benoeming van Kaltenbrunner tot hoofd van het RSHA was dat hij een politieke en militaire inlichtingendienst zou moeten opzetten en leiden?
SEYSS-INQUART: Ik weet bepaalde dingen die bewijzen dat hij niet die controle over SIPO aangelegenheden had zoals Heydrich die had en ik had harde feiten met betrekking tot zijn inlichtingenwerk. In Heydrich’s tijd sprak de commandant van mijn SIPO, als hij een beslissing uit Berlijn wilde krijgen, alleen over Heydrich. Toen Kaltenbrunner in functie kwam kan ik me niet herinneren dat hij Kaltenbrunner noemde maar hij had het over het RSHA en soms noemde hij Müller. Voor zover ik me kan herinneren besprak ik slechts bij twee gelegenheden SIPO aangelegenheden met Kaltenbrunner. Een daarvan was het verdere lot van Dr. Schuschnigg en Dr. Kaltenbrunner heeft u daarover al verteld. De tweede keer was toen een familielid van mij naar een concentratiekamp moest worden afgevoerd. Ik ging naar Kaltenbrunner omdat hij de enige man binnen het RSHA was die ik kende en ik nam aan dat hij daar wel iets te zeggen had. Ik wist niets van de betrekkingen tussen de verschillende functies. Bij die gelegenheid telefoneerde Kaltenbrunner met Müller op een manier die een meerdere nooit zou aannemen als hij tegen een ondergeschikte sprak. Ik heb overtuigende bewijzen van deze activiteiten want sinds 1944 werkte ik nauw met Kaltenbrunner samen. Ik stelde zijn inlichtingendienst buitenlandse valuta ter beschikking, met andere woorden, die verkreeg ik voor hem van de betreffende departementen; alles gebeurde in overeenstemming met de betrokken departementen in het Reich.
Dr. KAUFFMANN: U noemde net Müller. Bedoelt u het hoofd van de
Gestapo Müller?
SEYSS-INQUART: Ja.
Dr. KAUFFMANN: Had u de indruk dat deze man echt de touwtjes in handen had waar het SIPO aangelegenheden betrof?
SEYSS-INQUART: Ik kan alleen maar zeggen dat ik weet dat Kaltenbrunner tijdens dat telefoongesprek tegen Müller zei: “Wat gaat u in dit geval beslissen?”
Dr. KAUFFMANN: U ontving toen militaire en politieke rapporten rechtstreeks van Kaltenbrunner. Is dat waar?
SEYSS-INQUART: Ja, vrij vaak. Dat waren zeer geheime rapporten waarvan meen ik maar vier afschriften werden gemaakt.
Dr. KAUFFMANN: Was dit al het geval voor Kaltenbrunner’s benoeming?
SEYSS-INQUART: Nee, Kaltenbrunner voerde deze verslagen pas in aan het einde van 1943 of 1944, als ik me goed herinner.
Dr. KAUFFMANN: Wat was het verschil tussen deze rapporten en die welke eerder door Canaris werden opgesteld?
SEYSS-INQUART: Ik weet niets over rapporten van Canaris, of erg weinig. Ik ken ze van het voormalige RSHA.
Dr. KAUFFMANN: Is het waar dat de rapporten van Kaltenbrunner bekend stonden om hun bijzonder scherpe en openlijke kritiek op alle openbare maatregelen?
SEYSS-INQUART: Ja, dat ook. Kaltenbrunner’s rapporten waren voor alles echt objectief en geen voor een speciaal doel gemaakte rapporten.
Dr. KAUFFMANN: Hoe groot waren die rapporten?
SEYSS-INQUART: Ik denk dat deze rapporten over het algemeen 40 tot 60 pagina’s besloegen, soms meer en ze werden waarschijnlijk iedere drie of vier weken uitgebracht, zover ik weet; Maar er moeten ook bijzondere rapporten zijn geweest.
Dr. KAUFFMANN: Weet u of deze bijzondere rapporten gericht waren aan militaire instanties of vermeldden ze – degene die u net noemde – de situatie vanuit militair oogpunt?
SEYSS-INQUART: De rapporten waarover ik het heb waren voornamelijk politiek en ze waren rechtstreeks aan de Führer gericht. In verband met deze rapporten herinner ik me dat ze in het bijzonder ernstige kritiek bevatten over de houding van het Reich jegens de Polen en jegens de Katholiekek Kerk en dat ze waren geschreven op briefpapier van het RSHA, iets wat mij destijds een onmogelijke gang van zaken toescheen.
Dr. KAUFFMANN: U hebt net twee punten van kritiek genoemd. Kunt u mij misschien vertellen wat de strekking van die kritiek was op de twee punten van openbaar leven die u net noemde?
SEYSS-INQUART: Met betrekking tot de Polen, werd er kort en bondig geëist dat de Polen weer een autonome en onafhankelijke Staat zouden krijgen, of tenminste, dat moest hen worden beloofd; en sprekend over de Katholieke Kerk werd er geëist dat alle administratieve en andere maatregelen moesten worden opgeheven en dat Katholieke en Protestantse kerken verder met rust gelaten moesten worden.
Dr. KAUFFMANN: Dank u zeer. Ik heb verder geen vragen.
Mr. DODD: U vertelde het Tribunaal gisteren dat u in 1938 Partijlid werd en dat uw lidmaatschapsnummer ergens in het miljoen lag?
SEYSS-INQUART: Zeven miljoen. Het lidmaatschap ging in vanaf maart 1938. Dat is toen ik formeel Partijlid werd.
Mr. DODD: Wel, wanneer u zegt “formeel” probeert u, naar wat ik begrijp onderscheid te maken en erop te wijzen dat u in feite, hoewel niet formeel, al enige tijd Partijlid was. U betaalde uw bijdrage en steunde de Partij, niet waar?
SEYSS-INQUART: Uw eerste twee punten zijn niet juist. Ik betaalde slechts contributie vanaf de herfst van 1937 – neem me niet kwalijk, vanaf de herfst van 1932 tot 1933; Innerlijk voelde ik mijzelf Nationaalsocialist en Partijlid zonder echter enige formele steunverklaring te hebben afgelegd.
Mr. DODD: Was u lid van de Steierischer Heimatschütz?
SEYSS-INQUART: De Steierischer Heimatschütz, ja vanaf de herfst van 1932.
Mr. DODD: En die organisatie werd bijna in zijn geheel door de Nationaalsocialisten overgenomen in een tijd waarin u lid was, niet waar?
SEYSS-INQUART: Dat was de bedoeling maar het gebeurde niet. Er was een afspraak dat de Steierischer Heimatschütz in de Partei op zou gaan maar München voerde dit niet uit. Individuele leden van de Steierischer Heimatschütz moesten zelf zich bij de Partei aansluiten.
Mr. DODD: Kent u een man met de naam Dr. Andrews Morsey, M-o-r-s-e-y?
SEYSS-INQUART: Bedoelt u Andrews M-o-s-e-r? Ik denk dat hij rechtskundig adviseur was maar ik ken hem niet persoonlijk.
Mr. DODD: Wel, weet u dat hij ook lid was van de Steierischer Heimatschütz?
SEYSS-INQUART: Nee.
Mr. DODD: Herinnert u zich op 7 maart 1938, enkele dagen voor de Anschluss, een gesprek met hem te hebben gehad?
SEYSS-INQUART: Ik kan het me niet herinneren.
Mr. DODD: Wel, laat eens kijken of ik u kan helpen. Herinnert u zich hem te hebben verteld dat u in 1932 lid werd van de Steierischer Heimatschütz en dat dat was, kort voordat die organisatie werd verboden?
(de tolk vertaalt dit als volgt: “.... te hebben verteld dat u het hoofd van de Steierischer Heimatschütz was”)
SEYSS-INQUART: Daar is absoluut geen sprake van. Het hoofd van de Steierischer Heimatschütz was Konstantin Kammerhofer. Heel Oostenrijk wist dat.
Mr. DODD: U herinnert zich dus niet een gesprek met hem te hebben gehad waarin u zei wat ik net tegen u heb gezegd? Luidt uw verklaring dat u het nooit hebt gezegd of dat u zich het gesprek niet herinnert? Daar wil ik namelijk heen.
SEYSS-INQUART: Ik herinner me dat gesprek wel; maar ik verklaar dat er geen sprake van is dat ik kon hebben gezegd dat ik het hoofd van de Steierischer Heimatschütz was, want heel Oostenrijk wist dat dat Konstantin Kammerhofer was. Op zijn hoogst kan ik hem hebben verteld dat ik op zeer goede voet stond met Kammerhofer, wat in werkelijkheid ook zo was.
Mr. DODD: Goed, dan zal ik u zijn verklaring laten zien, of liever zijn getuigenis in het proces tegen Dr. Guido Schmidt. Het is document 3992. Deze getuigenis werd afgelegd voor het Opperste Gerechtshof in Wenen op 19 maart 1946 ten overstaan van Rechter Sucher.
Wij dienen dit in onder USA-882.
Ik vraag u de tweede pagina op te slaan en daar zult u een zin vinden die begint met:
“Op 7 maart 1938 deelde Seyss-Inquart mij persoonlijk mee dat hij in 1932 tot deze organisatie was toegetreden, voordat het onmogelijk werd gemaakt; kort voordat de Steierischer Heimatschütz werd verboden.”
Hij gaat dan verder en verwijst naar die meneer Kammerhofer waarnaar u net verwees en verder naar beneden, in de volgende zin, zegt hij:
“Hij (Seyss-Inquart) was tot deze organisatie toegetreden en was door de leider, Ingenieur Pichler, Franz in Waitz toegelaten en hij had deze organisatie nooit verlaten.”
Daarom kan uw verklaring dat u geen lid was van de
NSDAP formeel als juist worden beschouwd; maar de verklaring dat u niet illegaal had gewerkt, zegt hij, is niet waar.
SEYSS-INQUART: Dr, Moser kon onmogelijk weten of ik illegaal werkte of niet. Hij baseert zijn verklaring op de aanname dat de Steierischer Heimatschütz in feite opging in de
NSDAP en dat is onjuist. Getuige Überreiter kan dit bevestigen. Ik blijf volledig bij mijn verklaring.
Mr. DODD: Kent u een man genaamd Rainer?
SEYSS-INQUART: Zeer goed, inderdaad. Dr. Friedrich Rainer.
Mr. DODD: U hebt om hem gevraagd en hij verschijnt hier als uw getuige à décharge, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Maar wat zegt u als hij zegt dat u lid van de NSDAP werd toen de Steierischer Heimatschütz overging naar de NSDAP?
SEYSS-INQUART: Daarop wil ik zeggen ....
Mr. DODD: Tussen haakjes, voordat u antwoord geeft laat me u iets vertellen dat u kan helpen. Dit document is al als bewijsmateriaal ingediend, dus ik neem aan dat u het hebt gezien. Het is nummer 812-PS.
SEYSS-INQUART: Ja. Het is een brief, een rapport van Dr. Rainer.
Mr. DODD: U weet dus wat hij heeft gezegd, neem ik aan. U hebt het document gezien, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: U geeft toe dat hij in dit document zegt dat u lid was vanwege uw lidmaatschap van de Steierischer Heimatschütz en dat u, om zo te zeggen, toetrad tot de Partei toen die organisatie werd overgenomen?
SEYSS-INQUART: Ja. Ik zou willen zeggen dat dat tot 1938 ook mijn mening was en ik heb er nooit aan getwijfeld of ik wel of geen lid was. Maar in 1938 stelde de Partei duidelijk dat zij die fusie niet erkende en dat de leden van de Steierischer Heimatschütz geen leden waren van de Partei maar dat ieder afzonderlijk tot de Partei moest toetreden om lid te worden. Rainer zal dat zeker bevestigen.
Mr. DODD: Vertelt u mij eens, of u nu formeel lid was of niet, hebt u al die tijd het leiderschap van Klausner niet aanvaard, die toen leider was van de Nationaalsocialistische partij in Oostenrijk; en hebt u zijn wensen en instructies niet opgevolgd?
SEYSS-INQUART: De leiding in Oostenrijk of in Duitsland?
Mr. DODD: In Oostenrijk. Ik heb het over Klausner die in Oostenrijk zat.
SEYSS-INQUART: Ja. Het was me duidelijk en ik erkende het feit dat Klausner de leider was van de Oostenrijkse Nationaalsocialisten. Ik erkende Klausner niet als mijn politieke leider, een feit dat wordt duidelijk gemaakt door hetzelfde rapport dat u, meneer de Aanklager net noemde. Rainer zegt daar: “Seyss-Inquart erkende Klausner in politieke kwesties die in feite niet bindend waren.”
Mr. DODD: Nou, hij zegt precies het tegenovergestelde, als u het even wilt lezen.
SEYSS-INQUART: Oh nee.
Mr. DODD: Wacht u nu even en kijkt u op pagina 9, denk ik van de Duitse tekst, regel 7 van onderaf; in de Engelse tekst is het pagina 7:
“De betrekkingen tussen Seyss-Inquart en Klausner waren als volgt: Seyss aanvaardde onvoorwaardelijk het leiderschap van de Partei met betrekking tot het hele programma en daarbij ook het leiderschap van Klausner. Als partijlid onderwierp hij zich daardoor volledig aan het leiderschap van Klausner.”
Kunt u dat vinden?
SEYSS-INQUART: Ik heb alleen een ontwerp voor me maar het gaat verder met:
“Daarboven verklaarde hij zich, op basis van de overeenkomst in Berchtesgaden en in het bijzonder op basis van uitspraken door de Führer gedaan bij gelegenheid van het bezoek van zijn staf aan Berlijn, zijnde een vertrouweling van de illegale NSDAP in Oostenrijk direct verantwoording verschuldigd aan de Führer binnen zijn politieke en staatsfuncties.”
Dan moet er nog een passage staan waar ik zeg dat mij met betrekking tot politieke kwesties niet onderwerp aan Klausner.
Mr. DODD: Wel, in ieder geval om verder te gaan, het is een feit niet waar, dat u al heel vroeg in deze periode onvoorwaardelijke trouw aan Hitler zwoer en dat ook lang voor de Anschluss? U erkende uw politieke trouw niet waar?
SEYSS-INQUART: Dat kan men bijna wel zeggen. Voor zover het onvoorwaardelijke trouw betreft was me dat destijds niet duidelijk omdat naar mijn mening Hitler ook een revolutionaire koers wilde varen.
Mr. DODD: Goed dan. Had u niet iets te maken met de kwestie Dolfuss, anders dan wat u het Tribunaal al heeft verteld? U weet natuurlijk dat Rainer zegt van wel, in dit zelfde document 812-PS.
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: En ik vind het belangrijk dat u dat op een of andere manier beantwoordt. U hebt dat in uw directe getuigenis niet gedaan en het document is een bewijsstuk en daarin zegt hij dat u .........
SEYSS-INQUART: De reden, meneer de Aanklager, dat ik dat niet deed is dat Rainer hier als getuige zal verschijnen. Rainer zal hier onder ede moeten verklaren waarop hij zijn uitspraken baseert. Ik zeg alleen maar nee.
Mr. DODD: Goed. Ik begrijp het en dat is een andere reden waarom ik het u nu vraag. Ziet u, u zit niet in de beklaagdenbank als hij daar zit; en ik zou willen weten wat u nu zegt op wat Rainer zegt in dit document, dat een bewijsstuk is, met betrekking tot uw betrokkenheid bij de samenzwering tegen Dolfuss op 25 juli 1934.
SEYSS-INQUART: Nee, dat is volkomen onjuist.
Mr. DODD: Goed. In verband hiermee is er nog een kwestie die we nu op moeten helderen als dat kan. U bedoelde toch niet bij het Tribunaal de indruk te wekken dat de plechtigheden – als ik die uitdrukking mag gebruiken – ter herdenking van de moord op Dolfuss niets met Dolfuss te maken hadden, op het moment dat ze worden gehouden?
SEYSS-INQUART: Ik wil wel degelijk die indruk wekken want die plechtigheid was voor de zeven Nationaalsocialisten die toen zijn opgehangen. Bij die gelegenheid werd er, voor zover ik me herinner, niet gedacht aan de dood van Dolfuss; maar alleen aan het feit dat diverse leden van de Standarte, ik denk nummer 107 of 108, een poging hadden gedaan een systeem omver te werpen dat naar de mening van de Nationaalsocialisten vijandig stond tegenover het Reich en als gevolg daarvan werden er zeven opgehangen. Het feit dat Dolfuss bij diezelfde gelegenheid werd neergeschoten werd tijdens de plechtigheid niet genoemd.
Mr. DODD: Wel, ik zeg niet dat het niet zo was maar bij die plechtigheid werd wel degelijk de aanval op Dolfuss herdacht en ik noem het spijkers op laag water zoeken om te zeggen dat dat er niets mee te maken had.
SEYSS-INQUART: Nee, als Dolfuss niet zou zijn neergeschoten zou de plechtigheid hoe dan ook zijn gehouden.
Mr. DODD: Bent u daar zeker van? Denkt u dat ze allemaal zouden zijn opgehangen als hij niet zou zijn neergeschoten?
SEYSS-INQUART: In ieder geval weet ik dat ze zijn opgehangen.
Mr. DODD: U werd in 1937 benoemd tot Staatsraadslid en natuurlijk gaan we er het hier in deze korte tijd weer uitgebreid over hebben, over Rainer en zijn document. U weet dat Rainer ook zegt dat u benoemd werd met behulp van de invloed van Keppler en andere Nazi’s in Oostenrijk en gezagsdragers in het Reich. Is dat zo? Hebben ze uw benoeming in 1937 beïnvloed? Rainer heeft het daarover ook mis, niet waar?
SEYSS-INQUART: Helemaal niet, Keppler had geen enkele invloed op mijn benoeming als Staatsraadslid.
Mr. DODD: En Rainer heeft het volgens u mis wanneer hij zegt dat ze wel invloed hadden. U bent het niet eens met zijn verklaring, begrijp ik. Dat wil ik duidelijk maken.
SEYSS-INQUART: Dat is absoluut onjuist.
Mr. DODD: Goed.
SEYSS-INQUART: Ik werd benoemd tot Staatsraadslid omdat Zernatto de kwestie had besproken met een vriend van mij en daarna een voorstel deed aan Schuschnigg. Een voorstel van Keppler zou voor Schuschnigg vermoedelijk een reden zijn geweest mij niet voor te dragen.
Mr. DODD: Het was slechts een informele kwestie en Schuschnigg benoemde u omdat iemand met hem had gesproken; en de Nazi’s, met wie u in die dagen op goede voet stond, hadden er niets mee te maken, niet waar?
SEYSS-INQUART: Dat zou ik niet willen zeggen. Ik besprak met Rainer de mogelijkheid van een benoeming tot Staatsraadslid want onze gemeenschappelijke kennis had al eerder de kwestie met Zernatto besproken. Ik besprak het toen met Rainer maar hij oefende geen druk uit met betrekking tot de benoeming.
Mr. DODD: U hebt het document gezien dat bekend staat als de Hossbach notulen, USA-25, 386-PS, dat vele maanden gelden bij het Tribunaal is ingediend. Herinnert u zich dan dat Hitler, in de loop van dit gesprek zoals gerapporteerd door Hossbach, enkele van de plannen noemde die hij voor Oostenrijk zowel als voor Tsjechoslowakije had? Herinnert u zich dat? Het staat in het document, dat kan ik u verzekeren.
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Dat was op 11 november 1937 – nee, sorry, het was op 5 november 1937. Wanneer hoorde u voor het eerst over die bijeenkomst? Voor de eerste keer in uw leven, wanneer hoorde u erover?
SEYSS-INQUART: Hier, in deze zaal.
Mr. DODD: Nu dan, herinnert u zich de brief die u op 11 november aan Dr. Jury schreef?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Herinnert u zich dat erg goed of wilt u er een afschrift van zien? Ik zal het u laten zien. We hebben een afschrift hier. U hebt dit nog niet gezien; het is een nieuw document.
SEYSS-INQUART: Ik heb ook een afschrift.
Mr. DODD: Het is 3396-PS.
SEYSS-INQUART: Dat is juist.
Mr. DODD: Wat bedoelde u toen u op 11 november aan Jury schreef:
“..... persoonlijk geloof ik dat er geen zichtbare resultaten zullen zijn tot begin volgend jaar. Ondertussen heb ik een origineel verslag uit Linz ontvangen .... “ en u spreekt verder over een krantenartikel. Wat ik wilde weten is dit: wat bedoelde u met de gebeurtenissen begin 1938?
SEYSS-INQUART: In de destijds overheersende situatie in Oostenrijk was het duidelijk dat de interne politieke toestand niet statisch zou blijven. De optimistische Nationaalsocialisten dachten dat gedurende de komende weken Schuschnigg zou aftreden of dat er iets anders ging gebeuren. Ik zag de situatie helderder en het was mijn opvatting dat de nieuwe interne politieke ontwikkeling in Oostenrijk niet zou plaatsvinden tot aan de lente, dat wil zeggen ontwikkelingen in de richting van verdere toegestane activiteiten aan de kant van de Nationaalsocialisten. Het krantenartikel is heel iets anders.
Mr. DODD: Dat gaat mij niet echt aan tenzij u meent dat het van belang is voor uw antwoord. Ik wilde een stukje teruggaaan. Ziet u, u begint uw brief met een verwijzing naar een gesprek met de heer Keppler. Nu, is hij niet de man die Hitler’s afgezant was op 11 en 12 maart toen Oostenrijk werd overgedragen aan de Nazi’s?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: En u zegt verder:
“De gesprekken met de heer Keppler vonden vandaag plaats in een sfeer van complete rust en ze waren ook uiterst onthullend. Ik denk niet dat de kwestie zo rijp is voor discussie als die van nationale zijde en die van het Reich schijnt te zijn.”
Dan gaat u verder met:
“Ik zou aangenaam verrast zijn als er voor het einde van dit jaar een voorlopige oplossing zou worden gevonden.” Waar u het in werkelijkheid over had was het overdragen van Oostenrijk aan de Nazi’s. Had u dat in gedachten toen u die brief schreef? Is dat niet de “voorlopige oplossing”?
SEYSS-INQUART: Nee. Allereerst staat er niet dat mijn gesprekken met Keppler geheim waren, maar alleen dat ze van informatieve aard waren.
Mr. DODD: Er staat “in complete rust”. Ik weet niet of dat geheim is. Ik weet niet wat dat betekent.
SEYSS-INQUART: Het betekent dat we een realistisch gesprek hadden. Het Reich was erg vasthoudend. We hebben misschien de mogelijkheid besproken enige diplomatieke druk uit te oefenen maar het doel was de activiteiten van de Nationaalsocialisten in Oostenrijk te bevorderen met echter de bedoeling om het uiteindelijke doel, de Anschluss te verwezenlijken.
De inhoud van het document van Hossbach werd helemaal niet genoemd en ik ben ervan overtuigd dat Keppler er niets van wist. Keppler had helemaal geen sterke positie bij de Führer.
Mr. DODD: Ja. U herinnert zich Keppler korte tijd later een brief te hebben geschreven, in januari 1938. Herinnert u zich dat?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Dat u uw mandaat, uw vertrouwen of uw verantwoordelijkheid of wat de juiste uitdrukking ook maar is, wilde opzeggen?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Wat voor een mandaat had u van Keppler of van Göring, waarnaar Keppler in zijn brief verwijst?
SEYSS-INQUART: Het mandaat was het lidmaatschap van de Staatsraad van Oostenrijk. Ik wilde dat opgeven, net als de taak het onderzoeken van de noodzakelijke verstandhouding voor het verkrijgen van de samenwerking met de Natioinale Oppositie. Ik ontving in het geheel geen mandaat van Keppler en ik kon dat nauwelijks hebben aanvaard.
Mr. DODD: U kent het document dat als bewijsmateriaal dient, 3397-PS. Het is USA-702. En Keppler zegt dat hij Göring over de situatie inlichtte en dat Göring hem zei u aan uw taak te houden, dat is tenminste de strekking ervan. Nu is mijn vraag: waarom zou Göring belang stellen in dit mandaat als het alleen maar te maken had met uw positie als Staatsraadslid in Oostenrijk? Hij was geen lid van de Oostenrijkse regering, u wel.
SEYSS-INQUART: In dat geval, mag ik het document hebben?
Mr. DODD: Ja zeker. U zult er ook een verwijzing in vinden naar Dr. Jury, die man waar we het een paar minuten geleden over hadden en aan wie u op 11 november die brief schreef.
SEYSS-INQUART: Welke passage bedoelt u, meneer de Aanklager?
Mr. DODD: Nou, mijn vraag hierover is deze: Ik vraag me af waarom Keppler naar Göring ging met uw wens u terug te trekken uit welke positie die u ook maar bekleedde met betrekking tot de Nazi’s of, zoals u het stelde, met betrekking tot uw positie als Staatsraadslid; en uw verklaring maakt het probleem voor ons alleen maar groter. Wat had Göring ermee te maken?
SEYSS-INQUART: Ik heb gisteren verklaard dat Schuschnigg mij de taak had gegeven de voorwaarden te onderzoeken voor samenwerking met de Nationale Oppositie. Ik heb Schuschnigg altijd gezegd dat de Nationaalsocialisten geen enkel aanbod zouden aanvaarden zonder de toestemming van Hitler. Met medeweten van Zernatto en Dr. Schuschnigg bezocht ik Göring en Hess. Beide heren wisten dat ik niet alleen contacten had met de Oostenrijkse Nationaalsocialisten maar ook – via Keppler - met de heren in het Reich. Dat was ook bekend bij deze heren in het Reich en zij toonden belangstelling. Als ik nu plotseling zou moeten zeggen: “Ik heb er genoeg van, ik ga er niet mee door,” dan beschouwde ik het als mijn plicht deze heren in het Reich te informeren dat ze niet langer op mijn medewerking konden rekenen. Dat spreekt denk ik vanzelf. Ik kon het niet anders doen.
Mr. DODD: Ja, en de brief die u op 11 november aan Jury schreef was ook na uw gesprek met Hess en Göring, niet waar? Natuurlijk was dat zo, u ontmoette Hess en Göring in juli 1937.
SEYSS-INQUART: Ja, de Reichsmarschall heeft daarover al een verklaring afgelegd.
Mr. DODD: Goed dan. Ik ga u nu iets vragen over deze bijeenkomst met Von Papen in Garmisch. Dat gebeurde spontaan en was niet voorbereid, zoals ik van u heb begrepen. U sprak over de mogelijkheid, de post van Minister van Veiligheid te laten bezetten door een lid van de Nazipartij. Wat ik wil weten is: sprak u ook over de mogelijke reis van Schuschnigg naar Berchtesgaden die niet zo lang na deze bijeenkomst plaats vond? Kwam dat ter sprake?
SEYSS-INQUART: Nee, we hebben het niet over de technische maatregelen gehad, of er een gesprek tussen Dr. Schuschnigg en Hitler zou moeten plaatsvinden en zo of dat dit bereikt moest worden via diplomatieke kanalen – dat werd niet door ons besproken.
Mr. DODD: Werd dat helemaal niet besproken, dat is alles wat ik wil weten. Was er geen enkele discussie over?
SEYSS-INQUART: Een ontmoeting tussen deze twee staatshoofden was niet besproken maar alleen de materiële inhoud van onze plannen.
Mr. DODD: Wanneer hoorde u voor het eerst over de voorgenomen ontmoeting tussen Schuschnigg en Hitler en van wie?
SEYSS-INQUART: Ik denk na twee dagen, het moet op 10 februari geweest zijn, dat ik van Rainer of Globocznik informatie kreeg dat deze ontmoeting zou gaan plaatsvinden. Op ongeveer hetzelfde moment vroeg Zernatto mij naar Wenen te komen maar hij vertelde mij nog niet waar het over ging.
Mr. DODD: Is het een feit dat u een notitie voorbereidde of, als u daar de voorkeur aan geeft, een memorandum voor Hitler dat hij gebruikte als basis voor zijn gesprekken met Schuschnigg in Berchtesgaden?
SEYSS-INQUART: Ik stelde een schriftelijk voorstel op om de zaak te verduidelijken en ik gaf dat aan Zernatto en ook aan Dr. Rainer. Het is heel goed mogelijk dat Rainer het heeft doorgegeven aan het Reich. Daar zou ik ook niets verkeerds in hebben gezien.
Mr. DODD: U weet heel goed, niet waar dat Mühlmann die avond daar naar toe werd gestuurd door u en uw medewerkers; en hij kwam met dat memorandum eerder in Berchtesgaden aan dan Schuschnigg en Von Papen, is dat waar?
SEYSS-INQUART: Dr. Mühlmann is ...
Mr. DODD: Precies, dezelfde man waarnaar u verwees die met u in Nederland geweest is en in Berchtesgaden.
SEYSS-INQUART: Dr. Mühlmann ging destijds naar Berchtesgaden en werd ingelicht over mijn laatste gesprek met Dr. Schuschnigg. Hij heeft dat waarschijnlijk genoteerd.
Mr. DODD: Wist u niet dat hij wel – en Schuschnigg niet – wist, en dat is het belangrijke punt, wat Mühlmann daar eerder dan hij deed met de notitie of de condities die u de avond ervoor aan Schuschnigg had voorgelegd. Schuschnigg wist dat niet, hè, toen hij als een lammetje naar Berchtesgaden kwam.
SEYSS-INQUART: Ik ben ervan overtuigd dat Schuschnigg niet wist dat Mühlmann in Berchtesgaden was en zeer waarschijnlijk Keppler had ingelicht die op zijn beurt de Führer inlichtte. Schuschnigg wist dat zeer zeker niet. Toen ik met Dr. Schuschnigg sprak, wist ik niet dat Mühlmann mee zou doen.
Mr. DODD: Wanneer ontdekte u dat Mühlmann zou gaan?
SEYSS-INQUART: Na het gesprek met Dr. Schuschnigg ging ik naar terug naar mijn kantoor en trof daar Dr. Rainer en misschien nog iemand aan; en ik vertelde Rainer over ons gesprek. Misschien was Mühlmann aanwezig en toen besloten we – ik zeg we omdat ik mij hier niet van wil uitsluiten – Keppler in te lichten over de aard van ons gesprek. In de tussentijd was Dr. Schuschnigg waarschijnlijk naar het station gegaan. Ik zag echt geen enkele reden om hem op dit moment rechtstreeks in te lichten.
Mr. DODD: En dus wilde u toen Hitler wel degelijk inlichten – hoorde ik u goed – over de aard van uw gesprek die avond met uw Kanselier Schuschnigg?
SEYSS-INQUART: Op dat moment had ik geen mogelijkheid of aanleiding om Dr. Schuschnigg in te lichten over het feit dat Mühlmann daar heen ging.
Mr. DODD: Ik weet dat u geen enkele aanleiding zag maar wat ik probeer duidelijk te maken is dat u Hitler wel degelijk wilde laten weten dat u dit gesprek met Dr. Schuschnigg had gevoerd en wat u tegen Schuschnigg had gezegd.
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Waarom in Godsnaam lichtte u een ander staashoofd in over uw gesprek met uw eigen staatshoofd, aan wie u trouw verschuldigd was?
SEYSS-INQUART: Ik zie dit niet als een inbreuk op vertrouwen. Het was het geven van inlichtingen aan de leiders van twee partijen bij een overeenkomst, namens wie ik onderhandelde.
Mr. DODD: Zegt u dat u destijds kon onderhandelen tussen uw land en Duitsland zonder uw eigen Kanselier in te lichten? Schuschnigg wist niet dat u die nota had doorgestuurd naar Hitler, niet waar? Weest u nu eerlijk.
SEYSS-INQUART: Ja, het is zeker dat Dr. Schuschnigg dit niet wist. Maar Dr. Schuschnigg wist wel heel goed dat ik voortdurend met het Reich in contact stond via Keppler en dat het resultaat van onze gesprekken altijd aan het Reich werd doorgegeven want het Reich moest zijn eigen mening vormen. Ik zei altijd dat er geen intern politieke verstandhouding kan zijn tenzij Hitler ermee instemt. Dat is een feit en daar kun je niets aan doen; of het moreel nu juist is of niet, dat was het standpunt. Anders zou er geen poging gedaan moeten zijn om een beleid van onderling begrip te voeren.
Mr. DODD: Dat was niet de enige keer dat u niet helemaal open kaart speelde met Schuschnigg, niet waar? Herinnert u zich dat u hem uw erewoord gaf zijn plannen om een volksraadpleging aan te kondigen niet openbaar te maken? Herinnert u zich dat hij dat u eerst vertelde en u op erewoord vroeg te zwijgen en dat u hem zei dat u dat zou doen?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Na die bijeenkomst ging u direct naar Hotel Regina en herinnert u zich wat uw medewerkers vroegen en wat daarop uw antwoord was?
SEYSS-INQUART: Meneer de Aanklager, ik kan u niet helpen; ik denk dat u twee gebeurtenissen door elkaar haalt. Destijds ging ik niet naar Hotel Regina. Het was op de avond van 10 maart en het ging om iets totaal anders. Allereerst, het was verkeerd van Schuschnigg mij om mijn erewoord te vragen want zelf gebruikte hij mij als verbindingsman in verband met de overeenkomst van 12 februari. Had ik vooraf geweten wat hij van mij wilde, dan had ik hem afgewezen want op basis van de overeenkomst van 12 februari was het mijn plicht het Reich hier direct van op de hoogte te stellen. Maar ik hield mijn woord. Op dezelfde avond kwam Jury bij mij. Hij had hier uit andere bronnen over gehoord en ik liet met geen woord aan Jury merken dat ik ervan wist. Tijdens de morgen van de volgende dag verscheen Rainer. Ik nam niet eerder deel aan die onderhandelingen dan op de vroege middag. Rainer zei dat het ‘s ochtends was maar in werkelijkheid was het al bijna middag.
Mr. DODD: Goed, ik aanvaard de verbetering van het tijdstip maar ik denk niet dat het belangrijk is. Het punt is .....
SEYSS-INQUART: Het is naar mijn mening zeer belangrijk.
Mr. DODD: Prima, als u dat denkt dan laten we het daarbij. Ik wil dat u leest wat Rainer heeft te zeggen over hoe u uw woord houdt:
“Seyss-Inquart legde mij uit dat hij pas enkele uren hiervan wist maar dat hij er niet over kon spreken omdat hij zijn woord gegeven had, over dit onderwerp te zwijgen. Maar gedurende het gesprek liet hij doorschemeren dat de illegale informatie die wij kregen op waarheid was gebaseerd en dat hij met het oog op de nieuwe situatie vanaf het eerste moment met de Landesleiter samenwerkte.”
Nu, dat is zeker geen zwijgen of uw woord houden zoals zowel u als Schuschnigg dat begrepen, niet waar?
SEYSS-INQUART: In dit geval was het volkomen onmogelijk anders te handelen. Het liep tegen de middag van de dag waarop mijn belofte tot zwijgen afliep. De heren zaten tegenover mij en vertelden mij alle bijzonderheden. Ik kon nu niet ineens zeggen dat het allemaal leugens waren, want ik had Schuschnigg ook niet beloofd dat ik zou liegen. In plaats daarvan zweeg ik erover en daaruit leidden de anderen af dat dat waarschijnlijk het geval was.
Mr. DODD: U wist wanneer u moest zwijgen en u wist wanneer u opmerkingen moest maken om uw medewerkers in te lichten over wat Schuschnigg u had gevraagd vertrouwelijk te behandelen.
Nu. Wanneer leerde u de ware gebeurtenissen in Berchtesgaden kennen, de dreigementen en de schandalige manier waarop Schuschnigg daar werd behandeld?
SEYSS-INQUART: Dat hoorde ik van Zernatto. Ik denk dat het al 13 februari was. Toen hoorde ik het van de Minister van Buitenlandse Zaken Schmidt en Dr. Schuschnigg vertelde me min of meer hetzelfde. Het was daarom waarschijnlijk op 13 of 14 februari.
Mr. DODD: U had dus een vrij volledig beeld van de manier waarop Schuschnigg was behandeld en ik neem aan dat u wist dat Keitel erbij werd geroepen om hem bang te maken, en alle dreigingen over een inval bij zonsopkomst. U wist vrijwel alles van er wat er daar gebeurde, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ik herinner me het verhaal van Keitel niet maar Schuschnigg vertelde me dat de generaals erbij waren; het was duidelijk dat er militaire druk moest worden uitgeoefend.
Mr. DODD: En u wist ook dat Hitler uw toetreden tot de regering als Minister van Veiligheid had geëist. Schuschnigg had u dat verteld niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja. Ik meen dat Hitler had geëist dat de Nationaalsocialisten de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Veiligheid zouden krijgen. Schuschnigg stemde toe en op Hitler’s vraag wie hij voordroeg werd Schuschnigg verondersteld mijn naam genoemd te hebben. Maar dat zijn geruchten en verdere bijzonderheden ken ik niet. In ieder geval, dat gebeurde er in de loop van die zeer dramatische gesprekken.
Mr. DODD: Ik denk dat dit nogal belangrijk is want u hebt een getuige die hier gaat verschijnen en die bij die bijeenkomst aanwezig was, Dr. Schmidt. Vertelt u het Tribunaal nu dat het Schuschnigg was die uw naam voorstelde en niet Hitler die eiste dat u zou worden benoemd?
SEYSS-INQUART: Ik wil het Tribunaal geen sprookjes vertellen; ik wil alleen maar mijn bijdrage leveren aan het ophelderen van de achtergronden zover het Handvest mij dat toestaat. Ik zeg uitdrukkelijk: ik heb gehoord dat het zo was. Als Schmidt erbij was en zegt dat het anders liep dan zal ik hem natuurlijk geloven.
Mr. DODD: Kunt u ons zeggen wie u dat vertelde; we hebben namelijk de beëdigde verklaring van President Miklas die stelt dat Hitler het eiste. We weten dat Schuschnigg zei dat Hitler het eiste en Dr. Guido Schmidt gaat ons vertellen dat Hitler het eiste. Nu, wie vertelde u dat het Schuschnigg was?
SEYSS-INQUART: Dr. Mühlmann vertelde me dat. Maar ik wens te zeggen, meneer de Aanklager dat de feiten zijn zoals u ze noemt want dit is slechts een tactisch detail. Als de Führer Schuschnigg dwong het Ministerie van Binnenlandse Zaken op te geven, er daarna een woordenwisseling was en hij mijn naam het eerst noemde, dan wil ik daaruit niet de minste conclusie trekken voor mijn verdediging.
Mr. DODD: Nou, dat vind ik dapper. Het feit is dat het allemaal was voorbereid; u wist, en Hitler ook, dat u zou worden opgenomen in hun regering en alles wat daar gebeurde was onbelangrijk voor wie uw naam feitelijk het eerst noemde.
SEYSS-INQUART: Dat is juist. Maar ik wist niet zeker dat Hitler op die dag het Ministerie van Binnenlandse Zaken zou opeisen en mij voordragen, want de heer Von Papen lichtte mij niet in over het resultaat van zijn gesprek met Hitler. Ik neem alleen maar aan dat de dingen zo zouden lopen. Ik was bepaald niet zo’n persona grata in Berlijn dat Berlijn uitgerekend mij zou kiezen.
Mr. DODD: Nu, niet zo lang na die zogenaamde overeenkomst, die in Berchtesgaden tot stand kwam, brak Hitler die, niet waar?
SEYSS-INQUART: Op 17 februari, ja.
Mr. DODD: Hij brak hem al voor de 17de, niet waar? Herinnert u zich, toen hij Klausner benoemde tot partijleider, ondanks het feit dat hij met Schuschnigg had afgesproken dat iets dergelijks niet zou gebeuren en dat een dergelijke politieke organisatie er niet zou zijn? U wist daarvan, niet waar, toen het gebeurde?
SEYSS-INQUART: Neem me niet kwalijk maar ik heb denk ik uw eerste vraag misschien verkeerd begrepen....
Mr. DODD: Misschien is het wat ingewikkeld. Het punt is dat Hitler, een paar dagen na deze bijeenkomst in Berchtesgaden, Klausner benoemde tot leider van de illegale Nazipartij in Oostenrijk, is dat niet zo?
SEYSS-INQUART: Ik geloof dat dat pas na 17 februari gebeurde want ik stelde zelf aan Hitler voor dat hij zou moeten toestaan dat Klausner de leider van de Nazi’s in Oostenrijk zou worden. Het was mij volkomen duidelijk dat geen enkele Nationaalsocialist in Oostenrijk ook maar iemand zou volgen tenzij Hitler erin toestemde.
Mr. DODD: Zou u het vastgelegde verhaal van Guido Zernatto, wiens boek u aan het Tribunaal hebt aangeboden, aanvaarden. Zou u zijn verslag van wanneer het gebeurde, aanvaarden?
SEYSS-INQUART: Ja, dat zou ik.
Mr. DODD: Hij zegt dat het een paar dagen na de bijeenkomst in Berchtesgaden was. Ik neem aan dat het de 17de is maar dat is niet waarschijnlijk. Was het niet voordat u naar Berlijn ging?
SEYSS-INQUART: Wie zei dat, ik?
Mr. DODD: Zernatto.
SEYSS-INQUART: Nee, ik zag Hitler voor het eerst van mijn leven op 17 februari en op die tijd was Klausner nog niet voorgedragen, want ik zelf stelde aan Hitler voor dat hij zou moeten toestaan dat Klausner de leider van de Oostenrijkse Nationaalsocialisten zou worden.
Mr. DODD: Ik zie nu dat u dat erkent. Dit is een zeer belangrijke kwestie in uw hele handelen tussen Oostenrijk en Duitsland want toen, zoals Zernatto aangeeft, deze overeenkomst een paar dagen na die bijeenkomst werd verbroken en u naar Berlijn ging en over een Trojaans paard sprak, u wist dat Hitler al met zijn illegale activiteiten in Oostenrijk was begonnen, niet waar, als het tenminste gebeurde voordat u naar Berlijn ging?
SEYSS-INQUART: Ik zou willen zeggen dat die illegale activiteiten – niet noodzakelijk die van Hitler maar die van diverse andere mensen – nooit ophielden en het was mijn bedoeling die illegale activiteiten op een dusdanige manier te vormen dat we die vanuit Oostenrijk onder controle hadden. Ik heb Schuschnigg ook herhaaldelijk gezegd dat de Oostenrijkse Nazi’s niets zouden doen zonder Hitler.
Mr. DODD: Nou, dat is het punt niet. Ik ga er niet verder over uitweiden. Ik ga u nog een andere vraag stellen over uw ontmoeting mer Hitler. U wist tegen de 17de zeker hoe slecht Schuschnigg en Dr. Schmidt waren behandeld in Berchtesgaden. Zei u daarover iets tegen Hitler in de loop van het 2½ uur durende gesprek met hem?
SEYSS-INQUART: Nee, want ik ben niet verantwoordelijk voor het Vaterlandfront tegen de Nationaalsocialisten in 1934. Het was alleen de reactie op de onderdrukking van Nationaalsocialisten in Oostenrijk.
Mr. DODD: Nu goed. We komen nu toe aan 8 maart. Dat is de dag dat Schuschnigg u vertelde over de volksraadpleging die hij van plan was te houden over een paar dagen.
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Het was op 9 maart dat u de brief aan Schuschnigg schreef en het afschrift daarvan aan Hitler stuurde, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Vertelde u Schuschnigg dat u een afschrift per koerier naar Hitler stuurde?
SEYSS-INQUART: Ik weet het niet; maar ik zou er geen wroeging over hebben gehad want na 12 februari 1938 moest ik het Reich inlichten.
Mr. DODD: U had zeker ook Schuschnigg moeten inlichten, niet waar, als Staatsraadslid, dat u een afschrift van die zeer belangrijke brief aan Hitler stuurde? U vertelde Schuschnigg er niets over, niet waar?
SEYSS-INQUART: Mogelijk maar ik geloof dat ik het Zernatto misschien heb gezegd. Ik heb Zernatto zeker gezegd dat ik het Reich inlichtte. Daarover bestaat geen twijfel.
Mr. DODD: Dat zullen we zien. De volgende avond had u een bijeenkomst met Schuschnigg, Schmidt en Skubl, ik meen in het kantoor van de Kanselier. U noemde het feit, dat u per speciale koerier al contact had opgenomen met Hitler, aan geen van de aanwezigen, niet waar? Herinnert u zich die bijeenkomst?
SEYSS-INQUART: Ik heb er geen heldere herinnering van. Ik herinner me alleen de bijeenkomst op de avond van 10 maart, maar ik geloof dat het best mogelijk is dat .....
Mr. DODD: Dat is de avond waarop u naar Hotel Regina ging en Klausner ontmoette; direct na die bijeenkomst ging u naar buiten en ontmoette uw medewerkers. Vertelde u hen wat Schuschnigg had gezegd en wat u even eerder tegen Schuschnigg had gezegd?
SEYSS-INQUART: Ja, maar ik ontmoette een verbluffend gebrek aan interesse.
Mr. DODD: Maar uw koerier kwam terug uit Berlijn, niet waar? Globocznik was uit Berlijn teruggekeerd?
SEYSS-INQUART: Ja. Globocznik kwam terug en informeerde ons dat Berlijn weigerde deze volksraadpleging toe te staan en dat ik de volgende dag een brief zou krijgen met Hitler’s opvatting daarin.
Mr. DODD: Nu, tijdens diezelfde bijeenkomst in hotel Regina hoorde u dat Rainer instructies gaf voor het mobiliseren van de Partei in Oostenrijk om klaar te zijn demonstraties te houden of de volgende dag de macht te grijpen. U was erbij toen hij zijn plannen ontvouwde. Herinnert u zich dat?
SEYSS-INQUART: Ik denk dat het van Rainer’s kant sterk overdreven is. Ik herinner me alleen maar dat Klausner zei: “Goed dan, iedereen moet morgen met hem in verbinding blijven.” Dat er misschien demonstraties konden worden gehouden was zo duidelijk dat iedereen er zich van bewust was. Als de zaken nu niet werden opgehelderd, zouden er grote demonstraties volgen. Maar de regering wist dat ook.
Mr. DODD: Ik denk dat we het snel kunnen afhandelen als u het met me eens bent dat deze demonstraties helemaal niet spontaan waren, zoals ik denk dat u het Tribunaal wilde voorstellen, maar dat ze door uw medewerkers zorgvuldig waren voorbereid.
SEYSS-INQUART: Dat de acties niet spontaan waren? Die waren zeker niet spontaan.
Mr. DODD: Dat waren ze niet?
SEYSS-INQUART: De hele situatie na 8 maart werd meer en meer gespannen.
Mr. DODD: Goed. Nu, toen Glaise-Horstenau de volgende morgen uit Berlijn terugkwam, 11 maart, vertelde hij u over de voorgenomen militaire gebeurtenissen, of de gesprekken over militaire gebeurtenissen in Berlijn, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja, en we vertelden Dr. Schuschnigg het zelfde.
Mr. DODD: U zocht Schuschnigg op en u schreef hem diezelfde morgen nog een brief.
SEYSS-INQUART: Daarvoor al, tijdens een gesprek dat bijna 2 uur duurde, lichtte ik hem over alle bijzonderheden in. De brief was daar slechts een bevestiging van.
Mr. DODD: Nou, die brief was een ultimatum aan Schuschnigg, niet waar; hij werd door u geschreven op aanwijzing van uw politieke baas, Klausner?
SEYSS-INQUART: Nee, Rainer beweerde dat, dat is weer een van zijn beweringen. Als u het een ultimatum wilt noemen; dat had ik hem al mondeling gegeven omdat ik, toen ik Dr. Schuschnigg verliet hem vroeg mij tegen 2 uur die middag antwoord te geven; en ik zei dat in geval van zijn weigering, Glaise-Horstenau en ik zouden moeten aftreden maar op dat moment had ik zelfs nog niet met Klausner gesproken.
Mr. DODD: Wel, naar wat ik begrijp is alles dat Rainer in dit rapport zegt, in dit document 812-PS volgens u onwaar. Hij zegt ook ....
SEYSS-INQUART: Niet onwaar maar lichtelijk overdreven.
Mr. DODD: Goed, ik wil alleen uw mening horen want, ik herhaal het, u bent niet beschikbaar als hij in de getuigenbank zit. U weet dat hij ook zegt dat hij met u over een machtsovername heeft gesproken in het geval dat Schuschnigg uw ultimatum afwees. Zegt u of dat wel of niet waar is.
SEYSS-INQUART: Ik herinner het me niet. Ik denk het niet.
Mr. DODD: Wat zegt u over zijn verklaring dat u drie mogelijke stappen met hem besprak voor de overname van Oostenrijk en de overdracht aan Duitsland? Is dat waar of niet?
SEYSS-INQUART: Ik geloof dat dat een uitleg is die Rainer er later aan gaf.
Mr. DODD: Nu moet ik u over deze dingen vragen omdat we uw mening willen weten denk ik.
SEYSS-INQUART: Gaat uw gang.
Mr. DODD: Rainer zegt ook dat het telegram – het nu welbekende telegram aan Hitler waarin stond dat er een slechte situatie in Oostenrijk ontstond – dat telegram werd feitelijk door Glaise-Horstenau uit Berlijn mee teruggenomen. Hij zegt dat in hetzelfde document. Wat zegt u daarop?
SEYSS-INQUART: Dat is niet helemaal juist. Hitler’s brief .....
Mr. DODD: Nou, hoe juist is het als het niet helemaal juist is. U geeft aan dat het een kern van waarheid bevat.
SEYSS-INQUART: Ik ontving Hitler’s telegram via een koerier, niet via Glaise-Horstenau. En in die brief stond een ontwerp voor een telegram.
Mr. DODD: En dat is hetzelfde telegram waarnaar Göring verwees toen hij met u telefoneerde, en hetzelfde waarnaar Keppler verwees toen hij met Dietrich telefoneerde, niet waar?
SEYSS-INQUART: Nee, dat telegram was minstens twee keer zo lang en ik heb dit telegram zeer beslist afgewezen.
Mr. DODD: Laat me u tenslotte iets vragen over die ene dag. De radiotoespraak die u hield was in werkelijkheid op aanwijzing van Göring opgesteld, niet waar? Hij zei u een ......
SEYSS-INQUART: Nee.
Mr. DODD: ..... verklaring af te leggen, niet waar?
SEYSS-INQUART: Daar is geen sprake van. Dat zou voor mij van geen belang zijn geweest.
Mr. DODD: U kunt beter het woordelijk verslag van dat telefoongesprek met u inzien. Het was om 19:57 die avond toen hij u zei een verklaring voor het volk af te leggen en ongeveer drie minuten later kwam u op de radio en deed het. Wat bedoelt u met: Göring vertelde mij niet dit te doen?
SEYSS-INQUART: Ja, maar Göring vroeg mij heel iets anders te doen. Hij vroeg me mijzelf uit te roepen tot hoofd van een voorlopige regering en de macht over te nemen. Tenminste dat is wat ik geloof. Ik stelde mijzelf voor als Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid en ik riep het volk op zich rustig te houden en geen weerstand te bieden tegen de Duitse troepen die binnenmarcheerden; hetgeen precies hetzelfde was wat Schuschnigg een half uur voor mij al had gezegd.
Mr. DODD: Het kostte u in elk geval maar 2 of 3 minuten om een mocrofoon te pakken nadat u met Göring had gesproken?
SEYSS-INQUART: Ik sprak zo vaak met Feldmarschall Göring dat ik hem of mijzelf niet wil betrekken bij alles wat we deden op basis van telefoongesprekken. Ik meen dat ik nauwelijks een van deze dingen deed.
Mr. DODD: U geeft toch niet aan dat Göring geen interesse had voor uw verkwanseling van Oostenrijk aan Duitsland? Hij had wel degelijke grote belangstelling voor wat er die dag daar gebeurde, niet waar?
SEYSS-INQUART: Ja, maar ik denk niet dat de uitdrukking “verkwanselen” erg gepast is. Göring had er duidelijk groot belang bij, deze zaak tot een definitief einde te brengen, misschien op een of andere drastische manier.
Mr. DODD: U vertelde het Tribunaal gisteren dat er ongeveer 40 SS’ers in het gebouw waren en dat u dacht dat ze daar waren omdat Miklas en Schuschnigg niets deden om hen te verwijderen, dat ze hen makkelijk verwijderd konden hebben. Nu is de kern van de zaak dat u Minister van Veiligheid was en het uw verantwoordelijkheid was hen te verwijderen, niet waar?
SEYSS-INQUART: Nee, ik was niet de baas van de Federale Kanselarij. Afgezien daarvan, Dr. Skubl was aanwezig en een woord van Dr. Miklas of van Dr. Schuschnigg zou voldoende zijn geweest om 300 man van het Gardebataljon op te trommelen om de orde te herstellen. Men kon op dat moment niet van mij verwachten op te treden tegen Nationaalsocialisten.
Mr. DODD: Nou, als een woord van hen genoeg zou zijn geweest zou een wenkende vinger van u al voldoende zijn geweest om hen eruit te krijgen, niet waar? Het waren uw Nationaalsocialistische SS’ers; nog afgezien van het feit dat u hoofd van de politie was.
SEYSS-INQUART: Of ze mij gehoorzaamd zouden hebben weet ik niet. Ik had geen zeggenschap over het Gardebataljon want dat maakte deel uit van de strijdkrachten. Ongetwijfeld zou ik mijn invloed kunnen hebben uitgeoefend en ik zou hebben kunnen slagen maar het feit dat die 40 mannen er waren was voor mij zeer onbelangrijk.
Mr. DODD: De plaats was door hen omsingeld, niet waar? Ze waren niet alleen in het gebouw maar ook buiten en op de daken van aangrenzende gebouwen. U herinnert zich dat allemaal?
SEYSS-INQUART: Er stonden op dat moment wel een paar duizend Nationaalsocialisten voor de Federale Kanselarij.
Mr. DODD: Wel, we kunnen beter verwijzen naar uw vriend Rainer, die hier namens u zal verschijnen en zien wat hij erover te zeggen heeft.
Hebt u het artikel gezien – ja, ik denk dat je het wel een artikel kunt noemen – dat hij geschreven heeft over die historische avond? Bent u daarvan op de hoogte?
SEYSS-INQUART: Oh ja; je kunt het echt wel meer dan een artikel noemen.
Mr. DODD: Ja, hij noemde het “Het uur van een historische beslissing.” Dit is 4004-PS, Meneer de President, USA-883.
(tot de getuige) U zult het dan met me eens zijn dat Rainer een beeld geeft dat totaal verschilt van het beeld dat u het Tribunaal geschetst hebt, niet waar? Als u het artikel kent en u zegt dat u het kent. Hij zegt, weet u, dat Kaltenbrunner het bevel voerde over 700 SS’ers die avond en dat Lukesch binnen een half uur 6.000 SA mannen had verzameld; dat ze bevel kregen op te trekken en de Federale Kanselarij te bezetten en de Ring en het gebouw te behouden totdat de Nationaalsocialistische regering was uitgeroepen; dat 40 SS’ers onder Kaltenbrunner’s adjudant Rainer bevel kregen het gebouw met geweld binnen te dringen en de Federale Kanselarij te bezetten enzovoorts. En u gaf bevel – hij zegt dat u de man was die het bevel gaf – dat Rainer moest worden binnengelaten. Dat is erg belangrijk en ik zou willen weten wat u daarover te zeggen heeft. Rainer voerde het bevel over die 40 SS’ers waarvan u zei dat iemand anders die had moeten verwijderen. U zult vinden dat hij zegt:
“Het liep tegen tienen toen de bevelvoerend officier van de garde aan de Minister van Veiligheid, Dr. Seyss die toevallig in onze kamer was, meldde dat een man, vergezeld door 40 anderen eiste dat hij binnen zou worden gelaten op grond van hogere bevelen. Ik lichtte Dr. Seyss snel in dat dit Rainer en zijn 40 man waren aan wie was opgedragen de Federale Kanselarij te bezetten. Dr. Seyss gaf bevel dat Rainer naar boven gebracht moest worden. Ik zal dat moment nooit vergeten. Begeleid door een lange gardist klom Felix Rainer, de beroemde Oostenrijkse hardloper” ...... enzovoorts.
Hij was de eerste Nationaalsocialistische Sturmführer die die avond het hoofdkwartier binnenkwam en u was in feite de man die hem binnenliet.
SEYSS-INQUART: Dat is een overwinningsartikel, geschreven in de roes van de overwinning. Al wat ik kan zeggen is dat ik deze Nationaalsocialisten met hun zwarte broeken en witte overhemden in de gangen zag en vroeg: “Wat is er aan de hand?” Maar dit dramatische verslag over het openen van de poort door mij, laten we afwachten en zien of Rainer dat bevestigt.
Mr. DODD: Goed, ik begrijp het; we kijken er net zo naar uit als u. U zult zien dat hij een eindje verder zegt dat u, op eigen verantwoordelijkheid bevel gaf om de poort te openen en de mensen binnen te laten. Maar u zegt dat het niet zo is. Dat is alles wat ik wil weten.
SEYSS-INQUART: Nee, dat is volkomen nieuw voor mij.
Mr. DODD: Goed, ik denk dat we verder kunnen. Er staat denk ik niets in dit hele artikel van Rainer dat op waarheid berust? Of staat er iets in waarvan u wellicht toegeeft dat het de waarheid is? U weet dat hij als uw getuige zal verschijnen.
SEYSS-INQUART: Ik ben ook uiterst benieuwd te horen wat hij hier te zeggen heeft. Dit is een enigszins dichterlijk verslag van het hele gebeuren. De basis is zeker juist maar er staat een boel overwinnaarsretoriek in.
Mr. DODD: Ik vind dat ik u ook moet vertellen, als inleiding op een vraag, dat Guido Schmidt in een verklaring die we hier hebben en die ik u graag zal tonen, zegt dat de plek was omsingeld door SS’ers en dat zij met uw medeweten binnen waren. Wat zegt u daarop? Hij zal ook optreden als uw getuige.
SEYSS-INQUART: Ik heb gezegd dat er zich enkele duizenden Nationaalsocialisten rond de Federale Kanselarij verzameld hadden. Of dat SS’ers of SA mannen waren weet ik niet. Er bevond zich een groot aantal vrouwen onder. Dit zogenaamde mobilisatiebevel aan de Partei was mij niet bekend; maar ik zei juist die morgen tegen Dr. Schuschnigg dat wanneer we niet konden toestemmen, hij grootschalige demonstraties door de Partei kon verwachten.
Mr. DODD: Nu, een andere kwestie. Heeft u het Tribunaal verteld – heb ik u goed begrepen toen ik u hoorde getuigen dat Miklas aftrad zonder enig verzoek van uw kant? Ik bedoel President Miklas, die destijds Bondskanselier van Oostenrijk was? Luidt uw verklaring dat hij zich terugtrok zonder enig verzoek van u?
SEYSS-INQUART: Mijn verzoek luidde dat hij het ‘Anschlussgesetz’ zou ondertekenen, en hij zei dat hij dat niet zou doen. Volgens de Grondwet zou zijn gezag dan op mij overgaan. Hij wenste de ontwikkelingen niet in de weg te staan. Ik denk niet dat ik hem zei af te treden; ik eiste alleen maar dat hij de wet zou ondertekenen.
Mr. DODD: Wel, hij heeft getuigd voor een rechtbank in Wenen waar hij verklaarde dat u het eiste. Herinnert u het zich nu, bent u het vergeten of zegt u dat het niet waar is?
SEYSS-INQUART: Nee, ik vind dat daar geen sprake van is want ik herinner me heel goed dat hij zei:
“Ik kan die wet niet tekenen maar ik zal de ontwikkelingen niet in de weg staan. Als u mij verzekert dat de Anschluss plaats moet vinden, dan zal ik aftreden en mijn gezag zal op u overgaan.”
Als hij dat opvat als een eis tot aftreden, dan wil ik hem niet tegenspreken. Ik wil zijn positie niet nog moeilijker maken want ik geef toe dat ik voorstander was van de Anschluss.
Mr. DODD: Nou, ik wil dit als bewijsmateriaal indienen en u mag het bekijken als u wilt. In elk geval, het is zijn getuigenis voor een rechtbank in Wenen op 30 januari 1946. Het is document 3697-PS en het wordt USA-884. Als u het wilt inzien dan kan dat. Hij zegt ongeveer datgene wat ik aan u voorlegde, dat u er langdurig omheen heeft gepraat, zei dat het voor u erg onaagenaam was maar dat u niettemin gehouden was aan het bevel uit Duitsland en hij daarom moest aftreden. Dat staat op pagina 17 van de Engelse tekst van de getuigenis van President Miklas.
Hebt u ooit een brief geschreven aan Himmler, of hebt u tweemaal brieven geschreven aan Himmler over Burckel? Een ervan hebben we hier als bewijsmateriaal en ik wil u vragen of u zich de andere herinnert. Herinnert u zich de brief die u aan Himmler schreef waarin u schreef dat het niet waar was dat u zich mengde in de deportatie van de Joden; dat u er slechts op had gestaan dat zij aan de mannen van Kaltenbrunner, de SD, moesten worden overgedragen?
SEYSS-INQUART: Ik ken hem. Hij is hier ingediend. Ik weet dat ik hem in deze zaal heb gezien.
Mr. DODD: Ik denk dat u hem wel heeft gezien, maar hij is niet als bewijsmateriaal ingediend; ik wens dat echter wel te doen.
SEYSS-INQUART: Ja, maar de brief is zeker correct.
Mr. DODD: Het is document 3398-PS, dat wordst USA-885.
In die brief schreef u dat de deportatie van de Joden slechts mocht worden uitgevoerd in overeenstemming met de SD en door de SD en dat u geen wilde acties kon toestaan.
SEYSS-INQUART: Klopt. Wilt u dat ik met betrekking hiermee mijn standpunt geef, meneer de Aanklager?
Mr. DODD: Nou, ik wil u dit vragen. U wist er dus alles van en ik begreep dat u tijdens uw eerste ondervraging zei er alles van te weten. U wist van de deportatie van de Joden en u deed het uwe om ervoor te zorgen dat de SD die uitvoerde. Dat is het enige punt dat ik probeer te maken en ik neem aan dat u het ermee eens bent.
SEYSS-INQUART: Ja, natuurlijk wist ik dat een aantal treinen in Wenen volgeladen was met Joden. Ze werden daarna naar Polen vervoerd en daar uitgeladen. Er was geen enkele voorbereiding getroffen en de Joden bevonden zich in ernstige problemen. Ik protesteerde tegen deze gang van zaken en toen Burckel bezwaar maakte, zei ik tegen Himmler: “Als dergelijke acties dan moeten gebeuren, dan moeten ze door de SD worden uitgevoerd,” want ik verkeerde in de veronderstelling dat er dan betere voorbereidingen zouden worden getroffen. Als ik dat nu zeg klinkt dat erg tragisch en bitter maar ik dacht echt dat er ergens voor noodonderkomens enzo gezorgd zou worden. Afgezien daarvan wist ik vanaf 9 november 1938 hoe deze zaken werden aangepakt. De Partei hield voet bij stuk en toen moest de Staat deze zaken overnemen en uitvoeren.
Mr. DODD: Ja. Hoe dan ook, u wist dat Kaltenbrunner destijds de Joden uit Oostenrijk deporteerde of de leiding over die transporten had?
SEYSS-INQUART Ik herinner me Kaltenbrunner in dit verband niet. Ik denk dat het alleen door de Partei werd gedaan. Ik geloof dat Kaltenbrunner er part noch deel aan had.
Mr. DODD: Zei u niet de SD en stond die destijds in Oostenrijk niet onder Kaltenbrunner?
SEYSS-INQUART Ik zei dat de SD het zou moeten uitvoeren maar deze transporten werden niet geleid door Kaltenbrunner maar door Globocznik.
Mr. DODD: Nou, die stonden onder Kaltenbrunner, niet waar? Hij was destijds het hoofd van het hele politieapparaat in Oostenrijk.
SEYSS-INQUART Nou, hij was eerder de commandant van de SIPO en hoeveel invloed hij daar had zou ik niet kunnen zeggen; maar ik denk dat het maar weinig was.
Mr. DODD: Vanaf dat u hier zit hebt u ontdekt dat hij een grote invloed had, niet waar? U weet nu dat hij er veel mee te maken had.
SEYSS-INQUART: Nee.
Mr. DODD: U bedoelt te zeggen dat u hier niet heeft vernomen dat Kaltenbrunner iets te maken had met de deportatie van de Joden?
SEYSS-INQUART Ja, dat laat ik aan Kaltenbrunner. Uit eigen ervaring weet ik dat niet.
Mr. DODD: Ik ga daar niet over uitweiden maar dat is niet wat ik u vroeg. Ik vroeg u of u in deze rechtszaal niet heeft gehoord dat Kaltenbrunner veel te maken had met de deportatie van de Joden?
SEY5S-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Zeker. U grijpt terug op uw brief, niet waar? En weet u nu niet dat hij iets te maken had met de deportatie van de Joden op het moment dat u die brief schreef?
SEYSS-INQUART Naar mijn mening had Kaltenbrunner niets te maken met de evacuatie van de Joden, zoals dat hier is genoemd omdat dat een wilde actie was die door de Partei of door Gauleiter Globocznik werd uitgevoerd.
Mr. DODD: Herinnert u zich wanneer u, via Lammers, de bevoegdheid kreeg in Oostenrijk die eigendommen in beslag te nemen waarom u vroeg?
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Hebt u die documenten gezien? Ze zijn nieuw; uw brief aan Lammers, zijn antwoord daarop en het bevel dat op uw verzoek werd uitgevaardigd? Dat zijn drie documenten.
SEYSS-INQUART: Ja.
Mr. DODD: Uw brief aan Lammers is gedateerd 23 oktober 1938 en is 3448-PS, dat wordt bewijsstuk USA-886. En het antwoord van Lammers aan u is gedateerd 24 oktober 1938, is 3447-PS en wordt USA-887. Het bevel zelf is 3450-PS en dat wordt USA-888. Dat was een inbeslagname van eigendommen van Joden in Oostenrijk waar u om verzocht, niet waar?
Mr. DODD: Ja, ik getuigde gisteren of eergisteren dat ik aan deze kwestie heb meegewerkt door het uitgeven van besluiten.
De PRESIDENT: Kunnen we de zitting nu schorsen?
Mr. DODD: Ik kan er in 5 minuten mee klaar zijn, Meneer de President.
De PRESIDENT: Prima, gaat u verder.
Mr. DODD: Ik zou het willen afronden en ik denk dat ik dat kan, beklaagde; wanneer hoorde u voor het eerst over de vele Oostenrijkers die na de Anschluss in de
concentratiekampen omkwamen?
SEYSS-INQUART Over de vele Oostenrijkers die stierven in
concentratiekampen? Ik hoorde er hier in deze rechtszaal pas over; maar over de talloze Oostenrijkers die in concentratiekampen zaten, misschien in de loop van 1943-1944. In 1938-39 wist ik dat sommige politieke tegenstanders in concentratiekampen zaten, maar dat ze geleidelijk weer werden vrijgelaten, of althans sommigen van hen.
Mr. DODD: Wist u niet dat ze al in 1939 in
Buchenwald werden omgebracht? Kende u enkele van die mensen niet en wist u van hun dood? Denkt u even na voordat u antwoord geeft. Wist u niets over de dood van mensen in
Buchenwald die uw politieke tegenstanders waren geweest?
SEYSS-INQUART Ik kan het me niet herinneren, meneer de Aanklager.
Mr. DODD: U hebt er nooit een woord over gehoord?
SEYSS-INQUART Dat wil ik helemaal niet zeggen. Als u mij een naam noemt zal ik u direct vertellen wat de situatie is.
Mr. DODD: Ik weet dat wanneer ik u een naam noem, u me vertelt dat u hem hebt gehoord veronderstel ik. Ik vraag u echter eerst of u in feite niet wist dat sommigen van hen omkwamen in deze concentratiekampen. Dat is alles wat ik wil weten. Het was vrij algemeen bekend in Oostenrijk, niet waar?
SEYSS-INQUART Ik moet zeer zeker toegeven dat het mogelijk is dat mij is verteld dat deze of gene al in 1938 of 1939 in een kamp stierf.
Mr. DODD: Wel, u bleef met de Nazi’s verdergaan hoewel u tenminste wist dat grote aantallen van uw landgenoten in concentratiekampen werden opgesloten. Maakte dat geen verschil voor u? Wat u ook dacht voor de Anschluss, na de Anschluss wist u zeker wat ze deden.
SEYSS-INQUART Dat ik wist dat er grote aantallen omkwamen, daar is geen sprake van. Dat er een enkele was die stierf zou me niet persoonlijk hebben geraakt want tussen 1934 en 1938 waren er minstens net zo veel Natinaalsocialisten gestorven in de kampen van Dr. Dolfuss en het Vaterlandfront, met andere woorden, van de Oostenrijkse Staat.
Mr. DODD: Bent u het met mij eens dat de toestanden in Oostenrijk zeer slecht waren nadat de Nazi’s het hadden overgenomen en dat ze steeds slechter werden en u wist het en iedereen in Oostenrijk wist het. Of denkt u dat die verbeterden? Ik zou graag uw mening willen horen.
SEYSS-INQUART Ik zal het u heel eerlijk zeggen. Natuurlijk, wanneer u vandaag naar de leiders van de politieke oppositie luistert, waren de omstandigheden verschrikkelijk. Echter, als u de mensen zag tot aan 1939 zou u kunnen zien dat ze een nieuwe start in het leven hadden, want de werkloosheid verdween en er heerste een totaal andere geest. Maar ja, door de oorlog veranderde dat alles.
Mr. DODD: Een laatste vraag, als u mij die kort kunt beantwoorden.
Begrijp ik dat u de verantwoordelijkheid aanvaardt voor alles wat er ook in Polen gebeurde, voor alles waarvan is vastgesteld dat er is gebeurd? Ik bedoel, gezamenlijke verantwoordelijkheid met Frank? Aanvaardt u dat als zijn plaatsvervanger?
SEYSS-INQUART Allereerst, dat kan alleen maar gelden voor de periode dat ik daar was en optrad als zijn plaatsvervanger.
Mr. DODD: Natuurlijk, ik bedoel zeker niet nadat u vertrokken was. Ik heb het alleen over de periode dat u daar was.
SEYSS-INQUART Goed dan, als plaatsvervanger alleen maar wanneer ik als plaatsvervanger optrad of wanneer er misdaden onder mijn aandacht kwamen zonder dat ik er maatregelen tegen ondernam.
Mr. DODD: Ik wil in het verslag laten opnemen een zin uit een document dat al als bewijsmateriaal is ingediend, Meneer de President. Het is document 2233-PS en uit dat document, pagina 1, alinea 4 zou ik dit willen voorlezen omdat een deel ervan door de Verdediging is voorgelezen maar dit deel weg is gelaten. Het staat onder het kleine Arabische cijfer 3:
“ De daaruit voortvloeiende noodzakelijke politionele en andere maatregelen staan onder directe leiding van de Chef van de SIPO; elke willekeurige actie dient strikt te worden vermeden.”
Tussen haakjes, dit had te maken met de actie AB, waarover de getuige een verklaring heeft afgelgd. Het verslag toont aan dat u, ja u, meneer de beklaagde, aanwezig was toen beklaagde Frank deze AB actie besprak en de verklaring aflegde die ik net voor het verslag heb voorgelezen.
U ontkent toch zeker niet uw verantwoordelijkheid voor alles wat er in het kader van deze AB actie werd gedaan, niet waar? Omdat u ervan wist.
SEYSS-INQUART Noch in verband met de AB actie, noch in ieder ander geval heb ik ook maar iets ontkend. Ik had het in het bijzonder over de AB actie.
Mr. DODD: Meneer de President, document 2233-PS, USSR-223, is nu beschikbaar in het Frans. Het is al ingediend als bewijsmateriaal en is door het Tribunaal aanvaard, maar een Frans afschrift was nog niet beschikbaar op het moment dat het werd ingediend. Het is nu in zijn geheel in het Frans vertaald en ik presenteer het aan het Tribunaal ter ondersteuning in het Frans.
Ik heb hiermee mijn ondervraging beëindigd.
De PRESIDENT: Mr. Dodd, u zei dat dit document van 11 november 1937, 3369-PS, een nieuw document was. Hebt u het een nummer gegeven?
Mr. DODD: Een moment, Meneer de President, dat zal ik nakijken. Ik wilde het indienen en ik ben bang dat ik dat heb nagelaten. Dat zou worden USA-889. Het was een nieuw document en ik was echt van plan het in te dienen.
De PRESIDENT: De zitting wordt geschorst en wij zullen om 14:10 weer bijeenkomen.