Johannes (Jan) Brölmann schreef een dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is de originele Nederlandse versie, met een korte introductie door zijn familie toegevoegd voor context. Jan studeerde aan de Wageningen Universiteit tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (zie ook een artikel uit 2018 over Jan). Hij vervolgde zijn studie tijdens de oorlog tot begin 1943 toen universitaire studenten werd gevraagd om een Loyaliteitsverklaring aan het Derde Rijk te ondertekenen. Degenen die tekenden, bleven op school. Degenen die weigerden, werden gedwongen naar werkkampen in Duitsland gestuurd. Hij weigerde. Zijn dagboek, dat twee jaar (mei 1943 - mei 1945) omspant, begint op de dag dat hij uit Nederland wordt verscheept en eindigt kort na de bevrijding van Holland en zijn terugkeer.
Co Neeteson werd in 1920 in Hontenisse in Zeeuws-Vlaanderen geboren. Hij slaagde in de zomer van 1937 op de Rijks H.B.S. in Terneuzen. Daarna besloot hij weg- en waterbouw te gaan studeren in Delft. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd deze groep geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Co besloot de verklaring niet te tekenen, net als 85% van de studenten in Nederland. Hierdoor mocht hij niet verder studeren. Na de april-meistakingen werden de Nederlandse studenten die niet hadden getekend opgeroepen voor werk in Duitsland. Men diende zich te melden en via Kamp Erika werden er ruim 3.000 Nederlandse studenten naar Duitsland gestuurd. Uiteindelijk kwam Co halverwege mei 1943 met zo'n 40 andere studenten aan bij de Pleissnerfabriek in Herzberg am Harz, waar hij tewerkgesteld werd. Co rondde na de oorlog zijn studie af en ging werken voor Rijkswaterstaat. Co Neeteson overleed op 98-jarige leeftijd in 2019. Dit is zijn verhaal, dat hij door zijn neef liet optekenen tussen 2012 en 2014.
Harry Span kwam uit een gezin met twee kinderen. Zowel hijzelf, als zijn oudere broer Rudi studeerden in Delft. De familie Span woonde aan de Saksen Weimarlaan 85 in Breda. De vader van het gezin was directeur van een lederfabriek. Nadat de oorlog was uitgebroken en het verzet onder studenten toenam, werd de studenten geconfronteerd met de loyaliteitsverklaring. Hiermee moesten ze verklaren geen acties tegen de Duitse bezettingsautoriteiten te ondernemen. Harry en Rudi besloten niet te tekenen. Daarom werden ze voor werk in Duitsland opgeroepen. Beiden kwamen in mei 1943 in Herzberg am Harz aan, maar daar scheidden hun wegen. Harry schreef het volgende verhaal ergens in de 21e eeuw. Hij overleed op 97-jarige leeftijd in 2019.
Het is 1 november 1943 als een nieuwe groep studenten de trein uit stapt op het station van Herzberg am Harz. Deze studenten waren eerder in Braunschweig en daarna in Uslar tewerkgesteld. In Herzberg kwam de groep te werken in een munitiefabriek aan de voet van kasteel Herzberg. "Wat huisvesting betreft hebben we het zelfs nog nooit zo goed gehad, een werktijd van 8 uur is een ongekende weelde en wat het vergiftigingsgevaar betreft dit is erg meegevallen." Om te begrijpen hoe deze studenten precies in Herzberg terecht kwamen en hoe het hen verging, gaan we eerst een aantal maanden terug in de tijd.
Op zondag 8 oktober 1944 werden in de gemeente Helden 618 mannen (inwoners, evacués en onderduikers) gevangengenomen en naar Duitsland getransporteerd. Zij werden verplicht tewerkgesteld in fabrieken. Eén van deze gevangenen was Lei van den Beuken. Lei werd op 9 april 1915 geboren in Helden en overleed aldaar op 25 juli 2001. Hij was getrouwd met Lies Steijvers. Zijn familie heeft toegestaan om dit dagboek te publiceren in verband met ons grotere onderzoek naar Nederlandse dwangarbeiders in Dassel, Duitsland.
Bert Hermkens werd op 8 oktober 1944 tijdens de Kerkrazzia in Sevenum opgepakt, naar Duitsland gestuurd en daar tewerkgesteld. Hij was net 36 geworden en al tien jaar getrouwd met Marie Kurvers. Samen met een groot aantal andere Limburgers, werd hij per trein Duitsland ingestuurd. Bert kwam terecht in Dassel, in het Harzgebergte, waar hij op 14 oktober in de Eisenhütte aan het werk werd gezet.
Onder de Canadese soldaten die actief waren tijdens de bevrijding van Europa en Oost-Azië waren mogelijk enkele duizenden Indianen. Ongeveer 150 van hen zijn in Europa of het Verre Oosten gesneuveld. We spoorden twee Indianen op die in mei 1995 in het kader van de viering van vijftig jaar bevrijding naar Nederland waren gekomen. De Ojibwe Indiaan Edward Commanda en Archie Hodgson, een in West-Canada geboren Slavey (een volk uit het Hoge Noorden). Beiden droegen in 1945 als soldaten bij aan de bevrijding van Nederland.
Onder de Canadese soldaten die actief waren tijdens de bevrijding van Europa en Oost-Azië waren mogelijk enkele duizenden Indianen. Ongeveer 150 van hen zijn in Europa of het Verre Oosten gesneuveld. We spoorden twee Indianen op die in mei 1995 in het kader van de viering van vijftig jaar bevrijding naar Nederland waren gekomen. De Ojibwe Indiaan Edward Commanda en Archie Hodgson, een in West-Canada geboren Slavey (een volk uit het Hoge Noorden). Beiden droegen in 1945 als soldaten bij aan de bevrijding van Nederland.
Gerard Schampers was één van de 22 studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dassel tewerkgesteld werd. Hij studeerde aan de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg en weigerde, net als bijna al zijn medestudenten, de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te ondertekenen. Na de oorlog vertelde Gerard niet veel over zijn oorlogsgeschiedenis. Na Gerards dood in 2006 ging zijn jongere broer Joep in 2009 op zoek naar het oorlogsverleden van zijn broer. Hier volgt wat Joep na zijn zoektocht schreef.
Het is 5 september 1944, Dolle Dinsdag. In Helmond zien de burgers een uittocht van Duitse militairen. Hoofdwachtmeester Moedt van de Helmondse politie schreef: "[Er] reden door deze gemeente in de richting Duitschland vele auto's enz. toebehoorende aan en in gebruik bij de Duitsche weermacht. Meerdere auto's waren bemand met personen behoorende tot verschillende troepenonderdeelen. Dit alles wees min of meer op een wilde vlucht zonder eenige leiding." De Helmonders zagen hun kans schoon en trokken naar de opslagplaatsen van Duitse militaire goederen om te kijken wat er te halen viel.
"Daar opeens in 't Noord Westen 'n onafzienbare karavaan van voortgesleepte zweefvliegtuigen en transportvliegt[uigen]. Parachutisten ziet men uitspringen. De zwevers dalen. In een minimum van tijd is Son bezet… bevrijd. 't Lijkt ongelooflijk, doch 't is waar." Dit is een passage uit een van de brieven van Alphons Linders uit Nuenen. Hij schreef op 17 september 1944 over het begin van operatie Market Garden aan zijn zoon in Duitsland. De brieven werden nooit verstuurd.
"We weten niet hoe deze verschrikking zal aflopen, wij hopen van ongedeerd. Mocht het niet zo zijn, dan allemaal hartelijk van ons gegroet en tot weerziens [in het] hiernamaals." Een zin uit het afscheidsbriefje dat Willem Kalb schreef tijdens de bevrijding van Helmond. Kalb woonde op de Julianalaan 37 in Helmond, aan de westkant van de Zuid-Willemsvaart. Het briefje werd geschreven op 22 september 1944 toen die kant van het kanaal hevig werd aangevallen door Britse troepen. Kalb wist niet of hij en zijn gezin het zouden overleven en schreef in zijn kelder het briefje. Na de bevrijding van Nederland schreef hij een langere brief naar zijn familie in Rotterdam, met daarin zijn herinneringen aan de bevrijding.
VERORDENING van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied, betreffende de Nederlandse artsen (Artsenverordening).
In dit artikel vindt u transcriptie van de Landdagrede van Anton Mussert uit 1935. De volledge tekst werd op 19 oktober 1935 in het nationaal-socialistische weekblad "Volk en Vaderland" gepubliceerd.
In dit artikel vindt u de nota die Anton Mussert als bijlage in zijn brief aan Adolf Hitler op 27 augustus 1940 meezond.
In dit artikel vindt u de brieven van Anton Mussert aan Adolf Hitler uit 1940.
Ik werd geboren 29 augustus 1930 in de Waterstraat in Delfzijl. We verhuisden in 1932 naar een pas gebouwde twee-onder-een-kapwoning in de nieuwe wijk ‘Uitbreidingsplan over de gracht’, namelijk de Cornelis Houtmanstraat 52.