Dr. SERVATIUS: Om het Tribunaal te helpen, heb ik een diagram gemaakt dat laat zien hoe de inzet van arbeid was georganiseerd en dat zal helpen te verklaren hoe de individuele autoriteiten samenwerkten en hoe de operatie in gang werd gezet.
Ik zal me grotendeels bezighouden met de kwestie van het voldoen aan de vraag, dat wil zeggen hoe werden de arbeidskrachten verkregen. Ik zal me niet zozeer bezighouden met het gebruik dat ervan werd gemaakt en de behoeften van de industrie. Dat is meer een zaak voor de verdediging van Speer, die niet helemaal past binnen mijn voorstelling van zaken. Maar dit zijn foutjes die per ongeluk gemaakt zijn omdat ik me niet erg in die zaken heb verdiept toen het diagram werd gemaakt. In wezen zijn er geen verschillen.
Als ik het diagram kort mag toelichten: Aan de top staat de Führer, in rood; onder hem staat het Vierjarenplan en daaronder, als onderdeel van het Vierjarenplan, staat de dienst van Sauckel, die Allgemein Beauftragte für den Arbetseinsatz was en direct onder het Vierjarenplan stond, Hij kreeg zijn instructies en bevelen van de Führer via het Vierjarenplan of, zoals het bij de Führer gebruikelijk was, direct van hemzelf.
Sauckel's hoofdkwartier bevond zich in het Reichsarbeitsministerium. Dat is het grote, geel omlijnde vlak links, onder Sauckel's dienst die bruin van kleur is. Sauckel maakte slechts deel uit van het Reichsarbeitsministerium omdat er een paar kantoren aan hem ter beschikking werden gesteld. De Reichsarbeitsminister en het Arbeitsministerium bleven bestaan.
In de loop der tijd werd Sauckel's positie wat sterker omdat er noodzakelijkerwijs enkele aparte departementen aan het zijne werden toegevoegd waarover hij tot op zekere hoogte persoonlijk zeggenschap had, maar het Reichsarbeitsministerium bleef tot het einde toe bestaan.
Ik zou nu willen uitleggen hoe de Arbeitseinsatz in gang gezet werd. Vanwege de operaties in Rusland en de grote verliezen tijdens de winter, ontstond er behoefte aan 2 miljoen soldaten. De Wehrmacht, het
OKW, aan de top in groen aangegeven naast de Führer, eist soldaten van de industrie. Dat staat hier aangegeven in de groene vlakken die naar beneden naar het
OKW lopen. De lijn gaat dan links af naar beneden naar de industrie die over 30 miljoen arbeiders beschikt. De Wehrmacht onttrekt er 2 miljoen aan maar kan dat alleen maar doen als er nieuwe arbeidskrachten zijn. Het was op dat moment dat Sauckel in functie kwam om die arbeidskrachten te verkrijgen.
Het aantal mannen dat nodig was werd door de hogere autoriteiten, de zogenaamde Forderungsrat, bepaald; bovenaan in geel aangegeven de hoogste instanties voorstellend, nl. het Ministerie voor Bewapening en Productie, het Reichsluftfahrtministerium RLM, de Ministeries van Landbouw, Transport, Verkeer enzovoort. Zij dienden hun verzoeken in bij de Führer en die besloot wat er nodig was.
Sauckel's taak werd als volgt uitgevoerd: Laat ons teruggaan naar het bruine vlak. Op basis van zijn bevoegheid binnen het Vierjarenplan bevelen te geven, wendde hij zij tot de ruimte rechts waar de vlakken in blauw zijn omlijnd. Dat zijn de hoogste districtskantoren in de bezette gebieden, het Rijksministerie voor de Bezette Gebieden in het Oosten, dat wil zeggen Rosenberg; dan komen de militaire autoriteiten en omdat in de verschillende landen zaken wat anders werden aangepakt, staan hier de diverse landen, België, noord Frankrijk, Nederland, enzovoort, gemerkt in geel. Deze kantoren kregen opdracht arbeidskrachten beschikbaar te stellen. Elke leidde het bevel via de eigen organisatie naar de volgende afdeling eronder en zo verder naar het eindpunt, de plaatselijke arbeidsbureau's die onder het districtsbestuur vallen en hier werden de arbeiders aan de fabrieken toegewezen. Dat is de reserve aan buitenlandse arbeiders. Daarnaast zijn er nog twee bronnen van arbeid beschikbaar, de grote reserve aan Duitse arbeiders, aangegeven in blauw links onderaan en de reserve aan krijgsgevangenen. Sauckel had met alledrie deze afdelingen te maken. Ik ga de getuige nu enkele ter zake doende vragen stellen, dit alleen maar om ons geheugen op te frissen en de uitleg te controleren.
Ik zal later andere diagrammen indienen. Er is een lijst met getuigen opgemaakt in relatie tot hun positie zodat we weten waar ze thuishoren; en later komt er nog een kaart die toont welke inspecties en controles er werden ingesteld.
De PRESIDENT: Dr. Servatius, u gaat ongetwijfeld de getuige vragen of hij van het diagram op de hoogte is en of het juist is?
Dr. SERVATIUS: Getuige, u hebt dit diagram gezien. Is het juist? Erkent u dat?
SAUCKEL: Naar mijn beste weten is het juist en ik erken het.
Dr. SERVATIUS: Op 21 maart 1942 werd u benoemd tot Allgemein Beauftragte für den Arbetseinsatz. Waarom werd u voor deze post gekozen?
SAUCKEL: De reden waarom ik voor deze post werd gekozen heb ik nooit geweten en die weet ik nu nog niet. Vanwege mijn ingenieursopleiding en mijn beroep interesseerde ik mij voor arbeidsvraagstukken, maar ik weet niet of dat de reden was.
Dr. SERVATIUS: Werd uw benoeming niet gedaan op een voorstel van Speer?
SAUCKEL: Reichsleiter Bormann stelde dat in de inleiding van zijn officiële decreet. Ik ken de feitelijke omstandigheden niet.
Dr. SERVATIUS: Ik zou graag willen verwijzen naar Document Sauckel nummer 7. Het staat in het eerste Documentenboek op pagina 5.
SAUCKEL: Ik zou nog willen opmerken dat deze benoeming als een complete verrasssing voor mij kwam, ik heb er op geen enkele wijze naar gesolliciteerd. Ik heb nooit naar een van mijn functies gesolliciteerd.
De PRESIDENT: Welk nummer geeft u aan dit document?
Dr. SERVATIUS: Document nummer 7.
De PRESIDENT: Ik bedoel het diagram. Welk nummer geeft u aan het diagram?
Dr. SERVATIUS: Document nummer 1.
De PRESIDENT: Ja, ik zie het en document nummer 7, pagina 5.
Dr. SERVATIUS: Ja. Dit document is een inleiding door Reichsleiter Bormann toegevoegd aan het officiële decreet en dat aantoont dat het
Speer geweest is die Sauckel voor deze functie voordroeg.
Was het een geheel nieuwe afdeling, waar u toen kwam?
SAUCKEL: Nee. De Arbeitseinsatz was al voor mijn benoeming geregeld binnen het Vierjarenplan. Een directeur van het departement, Dr. Mansfeld, bekleedde toen die functie. Ik heb hier pas gehoord, tijdens dit proces dat al voor mijn tijd het departement bekend stond als het departement van de Allgemein Beauftragte.
Dr. SERVATIUS: Toen u uw functie aanvaardde, sprak u toen met uw zogenaamde voorganger, Dr. Mansfeld?
SAUCKEL: Ik heb Dr. Mansfeld niet ontmoet, noch gesproken, noch heb ik dossiers van hem overgenomen.
Dr. SERVATIUS: In welk opzicht verschilde uw departement van dat van de voorgaande Allgemein Beauftragte?
SAUCKEL: Mijn departement verschilde hierin dat het departement binnen het Vierjarenplan werd opgeheven en niet langer door mij gebruikt. Ik betrok afdelingen van het Reichsarbeitsministerium steeds dichter bij dit werk omdat zij over enkele vooraanstaande experts beschikten.
Dr. SERVATIUS: Wat was de reden voor de reorganisatie van het departement?
SAUCKEL: De reden lag in de vele tegenstrijdige belangen die tot in het derde jaar van de oorlog sterk speelden in politieke en staatsafdelingen, bij intern bestuur, Partijorganisaties en economische diensten en die nu vanwege overwegingen van gebiedsafbakening strijdig waren met de gelijkschakeling van het arbeidspotentieel tussen de districten onderling die nu urgent was geworden.
Dr. SERVATIUS: Wat voor taak had u toen? Wat was uw arbeidsterrein?
SAUCKEL: Mijn belangrijkste werkterrein was het leiden en reguleren van Duitse arbeidskrachten.
Dr. SERVATIUS: Welke taak kreeg u toen opgedragen?
SAUCKEL: Ik moest diegenen die uit de industrie moesten worden vrijgemaakt voor dienst in de Duitse Wehrmacht, dat wil zeggen, de diverse afdelingen van de Wehrmacht, vervangen door passend geschoolde arbeiders. Bovendien moest ik ook arbeiders werven voor de nieuwe oorlogsindustrieën die natuurlijk waren opgezet voor zowel de produktie van voedsel als van wapens.
Dr. SERVATIUS: Was uw taak scherp omlijnd?
SAUCKEL: In het begin was die helemaal niet omlijnd. Er waren op dat moment ongeveer 23 of 24 miljoen arbeiders die begeleid moesten worden, die binnen het Reich beschikbaar waren maar die nog niet volledig in de oorlogseconomie waren ingezet.
Dr. SERVATIUS: Beschouwde u uw aanstelling als permanent?
SAUCKEL: Nee, ik kon die niet als permanent beschouwen.
Dr. SERVATIUS: Waarom niet?
SAUCKEL: Behalve mij waren de Reichsarbeitsminister en zijn staatssecretarissen in functie en die stonden aan het hoofd van alles; en dan was er ook nog het hele Reichsarbeitsministerium.
Dr. SERVATIUS: Welke bronnen stonden u ter beschikking om deze arbeiders te krijgen?
SAUCKEL: Allereerst waren er de arbeiders in allerlei beroepen die al in het Reich aanwezig waren en die, zoals ik al gezegd heb, niet in de oorlogseconomie waren ingezet, nog niet geheel geïntegreerd op de manier die nodig was voor het voeren van de oorlog. Verder waren er de krijgsgevangenen voor zover hun arbeid door het militaire gezag beschikbaar werd gesteld.
Dr. SERVATIUS: Allereerst dan, als ik u goed begrepen heb, een juiste verdeling en een voorzichtig beheren van Duitse arbeidskrachten.
SAUCKEL: Toen mijn aanstelling .......
De PRESIDENT: Beklaagde, ik versta het Duits niet maar het lijkt me toe dat wanneer u niet pauzeert tussen elk woord dat uw zinnen korter worden en u pauzeert aan het einde van uw zin. Het zou het voor de tolk veel eenvoudiger maken. Ik weet niet of ik hierin gelijk heb. Zo lijkt het in ieder geval. U pauzeert na ieder woord en daarom is het moeilijk, stel ik mij zo voor, de strekking van uw zinnen te begrijpen.
SAUCKEL: Neemt u mij niet kwalijk, Meneer de President.
De PRESIDENT: Gaat u verder, Dr. Servatius.
Dr. SERVATIUS: Wat deed u om uw taak uit te voeren?
SAUCKEL: Ik zal het herhalen. Allereerst, omdat ik geen nauwkeurige instructies had, meende ik dat mijn taak bestond uit het opvullen van de gaten en verhelpen van gebreken door het op de meest verstandige en doeltreffende manier inzetten van arbeiders.
Dr. SERVATIUS: Wat voor bevel kreeg u? Hoeveel mensen moest u leveren?
SAUCKEL: Die vraag is moeilijk te beantwoorden want ik kreeg de noodzakelijke orders pas in de loop van de oorlog. Arbeid en economie zijn vluchtige, ongrijpbare zaken. Ik kreeg echter bevel dat wanneer de oorlg lang zou gaan duren, ik vervanging moest zoeken voor die sector Duitse arbeiders voor de Wehrmacht waarvan de soldaten het potentieel voor de economie in vredestijd vormden.
Dr. SERVATIUS: U stelde een programma op. Wat werd er in uw programma geregeld?
SAUCKEL: Ik stelde twee programma's op, Doctor. Ten eerste, toen ik in functie kwam, stelde ik een programma op met daarin een massale inzet om zo te zeggen, van Duitse vrouwen en jongeren en een ander, zoals ik al zei, met de juiste inzet van arbeid vanuit economisch en technisch oogpunt.
Dr. SERVATIUS: Werd dat programma aanvaard?
SAUCKEL: Het programma werd door de Führer verworpen toen ik het bij hem indiende en bij, dat was mijn plicht, de Rijks economische diensten en ministeries die belang stelden in de inzet van arbeid.
Dr. SERVATIUS: Waarom?
SAUCKEL: De Führer liet me bij zich komen en legde in een langdurige verklaring de positie van de Duitse oorlogsproduktie uit en ook de economische situatie. Hij zei dat hij niets tegen mijn programma als zodanig had, mits hij de tijd had maar want dat hij gezien de situatie niet kon wachten totdat zulke Duitse vrouwen waren opgeleid en ervaring hadden opgedaan. In die tijd waren er al 10 miljoen vrouwen aan het werk die nog nooit industriëel of mechanisch werk hadden gedaan. Verder zei hij dat tengevolge van zo'n rationalisering van werkmethoden, zoals ik had voorgesteld, iets als een mengsel van methoden van Ford en Taylor ...
Dr. SERVATIUS: Een moment. De tolken kunnen uw lange zinnen niet goed vertalen. U moet korte zinnen maken en uw zinnen goed opbouwen anders begrijpt niemand u en dat is slecht voor uw verdediging. Wilt u daar alstublieft goed op letten?
SAUCKEL: In antwoord op mijn voorstel zei de Führer dat hij niet kon wachten op een rationaliseren van werkmethoden volgens de systemen van Taylor en Ford.
Dr. SERVATIUS: En wat stelde hij voor?
SAUCKEL: Laat me de redenen uitleggen die hebben geleid tot de beslissing van de Führer. Hij beschreef de toenmalige situatie, aan het einde van de winter van 1941-42. Honderden Duitse locomotieven, alle gemotoriseerde eenheden, tanks, vliegtuigen en wapens waren waardeloos geworden als gevolg van die rampzalig strenge winter. Honderdduizenden Duitse soldaten hadden vreselijk geleden onder de kou; veel divisies waren hun wapens en voorraden kwijtgeraakt. De Führer vertelde mij dat wanneer de wedloop met de vijand om nieuwe wapens, nieuwe munitie en nieuwe manschappen nu niet werd gewonnen, de Sovjets tegen de volgende winter aan het Kanaal zouden staan. Hij gaf me de taak om buitenlandse arbeiders te werven voor tewerkstelling in de Duitse oorlogseconomie, daarbij een beroep doend op mijn plichtsgevoel en mij vragend alles te doen wat ik kon.
Dr. SERVATIUS: Had u er geen bezwaar tegen omdat dit indruiste tegen internationale wetgeving?
SAUCKEL: De Führer ging op deze kwestie zeer diep in en hij legde mij uit dat de noodzaak zo voor de hand lag zodat, nadat hij een suggestie die hij zelf deed had teruggenomen, ik er van mijn kant geen moeite mee had dat de inzet van buitenlandse arbeiders in strijd was met internationale wetgeving.
Dr. SERVATIUS: U onderhandelde ook met andere diensten en er waren al arbeiders binnen het Reich. Wat werd u daarover verteld?
SAUCKEL: Geen van de hogere instanties, militair of burgerlijk, maakte enig bezwaar. Misschien tegen sommige zaken die de Führer mij als verplichting oplegde. Over het algemeen behandelde de Führer mij altijd vriendelijk. In deze kwestie werd hij altijd streng en categorisch en zei hij dat hij in het Westen het halve Franse leger vrij en thuis had gelaten en dat hij het grootste deel van het Belgische en het hele
Nederlandse leger uit gevangenschap had ontslagen. Hij zei me dat hij onder bepaalde omstandigheden deze krijgsgevangenen om militaire redenen zou moeten terugroepen maar dat in het belang van geheel Europa en het Westen, zo drukte hij het uit, alleen een verenigd Europa waar arbeid op de juiste wijze werd ingezet, stand kon houden in de strijd tegen het Bolsjewisme.
Dr. SERVATIUS: Kende u de bepalingen van de Haagse Conventie voor de Oorlog te Land?
SAUCKEL: Tijdens de Eerste Wereldoorlog ben ik zelf, als zeeman, krijgsgevangen gemaakt. Ik wist wat er vereist en vastgelegd was met betrekking tot behandeling en bescherming van krijgsgevangenen en van gevangenen in het algemeen.
Dr. SERVATIUS: Protesteerden buitenlandse regeringen -ik denk aan de Franse- nooit tegen uw plannen met uw Arbeitseinsatz, omdat die in strijd waren met de Haagse Conventie voor de Oorlog te Land?
SAUCKEL: Nee. In Frankrijk onderhandelde ik over kwesties van Arbeitseinsatz uitsluitend met de Franse regering via de militaire commandant en onder leiding van de Duitse ambassadeur in Parijs. Ik was ervan overtuigd dat voor zover het de inzet van arbeid in Frankrijk betrof, men met een rechtmatige Franse regering tot overeenstemming moest komen. Ik onderhandelde op overeenkomstige manier met de Eerste Minister in België.
Dr. SERVATIUS: Nu was een groot deel -ongeveer een derde- van de buitenlandse arbeiders zogenaamde Ostarbeiter. Wat werd u daarover verteld?
SAUCKEL: Met betrekking tot de inzet van arbeiders uit het Oosten was mij verteld dat Rusland de Geneefse Conventie niet had ondertekend en dat Duitsland van haar kant er dus ook niet aan gebonden was. En mij werd verder verteld dat in de Baltische staten en andere gebieden, Sovjet Rusland ook al arbeiders of mensen had geronseld en dat er bovendien ongeveer 3 miljoen Chinezen in Sovjet Rusland werkten.
Dr. SERVATIUS: En wat Polen betreft?
SAUCKEL: Met betrekking tot Polen was mij verteld, net als dat bij andere landen het geval was, dat het een kwestie van totale overgave betrof en dat op grond van deze overgave Duitsland het recht had Duitse regelingen in te voeren.
Dr. SERVATIUS: Vond u dat over het algemeen bezien, de inzet van buitenlandse arbeiders te rechtvaardigen was?
SAUCKEL: Op grond van de behoeften die ik heb genoemd, vond ik de inzet van buitenlandse arbeiders rechtvaardig volgens de principes die ik oplegde en uitdroeg en waaraan ik mij op mijn eigen werkterrein ook hield. Ik was per slot Duitser en kon alleen voelen als een Duitser.
Dr. SERVATIUS: Meneer Sauckel, u moet uw zinnen anders opbouwen, de tolken kunnen ze niet vertalen. U moet niet de ene zin in de andere over laten lopen.
U achtte het dus rechtvaardig, gezien de principes die u wenste toe te passen en die u, zoals u zei, op uw eigen werkterrein ook toepaste.
SAUCKEL: Ja.
Dr. SERVATIUS: Dacht u ook niet aan de ontberingen die de arbeiders en hun gezinnen door deze tewerkstelling moesten ondergaan?
SAUCKEL: Ik weet uit eigen ervaring dat wanneer men vrijwillig naar een vreemd land gaat, een scheiding altijd triest en hartverscheurend is en dat het gezinsleden erg zwaar valt, van elkaar gescheiden te zijn. Maar ik dacht ook aan de gezinnen van Duitse soldaten en die van de honderdduizenden Duitse arbeiders die ook huis en haard moesten verlaten.
Dr. SERVATIUS: De suggestie is gedaan dat het werk uitgevoerd had kunnen worden in de bezette gebieden zelf en dan zou het niet nodig zijn geweest, de arbeiders er weg te halen. Waarom gebeurde dat niet?
SAUCKEL: Op het eerste gezicht is dat een aantrekkelijke suggestie. Als het mogelijk was geweest zou ik die suggestie, die door Funk en andere autoriteiten was gedaan en later zelfs door Speer, graag hebben overgenomen. Het zou mijn leven en mijn werk heel wat eenvoudiger hebben gemaakt. Aan de andere kant zaten er grote departementen in dit systeem die de diverse takken van de Duitse economie aan de gang moesten houden en van orders voorzien. Als Allgemein Beauftragte für den Arbeitseinsatz kon ik Duitse akkers, Duitse boerenbedrijven, Duitse massa produktie met de meest moderne machines niet naar buitenlandse gebieden laten overplaatsen -daar had ik de bevoegdheid niet toe- en die departementen stonden erop dat ik vervangers vond voor die land-, fabrieksarbeiders en kunstenaars wiens plaatsen in de Duitse landbouw en industrie open waren gevallen omdat zij onder de wapenen waren geroepen.
Dr. SERVATIUS: U zei eerder dat de manier waarop u de inzet van arbeiders had ontworpen zodanig was dat die aanvaard had kunnen worden. Wat waren dan uw leidende principes in het uitvoeren van uw plannen voor de inzet van arbeiders?
SAUCKEL: Nadat de Führer de situatie zo uitgebreid had beschreven en mij bevel had gegeven, buitenlandse arbeiders naar Duitsland te halen, zag ik de problemen van mijn taak duidelijk en ik vroeg hem toe te stemmen in de enige manier waarop ik dacht dat dit gedaan kon worden, want ik was zelf arbeider geweest.
Dr. SERVATIUS: Was uw voornaamste overweging niet de economische uitbuiting van die buitenlandse arbeiders?
SAUCKEL: De Arbeitseinsatz heeft niets te maken met uitbuiting. Het is een economisch proces om in arbeid te voorzien.
Dr. SERVATIUS: U heeft herhaaldelijk in uw toespraken en bij andere gelegenheden gezegd dat het de belangrijkste zaak was, deze buitenlandse arbeiders op de meest economische manier te gebruiken. U spreekt over een machine die op de juiste manier bediend moet worden. Wilde u daarmee de gedachte aan economische uitbuiting uitdrukken?
SAUCKEL: Een regime van wat voor aard dan ook kan alleen maar succes hebben met de produktie van goederen als het arbeid op een economische manier gebruikt -niet te veel en niet te weing. Dat alleen vind ik economisch te rechtvaardigen.
Dr. SERVATIUS: Er werd hier in een ingediend document, het Franse document RF-22, een rapport van de regering, beweerd dat er een plan bestond om eem demografische ontaarding te veroorzaken en in andere ministeriële stukken wordt er gewag van gemaakt dat een van de doelen de fysieke uitroeiing van andere volkeren was. Wat hebt u daarop te zeggen?
SAUCKEL: Ik kan met grote stelligheid zeggen dat fysieke uitroeiing mij nooit is genoemd. Ik was maar al te blij als ik arbeiders had. Ik vermoedde dat de oorlog langer zou duren dan verwacht was en de eisen aan mijn dienst waren zo dringend en zo talrijk dat ik blij was dat de mensen in leven waren en niet uitgeroeid werden.
Dr. SERVATIUS: Wat was de algemene opvatting met betrekking tot buitenlandse arbeiders toen u uw ambt aanvaardde? Wat trof u aan toen u kwam?
SAUCKEL: Er heersten tegenstrijdige belangen toen ik mijn ambt aanvaardde. Er bevonden zich ongeveer twee miljoen buitenlandse arbeiders uit neutrale en Geallieerde landen en bezette gebieden in het oosten en het westen in Duitsland. Zij waren zonder regel of systeem naar het Reich gehaald. Veel industrieën weigerden contact op te nemen met de arbeidsinstanties of vonden ze lastig of bureaucratisch. De tegenstrijdigheid in belangen was, zoals ik al zei, erg groot. De opvatting van de politie overheerste het meest, denk ik.
Dr. SERVATIUS: En propaganda? Wat hield de propaganda voor bijvoorbeeld Ostarbeiter in?
SAUCKEL: De propaganda werd aangepast aan de
oorlog in het Oosten. Ik mag u er nu misschien op wijzen -u onderbrak me al eerder toen ik over het bevel sprak dat de Führer me had gegeven- dat ik de Führer uitdrukkelijk vroeg arbeiders die in Duitsland werkten niet langer als vijanden te behandelen en ik probeerde de propaganda in die zin te beïnvloeden.
Dr. SERVATIUS: Wat deed u nog meer met betrekking tot de situatie waarmee u werd geconfronteerd?
SAUCKEL: Ik kreeg uiteindelijk toestemming van de Führer voor mijn tweede programma. Dat programma is hier als document ingediend. Ik moet en zal de verantwoording voor dat programma op mij nemen.
Dr. SERVATIUS: Dat is al ingediend als Document 016-PS. Het is het programma voor de Toewijzing van Arbeid van 20 april 1942, bewijsstuk USA-168.
In dit programma deed u fundamentele uitspraken. Ik zal het u geven en u vragen alleen commentaar te leveren op de algemene kwesties, niet op de afzonderlijke punten.
Aan het laatste deel is een alinea toegevoegd: "Krijgsgevangenen en buitenlandse arbeiders." Hebt u die alinea gevonden?
SAUCKEL: Ja.
Dr. SERVATIUS: Als u naar de derde alinea kijkt, vindt u wat u wilt uitleggen.
SAUCKEL: Ik zou willen opmerken dat ik dit programma in 1942 zelfstandig heb opgezet en uitgewerkt nadat ik die moeilijke taak van de Führer had gekregen. Het was me volledig duidelijk wat de omstandigheden zouden moeten zijn als buitenlandse arbeiders tenslotte in Duitsland te werk moesten worden gesteld. Ik heb dat toen opgeschreven en het programma ging naar alle Duitse autoriteiten die met de kwestie te maken hadden. Ik citeer:
"Al deze mensen moeten op een dusdanige manier worden gevoed, gehuisvest en behandeld dat met de minst mogelijke inspanning" -ik verwijs hier naar methoden opgesteld door Ford en Taylor die ik nauwkeurig heb bestudeerd- "een zo goed mogelijk resultaat wordt bereikt. Het is voor ons Duitsers altijd vanzelfsprekend geweest een verslagen vijand correct en humaan te behandelen, zelfs al was hij onze meest wrede en onwrikbare opponent en af te zien van alle wreedheden en pesterijen als we een bruikbare inzet van hem verwachten."
Dr. SERVATIUS: Wilt u het document nu alstublieft wegleggen. Welke bevoegheden had u om uw taak uit te voeren?
SAUCKEL: Op grond van het Vierjarenplan had ik de bevoegdheid instructies te geven, ik had Abteilung 3 en 5 van het Reichsarbeitsministerium tot mijn beschikking, niet onder mij.
Dr. SERVATIUS: Welke departementen vertegenwoordigden die?
SAUCKEL: De departementen "Inzet van Arbeid" en "Lonen."
Dr. SERVATIUS: Kon u directieven en orders geven?
SAUCKEL: Ik kon directieven en orders van ministeriële aard aan die afdelingen geven.
Dr. SERVATIUS: Kon u zelfstandig onderhandelingen voeren met vreemde mogendheden?
SAUCKEL: Ik kon alleen onderhandelingen voeren met vreemde mogendheden via het Ministerie van Buitenlandse Zaken of, als ik daar toestemming voor had, met de ambassadeurs of ministers in kwestie.
Dr. SERVATIUS: Kon u uw orders zelfstandig geven of was overleg en overeenstemming noodzakelijk?
SAUCKEL: Mijn werkterrein, net als bij alle grote afdelingen binnen een bestuur, maakte het voor mij absoluut noodzakelijk over de kwesties te overleggen en andere diensten daarover te raadplegen. Ik was volgens de instructies verplicht dat te doen.
Dr. SERVATIUS: Wie moest u raadplegen, afgezien van het Vierjarenplan waaronder u werd geplaatst?
SAUCKEL: Ik moest allereerst overleggen met de ministeries zelf waarvan ik de bevelen kreeg en tevens met de Partijkanselarij, het bureau van Rijksminister Lammers -de Rijkskanselarij, de Reichsbahn, het Rijks- voedselministerie en het Rijksoorlogsministerie.
Dr. SERVATIUS: Verliepen de zaken soepel of waren er problemen?
SAUCKEL: Er waren altijd grote problemen.
Dr. SERVATIUS: Had u te maken met Himmler?
SAUCKEL: Ik had alleen met Himmler te maken voor zover hij instructies gaf. Hij was Rijksminister en verantwoordelijk voor veiligheid, zoals hij zei.
Dr. SERVATIUS: Was dat geen kwestie die voor u van groot belang was met betrekking tot de behandeling van arbeiders?
SAUCKEL: In de eerste maanden of weken na mijn benoeming werd ik door Heydrich ontboden. Op een erg precieze manier vertelde Heydrich mij dat hij mijn programma uitstekend vond zoals het door de Führer was aanvaard en dat ik me moest realiseren dat ik zijn werk erg moeilijk maakte door te eisen dat prikkeldraad en dergelijke versperringen niet om werkkampen moesten en mochten worden gezet maar eerder moesten worden afgebroken. Hij zei toen kortaf dat ik me moest realiseren dat waar ik verantwoordelijk was voor de inzet van arbeiders, hij verantwoordelijk was voor veilighheid. Dat zei hij me.
Dr. SERVATIUS: Aanvaardde u het feit dat deze strenge politieregels nu golden?
SAUCKEL: Door voortdurende inspanningen liet ik deze politieregels langzaam aan versoepelen voor zover die arbeiders betroffen die in Duitsland via mijn departement te werk waren gesteld.
Dr. SERVATIUS: Waaruit bestond uw bevoegdheid om instructies te geven? Kon u bevelen geven of moest u onderhandelen en hoe werd dit in de praktijk uitgevoerd?
SAUCKEL: De bevoegdheid die ik had om instructies te geven was vanaf het begin vaag omdat vanwege de behoeften van de oorlog, het gebrek aan mankracht enz., het mij verboden was mijn eigen dienst op te zetten of welke andere nieuwe dienst of organisatie. Ik kon alleen instructies doorgeven na onderhandeling met de hoogste autoriteiten van het Reich en na nauwkeurig advies. Deze instructies hadden natuurlijk een zuiver ministeriëel karakter. Ik kon niet ingrijpen in bestuurskwesties.
Dr. SERVATIUS: Hoe werd dit recht op het uitvaardigen van instructies toegepast met betrekking tot het hoge gezag in de bezette gebieden?
SAUCKEL: Dat was precies hetzelfde, slechts van ministeriële aard. In de praktijk betekende het het doorgeven van de uit te voeren orders van de Führer via de interne kanalen van de afzondelijke besturen.
Dr. SERVATIUS: Kon u bindende instructies geven aan militaire autoriteiten, aan bijvoorbeeld het Economisch Inspectoraat voor het Oosten?
SAUCKEL: Nee, er was een uitdrukkelijke order van de Führer dat in de legergebieden, de operatiegebieden van de opperbevelhebbers, de laatsten slechts bevoegd waren En dat wanneer zij de militaire omstandigheden en de toestand hadden onderzocht, dat alles geregeld moest worden in overeenstemming met de behoeften van elk van deze hoge militaire bevelhebbers.
Dr. SERVATIUS: Gold dat ook voor de militaire commandant in Frankrijk of kon u daar zelfstandig handelen?
SAUCKEL: In Frankrijk kon ik natuurlijk alleen op dezelfde manier handelen door de militaire commandant in te lichten over de instructies die ik zelf had ontvangen. Hij trof dan voorbereidingen voor overleg met de Duitse ambassadeur en de Franse regering, zodat met de ambassadeur als voorzitter en de militaire commandant in een gezaghebbende positie de onderhandelingen met de Franse regering plaatsvonden.
Dr. SERVATIUS: En wat gebeurde er wanneer het het Ministerie voor de Bezette Gebieden in het Oosten betrof?
SAUCKEL: In het geval van dat ministerie moest ik mijn bevelen doorgeven aan de Reichsminister voor de Bezette Gebieden in het Oosten en moest met hem overleggen. Met Reichsminister Rosenberg slaagden we er altijd in de zaken onderling te regelen op een manier die wij de juiste achtten. Maar in de Oekraïne zat de Reichskommissar die nauwe banden had met het hoofdkwartier en die zoals algemeen bekend was, zeer zelfstandig was en handelde door zijn zelfstandigheid te laten gelden.
Dr. SERVATIUS: Hoe stonden de autoriteiten in de bezette gebieden in eerste instantie tegenover uw activiteiten?
SAUCKEL: In de bezette gebieden heerste er aan het begin van mijn werk altijd veel tegenstand omdat ik nieuwe bevelen en nieuwe eisen meebracht en het was niet altijd gemakkelijk om tegenstrijdige belangen te slechten.
Dr. SERVATIUS: Bestond er vrees dat u zich zou bemoeien met het bestuur van die gebieden?
SAUCKEL: Vanuit mijn eigen overtuiging onthield ik mij altijd van een dergelijke bemoeienis en ik benadrukte altijd, een dergelijke vrees weg te nemen omdat ik de bestuurder niet was maar er speelden altijd egoïstische belangen.
Dr. SERVATIUS: Daar hebben we het bij een latere gelegenheid wel over. Ik wil u nu vragen: U had afgevaardigden voor de Arbeitseinsatz -wanneer kreeg u die?
SAUCKEL: Ik kreeg die afgevaardigden bij een persoonlijk decreet van de Führer op 30 september 1942, voor zover ik mij herinner.
Dr. SERVATIUS: Wat was de reden daarvoor?
SAUCKEL: De reden om deze afgevaardigden te benoemen was om de moeilijkheden en het gebrek aan leiding die tot op zekere hoogte in deze gebieden heersten, eenvoudiger het hoofd te kunnen bieden.
Dr. SERVATIUS: Ik verwijs in dit verband naar Document 12, "Decreet van de Führer betreffende de Uitvoering van het Decreet van de Allgemein Beauftragte für den Arbeitseinsatz". Nee, het is Document 13 "Decreet betreffende de Aanstelling van Afgevaardigden" op pagina 13 van het Engelse Documentenboek en ik verwijs ook naar Document 12 dat al is ingediend als 1903-PS, bewijsstuk USA 206.
Had u geen twee verschillende afgevaardigden, ik bedoel, waren er al eerder afgevaardigden?
SAUCKEL: Er waren al eerder afgevaardigden van het Reichsarbeitsministerium die in Geallieerde of neutrale landen waren toegevoegd aan de Duitse diplomatieke missies. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen hen en degenen die waren toegevoegd aan de hoofden van het Duitse militaire of burgerlijke bestuur in de bezette gebieden.
Dr. SERVATIUS: Welke functie hadden de afgevaardigden in de bezette gebieden?
SAUCKEL: In de bezette gebieden hadden de afgevaardigden een dubbele functie. Ze waren leiders van de arbeidsafdelingen van de plaatselijke besturen daar -een aanzienlijke last voor mij- en tegelijk waren ze mijn plaatsvervangers die verantwoordelijk waren voor de uniforme leiding en uitvoering van de regels voor de toewijzing van arbeid zoals die door mij waren vastgelegd.
Dr. SERVATIUS: Had u uw eigen organisatie met de afgevaardigde aan het hoofd of was het een organisatie van het plaatselijk bestuur?
SAUCKEL: Ik had geen eigen organisatie. De plaatselijke regeringen waren onafhankelijke, aparte besturen met een chef aan het hoofd waaraan de diverse departementen ondergeschikt waren.
Dr. SERVATIUS: Hoeveel van die afgevaardigden waren er in een bepaald gebied?
SAUCKEL: In de diverse landen had ik een afgevaardigde op de hoogste departementen.
Dr. SERVATIUS: Wat was de taak van de afgevaardigde?
SAUCKEL: De taak van de afgevaardigde was, zoals ik al heb gezegd, te verzekeren dat de Duitse bevelen op legale wijze werden uitgevoerd en als lid van het plaatselijke bestuur om arbeidskwesties te regelen die daar ontstonden.
Dr. SERVATIUS: Welke taken hadden zij met betrekking tot de belangen van het Reich en de verdeling van arbeid voor plaatselijke tewerkstelling en in het Reich?
SAUCKEL: Er werd nadrukkelijk op gewezen dat zij arbeidskrachten moesten leveren in redelijke hoeveelheden, rekening houdend met plaatselijke omstandigheden en zij moesten er ook op toezien dat mijn regels met betrekking tot behandeling en voeding enzovoorts van arbeiders uit de bezette gebieden werden nageleefd. Dat is vastgelegd in de vorm van een directief.
Dr. SERVATIUS: Had u uw eigen wervingscommissie?
SAUCKEL: Er waren geen wervingscommissies in de zin waarin die uitdrukking hier en in onze documenten vaak wordt gebruikt. Het was een kwestie van versterking door experts die geëist werd door het plaatselijke bestuur om in de betrokken landen de taken uit te voeren.
Dr. SERVATIUS: Welke instructies hadden deze wervingscommissies?
SAUCKEL: Ze ontvingen instructies die al vaak en duidelijk genoemd zijn in mijn bevelen en die ik, omdat ze vast liggen, niet hoef te noemen.
Dr. SERVATIUS: Ik verwijs hier naar Document 15 dat al is ingediend als 3044-PS, bewijsstuk USA-206, en ook USSR-384. Dat is Order Nummer 4 van 7 mei 1942 waarin in principe alle problemen rond deze kwestie worden geregeld en dat de noodzakelijke aanwijzingen aan de afgevaardigden geeft met betrekking tot de werving.
Werden de directieven die u uitgaf altijd opgevolgd?
SAUCKEL: De directieven die ik uitgaf werden niet altijd zo stipt opgevolgd als ik eiste. Ik deed al het mogelijke directieven dwingend op te leggen door middel van voortdurende orders, instructies en straffen die ik zelf echter niet kon opleggen.
Dr. SERVATIUS: Waren die orders serieus bedoeld? De Franse aanklager heeft bij de regeringsverklaring een verslag ingediend van een van uw toespraken die u destijds in Posen hield. Het werd een verontschuldigende toespraak genoemd. Ik vraag u of deze regels serieus waren of alleen maar voor de schijn omdat u zelf geloofde, zoals het document stelt, dat die niet konden worden toegepast.
SAUCKEL: Ik kan alleen maar benadrukken dat ik tijdens mijn leven zo hard en onder zulke moeilijke omstandigheden heb gewerkt dat deze instructies mijn volledige overtuiging uitdrukken wat betreft hun noodzaak. Ik vraag u getuigen te horen over hoe ik erover dacht en wat ik deed om deze regels te laten toepassen.
Dr. SERVATIUS: Was er merkbare weerstand tegen uw regels?
SAUCKEL: Ik heb al gezegd dat sommige autoriteiten mijn regels tot op zekere hoogte problematisch vonden en onverstandig waar het veiligheid voor Duitsland betrof. Toen ik op dat punt werd aangevallen heb ik de gelegenheid te baat genomen, naast een aantal instructies aan Duitse Gauleiter, een manifest te sturen aan alle betrokken hoge Duitse autoriteiten.
Dr. SERVATIUS: Mag ik opmerken dat dit Document S-84 is in Documentenboek 3, pagina 215. Ik dien dit document nogmaals in het Duits in vanwege de vorm waarin het gedrukt is. Het is gedrukt in de vorm van een ernstige waarschuwing en is aan alle autoriteiten verstuurd.
De PRESIDENT: Is dat Document nummer 84?
Dr. SERVATIUS: Ja.
Getuige, hebt u tijdens een vergadering van het Centraal PlanBureau ....
SAUCKEL: Staat u mij toe met betrekking tot dit manifest een paar opmerkingen te maken?
Dr. SERVATIUS: Ja.
SAUCKEL: Toen ik het manifest uitgaf werd er bezwaar gemaakt, voornamelijk door Dr. Goebbels, dat een manifest eigenlijk alleen maar kon worden uitgegeven door de Führer en niet door een ondergeschikte dienst zoals de mijne. Toen ontdekte ik dat ik moeilijkheden ondervond het manifest gedrukt te krijgen. Nadat ik 150.000 exemplaren had laten drukken voor alle Duitse economische diensten, directeuren van bedrijven en alle andere diensten die erin geïnteresseerd waren, liet ik het zelf nogmaals in deze indringende vorm drukken en heb het persoonlijk met een begeleidende brief nogmaals aan al die diensten verzonden.
In dit manifest, ondanks de moeilijkheden die ik ondervond, pleitte ik er in het bijzonder voor dat in de bezette gebieden zelf de werkers moesten worden behandeld volgens mijn regels en in overeenstemming met mijn directieven en bevelen.
Ik verzoek het Tribunaal eerbiedig mij toe te staan er enkele zinnen uit voor te lezen:
"Ik geef daarom bevel dat in alle bezette gebieden passende regels voor behandeling, voeding, huisvesting en betaling van buitenlandse arbeiders moeten worden toegepast, gelijk aan die welke gelden voor buitenlanders binnen het Reich. Zij dienen te worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en toegepast conform de heersende omstandigheden".
"In een aantal gebieden in het Oosten is een deel van de inheemse mannelijke en vrouwelijke burgerarbeiders die voor de Duitse oorlogsindustrie of voor de Duitse Wehrmacht werken, ondervoed. In het belang van de Duitse oorlogsindustrie in deze gebieden moet deze situatie worden verbeterd. Deze belemmert de produktie en is gevaarlijk. Met alle mogelijke middelen moeten daarom pogingen worden ondernomen in extra voeding voor deze werkers en hun gezinnen te voorzien. Dit extra voedsel mag alleen worden verstrekt in verhouding tot hun arbeidsprestatie."
"Slechts door goede behandeling en verzorging van alle beschikbare Europese werkers enerzijds en door de meest strakke concentratie" -ik bedoel hier organisatie- "en leiding anderzijds kan het verloop van arbeiders binnen het Reich en in de bezette gebieden tot een minimum worden beperkt en kan een stabiel, blijvend en betrouwbaar produktiepeil worden bereikt."
Mag ik nog een zin voorlezen:
"De buitenlandse arbeiders binnen het Reich en de bevolking in de bezette gebieden die ingezet worden bij de Duitse oorlogsinspanning, moeten het gevoel krijgen dat het in hun eigen belang is, loyaal voor Duitsland te werken en dat zij alleen daarin hun enige ware zekerheid van het leven zullen zien en ook werkelijk vinden."
Mag ik nog een zin uit de volgende alinea voorlezen:
"Zij moeten het volste vertrouwen krijgen in de rechtvaardigheid van het Duitse gezag en van hun Duitse werkgevers".
De PRESIDENT: Ik denk dat we beter niet verder op dit document moeten ingaan. Kunt u ons aangeven hoeveel tijd u nog nodig denkt te hebben voor deze getuige?
Dr. SERVATIUS: Ik zal vermoedelijk morgen de hele dag nodig hebben.
De PRESIDENT: Mr. Dodd, past het u, u op enig moment bezig te houden met de stukken van de resterende verdachten?
Mr. DODD: Jawel Meneer de President, op ieder moment dat het u schikt.
De PRESIDENT: Goed, u weet hoever het staat met het overleg en de afspraken met betrekking tot deze documenten?
Mr. DODD: Van sommige wel, maar niet van allemaal. Ik kan vanavond de feiten nagaan, of voor de ochtendzitting en het u dan laten weten.
De PRESIDENT: Ja, en u laat ons morgen weten welke tijd u past?
Mr. DOOD: Jawel Meneer.
De PRESIDENT: Ik schors de zitting tot 29 mei 1946 omn 10.00 uur.
Zie ook: Verhoor Sauckel 2, Verhoor Sauckel 3 en Verhoor Sauckel 4