Dr. SEIDL: Beklaagde, we hadden het daarnet over de universiteiten. Hebt u zelf als Gouverneur-generaal de middelbare scholen gesloten?
FRANK: Mijn suggestie om de Gymnasia en de middelbare scholen te heropenen werd door
Adolf Hitler geweigerd. We hielpen het probleem op te lossen door middelbare schoolopleidingen toe te staan in een groot aantal privéscholen.
Dr. SEIDL: Nu een principiële vraag. De Aanklager beschuldigt u van het leegplunderen van het land dat door u als Gouverneur-generaal werd bestuurd. Wat hebt u daarop te zeggen?
FRANK: Nou, met die beschuldiging wordt natuurlijk alles bedoeld wat er op economisch gebied in dat land gebeurde als gevolg van afspraken tussen het Duitse Reich en het Generaal-gouvernement. Allereerst zou ik willen benadrukken dat het Generaal-gouvernement moest beginnen met een balans die een uiterst slechte economische situatie liet zien. Het land had ongeveer 12 miljoen inwoners. Het gebied van het Generaal-gouvernement was het minst vruchtbare deel van het voormalige Polen. Bovendien was de grens met de Sovjet Unie, net als die met het Reich op een zodanige manier getrokken dat de meest essentiële elementen, onmisbaar voor de economie, er buiten lagen. De grenzen met de Sovjet Unie en het Duitse Reich werden onmiddellijk gesloten; dus moesten we direct vanaf het begin uit het niets iets maken.
Galicië, het belangrijkste gebied in de republiek Polen wat betreft de voedselvoorziening werd bij de Sovjet Unie gevoegd. De provincie Posen behoorde toe aan het Duitse Reich. De kolen- en industriegebieden van Opper-Silezië lagen binnen het Duitse Reich. De grens met Duitsland was op dusdanige manier getrokken dat de hoogovens in Czestochowa binnen het Generaal-gouvernement bleven maar de ijzerertsmijnen die tien kilometer van Czestochowa af lagen werden bij het Duitse Reich ingelijfd.
De stad Lodz, het textielcentrum van Polen, kwam binnen het Duitse Reich. De stad Warschau met een bevolking van enkele miljoenen werd een grensstad omdat de grens met Duitsland tot 15 kilometer van Warschau kwam en het gevolg was dat het hele agrarische achterland niet meer ter beschikking van de stad stond. Ik zou nog meer feiten kunnen noemen maar dat zou veel te ver voeren. Het eerst dat we moesten doen was de zaken op een of andere manier weer op gang krijgen. Gedurende de eerste weken kon de bevolking van Warschau alleen maar worden gevoed met behulp van Duits materiaal voor grootschalige voedselverstrekking. Het Duitse Reich stuurde destijds 600.000 ton graan, natuurlijk als een lening en dat betekende een grote last voor mij.
Ik begon de financiële economie met 20 mijloen zlotys die mij door het Reich waren verstrekt. We begonnen met een volledig geruïneerde economie als gevolg van de tijdens de oorlog veroorzaakte verwoestingen en tegen 1 januari 1944 hadden de spaartegoeden van de lokale bevolking een bedrag van 11.500 miljoen zlotys bereikt en we waren er tegen die tijd in geslaagd de voedselverstrekking aan de bevolking tot op zekere hoogte te verbeteren. Bovendien waren tegen die tijd de fabrieken en industriële centra herbouwd waaraan de Rijksautoriteiten een aanzienlijke bijdrage hadden geleverd; Reichsmarschall Göring en Minister Speer verdienen grote waardering voor de hulp die ze gaven bij de wederopbouw van de industrie in het land. Er waren meer dan twee miljoen volledig betaalde arbeiders ingezet; de oogst was toegenomen tot 1.6 miljoen ton per jaar; het jaarlijkse budget was van 20 miljoen zlotys in 1939 gestegen tot 1.700 miljoen zlotys. Dit is slechts een schets die ik hier geef om de algemene ontwikkeling te beschrijven.
Dr. SEIDL: Beklaagde, hebt u in uw hoedanigheid van Gouverneur-generaal de kerken en het geloof vervolgd in de gebieden die onder uw bestuur vielen?
FRANK: Ik stond in voortdurend persoonlijk contact met Aartsbisschop, nu Kardinaal Sapieha in Krakau. Hij vertelde mij over zijn problemen en zorgen en dat waren er niet weinig. Ikzelf moest de bisschop van Lublin uit de klauwen van de heer Globacznik bevrijden om zijn leven te redden.
Dr. SEIDL: U bedoelt SS-Gruppenführer Globocznik?
FRANK: Ja, die bedoel ik. Maar ik mag de situatie misschien samenvatten door de brief te citeren die Aartsbisschop Sapieha mij in 1942 stuurde waarin hij mij, om zijn eigen woorden te gebruiken, mij dankte voor mijn onvermoeibare pogingen om het leven van de Kerk te sparen. We herbouwden seminaries voor priesters; we onderzochten elk geval van arrestatie van een priester voor zover dat menselijk gesproken mogelijk was. Het tragische incident dat door de Aanklager is genoemd waarbij twee assistenten van Aartsbisschop Sapieha werden neergeschoten, heeft mij diep geraakt. Ik kan er niets meer over zeggen. De kerken waren open, de seminaries leidden priesters op en de priesters werden op geen enkele manier gehinderd bij de uitvoering van hun taken. Het klooster van Czestochowa stond onder mijn persoonlijke bescherming. Het klooster in Krakau van de Karmelieten, een religieuze orde, stond ook onder mijn persoonlijke bescherming. Er hingen grote aanplakbiljetten in het klooster die aangaven dat deze kloosters door mij persoonlijk werden beschermd.
Dr. SEIDL: Beklaagde, wanneer hoorde u voor het eerst over het concentratiekamp Maidanek?
FRANK: Ik hoorde de naam Maidanek voor het eerst in 1944 in de buitenlandse pers. Maar jarenlang waren er tegenstrijdige geruchten geweest over het kamp bij Lublin, of in het district Lublin, als ik mij op die algemene manier mag uitdrukken. Gouverneur Zorner vertelde mij eens, ik denk al in 1941 dat de SS van plan was een groot concentratiekamp bij Lublin te bouwen en grote hoeveelheden bouwmateriaal en dergelijke had aangevraagd. Destijds gaf ik staatssecretaris Buhler opdracht de zaak onmiddellijk te onderzoeken en mij werd verteld – ik kreeg ook een schriftelijk rapport van Reichsführer-SS Himmler – dat hij voor de
Waffen-SS een groot kamp moest bouwen om kleding, schoenen en ondergoed te produceren in grote werkplaatsen van de SS. Dit kamp stond bekend onder de naam SS-Werke of iets dergelijks.
Nu moet ik zeggen dat ik in een positie verkeerde waarin ik inlichtingen kon krijgen terwijl de getuigen die tot nu toe hebben getuigd onder ede hebben verklaard dat er in de kringen rond de Führer niets bekend was over deze dingen. Wij daar buiten waren veel onafhankelijker en ik hoorde heel wat in vijandelijke radiouitzendingen en vijandelijke en neutrale kranten. In antwoord op mijn herhaalde vragen wat er gebeurde met de Joden die werden gedeporteerd werd mij altijd gezegd dat ze naar het oosten moesten worden afgevoerd, daar bijeen gebracht en aan het werk gezet. Maar de stank scheen door de muren heen te dringen en daarom volhardde ik in mijn onderzoek naar wat er gebeurde. Ik ontving eens een rapport dat er bij Belzec iets aan de hand was. Ik ging de volgende dag naar Belzec. Globocznik liet me een enorme greppel zien die hij liet aanleggen als bescherming en waar vele duizenden arbeiders, blijkbaar Joden aan werkten. Ik sprak met enkelen van hen, vroeg hen waar ze vandaan kwamen, hoe lang ze daar al waren en hij – Globocznik – vertelde mij: “Ze zijn nu hier aan het werk en als ze klaar zijn – ze komen uit het Reich of ergens uit Frankrijk – zullen ze verder naar het oosten worden gestuurd.” Ik deed in dat gebied verder geen onderzoek.
Het gerucht, dat de Joden werden omgebracht op de manier die nu aan de hele wereld bekend is, kon echter niet worden ontkracht. Toen ik de wens uitte de SS werkplaatsen bij Lublin te bezoeken om een idee te krijgen van de kwaliteit van het werk dat daar werd gedaan, kreeg ik te horen dat daarvoor speciale toestemming van Himmler was vereist.
Ik vroeg
Heinrich Himmler om die speciale toestemming. Hij zei dat hij er bij mij op zou aandringen niet naar dat kamp te gaan. Weer ging enige tijd voorbij. Op 7 februari 1944 lukte het mij, door Hitler persoonlijk te worden ontvangen – ik zou eraan toe kunnen voegen dat hij mij gedurende de hele oorlog slechts drie keer ontving. In aanwezigheid van Bormann stelde ik hem de vraag: “Mein Führer, de geruchten over de uitroeiing van Joden laten zich niet sussen. Ze worden overal gehoord. Niemand wordt ook maar ergens toegelaten. Ik heb ooit een onaangekondigd bezoek gebracht aan
Auschwitz om het kamp te zien maar mij werd verteld dat er een epidemie in het kamp heerste en mijn wagen werd omgeleid voordat ik er arriveerde. Zegt u mij, Mein Führer, is er iets van waar?” De Führer zei: “U kunt zich wel voorstellen dat er executies plaatsvinden – van opstandelingen. Afgezien daarvan weet ik van niets. Waarom praat u er niet over met
Heinrich Himmler?” En ik zei: “Nou, Himmler hield een toespraak voor ons in Krakau en verklaarde tegenover alle mensen die ik officieel voor die bijeenkomst had uitgenodigd dat de geruchten over een stelselmatige uitroeiing van de Joden vals waren; de Joden werden alleen maar naar het oosten afgevoerd,” Daarop zei de Führer: “Dan moet u dat geloven.”
Toen ik in 1944 in de buitenlandse pers de eerste bijzonderheden hoorde over de dingen die gebeurden, was mijn eerste vraag aan
SS-Obergruppenführer Koppe, die Krüger had vervangen. “Nu weten we het,” zei ik, “dat kunt u niet ontkennen.” En hij zei dat hem over al die zaken niets bekend was en dat het blijkbaar een zaak was direct tussen Heinrich Himmler en de kampleiding. “Maar,” zei ik, “ik heb al in 1941 over dergelijke plannen gehoord en erover gesproken. “ Toen zei hij dat dat mijn zaak was en hij kon zich er niet druk over maken.
Het Kamp Maidanek moet uitsluitend door de SS zijn bestuurd op de manier die ik heb genoemd en blijkbaar op dezelfde manier zoals verklaard door getuige Höss. Dat is de enige uitleg die ik kan geven.
Dr. SEIDL: Daarom wist u niets over de toestanden in
Treblinka,
Auschwitz en andere kampen? Behoorde
Treblinka bij Maidanek of was dat een ander kamp?
FRANK: Dat weet ik niet; het leek op een apart kamp. Auschwitz lag niet binnen het gebied van het Generaal-gouvernement. Ik ben nooit in Maidanek geweest, niet in Treblinka en ook niet in Auschwitz.
Dr. SEIDL: Beklaagde, onder nummer USA-275 heeft de Aanklager een document gepresenteerd, een rapport van SS-Brigadeführer
Jürgen Stroop over de verwoesting van het getto van Warschau. Voordat aan die actie werd begonnen, wist u daar iets over en hebt u dat rapport ooit gezien?
FRANK: Ik was verbaasd toen de Amerikaanse Hoofdaanklager in zijn openingspleidooi zei, terwijl hij hier dat document indiende met foto’s van de verwoesting van het getto van Warschau dat dat rapport aan mij was gericht. Maar dat is ondertussen opgelost. Het rapport is nooit voor mij opgesteld en is in die vorm ook nooit aan mij gestuurd. En de hemel zij dank dat in de laatste paar dagen het door diverse getuigen en in beëdigde verklaringen duidelijk is geworden dat de verwoesting van het getto van Warschau werd uitgevoerd op direct bevel van Himmler en achter de ruggen om van alle bevoegde autoriteiten binnen het Generaal-gouvernement. Wanneer tijdens onze bijeenkomsten ook maar iemand over dit getto sprak, werd er altijd gezegd dat er een opstand in het getto was uitgebroken die we met artillerie moesten neerslaan; rapporten die daarover werden geschreven leken mij nooit echt te zijn.
Dr. SEIDL: Welke maatregelen nam u om ervoor te zorgen dat de bevolking in het Generaal-gouvernement gevoed werd?
FRANK: Er werd een veelheid aan maatregelen getroffen om de landbouw weer op gang te krijgen, om machines te importeren, om boeren verbeterde teeltmethoden te leren, om coöperaties op te zetten, om zaad op de gebruikelijke manier te verdelen.
Dr. SEIDL: Getuige Buhler zal het daar later over hebben.
FRANK: Bovendien hielp het Reich zeer veel in dat opzicht. Het Reich stuurde zaden tot een waarde van enkele miljoenen Mark, landbouwexperts, fokvee, machines en dergelijke.
Dr. SEIDL: Beklaagde, u hebt ons verteld wat u hebt gedaan voor het welzijn van de bevolking in het Generaal-gouvernement. De Aanklager heeft echter een aantal uitspraken die hij in uw eigen dagboek vond die dat schijnen tegen te spreken tegen u gebruikt. Hoe verklaart u die tegenstelling?
FRANK: Men moet het dagboek in zijn geheel bezien. U kunt geen 43 delen doorlezen, er losse zinnen uithalen en die uit hun verband halen. Ik zou hier willen zeggen dat ik geen afzonderlijke zinnen wil gaan betwisten. Het was een ruige en stormachtige periode met hoog oplopende spanningen en wanneer een heel land in brand staat en er een strijd op leven en dood wordt gevoerd, kunnen dat soort termen gemakkelijk worden gebruikt.
Dr. SEIDL: Beklaagde .....
FRANK: Sommige termen zijn afschuwelijk. Ik moet toegeven dat ik zelf geschokt was over veel van de termen die ik heb gebruikt.
Dr. SEIDL: Beklaagde, onder nummer USA-297 heeft de Aanklager een document ingediend dat handelt over een conferentie die u blijkbaar had in 1939 of 1940 met de Chef van de Verwaltung Ober-Ost. Ik zal het document aan u laten overhandigen en u vragen of het verslag van die man, zoals het in dat document staat, overeen komt met wat u hebt gezegd. Het staat op pagina 1, onderaan, de tweede alinea.
FRANK: Dat is een korte samenvatting van een toespraak die wellicht in een rede ....
De PRESIDENT: Wat is het PS nummer?
Dr. SEIDL: Dr. Frank, wat is het nummer?
FRANK: 297, denk ik.
Dr. SEIDL: Nee, op de omslag graag.
FRANK: Op de omslag staat 344. Ik zal u het document teruggeven. Wilt u mij alstublieft naar afzonderlijke zinnen vragen. Het is mij onmogelijk de hele inhoud te lezen.
Dr. SEIDL: Het nummer is 297, Meneer de President.
De PRESIDENT: Ja, het is USA-297. Het is EC-344,(16) en (17), is dat juist?
Dr. SEIDL: Ja.
(tot de beklaagde): Er staat hier dat gedurende het eerste gesprek dat het hoofd van de centrale afdeling had met Reichsminister Dr. Frank op 3 oktober 19389 in Posen, laatstgenoemde de taak uiteenzette die hem door de Führer was opgedragen en de economisch-politieke principes waarop hij het bestuur over Polen dacht te baseren. Dit kon alleen maar worden gedaan door een meedogenloze uitbuiting van het land. Daarom zou het nodig zijn arbeidskrachten te ronselen voor inzet in het Reich et cetera. Ik heb het samengevat, Meneer de President.
FRANK: Ik weet zeker dat die uitlatingen niet zijn gedaan op de manier zoals hier staat.
Dr. SEIDL: Maar u wilt niet zeggen dat u nooit met die man hebt gesproken?
FRANK: Daar kan ik me niets van herinneren.
Dr. SEIDL: Dan kom ik aan de volgende vraag.
FRANK: Bovendien, wat er feitelijk gebeurde lijkt me veel belangrijker dan wat er destijds is gezegd.
Dr. SEIDL: Is het juist dat uw acties als Gouverneur-generaal en ongetwijfeld vele excessen door de politie en de SD het gevolg waren van guerilla activiteiten?
FRANK: Guerilla activiteiten? Men kan zeggen dat het de verzetsbeweging was, die al vanaf de eerste dag actief was en gesteund werd door onze vijanden, die het grootste probleem vormde waarmee ik in al die jaren te maken had. Want deze verzetsbeweging verschafte de politie en de SD voortdurend voorwendsels en excuses voor al die maatregelen die vanuit het oogpunt van een geordend bestuur zeer betreurenswaardig waren. De verzetsbeweging – ik noem het geen guerilla activiteit, want wanneer een volk tijdens een oorlog wordt verslagen en een actieve verzetsbeweging vormt, is dat iets dat zeker moet worden gerespecteerd – de methoden van de verzetsbeweging gingen ver over de grenzen van een heldhaftige opstand. Duitse vrouwen en kinderen werden onder de meest afschuwelijke omstandigheden afgeslacht, Duitse ambtenaren werden geliquideerd, men liet treinen ontsporen, veestapels werden uitgeroeid en alle maatregelen die werden getroffen om het land er bovenop te helpen werden systematisch ondermijnd.
En het is tegen de achtergrond van deze incidenten die zich dagelijks en onophoudelijk afspeelden gedurende bijna de hele periode van mijn bewind, dat de gebeurtenissen in dit land moeten worden bezien. Dat is alles wat ik daarop te zeggen heb.
Dr. SEIDL: Beklaagde, in 1944 brak er in Warschau een opstand uit onder leiding van Generaal Bor. Welke rol speelde het bestuur van het Generaal-gouvernement daarin en welk aandeel had u in het neerslaan van die opstand?
FRANK: Die opstand brak uit toen het leger van de Sovjets tot op de oostelijke oever van de Vistula, op 30 kilometer van Warschau was opgerukt. Het was een soort gecombineerde operatie en naar het mij lijkt, ook een nationale Poolse actie, omdat de Polen op het laatste moment hun hoofdstad zelf wilden bevrijden en dat niet aan de Sovjets te danken wilden hebben. Ze dachten er waarschijnlijk aan hoe in Parijs de verzetsbeweging op het laatste moment, nog voordat de Geallieerden aankwamen, de stad hadden bevrijd.
De operatie was een zuiver militaire. Als hoogste commandant van de Duitse troepen die werden ingezet om de opstand neer te slaan werd meen ik SS Generaal Von dem Bach-Zalewski benoemd. Het burgerlijk bestuur had daarom geen enkel aandeel in de gevechten. De rol die het burgerlijk bestuur speelde begon pas na de capitulatie van Generaal Bor, toen de meest wrede bevelen voor wraakneming uit het Reich kwamen.
Op een dag kwam er een brief op mijn bureau waarin Hitler de deportatie naar Duitse
concentratiekampen eiste van de hele bevolking van Warschau. Het kostte drie weken van strijd, waaruit ik zegevierend te voorschijn kwam om die krankzinnige daad te voorkomen en de gevluchte bevolking van Warschau, die met de opstand niets te maken had, te verdelen over het Generaal-gouvernement.
Tijdens die opstand werd de stad Warschau helaas zeer zwaar beschadigd. Alles wat jaren had gekost om te herbouwen brandde in een paar weken af. Staatssecretaris Buhler zal, om tijd te besparen wellicht beter in staat zijn meer bijzonderhden te geven.
Dr. SEIDL: Beklaagde, u wordt er ook van beschuldigd het culturele leven van de bevolking in het Generaal-gouvernement te hebben onderdrukt, zeker waar het betreft de theaters, radiouitzendingen, film. Wat hebt u daarop te zeggen?
FRANK: Het Generaal-gouvernement toonde hetzelfde beeld als ieder ander bezet land. We hoeven niet ver buiten deze rechtszaal te kijken om te zien hoe het culturele leven er in een bezet land uitziet. We hadden radiouitzendingen in het Pools onder Duits toezicht. We hadden een Poolse pers die onder Duitse controle stond en we hadden een Pools schoolstelsel, lagere en middelbare scholen, waarin tegen het einde 80.000 leraren les gaven in dienst van het Generaal-gouvernement. Voor zover het mogelijk was werden Poolse theaters in de grote steden heropend en waar Duitse theaters werden geopend zorgden we ervoor dat er op hetzelfde moment ook een Pools theater was.
Na het uitroepen van de zogenaamde “totaler Krieg” in augustus 1944 ontstond de idiote situatie dat het Duitse theater in Krakau werd gesloten omdat destijds alle Duitse theaters werden gesloten, terwijl de Poolse theaters gewoon open bleven.
Zelf heb ik componisten en muzikanten uitgekozen uit een groep van de meest bekende musici die ik in 1939 in Polen aantrof en heb daarmee het Philharmonisch Orkest van het Generaal-gouvernement gevormd. Dat bleef tot het einde toe bestaan en speelde een belangrijke rol in het Poolse culturele leven. Ik opende een Chopinmuseum in Krakau en verzamelde uit heel Europa spullen van Chopin. Ik geloof dat het over dit onderwerp wel genoeg is.
Dr. SEIDL: Beklaagde, u ontkent dus dat u maatregelen hebt getroffen die tot doel hadden de Poolse en Oekraïnse cultuur uit te roeien?
FRANK: Cultuur kan niet worden uitgeroeid. Iedere maatregel die met dat doel wordt genomen zou complete onzin zijn.
Dr. SEIDL: Is het juist dat u alles deed wat in uw macht lag om epidemiën te voorkomen en de gezondheid van de bevolking te verbeteren?
FRANK: Staatssecretaris Buhler kan dat tot in bijzonderheden bevestigen. Ik kan zeggen dat er alles werd gedaan wat menselijk mogelijk is.
Dr. SEIDL: Beklaagde, de Aanklager heeft onder nummer USSR-223 een uittreksel uit uw dagboek ingediend dat gaat over het verslag van een bijeenkomst met de politie op 30 mei 1940 en op pagina 33 tot 38 staat het volgende .....
FRANK: (onderbreekt hem.) Tenzij het Hof daar opdracht voor geeft is het niet nodig dat voor te lezen.
Dr. SEIDL: Nee, ik wil slechts een zin voorlezen betreffende de professoren uit Krakau. Blijkbaar zei u, als het dagboek juist is ....
FRANK: (Onderbreekt hem) Mag ik meteen iets zeggen over de professoren uit Krakau?
Dr. SEIDL: Ja.
FRANK: Op 7 november 1939 kwam ik naar Krakau. Op 5 november, voor mijn aankomst hadden de SS en de politie de professoren bijeen geroepen voor een vergadering zoals ik later ontdekte. Daarop arresteerden ze de mannen, waaronder waardige oude professoren en brachten die over naar een of ander concentratiekamp. Ik denk dat het Oranienburg was. Ik vond dat rapport toen ik aankwam en in tegenstelling tot alles wat in mijn dagboek te vinden is wil ik hier onder ede benadrukken dat ik in maart 1940 mijn pogingen niet opgaf om elke professor die ik kon bereiken weer vrij te krijgen. Dat is alles wat ik hierover heb te zeggen.
Dr. SEIDL: De zelfde bijeenkomst van 30 mei 1940 ging ook over de zogeheten AB Aktion, anders gezegd de Aussergewöhnliche Befreiungsaktion. Voordat ik u de vraag stel die hierop betrekking heeft zou ik u twee notities uit uw dagboek willem voorlezen. De ene is gedateerd 16 mei 1940 en hier stelt u, na de buitengewone spanningen te hebben beschreven die toen heersten, dat er allereerst een actie voor pacificatie zou moeten worden gestart en dan zegt u:
“Iedere willekeurige actie moet worden voorkomen; in alle gevallen moet het gezag van de Führer en dat van het Reich op de voorgrond blijven.” – ik sla een paar zinnen over en citeer het einde: “De actie staat gepland voor 15 juni.”
Op 12 juli vond er een vergadering plaats met Ministerialrat Wille, hoofd van het departement van Justitie en daar zei u in uw eigen woorden:
“Betreffende de vraag wat er moet gebeuren met de politieke criminelen die tijdens de AB Aktion zijn gearresteerd zal er overleg worden gevoerd met staatssecretaris Buhler, Obergruppenführer Krüger, Brigadeführer Streckenbach en Ministerialrat Wille.” Einde citaat.
Wat gebeurde er precies tijdens die AB Aktion?
FRANK: Ik kan niet meer of minder zeggen dan wat er in het dagboek staat. De situatie was uitermate gespannen. Maand na maand nam het aantal moorden toe. De aanmoedigingen en de steun die door de rest van de wereld aan de verzetsbeweging werden gegeven om al onze pogingen vrede in het land te brengen te ondermijnen waren tot in alarmerend hoge mate geslaagd en dat leidde tot deze algemene actie van pacificatie, niet alleen in het Generaal-gouvernement zelf maar ook in andere gebieden en die meen ik door de Führer zelf werd bevolen.
Mijn inspanningen waren gericht op omvang en methode en daarin ben ik geslaagd. Bovendien zou ik erop willen wijzen dat ik duidelijk maakte dat ik van plan was in elk afzonderlijk geval het recht op gratie toe te passen; tot dat doel wilde ik dat de doodvonnissen van de politie en de SS werden voorgelegd aan een commissie die ik in dat verband had ingesteld. Ik meen dat dat ook uit mijn dagboek kan worden opgemaakt.
Dr. SEIDL: Waarschijnlijk weet getuige Buhler hier iets van.
FRANK: Niettemin zou ik willen zeggen dat de destijds toegepaste methode een enorme blunder was.
Dr. SEIDL: Beklaagde, hebt u ooit het principe van Sippenhaft (verantwoordelijkheid van verwanten, Vert.) erkend, dat door de SD en de SS is ingevoerd?
FRANK: Nee, in tegendeel. Toen ik er de eerste rapporten over ontving beklaagde ik mij schriftelijk bij Reichsminister Lammers over deze vreemde ontwikkeling van de wet.
Dr. SEIDL: De eerste HSSPF Ost was Obergruppenführer Krüger. Wanneer werd die SS leider terug geroepen en hoe kwam dat?
FRANK: De betrekkingen tussen hem en mij werden totaal onmogelijk. Hij wilde een vreemd soort regime van politie en SS en die toestand kon maar op een manier worden opgelost – of hij moest weg of ik. Ik meen dat op het laatste moment door tussenkomst van Kaltenbrunner, als ik me goed herinner en van Von dem Bach-Zalewski, deze opmerkelijke man werd ontslagen.
Dr. SEIDL: De Aanklager heeft eens gezegd dat het meer een persoonlijke machtsstrijd was. Maar is het juister om te zeggen dat er verschillen van mening bestonden over principiële kwesties?
FRANK: Natuurlijk was het een machtsstrijd. Ik wilde een gezag vestigen in de zin van mijn memoranda aan de Führer en daarom moest ik de macht van het geweld bestrijden en hier liepen persoonlijke opvattingen sterk uiteen.
Dr. SEIDL: De opvolger van
SS-Obergruppenführer Krüger was SS-Obergruppenführer Koppe. Was zijn principiële houding anders?
FRANK: Ja die indruk had ik en ik denk in het bijzonder aan hem wanneer ik zeg dat er zelfs binnen de SS veel beschaafde mensen waren die ook het gevoel hadden van wat juist was.
Dr. SEIDL: Was er Poolse en Oekraïnse politie in het Generaal-gouvernement?
FRANK: Ja, er was 25.000 man van de Poolse veiligheidspolitie, recherche en geüniformeerde politie en ongeveer 5.000 man Oekraïnse politie. Die stonden ook onder de Duitse Chef van politie.
Dr. SEIDL: Beklaagde, ik kom nu toe aan een van de belangrijkste vragen. In 1942 hield u in Berlijn, Wenen, Heidelberg en München toespraken voor een groot publiek. Wat was het doel van deze toespraken en wat waren de gevolgen voor u?
FRANK: U kunt de toespraken nalezen: het was de laatste poging die ik deed om Hitler door middel van de enorme response van het Duitse volk de waarheid onder ogen te brengen dat het recht van de wet onsterfelijk is. Ik stelde destijds dat een Reich zonder wetten en zonder menselijkheid niet lang kon bestaan en meer van dat soort opmerkingen. Nadat ik enkele dagen lang in München onder politie toezicht had gestaan werd ik uit al mijn partijfuncties gezet. Omdat dit een kwestie was van Duitse binnenlandse politiek onder de onafhankelijkheid van het Duitse Reich, zal ik hier afzien van het afleggen van verdere verklaringen.
Dr. SEIDL: Is het juist dat u hierna uw ontslag indiende? En wat was de reactie?
FRANK: Ik bevond mij om zo te zeggen in een voortdurende staat van ontslag indienen en ik kreeg altijd hetzelfde antwoord: dat ik om redenen die verband hielden met het buitenlands beleid niet kon worden ontslagen.
Dr. SEIDL: Oorspronkelijk was ik van plan u uit uw dagboek enkele citaten voor te lezen die de Aanklager heeft ingediend maar gezien het feit dat de Aanklager dat wellicht doet in de loop van zijn verhoor zal ik er, om tijd te besparen, van af zien.
Ik heb geen vragen meer voor beklaagde.
De PRESIDENT: Wenst een van de andere raadslieden voor de Verdediging vragen te stellen? Wenst de Aanklager een verhoor af te nemen?
AUDITEUR-MILITAIR L.N. SMIRNOV (Assisitent Aanklager namens de U.S.S.R.): Beklaagde, Ik zou willen weten wat uw juridische status precies was en wat precies de positie was die u bezette binnen het stelsel van de fascistische staat. Geeft u hier alstublieft antwoord op: Wanneer werd u benoemd op de post van Gouverneur van bezet Polen? Aan wie was u direct verantwoording schuldig?
FRANK: De datum is 26 oktober 1939. Tenminste, op die dag werd het decreet betreffende de Gouverneur-generaal van kracht.
Mr. SMIRNOV: U zult zich herinneren dat u volgens een bevel van Hitler van 12 oktober 1939 direct aan hem ondergeschikt was, niet waar?
FRANK: Ik heb het eerste deel niet verstaan. Wat was dat?
Mr. SMIRNOV: Herinnert u zich het bevel van Hitler betreffende uw benoeming tot Gouverneur-generaal van Polen? Dit bevel was gedateerd 12 oktober 1939.
FRANK: Dat was op geen enkele manier geldig want het decreet trad op 26 oktober 1939 in werking en u kunt het vinden in het Reichsgesetzblatt. Daarvoor was ik hoofd Administratie onder de militaire commandant Von Rundstedt. Dat heb ik al uitgelegd.
Mr. SMIRNOV: Op grond van dit bevel van Hitler was u direct ondergeschikt aan hem. Herinnert u zich dat? Artikel 3, lid 1 van deze order.
FRANK: De hoofden van administratie in de bezette gebieden stonden allemaal direct onder de Führer. Ik mag als toevoeging zeggen dat Artikel 3 luidt: “De Gouverneur-generaal is direct aan mij ondergeschikt.”
Maar artikel 9 van dit bevel luidt: “Dit besluit wordt van kracht zogauw ik de opperbevelhebber van het leger van de taak heb ontheven het militaire bestuur uit te oefenen. En dit ontheffen, anders gezegd het van kracht worden van dit decreet was op 26 oktober.
Mr. SMIRNOV: Ik ben het helemaal met u eens en we hebben gegevens daarover in het boek dat u zich duidelijk herinnert. Het is boek 5. U herinnert zich dit boek van het Generaal-gouvernement?
FRANK: Dat staat natuurlijk in het besluit.
Mr. SMIRNOV: Goed dan, toen dit bevel van kracht werd, aan wie was u direct ondergeschikt?
FRANK: Wat moet ik hier lezen? Er staan hier een aantal notities. Wat wilt u? Waarop wilt u dat ik antwoord geef?
Mr. SMIRNOV: Er staat dat dit bevel op 26 oktober van kracht werd. Toen dit bevel ook werkelijk in werking trad, aan wie was u ondergeschikt? Werd er door Hitler wel of geen verdere order uitgegeven?
FRANK: Er is maar een principebesluit over de Gouverneur-generaal. Dat is dit.
Mr. SMIRNOV: Helemaal juist. Er waren verder geen instructies?
FRANK: Ja, diverse; bijvoorbeeld …
Mr. SMIRNOV: Dat begrijp ik maar er was geen verder besluit dat de wijze van bestuur bepaalde, niet waar?
FRANK: Mag ik zeggen dat u het het beste kunt vinden op pagina A-100 in uw boek en daar staat het letterlijke decreet van de Führer.
Mr. SMIRNOV: Helemaal juist.
FRANK: En er staat ook in Artikel 9: “Dit decreet zal in werking treden ….. “ en zovoorts en die datum was 26 oktober.
Mr. SMIRNOV: Ja, dat is helemaal juist. Dat betekent dat u na 26 oktober, als Gouverneur-generaal van bezet Polen direct ondergeschikt was aan Hitler?
FRANK: Ja.
Mr. SMIRNOV: Dan kunt u zich misschien herinneren wanneer en door wie u de uitvoering in bezet Polen van het Vierjarenplan werd toevertrouwd?
FRANK: Door Göring.
Mr. SMIRNOV: Dat betekent dat u Göring’s gevolmachtigde was voor de uitvoering van het Vierjarenplan in Polen, niet waar?
FRANK: Het verhaal van die missie is snel verteld. De activiteiten van diverse gevolmachtigde van het Vierjarenplan in het Generaal-gouvernement waren zodanig dat ik me daar ernstige zorgen over maakte. Daarom benaderde ik de Reichsmarschall en vroeg hem mij te benoemen als vertrouwenspersoon voor het Vierjarenplan. Dat was later – in januari ….
Mr. SMIRNOV: Nee, het was in december.
FRANK: Ja, het was later volgens dit decreet.
Mr. SMIRNOV: Dat betekent dat u vanaf 1939 Göring’s gevolmachtigde voor het Vierjarenplan was?
FRANK: Göring’s? Ik was gevolmachtigde voor het Vierjarenplan.
Mr. SMIRNOV: Nu kunt u zich misschien herinneren dat in oktober 1939 het eerste decreet betreffende de organisatie van het bestuur van het Generaal-gouvernement werd uitgevaardigd?
FRANK: Ja, dat is hier, niet waar?
Mr. SMIRNOV: Misschien herinnert u zich Artikel 3 van dat besluit?
FRANK: Ja.
Mr. SMIRNOV: Er staat: “Het werkterrein van de Staatssecretaris voor Veiligheid zal door de Gouverneur-generaal worden bepaald in overleg met de Reichsführer-SS en”- dit is de passage die mij interesseert – “de Chef van de Duitse politie.”
Valt dat niet samen met Artikel 3 in zoverre dat u vanaf de eerste dag van uw benoeming tot Gouverneur-generaal de controle over de politie en de SS op u nam en dus ook de verantwoordelijkheid voor hun acties?
FRANK: Nee, ik beantwoord die vraag beslist met nee maar ik zou een uitleg willen geven ….
Mr. SMIRNOV: Wat mij interesseert beklaagde, is hoe dat anders moet worden uitgelegd?
De PRESIDENT: Laat hem zijn uitleg geven. Beklaagde, u kunt uw uitleg geven.
FRANK: Ik wil een heel korte uitleg geven. Er bestaat een oud juridisch principe dat luidt dat niemand meer rechten aan een ander kan overdragen dan hijzelf bezit. Wat ik hier heb gezegd was het ideaal wat ik voor ogen had en hoe het had moeten zijn.
Iedereen moet toegeven dat het logisch en gebruikelijk is dat de politie ondergeschikt is aan het hoofd van het bestuur. De Führer, die dit alleen had kunnen beslissen, stelde dat decreet niet op. Ik had niet de macht noch het gezag om dit decreet dat ik zou zorgvuldig had geformuleerd, van kracht te laten worden.
Mr. SMIRNOV: Dan begrijp ik dus dat u zegt dat dit Artikel 3 een ideaal was dat u nastreefde maar dat u nooit kon bereiken?
FRANK: Neemt u mij niet kwalijk maar ik heb die vraag niet begrepen. Iets langzamer graag en kan de Duitse vertaling ook iets langzamer?
Mr. SMIRNOV: Moet ik de vraag herhalen?
De PRESIDENT: Ja.
Mr. SMIRNOV: Ik stelde u een vraag; betekent dit dat de uitlating als volgt uitgelegd kan worden: Artikel 3 van dit besluit was een ideaal dat u hardnekking nastreefde, dat u openlijk voorstond maar dat u nooit kon bereiken? Zou dat juist zijn?
FRANK: Dat ik niet kon bereiken; en dat volgt uit het feit dat het later nodig werd gevonden een speciale Staatssecretaris voor Veiligheid te benoemen als een laatste poging een uitweg uit de moeilijkheden te vinden.
Mr. SMIRNOV: Misschien herinnert u zich dat er in april 1942 speciale onderhandelingen plaatsvonden tussen u en Himmler. Werden deze onderhandelingen in april 1942 gehouden?
FRANK: Ja, zeker. Ik weet niet waarop u uw vraag baseert. Ik kan u zo uit het hoofd de datum niet noemen maar ik streefde er altijd naar ….
Mr. SMIRNOV: Ter bevestiging van deze feiten kan ik uw dagboek gebruiken. Misschien herinnert u zich dat er als gevolg van deze onderhandelingen een overeenstemming werd bereikt tussen u en Himmler.
FRANK: Ja, er werd overeenstemming bereikt.
Mr. SMIRNOV: Om uw geheugen over dit onderwerp op te frissen zal ik verzoeken of het desbetreffende deel van uw dagboek aan u kan worden overhandigd, zodat u de tekst voor u hebt.
FRANK: Ja, ik ben zo ver.
Mr. SMIRNOV: Ik zou u willen verwijzen naar alinea 2 van deze overeenkomst. Er staat ….
De PRESIDENT: Waar kunnen we dit vinden? Staat het onder de datum 21 april 1942?
Mr. SMIRNOV: Ja, dat is helemaal juist; 21 april 1942.
De PRESIDENT: Ik denk dat we het hebben.
Mr. SMIRNOV: Het is document USSR-223. Het is in het Engels vertaald en ik zal het u direct geven.
De PRESIDENT: Ik denk dat we het nu hebben; we waren alleen de passage aan het zoeken.
Mr. SMIRNOV: Het staat op pagina 18 van de Engelse tekst.
De PRESIDENT: Ja. Gaat u verder.
Mr. SMIRNOV: Ik vraag u zich de inhoud te herinneren. Er staat: “De HSSPF (de staatsecretaris) is direct ondergeschikt aan de Gouverneur-generaal en in zijn afwezigheid aan zijn plaatsvervanger.”
Betekent dit niet dat Himmler het om zo te zeggen eens was met uw ideaal in die zin dat de politie onder u zou staan?
FRANK: Zeker. Die dag was ik tevreden maar een paar dagen later was de hele boel weer veranderd. Ik kan alleen maar zeggen dat ik mijn inspanningen voortzette maar het was helaas nooit mogelijk ze in praktijk te brengen.
U zult hier in alinea 3 vinden, als u verder wilt gaan, dat de Reichsführer-SS volgens het verwachte decreet van Hitler orders kon geven aan de staatssecretaris. U ziet dus dat Himmler zich hier het recht had toegeëigend direct orders aan Krüger te geven. En dan komt de kwestie van de overeenkomst …..
Mr. SMIRNOV: Dat is waar maar in dat geval moet ik u verwijzen naar een ander deel van het document ….
FRANK: Mag ik in dit verband zeggen dat die overeenkomst nooit is uitgevoerd maar dat dit decreet werd gepubliceerd in het Reichsgesetzblatt in de vorm van een Führerbefehl. Helaas weet ik er de datum niet van maar u kunt het besluit vinden over de regeling van veiligheidskwesties in het Generaal-gouvernement en dat is de enige officiële verklaring. Hier wordt ook verwezen naar “het verwachte decreet van de Führer” en die overeenkomst was slechts een ontwerp van wat er in het Führerbefehl moest staan.
Mr. SMIRNOV: Ja, ik wilde net naar dat onderwerp toe. U bent het ermee eens dat dit besluit bijna letterlijk een decreet van de Führer was?
FRANK: Dat kan ik zo niet zeggen. Als u zo vriendelijk wilt zijn mij de tekst van het Führerbefehl te geven dan kan ik u daar iets over zeggen.
Mr. SMIRNOV: Ja.
(tot de President): Tussen haakjes, dit besluit staat in uw documentenboek, Meneer de President.
FRANK: Ik heb het document niet. Het lijkt of de meest belangrijke delen van die overeenkomst met een paar veranderingen in dit decreet zijn opgenomen. Het boek is mij echter afgenomen en ik kan het niet vergelijken.
De PRESIDENT: Het boek zal nu aan u worden overhandigd.
FRANK: Er zijn helaas zeer belangrijke veranderingen in aangebracht.
Mr. SMIRNOV: Ik zou u willen vragen pagina 3 van het decreet van Hitler op te slaan, gedateerd 7 mei 1942. Er staat hier dat de Staatssecretaris voor Veiligheid direct ondergeschikt is aan de Gouverneur-generaal. En bevestigt dit niet het feit dat de politie in het Generaal-gouvernement niettemin direct aan u ondergeschikt was? Dat is Artikel 3 van het decreet.
FRANK: Ik zou willen zeggen dat het niet zo is. De politie was niet aan mij ondergeschikt, zelfs om reden van dat decreet alleen de Staatssecreataris voor Veiligheid. Er staat hier niet dat de politie ondergeschikt is aan de Gouverneur-generaal, alleen de Staatssecretaris voor Veiligheid is aan hem ondergeschikt. Als u Artikel 4 leest komt u de problemen weer tegen. Het decreet van
Adolf Hitler werd natuurlijk in mijn afwezigheid opgesteld. Ik werd niet door Hitler om raad gevraagd, anders zou ik wel hebben geprotesteerd maar in ieder geval bleek het onpraktisch.
Artikel 4 stelt dat de Reichsführer-SS en Chef van de Duitse politie direct instructie gaven aan de Staatssecretaris voor Veiligheid op het gebied van veiligheid en het behoud van de Duitse nationaliteit. Als u de originele overeenkomst vergelijkt met dat wat in het dagboek staat zult u zien dat op een van de belangrijkste aspecten, de Führer van gedachten was veranderd, anders gezegd, met betrekking tot de commissaris voor het behoud van de Duitse nationaliteit. Deze titel omvat de Joodse kwestie en de kwestie van de kolonisatie.
Mr. SMIRNOV: Het lijkt me, beklaagde dat u slechts een aspect van deze kwestie hebt belicht en dat u een nogal eenzijdige interpretatie heeft gegeven van het aangehaalde uittreksel. Mag ik in uw herinnering terugroepen Artikel 4 van dit decreet dat in lid 2 als volgt luidt:
“De Staatssecretaris,” – bedoeld is Krüger – “moet toestemming krijgen van de Gouverneur-generaal voordat hij de richtlijnen van de Reichsführer-SS en Chef van de Duitse politie kan uitvoeren.”
Staat u mij nu toe Artikel 5 van ditzelfde decreet van Hitler op te slaan dat luidt: “In gevallen van verschil van mening tussen de Gouverneur-generaal en de Reichsführer-SS en de Chef van de Duitse politie moet mijn beslissing worden gevraagd via de Reichsminister en het hoofd van de Reichskanzlei.” In dit verband zou ik u willen vragen of dit artikel niet het bewijs vormt voor de aanzienlijke bevoegdheden die door u aan de leiders van de politie en de SS in het Generaal-gouvernement werden verleend en voor uw eigen verantwoordelijkheid voor de activiteiten van deze organisaties?
FRANK: De tekst van het decreet bewijst het maar de feitelijke ontwikkeling was geheel tegengesteld. Ik meen dat we daar later aan toe komen. Ik blijf er daarom bij dat deze poging om enige invloed te krijgen op de politie en de SS ook mislukte.
Mr. SMIRNOV: Mag ik dan vragen wiens poging dat was? In dit geval is het duidelijk een poging van Hitler want hij tekende immers dan decreet. Had Krüger duidelijk meer macht dan Hitler?
FRANK: Die vraag is mij niet helemaal duidelijk. U bedoelt dat Krüger handelde in strijd met het decreet van de Führer? Natuurlijk deed hij dat maar dat heeft niets met macht te maken. Dat werd door Himmler gezien als een enorme tegemoetkoming naar mij. Ik wil verwijzen naar een memorandum uit de zomer van 1942, denk ik kort nadat het decreet van de Führer van kracht werd.
Mr. SMIRNOV: Ik heb de volgende vraag voor u: Is het mogelijk dat u ....
De PRESIDENT: Ik schors nu de zitting.
(de zitting wordt geschorst tot 14:00 uur.)