De Aichi D3A Val duikbommenwerper was de standaard duikbommenwerper van de Japanse Keizerlijke Marine bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific. Het toestel werd vanaf eind 1939 geïntroduceerd als opvolger van de Aichi D1A duikbommenwerper. De eerste operationele inzet vond in november 1939 in China plaats. In twee varianten werden bijna 1.500 toestellen geproduceerd die operationeel vanaf midden 1942 aan boord aan vliegdekschepen langzaam aan werden vervangen door de Yokosuka D4Y duikbommenwerper. De Aichi D3A zelf zou nog tot het eind van de oorlog als op land gestationeerde bommenwerper en als opleidingsvliegtuig worden ingezet.
De vier motorige Avro Lancaster werd waarschijnlijk wel de meest succesvolle zware bommenwerper van alle welke door Bomber Command van de RAF zijn gebruikt. Aanvankelijk ontworpen als de 2 motorige Avro Manchester, werd het verbeterde ontwerp voor de vier motorige Avro Lancaster een succes. De ongeveer 7300 gebouwde exemplaren vlogen maar liefst bij 59 squadrons en wierpen in de ruim 156.000 uitgevoerde vluchten meer dan 608.000 ton bommen af.
In het midden van de jaren dertig bestond de verdediging van de Britse kustwateren uit een groot aantal verschillende typen, sterk verouderde vliegtuigen. Het waren allemaal nog tweedekkers. Als tijdelijke oplossing voor dit probleem werd de Avro Anson geïntroduceerd. Het Britse luchtvaartministerie was echter naarstig op zoek naar een volwaardig kustverdedigingstoestel. In de zomer van 1935 werden hiervoor de specificaties uitgevaardigd. Drie maatschappijen tekenden hierop in. Bristol kwam, gebaseerd op de Bristol Blenheim, met ontwerp Type 149 dat uiteindelijk zou uitgroeien tot Type 152, de Bristol Beaufort.
De Bristol Blenheim bommenwerper werd ontwikkeld vanuit een ontwerp voor een verkeersvliegtuig, Bristol Type 142. De lichte bommenwerper kwam vanaf 1937 in dienst bij de Royal Air Force. Naast gebruik als lichte bommenwerper, werd het toestel ingezet als lange afstand jachtvliegtuig en maritiem patrouille vliegtuig. Naast Groot-Brittannië bouwden ook Joegoslavië en Finland het toestel in licentie en gebruikten een groot aantal landen het toestel voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Toen de Dornier Do 17 in 1937 aan de wereld werd gepresenteerd, bleek deze bommenwerper sneller te kunnen vliegen dan het op dat moment snelste jachtvliegtuig, de Dewoitine D.510. Ontwikkeld als verkeersvliegtuig werd de Dornier Do 17 een veelzijdig verkeersvliegtuig, bommenwerper en nachtjager en werd in diverse uitvoeringen tijdens een groot deel van de Tweede Wereldoorlog ingezet. Uit de Do 17 werd de, aanvankelijk voor de export bedoelde, Dornier Do 215 doorontwikkeld.
De vanaf 1921 geproduceerde Douglas DT bommenwerper was het eerste product van de Douglas Aircraft Company waar een militair contract voor werd verkregen. De torpedobommenwerper werd in verschillende varianten geleverd aan de U.S. Navy, de Sjöforsvaret (Noorse Marine) en de Peruaanse marine. Tijdens de Duitse invasie van Noorwegen in april 1940 waren in Noorwegen nog steeds enkele toestellen in dienst.
Halverwege de jaren 1930 werd in Groot-Brittannië een lichte bommenwerper ontwikkeld, de Fairey Battle. Tegen de tijd dat de productie voor dit toestel goed en wel was opgestart bleek het type alweer verouderd. Toch nam de Fairey Battle aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nog volop aan de strijd deel. Rond 1941 waren de toestellen echter teruggedrongen naar trainingseenheden.
Als er één vliegtuig eigenlijk al hopeloos verouderd was toen de Tweede Wereldoorlog begon, maar dat desondanks toch een grote rol heeft gespeeld, is het wel de Fairey Swordfish. Deze zeer langzame tweedekker torpedobommenwerper is welhaast legendarisch geworden door haar aandeel in het tot zinken brengen van de Italiaanse vloot in Taranto en de vernietiging van het Duitse slagschip Bismarck. Het bleek een uitermate stevig en betrouwbaar vliegtuig, dat in staat was van zeer korte vliegdekschepen op te stijgen en daardoor ideaal als standaardvliegtuig voor de escortevliegdekschepen en MAC-schepen en voor de bescherming van scheepskonvooien tegen U-boten. MAC-schepen waren olietankers of graanschepen, waarop een vliegdek was aangebracht.
Toen de Duitse Kriegsmarine opdracht gaf voor de bouw van haar eerste vliegdekschip, de "Graf Zeppelin", ging men naarstig aan de slag met het ontwerpen van vliegtuigen voor aan boord. Het Duitse luchtvaartministerie vaardigde onder andere de specificaties uit voor een meervoudig bruikbaar toestel. Het moest een geheel metalen constructie worden met opvouwbare vleugels, geschikt om dienst te doen als duikbommenwerper en torpedobommenwerper en minimaal bewapend zijn met twee 7,92 mm mitrailleurs. Voor de technische gegevens was een snelheid vereist van ten minste 300 km/u, een bereik van minimaal 1000 km en moest de bommenlast tenminste 500 kg bedragen.
De tweemotorige lichte bommenwerper Fokker T.V was een moderne lichte bommenwerper in dienst van de Nederlandse Luchtvaartafdeling in mei 1940. Omdat het ontwerp was afgeleid van een jachtkruiser, was de T.V uitgerust met een kanon in de neus. Tijdens de meidagen werd het dan ook regelmatig in deze rol ingezet. Een aantal toestellen werd door de Duitsers buitgemaakt en bij de Luftwaffe gebruikt.
Wanneer we kijken naar de zware bommenwerper-operaties van het Britse Bomber Command, wordt over het algemeen in één adem de Avro Lancaster genoemd. We mogen echter niet vergeten dat ook andere, viermotorige bommenwerpers dienst deden bij de zware bommenwerper-eenheden van de RAF. Een type dat, wellicht onterecht, in de schaduw van de Lancaster opereerde, is de Handley Page Halifax. Nadat de eerste kinderziekten waren overwonnen, werd de Halifax langzaam maar zeker een uitstekende en betrouwbare bommenwerper. Hoewel zeker de latere versies van de Halifax sneller waren dan de Lancaster en ongeveer dezelfde bommenlading konden dragen, heeft het toestel nooit het succes van de Lancaster kunnen evenaren.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werkten de Duitse troepen een nieuwe strategie uit, waarbij een zeer nauwe samenwerking werd toegepast tussen de troepen op de grond en ondersteunende vliegtuigen. Eén van de belangrijkste, nieuwe wapens die daarbij werden ingezet, waren de Junkers Ju 87A en Ju 87B duikbommenwerpers. Hoewel hun aantallen te klein waren om werkelijk invloed op de strijd te kunnen hebben, was de inzet voor de Duitsers cruciaal voor het ontwikkelen van tactieken die later in de Blitzkrieg in Polen en het Westen werden ingezet. De "Stuka" (afkorting van SturzKampfflugzeug) werd gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog in nagenoeg alle oorlogsgebieden ingezet. Zelfs toen het toestel als duikbommenwerper eigenlijk al verouderd was, wist men het handig om te dopen tot tankvernietiger.
De Kawasaki Ki-48 was een lichte bommenwerper met twee motoren, ontwikkeld voor de Japanse Keizerlijke Legerluchtmacht. Het toestel werd ontwikkeld als tegenhanger voor de door de Sovjets aan China geleverde Tupolev B-2 bommenwerpers. Vanaf 1939 operationeel, werden uiteindelijk twee basis varianten ontwikkeld. Het toestel werd ingezet in China, Birma, Maleisië, Nieuw-Guinea en op de Filippijnen.
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog was het standaard vliegtuig van RAF Coastal Command de Avro Anson. In 1938 bestond de behoefte om een beter vliegtuig voor de maritieme patrouille aan te schaffen. De keuze viel op de civiele Lockheed Model 14 Super Electra, waaruit de Lockheed Hudson voor dit doel werd ontwikkeld. Naast de Britse Lockheed Hudson zouden diverse typen op basis van dit ontwerp worden ontwikkeld. Ook het Nederlandse No. 320 Squadron zou met dit type uitgerust worden. Zowel militaire als civiele typen deden dienst bij verschillende luchtmachten gedurende de Tweede Wereldoorlog.
De Martin B-10 werd de eerste van een serie bommenwerpers met voor die tijd unieke kenmerken. Binnen het Amerikaanse leger zou het de eerste niet-dubbeldek bommenwerper worden, geheel geproduceerd uit metaal. Tevens was deze bommenwerper bij haar introductie zelfs sneller dan het snelste jachtvliegtuig uit die tijd (1932). De B-10 zou het uiteindelijk brengen tot vier typen en een aantal exportversies. Nederland zou voor haar luchtmacht in Nederlands-Indië één van de grootste gebruikers worden.
Begin jaren 30 uitte admiraal Isoroku Yamamoto de wens om zijn marine te voorzien van meer vliegtuigen dan alleen de aan boord van vliegdekschepen gestationeerde toestellen. Hij zag vooral veel nut in aan land gestationeerde bommenwerpers die grote afstanden konden overbruggen voor het aanvallen van vijandelijke schepen en de ondersteuning van amfibische landingen op vijandelijk gebied. Mitsubishi ontving de opdracht een dergelijke bommenwerper te ontwikkelen en kwam met de Marine Type 96 Aanvalsbommenwerper Model 11, de Mitsubishi G3M
Was de Mitsubishi A6M Zero-jager de bekendste Japanse jager, de Mitsubishi G4M "Betty" werd de bekendste Japanse bommenwerper. Dit kwam niet zozeer door de inzet, maar vooral door de grote prestaties waartoe het toestel in staat was. De Mitsubishi G4M was bedoeld als opvolger van de Mitsubishi G3M. Er werden 2.441 toestellen geproduceerd en het was een toestel van dit type waarmee Admiraal Yamamoto vloog toen hij om het leven kwam doordat zijn toestel door Amerikaanse jagers werd neergeschoten.
De legerbommenwerper Mitsubishi Ki-21, door de Geallieerden "Sally" genoemd, kwam eind zomer 1938 in dienst bij de Japanse legerluchtmacht. Verspreid over diverse typen deed het toestel dienst in China, Mantsjoerije, het Verre Oosten en de Zuidelijke Pacific bij luchtmachten van Japan, Mantsjoerije en Thailand. Vanuit de Ki-21 werd een transportvliegtuig, Mitsubishi Ki-57, ontwikkeld. Ki-21 toestellen die uit de bommenwerperrol werden teruggetrokken werden eveneens verbouwd tot transportvliegtuigen, waarvan een deel als civiele transportvliegtuigen onder de aanduiding Mitsubishi MC-21.
De Mitsubishi Ki-30 was een Lichte-bommenwerper van de Japanse legerluchtmacht ontwikkeld in het midden van de jaren 1930. Tot aan de invasies in het Verre Oosten, Nederlands-Indië en de Filippijnen voldeed het toestel goed, mede door de goede ondersteuning van Japanse jachtvliegtuigen. Na die tijd werd het toestel langzaam maar zeker teruggetrokken uit de frontlinies en ingezet voor opleidingen. Een aantal exemplaren werd nog gebruikt voor kamikaze aanvallen.
Toen in 1937 de Mitsubishi Ki-30 bommenwerper in dienst kwam, zag kapitein Yuzo Fujita mogelijkheden in het ontwerp voor een grondaanvalsjager/ondersteuningstoestel. Het zou een klein, snel zwaar bewapend en goed gepantserd vliegtuig moeten worden. Zijn voorstel werd door de Japanse legerleiding over genomen en in december 1937 gingen de specificaties ervoor naar Mitsubishi.
Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog was de Nakajima B5N de belangrijkste Japanse torpedobommenwerper. De productie van dit toestel zou doorgaan tot in 1943. De Nakajima B5N zou tot in 1944 gebruikt worden en langzaam worden vervangen door de Nakajima B6N. Tot die tijd had het toestel een belangrijke rol gespeeld bij de meeste operaties van de Japanse Keizerlijke Marine zoals de aanval op Pearl Harbor.
De Vickers Vildebeest was, hoewel zwaar verouderd, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939, de enige torpedobommenwerper in RAF-dienst (de Royal Navy had de Fairey Swordfish). De oorzaak lag in de vertraging die was opgetreden bij het ontwikkelen en produceren van de Bristol Beaufort. In Groot-Brittannië zelf waren in 1939 nog zo'n 100 toestellen in dienst, terwijl in Singapore twee squadrons Vildebeest's waren gestationeerd ten tijde van de Japanse aanval in december 1941. Van de Verbindings/communicatie variant, de Vickers Vincent, een soort werkpaard voor de RAF, waren in september 1939 nog 84 toestellen in dienst in het Midden-Oosten. De Vickers Vildebeest had toen echter haar vuurdoop allang ondervonden in de Spaanse Burgeroorlog en wel aan Republikeinse zijde.
De Yokosuka B3Y was een torpedobommenwerper voor vliegdekschepen, ontwikkeld in de beginjaren 1930. Hoewel de meeste toestellen in 1940 al waren vervangen door de Nakajima B5N, vlogen deze toestellen in december 1941 nog vanaf het vliegdekschip Hosho. De laatste toestellen werden nog tot 1943 als trainingsvliegtuigen gebruikt.