Tussen 1941 en 1944 werden 151 fregatten gebouwd voor konvooidiensten in de Noord-Atlantische Oceaan. De Australische Royal Australian Navy bestelde een aantal van deze schepen noemde deze, net als de Britse Royal Navy naar rivieren, waaraan de klasse de naam River-klasse te danken had. Aanvankelijk op stapel gezet als vergrote, door 2 schroeven aangedreven korvetten, werd in de loop van 1941 besloten de schepen te classificeren als fregatten. Voor de Royal Australian Navy werden 22 schepen in deze klasse besteld waarvan er 12 in twee groepen werden geleverd.
Tussen 1941 en 1944 werden 151 fregatten gebouwd voor konvooidiensten in de Noord-Atlantische Oceaan. De Britse Royal Navy bestelde deze schepen als eerste en noemde deze naar rivieren, waaraan de klasse de naam River-klasse te danken had. Aanvankelijk op stapel gezet als vergrote, door 2 schroeven aangedreven korvetten, werd in de loop van 1941 besloten de schepen te classificeren als fregatten. Voor de Royal Navy werden 67 schepen in deze klasse gebouwd.
Tussen 1941 en 1944 werden 151 fregatten gebouwd voor konvooidiensten in de Noord-Atlantische Oceaan. De Canadese Royal Canadian Navy bestelde deze schepen waarbij deze namen van Canadese steden kregen. Aanvankelijk op stapel gezet als vergrote, door 2 schroeven aangedreven korvetten, werd in de loop van 1941 besloten de schepen te classificeren als fregatten. Voor de Royal Canadian Navy werden 68 schepen in deze klasse gebouwd.