Toen de Duitse Kriegsmarine opdracht gaf voor de bouw van haar eerste vliegdekschip, de "Graf Zeppelin", ging men naarstig aan de slag met het ontwerpen van vliegtuigen voor aan boord. Het Duitse luchtvaartministerie vaardigde onder andere de specificaties uit voor een meervoudig bruikbaar toestel. Het moest een geheel metalen constructie worden met opvouwbare vleugels, geschikt om dienst te doen als duikbommenwerper en torpedobommenwerper en minimaal bewapend zijn met twee 7,92 mm mitrailleurs. Voor de technische gegevens was een snelheid vereist van ten minste 300 km/u, een bereik van minimaal 1000 km en moest de bommenlast tenminste 500 kg bedragen.
Toen de Duitse Kriegsmarine opdracht gaf voor de bouw van haar eerste vliegdekschip, de " Graf Zeppelin", ging men naarstig aan de slag met het ontwerpen van vliegtuigen voor aan boord. Het Duitse luchtvaartministerie vaardigde onder andere de specificaties uit voor een meervoudig bruikbaar toestel. Het moest een geheel metalen constructie worden met opvouwbare vleugels, geschikt om dienst te doen als duikbommenwerper en torpedobommenwerper. Ze dienden minimaal bewapend zijn met twee 7,92 mm mitrailleurs. Voorts was een snelheid vereist van ten minste 300 km/u, een bereik van minimaal 1000 km en moest de bommenlast tenminste 500 kg bedragen.
Voor deze opdracht schreven Arado en Fieseler in met respectievelijk de Arado Ar 195 en de Fieseler Fi 167.Voor testen ontving Fieseler de opdracht voor twee prototypen en mocht men vervolgens een voorserie van twaalf toestellen van het type Fieseler Fi 167A-0 produceren.
Fieseler Fi 167 V |
prototypen |
2 |
Fieseler Fi 167A-0 |
voorserie |
12 |
In de zomer van 1938 werden prototypen van zowel de Arado als de Fieseler getest door het luchtvaartministerie. De Arado Ar 195 bleek onvoldoende geschikt. Grootste pluspunt van de Fieseler Fi 167 was naast het ruim voldoen aan de vereiste specificaties, de eenvoudige manier om het toestel te produceren en te onderhouden. De geheel metalen rompconstructie viel uiteen in drie secties. De voorsectie bestond uit een buizen frame met aluminium beplating. De midden sectie was van eenzelfde constructie en de achterste sectie was geheel uit aluminium segmenten opgebouwd. De dubbeldek vleugels waren zodanig ontworpen dat vanuit de gehele tweepersoons cockpit een uitstekend zicht werd gegarandeerd. De vleugels konden naar achter worden weggedraaid. Het prototype bleek uitstekende vliegeigenschappen te bezitten en bleek bijna het dubbele van de gevraagde bewapening te kunnen meevoeren.
De testresultaten met de prototypen Fi 167 V-1 en V-2 waren dusdanig dat een voorserie van twaalf toestellen mocht worden gebouwd met de aanduiding Fi 167A-0. De toestellen zouden de bouwnummers 4801 t/m 4812 ontvangen. Deze verschilden nauwelijks van de prototypen en waren uitgerust met een Daimler- Benz DB 601B motor en een driebladige propeller. De productie van deze twaalf toestellen werd echter op een laag pitje gezet omdat de oplevering van de "Graf Zeppelin" pas in 1940 werd verwacht. De eerste toestellen waren dan ook pas in de zomer van 1940 klaar. Ondertussen was besloten dat de duikbommenwerperrol op de vliegdekschepen zou worden ingevuld door een speciale versie van de Junkers Ju 87C. De Fi 167 zou dan alleen de rol van torpedobommenwerper en van verkenner toebedeeld krijgen.
In mei 1940 werd de afbouw van de vliegdekschepen geschrapt. De vliegtuigen werden echter wel afgebouwd en gingen in de zomer van 1940 naar de Luftwaffe voor operationele dienst bij de "Erprobungsgruppe 167". Toen in mei 1942 alsnog werd besloten tot afbouw van de geplande vliegdekschepen gingen negen van de Fi 167A-0 toestellen naar een Luftwaffebasis in Nederland voor training van bemanningen. Intussen was echter besloten dat ook de torpedorol naar een ander vliegtuig, en wel de Junkers Ju 87E, zou gaan
Begin 1943 werden de negen operationele toestellen verbouwd en verkocht aan Roemenië. Het lot van deze toestellen is verder onbekend.
De overige drie toestellen werden overgebracht naar de "Deutsche Versuchsanstalt für Luftfahrt" (Duits Experimenteel Luchtvaart Instituut) in Budweis, Tsjechië. Na hun testperiode werden deze drie toestellen overgedragen aan de Kroatische luchtmacht.
Van deze drie toestellen is één exemplaar (Reg Nr 4807) door haar bemanningsleden Romeo Adum en Matija Petrovic op 25 september 1944 in handen gesteld van Tito's 8e Dalmatische Korps onder bevel van generaal Cetkovic toen zij naar hen overliepen. Het toestel werd om nog onbekende redenen op 17 oktober 1944 door Britse Mustangjagers aangevallen en in brand geschoten tijdens een postvlucht. De Britten hebben zich hiervoor formeel verontschuldigd.
Type: | Fieseler Fi 167A-0 |
Taak: |
duik- / torpedobommenwerper /
verkenner |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
13,50 meter |
Vleugeloppervlakte: |
45,50 m2 |
Lengte: |
11,40 meter |
Hoogte: |
4,80 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: ? kg Max. gewicht: ? kg |
Motor: |
1x Daimler-Benz DB 601B motor 1.800 pk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 325 km/u Kruissnelheid: 270 km/u |
Bereik: |
1.300 km |
Plafond: |
8.200 meter |
Bewapening: |
1x 7,92 mm MG 17 mitrailleur
(neus) 1x 7,92 mm MG 15 mitrailleur (achterste cokpit) |
Productie: |
12 |