Hospitaalschepen hebben altijd een aparte plaats ingenomen tijdens oorlogen. Vooral in de Tweede Wereldoorlog werd door alle partijen op grote schaal gebruik gemaakt van deze aangepaste koopvaardijschepen, die speciaal ingericht waren om gewonden en zieken te verzorgen en te vervoeren. In de meeste gevallen werden hier passagiersschepen voor gebruikt omdat deze veelal al over een aantal faciliteiten beschikten, die goed gebruikt konden worden voor de varende ziekenhuizen zoals hutten, eetzalen en kombuizen voor grote aantallen personen.
De Op ten Noort was een dubbelschroefstoommail- en passagiersschip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). Het schip was in januari 1925 bij de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam, onder bouwnummer 185, op stapel gezet. Het nieuwe schip werd vernoemd naar de eerste hoofdagent van de KPM in Batavia: jonkheer L.P.D. op ten Noort. De KPM was een Nederlandse rederij die statutair gevestigd was in Amsterdam, maar operationeel geleid werd vanuit een hoofdkwartier in Batavia, Java, Nederlands Oost-Indië. Op 12 februari 1927 werd het schip, dat een standaard waterverplaatsing van 6.076 ton had, te water gelaten. Het schip beschikte over twee viercilinder Lentzkleppen Werkspoor stoommachines die een vermogen genereerden van 6.000 pk en het schip een maximale snelheid gaven van 15,5 knopen. Na de afbouw, in augustus 1927, was het schip 129,5 meter lang, 16,8 meter breed en had het een diepgang van 6,7 meter. De Op ten Noort beschikte over twee hutten voor vier luxe klasse passagiers, 76 hutten voor 130 eerste klasse passagiers en 18 hutten voor 52 tweede klasse passagiers. De tussendekken waren ingericht voor het vervoer van ruim 2.000 dek passagiers alsook voor het vervoer van paarden. Het schip beschikte verder over twee elektrische laadlieren en zes elektrische kranen.