De tweemotorige lichte bommenwerper Fokker T.V was een moderne lichte bommenwerper in dienst van de Nederlandse Luchtvaartafdeling in mei 1940. Omdat het ontwerp was afgeleid van een jachtkruiser, was de T.V uitgerust met een kanon in de neus. Tijdens de meidagen werd het dan ook regelmatig in deze rol ingezet. Een aantal toestellen werd door de Duitsers buitgemaakt en bij de Luftwaffe gebruikt.
Bij de Fokker fabriek werd in 1934 het ontwerp 111 gepresenteerd. Dit ontwerp was gebaseerd op het verzoek van de Luchtvaartafdeling voor een 'luchtkruiser' waarmee langere tijd gepatrouilleerd kon worden om het Nederlandse luchtruim te controleren. Hoewel het ontwerp wed geaccepteerd, werd het toestel in 1936 gepresenteerd als een tweemotorige jachtbommenwerper. Het ontwerp voldeed echter niet geheel aan de wensen. Het vertrouwen in de kwaliteiten van Fokkerproducten was echter zo groot dat men van een vernieuwd ontwerp, zonder een prototype te laten bouwen, 16 exemplaren bestelde en in dienst nam als lichte bommenwerper. De eerste vlucht met het prototype Fokker T.V vond plaats op 16 oktober 1937.[1]
Het was een typisch Fokkerontwerp. Houten vleugel, romp met frame van metalen buis. De voorzijde van de romp bekleed met aluminiumplaat en de achterzijde overtrokken met linnen. Alhoewel het eerste ontwerp als jachtbommenwerper bedoeld was voor drie bemanningsleden werd dit uiteindelijk door de toegevoegde bewapening uitgebreid naar vijf. In het bommenruim kon 1.000 kg bommen worden vervoerd en in de neus was een 20 mm Soloturn kanon aangebracht. De eerste exemplaren werden in 1938 geleverd en in dienst gesteld bij de BomVa (Bom Vliegtuigenafdeling) van de Luchtvaartafdeling. Het prototype was eveneens het eerste productie exemplaar en ontving militaire registratie 850 (costr.nr. 5445).
Type: | Fokker T.V |
Taak: |
Lichte bommenwerper |
Bemanning: |
5 |
Spanwijdte: |
21,00 meter |
Vleugeloppervlakte: |
66,20 m2 |
Lengte: |
16,15 meter |
Hoogte: |
5,00 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 4.720 kg Max. gewicht: 7.235 kg |
Motor: |
2x Bristol Pegasus XXVI 925 pk (? kW) elk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 417 km/u Kruissnelheid: 350 km/u |
Bereik: |
1.550 km |
Plafond: |
7.700 meter |
Bewapening: |
1x 20 mm Solothurn kanon
(neus), 5x 7,9 mm mitrailleurs (rug, in de staart, onder in de romp en opzij) 1.000 kg bommenlast |
Productie: |
16 |
Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 kon de BomVa 9 T.V's inzetten. Dit waren de 850, 853, 854, 855, 856, 858, 859, 862 en 865 op Schiphol. Door hun lage snelheid en magere bewapening waren ze geen partij voor de snelle Duitse jagers. Toch wist men met deze toestellen nog aardig partij te geven. Omdat ze uitgerust waren met een naar voren schietend boordkanon in de neus werden ze ingezet als luchtkruiser en wisten zo in de lucht en op de grond vooral een aantal Duitse Junkers 52/3m transportvliegtuigen te vernietigen. Deze daden die samen met de Nederlandse G.1's zijn uitgevoerd hebben er zeker toe bijgedragen dat de transportvloot van de Luftwaffe na de meidagen niet meer in staat is geweest om grote luchtlandingsacties uit te voeren. Zeker 30 van de Junkers werden zo uitgeschakeld. Hitler verloor hierna namelijk het vertrouwen in een dergelijke inzet van zijn luchtlandingsdivisies.
Op 10 mei 1940 raakten de 851 (constr.nr. 5446), 857 (constr.nr. 5452), 860 (constr.nr. 5455) en 863 (costr.nr. 5458) in verschillende mate beschadigd bij het Duitse bombardement op Schiphol. De 852 (constr.nr.5447) stond voor onderhoud in de loods van Fokker op Schiphol en is aldaar in Duitse handen gevallen. De 859 (constr.nr. 5454) probeerde op 10 mei tijdens een bombardement op Schiphol op te stijgen en werd door bomscherven beschadigd. Het toestel viel later op Schiphol in Duitse handen. Op 10 mei moest de 853 (constr.nr. 5448) met motorpech landen op vliegveld Ruijgenhoek, waar het later door eigen personeel in brand is gestoken. De de 854 (constr.nr. 5449) lukte het om oorlogsvluchten uit te voeren. Bij de derde vlucht op 10 mei vertrok het toestel van Ruijgenhoek voor een bombardementsvlucht naar Ockenburg en Waalhaven. Onderweg werd het toestel bij Oud-Beijerland neergeschoten. Ook de 862 (constr.nr. 5457), die de 854 vergezelde, werd op dezelfde dag eveneens bij Oud-Beijerland neergeschoten. Op vliegveld de Vlijt op Texel stond de 861 (constr.nr. 5456) bij de vliegschool en werd aldaar bij het bombardement van de Duitsers vernield. Toestel 865 (constr.nr. 5460) wist van Schiphol op te stijgen en landde later op vliegveld De Kooy bij Den Helder. Hier werd het toestel door een Duitse luchtaanval vernield. De 850 maakte drie oorlogsvluchten en werd tijdens de laatste op 11 mei 1940 door een Messerschmitt Bf 110 neergeschoten bij Waddinxveen. Tijdens haar tweede oorlogsvlucht op 11 mei 1940 werd de 855 (constr.nr. 5450) boven zee bij Den Haag neergeschoten door vijf Messerschmitt Bf 109 jagers. De 856 (constr.nr. wist maar liefst zeven oorlogsvluchten te maken. Op 13 mei 1940 werd het toestel bij Ridderkerk neergeschoten. Op 10 mei 1940 wist de 858 (constr.nr. 5453) een Duitse bommenwerper neer te halen en landde vervolgens op Vliegveld Vlissingen. Nadat het opgestegen was voor een vlucht naar Schiphol werd het toestel bij Haamstede door eigen luchtafweer geraakt en moest een noodlanding maken op Haamstede. Hier werd het op 13 mei 1940 door een Duitse luchtaanval vernield. De 864 (constr.nr. 5459) stond nog in constructie bij Fokker in Amsterdam-Noord en is aldaar in Duitse handen gevallen.
Na de meidagen was nog een enkel toestel, weliswaar ernstig beschadigd, in ons land aanwezig. Deze zijn alle afgevoerd naar Duitsland en daar waarschijnlijk na de gebruikelijke testperiode vernield. Naar verluid is, net als van alle andere buitgemaakte vliegtuigtypen, één exemplaar of delen ervan in Berlijn tentoongesteld in een museum. Deze is waarschijnlijk na geallieerde bombardementen verloren gegaan.