Toen in 1937 de Mitsubishi Ki-30 bommenwerper in dienst kwam, zag kapitein Yuzo Fujita mogelijkheden in het ontwerp voor een grondaanvalsjager/ondersteuningstoestel. Het zou een klein, snel zwaar bewapend en goed gepantserd vliegtuig moeten worden. Zijn voorstel werd door de Japanse legerleiding over genomen en in december 1937 gingen de specificaties ervoor naar Mitsubishi.
In 1937 verzocht de Japanse Legerluchtmacht aan Mitsubishi om een grondaanvalsvliegtuig te ontwikkelen uit de Lichte-bommenwerper Mitsubishi Ki-30. Hetzelfde team dat de Ki-30 had ontworpen had werd aan dit ontwerp gezet. In feite werd het een verkleinde versie van de Ki-30 met een kortere cockpit en een verdubbeling van de voorwaarts vurende wapens. De nieuwe Ki-51 werd een volledig metalen vliegtuig, aangedreven door een 940 pk (701 kW) Mitsubishi Ha-26-II motor. Door de diverse aanpassingen die aan het ontwerp van de Ki-30 werden gedaan, werd de Ki-51 iets kleiner.[1]
Na twee prototypen en 11 voorserietoestellen werd vanaf januari 1940 begonnen met de serieproductie. Als Leger Type 99 Aanvalsvliegtuig werden door Mitsubishi tot maart 1944 totaal 2.372 toestellen gebouwd. Het type werd ingezet in China, het Verre Oosten en de Zuidelijke Pacific. Aan het einde van de oorlog werd de Ki-51 de door de Japanse legerluchtmacht meest ingezette bron voor kamikaze aanvallen.[2]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende de Mitsubishi Ki-51 bij de Japanse Legerluchtmacht. Buitgemaakte en achtergebleven toestellen werden na de Tweede Wereldoorlog ingezet bij de luchtmachten van China, Taiwan, Indonesië en Noord-Korea. In ieder geval is één exemplaar bewaard gebleven en te bezichtigen in het Dirgantara Mandala Museum in Yogyakarta. De Geallieerden gebruikten voor het toestel de codenaam "Sonia".
Mitsubishi Ki-51 |
Prototype |
2 |
Mitsubishi Ki-51 |
Voorserie |
11 |
Mitsubishi
Ki-51 |
Productieserie |
2.372 |
Mitsubishi Ki-51a |
Verkennervariant |
? |
Mitsubishi Ki-46-IV |
Mitsubishi Ha-112 IIru motoren |
4 |
Vanaf februari 1938 werden twee prototypen geconstrueerd en vanaf juni 1939 werden deze getest. De toestellen bevielen dusdanig dat een kleine serie van 11 voorserie toestellen werd besteld. Deze toestellen weken van de prototypen af door een gepantserde motorgondel en aerodynamische verbeteringen. Deze voorserie werd naar China gezonden om operationeel te worden getest.
De inzet in China beviel dusdanig dat besloten werd de serieproductie op te starten. Tot maart 1944 werden bij Mitsubishi 1.462 toestellen gebouwd. Vanaf juli 1942 ging ook de Rikugun Kokugijutsu Kenkyujo (1e Leger Depot) in Tachikawa het type produceren en bouwde totaal 913 toestellen. De enige wijziging die gedurende de levensloop van dit type werd toegebracht was de vervanging van de 7,7 mm machinegeweren door twee van 12,7 mm.
Door de plaatsing van een camera in de achterste cockpit ontstond nog een verkenner, de Mitsubishi Ki-51a. Deze werd echter niet in productie genomen omdat een nieuwe verkenner, de Mitsubishi Ki-71 werd ontwikkeld waarvan uiteindelijk maar drie prototypen werden gebouwd. Mitsubishi ontwikkelde wel een ombouwset waarmee iedere Ki-51 tot verkenner kon worden ingericht.
Op de dag dat in Hiroshima de atoombom viel, brachten twee Ki-51 toestellen de USS Bulkhead (SS-332) tot zinken, het laatste Geallieerde schip dat door de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog tot zinken werd gebracht.
Type: | Mitsubishi Mitsubishi Ki-51 |
Taak: |
Grondondersteuningsvliegtuig |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
12,10 meter |
Vleugeloppervlakte: |
24,02 m2 |
Lengte: |
9,21 meter |
Hoogte: |
2,73 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.873 kg Max. gewicht: 2.920 kg |
Motor: |
1x Mitsubishi Ha-26-II
motor 950 pk (710 kW) elk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 424 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
1.060 km |
Plafond: |
8.270 meter |
Bewapening: |
2× 7,7 mm Type 89 machinegeweren
(vast voorwaarts) (later 2× 12,7 mm Ho-103 machinegeweren) 1× 7,7 mm Te-4 machinegeweer (achter in cockpit) |
Productie: |
2.372 |