De vanaf 1921 geproduceerde Douglas DT bommenwerper was het eerste product van de Douglas Aircraft Company waar een militair contract voor werd verkregen. De torpedobommenwerper werd in verschillende varianten geleverd aan de U.S. Navy, de Sjöforsvaret (Noorse Marine) en de Peruaanse marine. Tijdens de Duitse invasie van Noorwegen in april 1940 waren in Noorwegen nog steeds enkele toestellen in dienst.
Op 1 april 1921 werd met Navy Contract No. 53305 de overeenkomst gesloten tussen de U.S. Navy en de Douglas Aircraft Company voor de aankoop van drie Douglas DT toestellen met opvouwbare vleugels. De Douglas DT was een torpedobommenwerper, wat de naam ook aangaf, D stond voor "Douglas" en T voor "Torpedo". Deze drie prototypen zouden worden gebouwd als DT-1.[1]
De preproductie prototypen zouden uiteindelijk gevolgd worden door 46 toestellen gebouwd door Douglas voor de US Navy, de Noorse Marine (Sjöforsvaret) en de Peruaanse marine. De L-W-F Engineering Company Inc. zou 20 toestellen bouwen, de Naval Aircaft Factory zes en de Dayton-Wright Company 11. De Noorse Marinens Flyvebatfabrik zou zeven toestellen bouwen.
De uit stalen buizen opgebouwde en met aluminium plaatwerk en linnen overtrokken toestellen, konden zowel met wielstellen als met drijvers worden uitgerust. Het toestel was in staat om een 816 kg zware torpedo te dragen. Het eerste toestel vloog in november 1921 en de productie duurde voort tot 1929. De U.S. Navy zette de Douglas DT toestellen in vanaf landbases, vliegtuigmoederschepen en vanaf het eerste vliegdekschip de USS Langley (CV-1). Ook het U.S. Marine Corps had enkele toestellen van dit type in dienst. De Douglas DT zou tevens de basis vormen voor de Douglas DWC, de "Douglas World Cruiser", het ontwerp voor de United States Army Air Service in een poging een toestel te bouwen dat rond de wereld kon vliegen. Dit toestel zou op haar beurt weer model staan voor de Douglas O-5, een verkenner voor de Air Service.[2]
Douglas DT-1 |
Preproductie prototype (3
toestellen) |
Douglas DT-2 |
2-Persoons torpedobommenwerper (64 toestellen) |
Douglas DT-2B |
Export en licentie versie voor
Noorwegen (8 toestellen) |
Douglas DT-3 |
Niet gebouwde variant |
Douglas DT-4 |
Bommenwerperversie DT-2 (4 toestellen) |
Douglas DT-5 |
DT-4 met nieuwe motor (2
toestellen) |
Douglas DT-6 |
DT-2 met nieuwe motor (1 toestel) |
Douglas DTB |
Exportversie voor Peru (4 toestellen) |
Douglas SDW-1 |
DT-2 variant Dayton-Wright
Company (3 toestellen) |
De drie preproductie prototype toestellen door de U.S. Navy besteld onder Navy Contract No. 53305 werden gepresenteerd onder de noemer Douglas DT-1. Voor zover bekend zullen de toestellen de constructienummers A.6031 t/m A.6033 hebben ontvangen. De prototype toestellen waren nog éénzitters, maar na de proefvluchten werd besloten de vervolgproductie als tweezits uitvoering te produceren.[3][4]
Op basis van de ervaringen met de DT-1, werden 64 toestellen gebouwd, aangedreven door een 450 hp (340 kW) Liberty V-12 motor. De constructienummers zijn niet allemaal bekend, maar in ieder geval zijn reeksen bekend in de 6000, de 6400 en de 6500. De toestellen hebben in ieder geval dienst gedaan bij Torpedo Squadron 1 (VT-1) (1-T-1 t/m 1-T12 bekend), Torpedo Squadron 2 (VT-2) (2-T-1 t/m 2-T-18 bekend), Torpedo Squadron 9 Scout (VT-9S) (9-Ts-13 bekend), Torpedo Squadron 19 (VT-19) (19-T-1 t/m 19-T-13 bekend) en Torpedo Squadron 20 (VT-20) (20-T1 t/m 20-T4 bekend).[5]
Type: | Douglas DT-2 |
Taak: |
Torpedobommenwerper |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
15,80 meter |
Vleugeloppervlakte: |
65,70 m2 |
Lengte: |
11,80 meter |
Hoogte: |
4,60 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.054 kg Max. gewicht: 3.308 kg |
Motor: |
1x Liberty L-12 V-12
water-watergekoelde motor 450 hp (340 kW) 2 bladige propeller |
Snelheid: |
Max. snelheid: 160 km/u |
Bereik: |
441 kilometer |
Plafond: |
2.300 meter |
Bewapening: |
1x 7.62 mm M1919 Browning
machinegeweer 1x 832 kg torpedo |
Productie: |
64 |
Douglas bouwde één toestel voor Noorwegen. In Noorwegen bouwde de Marinens Flyvebatfabrik zeven toestellen in licentie. Deze acht toestellen werden aangeduid als Douglas DT-2B. De F.80 werd vanuit de Verenigde Staten overgebracht en was uitgerust met een Ford Liberty L XII motor van 400 hp (300 kW). Het eerste dat de Noorse marine deed was het toestel voorzien van drijvers. De eerste twee in licentie gebouwde toestellen, de F.82 en F.84 ontvingen dezelfde motor. De Noorse marine stapte begin jaren 1930 echter over op een zwaardere torpedo. Om hiermee te kunnen opereren werden de overige toestellen afgebouwd met een Armstrong Siddeley Panther II stermotor van 575 hp. Van de Noorse toestellen waren er zes nog in dienst toen de Duitsers op 9 april 1940 Operatie Weser in werking stelden en Noorwegen binnen vielen. De toestellen hebben geen slag geleverd en zijn op één na allen verloren gegaan. Eén toestel is nog kort door de Duitsers gebruikt.[6]
Type: | Douglas DT-2B/C |
Taak: |
Torpedobommenwerper |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
15,80 meter |
Vleugeloppervlakte: |
65,70 m2 |
Lengte: |
11,80 meter |
Hoogte: |
4,60 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.054 kg Max. gewicht: 3.308 kg |
Motor: |
1x Liberty L-12 V-12
water-watergekoelde motor 450 hp (340 kW) (DT-2B) 1x Armstrong Siddeley Panther II 575 hp (DT-2C) 2 bladige propeller |
Snelheid: |
Max. snelheid: 160 km/u (DT-2B) 195 km/u (DT-2C) |
Bereik: |
441 kilometer (DT-2B) 750 km (DT-2C) |
Plafond: |
2.300 meter |
Bewapening: |
1x2 7.62 mm M1919 Browning
machinegeweer 1x 400 kg torpedo (DT-2B) 1x 650 kg torpedo (DT-2C) |
Productie: |
8 |
F.80 |
11 maart 1925 - januari 1940 |
F.82 |
Marinens Flyvebatfabrik 63 16 december 1927 - 9 april 1940 |
F.84 |
Marinens Flyvebatfabrik 64 7 november 1927 - 9 april 1940 |
F.86 |
Marinens Flyvebatfabrik 72 9 november 1929 - 9 april 1940 |
F.88 |
Marinens Flyvebatfabrik 73 16 september 1929 - 28 juli 1939 |
F.90 |
Marinens Flyvebatfabrik 91 6 mei 1933 - 9 april 1940 |
F.92 |
Marinens Flyvebatfabrik 92 14 juni 1933 - 9 april 1940 |
F.94 |
Marinens Flyvebatfabrik 94 28 juni 1933 - 9 april 1940 |
De DT-3 was een aanduiding voor een nooit gebouwde variant.
De Naval Aircraft Factory rustte vier DT-2 toestellen uit met Wright T-2 V-12 motoren. Deze toestellen werden aangeduid als Douglas DT-4. De constructienummers zijn niet geheel bekend, in ieder geval waren de DT-2 nummers A.6423, A.6424 en A.6428 onder de vier toestellen.[7]
De Peruaanse Marine kocht vier toestellen uitgerust met een 650 hp (480 kW) Wright Typhoon V-12 motor welke werden aangeduid als Douglas DTB. Het is onbekend welke fabrieksnummers de toestellen hadden, maar ze kregen de registratienummers 2-E-4 t/m 2-E-7.[8]
Drie Douglas DT-2 toestellen werden door de Dayton Wright Company aangepast met eigen ontwikkelingen en ontvingen de aanduiding Douglas SDW-1.