Captain Errol Stewart Gray landde in Normandië op 6 juni 1944. Hij diende bij de North Nova Scotia Highlanders in de 3rd Canadian Infantry Division. Door zware gevechten klom hij op tot commandant van A Company en sneuvelde hij op 8 juli 1944 tijdens operatie Charnwood. Major Errol Stewart Gray ligt begraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats bij Bény-sur-Mer.
De slag om Bastogne was een beslissend moment tijdens het Ardennenoffensief. De barre winters en het feit dat de paratroopers van de 101st Airborne Division slecht uitgerust en geheel omsingeld waren, maakten de succesvolle verdediging van de stad tot een heroïsche gebeurtenis.
Op 6 juni 1944 vond op de kusten van Normandië de grootste amfibielanding uit de geschiedenis plaats, wereldwijd bekend als D-day. Voor veel inwoners van de in het westen bezette landen was het een dag om nooit meer te vergeten.
Op 16 december 1944 lanceerden de Duitsers een laatste grootschalig offensief tegen de aan het westfront snel oprukkende geallieerde troepen. Er waren maar liefst 24 Duitse divisies bij het offensief betrokken. Veel van deze divisies waren net geformeerd of opnieuw uitgerust.
Begin juni 1944 vond de landing van de geallieerde legers plaats op de kusten van Normandië. De actie had de codenaam "Operatie Overlord" en stond onder de algemene leiding van generaal Dwight Eisenhower. Belangrijk voor het welslagen van deze gigantische manoeuvre waren:
No.617 Squadron geniet vooral bekendheid vanwege operatie Chastise (de Dambusters aanval), waarvoor het speciaal geformeerd was. Maar na deze operatie werd de eenheid voor de rest van de oorlog speciaal ingezet voor precisiebombardementen.
We schrijven zaterdag 23 december 1944, bijna drie maanden na de bevrijding van Helmond op 25 september 1944. De oorlog is echter nog lang niet voorbij. Helmond was veranderd in een rustplaats. In de stad lagen hoofdkwartieren en werkplaatsen. Af en toe werd men opgeschrikt door de Duitse dreiging, tijdens operatie Kent, of een sporadisch bombardement. Zo ook op deze dag.
Na de bevrijding van Parijs op 25 augustus 1944 rukten geallieerde troepen snel naar het noorden op. Het zou echter nog precies een maand duren voordat Helmond helemaal bevrijd werd. Brussel werd op 3 september bevrijd, Antwerpen een dag later. Voor de grondtroepen uit was een waar luchtoffensief aan de gang. Met zowel bommenwerpers als jagers werden gronddoelen aangevallen. De spoorwegen en de treinen die er nog op reden, werden steeds meer het doel van deze vliegtuigen.
Bijna elke Nederlander is bekend met het Duitse bombardement op Rotterdam van mei 1940. Om de capitulatie af te dwingen van het Nederlandse leger, bombardeerden de Duitsers in de middag van 14 mei de stad Rotterdam, met als gevolg ongeveer 800 doden. Veel minder mensen zullen echter bekend zijn met het Amerikaanse luchtbombardement op Nijmegen van 22 februari 1944, hoewel er bij deze aanval net zo veel en mogelijk nog meer slachtoffers te betreuren waren.
Het is eind oktober/ begin november 1944 als West-Brabant bevrijd wordt van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor werden diverse geallieerde operaties uitgevoerd. Aan die operaties namen Canadezen, Britten (de Polar Bears), Amerikanen (de Timberwolves, zie hier de connectie met ‘boswolven’) en Polen (1e Poolse Pantser Divisie) deel. Deze operaties kregen codenamen:
Op 23 november 1944 vond in Bennekom een explosie plaats in en rond de voormalige molen 'Onze Rika' aan de Molenweg. In en rond de restanten van de molen en de maalderij hadden de Duitsers een munitieopslagplaats gecreëerd. De oorzaak van deze explosie is nooit bekend geworden. Bij dit gebeuren kwamen 73 Duitse militairen om het leven.
Het is ondertussen ruim drie jaar geleden dat ik schreef over de ontdekking van een "nieuwe" foto van de Veestraatbrug in oorlogstijd. Nieuw was de foto uiteraard niet, hij was namelijk in 1944 genomen, maar voor de geschiedschrijving over Helmond kwam hij wel degelijk als een verrassing. Het bijzondere is, dat er op die foto een brug op de plek van de oude te zien is. Op andere foto’s is vrijwel altijd de tijdelijke brug schuin naast de opgeblazen Veestraatbrug te zien.
Al sinds 1942 werden al concrete plannen onder de geallieerden geopperd voor een mogelijke invasie van het Europese vasteland. Na vele beraadslagingen onder hoge militairen en een kritisch onderzoek naar een geschikte landingsplaats werd uiteindelijk voor Normandië gekozen. Het bood voordelen omdat de meeste stranden goed begaanbaar waren voor zowel manschappen als zwaar materieel en de relatief zwakke verdediging van de Duitsers in dat gebied zou bovendien voldoende potentieel bieden voor de geallieerden om snel de stranden te bezetten en door te stoten naar het binnenland.
6 Juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het Europese continent plaats: operatie Overlord. Meer dan 130.000 Britse, Amerikaanse en Canadese manschappen zetten in Normandië voet op Franse bodem. Hun doel was het doorbreken van Hitlers Atlantikwall. Het zou duizenden jonge mannen hun leven kosten, maar na operatie Overlord brokkelde het Derde Rijk steeds verder af. Het tij keerde definitief, in het voordeel van de geallieerden.
6 juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond operatie Overlord plaats, de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het continent. Meer dan 130.000 soldaten, voornamelijk Britse, Amerikaanse en Canadese manschappen, zetten in Normandië voet op Franse bodem.
6 Juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het Europese continent plaats: operatie Overlord. Meer dan 130.000 Britse, Amerikaanse en Canadese manschappen zetten in Normandië voet op Franse bodem. Hun doel was het doorbreken van Hitler’s Atlantikwall. Het zou duizenden jonge mannen hun leven kosten, maar na operatie Overlord brokkelde het Derde Rijk steeds verder af. Het tij keerde definitief, in het voordeel van de geallieerden.
6 juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het continent plaats: Operatie Overlord. Meer dan 130.000 Britse, Amerikaanse en Canadese manschappen zetten in Normandië voet op Franse bodem. Hun doel is was het doorbreken van Hitler’s Atlantikwall. Het zou duizenden jonge mannen hun leven kosten, maar na operatie Overlord brokkelde het Derde Rijk steeds verder af. Het tij keerde definitief, in het voordeel van de geallieerden.
Voor de bevoorrading van de gelande troepen was het noodzakelijk dat de geallieerden binnen afzienbare tijd een diepwaterhaven in handen zouden krijgen. Aan de voet van het schiereiland Cotentin lag zo’n haven, Cherbourg. Vandaar dat er in het Overlord-plan een landing op Utah Beach werd gepland.
De meest directe en zichtbare bijdrage die de Koninklijke Marine leverde aan de bevrijding van Nederland, was de deelname aan de mijnenveegacties op de Schelde in de tweede helft van 1944. Na de grote geallieerde invasie in Normandië, op 6 juni 1944, trokken de Amerikaanse, Britse, Canadese en Poolse troepen West-Europa binnen. De opmars verliep echter langzaam omdat de Duitsers overal hardnekkige weerstand boden. Na drie maanden van hevige strijd trokken geallieerde troepen op 2 september 1944 België binnen, waar de strijd aanmerkelijk vlotter verliep. Reeds een dag later werden Brussel en Tournai bevrijd en de dag daarop Mechelen, Leuven en Antwerpen. Vooral die laatstgenoemde stad was van groot belang voor de geallieerden. Antwerpen was in grootte de derde haven van West-Europa en zonder veel strijd vrijwel geheel intact veroverd. De Duitsers benadrukten dit belang toen zij op 16 december van dat jaar het Ardennenoffensief ontketenden dat als voornaamste doel had het heroveren van Antwerpen.
Bevoorradingsproblemen De invasie van de geallieerden op het vasteland van Europa bracht diverse problemen met zich mee waarbij het bevoorradingsprobleem een van de belangrijkste, zo niet het belangrijkste was. Naast het bevoorraden van de troepen die reeds geland waren dienden er ook nieuwe troepen aan land gezet te worden om de strijdmacht uit te breiden. Ook deze troepen moesten hierna weer bevoorraad te worden.
Operatie Neptune was de maritieme tegenhanger van Operatie Overlord, de geallieerde landing in Normandië die op 6 juni 1944 begon, de dag die beter bekend staat als D-Day. Alle maritieme operaties bij Normandië vanaf 6 juni tot 90 dagen daarna, zoals het transport van de troepen en voertuigen, het escorteren van de landingsvaartuigen, het beschieten van de Duitse posities, het vegen van mijnen, de amfibische landingen zelf, de afleiding van de Duitse marine en luchtmacht en de verdere bevoorrading over zee werden aangeduid met de codenaam Neptune. Ook de aanleg van twee tijdelijke havens met als codenaam Mulberry en vijf golfbrekers, die aangeduid werden met de codenaam Gooseberry, ressorteerden onder Operatie Neptune.
Mede door geromantiseerde verfilmingen zijn veel mensen in de veronderstelling dat de ramp met de Titanic de grootste scheepsramp is in de moderne geschiedenis. Meer dan 1500 mensen verdronken in de nacht van 14 op 15 april 1912 in het ijskoude water van de Atlantische Oceaan.
Op 12 september 1944 werden door Amerikaanse onderzeeboten twee Japanse schepen, de Rakuyo Maru en de Kachidoki Maru tot zinken gebracht. Het was niet bekend bij de geallieerden dat deze schepen behalve een lading rubber en Japanse passagiers, Australische en Britse krijgsgevangenen vervoerden. Meer dan 2.000 geallieerde krijgsgevangenen kwamen door de aanval in het water van de Zuid-Chinese zee terecht. Honderden drenkelingen werden door de Japanners aan hun lot overgelaten. Zij waren blootgesteld aan de brandende zon, ze hadden geen drinkwater of voedsel en velen waren ziek of gewond. Sommigen van hen hielden het echter vol en werden gered door Amerikaanse onderzeeboten en overleefden zodoende de oorlog. Meer dan duizend drenkelingen kwamen echter om het leven.
De Tirpitz was het tweede Bismarck-klasse slagschip dat gebouwd werd voor de Kriegsmarine. Haar kiel werd op 2 november 1936 gelegd bij de Kriegsmarinewerft te Wilhelmshaven, onder bouwnummer 128.
Bijna 600 jaar na de Engelse invasie van Normandië tijdens de Honderdjarige Oorlog in 1346 werd Caen wederom van de kaart geveegd. Koning Edward III beval na de snelle Engelse verovering van Caen de complete vernietiging van de stad en al haar inwoners, waarbij enkel de religiueze plaatsen gespaard dienden te worden. Zo overleefden de twee beroemde abdijen, de Abbaye-aux-Hommes en de Abbaye-aux-Dames, die door Willem de Veroveraar waren gesticht, de branden. 600 jaar later waren de branden terug, nu veroorzaakt door viermotorige bommenwerpers in plaats van voetsoldaten. Wederom bleven de abdijen gespaard... De Engelse invasie in 1346 kwam als een complete verrassing voor de Fransen, net als de geallieerde invasie van 1944 voor de Duitsers. Ook toen was Caen het belangrijkste doel. "Het lijkt er op dat de Overlord-planners hun geschiedenis kenden", aldus de Britse historicus Norman Scarfe.
Operatie Haudegen, de codenaam van een geheime missie waar een kleine Wehrmacht-eenheid van in totaal elf man zich mee bezig hield op Spitsbergen.
Nadat op 1 november 1944, vroeg in de ochtend de landing bij Vlissingen had plaatsgevonden door No. 4 Commando op Uncle Beach bij de Oranjemolen in Vlissingen, ontstond een zware strijd om de havenstad met de aanwezige Duitse troepen. Toen de 155th Infantry Brigade van de 52nd (Lowland) Infantry Division de opmars had overgenomen werd, nadat Hotel Britannia was veroverd, Vlissingen bevrijd.
Ten behoeve van Operatie Infatuate, de bevrijding van Walcheren, werden in oktober 1944 de dijken van Walcheren op vier plaatsen met luchtbombardementen doorbroken. Het doel hiervan was het hinderen van de Duitse verdediging en het onbruikbaar maken van een aanzienlijk deel van de Duitse versterkingen op Walcheren.
Operatie Infatuate I was de aanduiding voor de landingen bij Vlissingen op 1 november 1944. Op die dag kwamen No. 4 Commando en de 155th Infantry Brigade bij Vlissingen aan wal om hun bijdrage te leveren aan Operatie Infatuate.
Operatie Infatuate, vormde het sluitstuk van de strijd om de Schelde. Naast een landoperatie via Zuid-Beveland en de Sloedam, werd door middel van Operatie Infatuate I en Operatie Infatuate II, een amfibische landing ondernomen bij respectievelijk Vlissingen en Westkapelle. Aan de amfibische landing bij Westkapelle, Operatie Infatuate II nam een vloot van maar liefst 123 schepen deel.
Half oktober 1944, Helmond is ondertussen getransformeerd van een stad onder bezetting naar een rustplaats voor geallieerde troepen. Hoofdkwartieren werden in de stad gevestigd, niet alleen in de dure herenhuizen op 'dn bult' aan de westkant van het kanaal, maar ook op andere plekken in de stad, zoals in het missiehuis "Christus Koning" in de wijk Brouwhuis. Er leek niet veel meer aan de hand in de stad. De vrede werd gevierd! Maar schijn bedriegt...
Operatie Market Garden zou volgens de geschiedschrijving de operatie moeten zijn geworden die de Tweede Wereldoorlog in Europa nog voor het einde van 1944 zou beëindigen. Tot op de dag van vandaag brengt deze operatie nog discussie te weeg over de doelstellingen, opzet en uitkomst. Wat er echter destijds allemaal is besloten en gebeurd lijkt hierdoor vaak naar de achtergrond te verdwijnen. Het lijkt erop dat vooral schuldvragen en wat men eigenlijk had moeten doen de overhand in de geschiedschrijving hebben gekregen.
Tegen de tijd dat operatie Market Garden eindigde, werd het geallieerde bruggenhoofd in de Betuwe versterkt. Om de Betuwe als springplank te kunnen gebruiken bij eventuele latere operaties en de Duitsers de toegang tot Zuid Nederland te blokkeren werd eind september 1944 besloten dit bruggenhoofd te verstevigen. Eén van de uitbreidingen werd verkregen door de bevrijding van Bemmel in de oostelijke sector van de Betuwe.
Tijdens Operatie Market Garden landde de Amerikaanse 82nd Airborne Division bij Nijmegen met onder andere de opdracht tot het veroveren van een aantal bruggen in en rond Nijmegen. Twee van de belangrijkste bruggen waren de spoorbrug en verkeersbrug over de rivier de Waal. Nadat op 17 september 1944 een eerste aanval op de Waalbrug (verkeersbrug) en 18 september 1944 een tweede aanval op de Waalbrug (verkeersbrug) waren mislukt, werden nieuwe plannen gemaakt om met steun van de aanstormende Britse grondtroepen wederom een poging te wagen. Toen op 19 september 1944 de Britse troepen van XXX Corps eindelijk Nijmegen binnenstroomden, werd vrijwel direct besloten om een gezamenlijke aanval van de Britse Guards Armoured Division met de Amerikaanse 82nd Airborne Division op beide Waalbruggen te ondernemen.
Het veroveren van diverse bruggen over rivieren en kanalen in Midden-Nederland was één van de belangrijke opdrachten voor de drie luchtlandingsdivisies die tijdens Market Garden werden ingezet. Voor de 82nd Airborne Division rond Nijmegen betrof het de brug over de Maas bij Grave, de bruggen over het Maas-Waalkanaal bij Nijmegen, de spoorbrug over de Maas bij Mook-Molenhoek/Katwijk en de spoor- en verkeersbrug over de Waal bij Nijmegen. Op 17 september 1944 tegen 22.00 uur werd door 1st Battalion, 508th Parachute Infantry Regiment (508th PIR) een eerste poging gewaagd de Nijmeegse verkeersbrug, de Waalbrug, te veroveren zoals in het After Action Report 508th PIR Holland is te lezen.
In de vroege ochtend van 18 september 1944, de tweede dag van Operatie Market Garden, deed Company G van het Amerikaanse 508th Parachute Infantry Regiment langs een oostelijke naderingsroute een tweede poging de Waalbrug (verkeersbrug) bij Nijmegen in handen te krijgen. In de avond van 17 september 1944, hadden Company A en Company B van hetzelfde regiment een eerste aanval op de Waalbrug bij Nijmegen uitgevoerd in een poging deze in handen te krijgen. Deze eerste aanval was vastgelopen in het centrum van Nijmegen en slechts enkele kleine groepjes parachutisten hadden de Waalbrug weten te bereiken. Hoewel men bij deze tweede aanval de brug veel dichter wist te naderen, was de Duitse tegenstand dusdanig geworden dat ook deze aanval vastliep.
Toen de Duitsers op 16 december 1944 begonnen met het Ardennenoffensief, bereidde de Amerikaanse 6th Army Group een plan voor om dieper in Duits territorium door te dringen en uiteindelijk de Duitsers te verdrijven van Frans grondgebied. Deze aanvallen zouden gericht zijn tegen de zogenaamde Colmar-enclave. De Colmar-enclave omvatte een groot gebied in het noordoosten van Frankrijk met als belangrijkste vestingsteden Colmar en Mulhouse. Deze voorbereidingen werden gestaakt toen general Dwight Eisenhower op 19 december 1944 het bevel gaf alle offensieve operaties stop te zetten.
Na de dramatische afloop van operatie Market Garden, wisten ongeveer 300 geallieerde militairen in het door de Duitsers bezette gebied ten noorden van de Rijn uit Duitse krijgsgevangenschap te blijven. Deze parachutisten (para’s) werden zoveel mogelijk opgevangen door het plaatselijke verzet. Om verschillende redenen moesten deze para’s zo snel mogelijk over de Rijn gezet worden. In samenwerking met het plaatselijke verzet, bereidden de geallieerden een massaontsnapping voor.
Major Airey Neave was tijdens de Tweede Wereldoorlog hoofd van de Britse Inlichtingendienst. In die functie was hij belast met het bieden van ontsnappingsmogelijkheden voor geallieerde militairen uit bezet gebied in West-Europa en daarom was hij mede verantwoordelijk voor de operaties Pegasus 1 en Pegasus 2. Volgens hem was operatie Pegasus 1 de grootste ontsnapping uit bezet gebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een groep van 130 militairen (parachutisten en vliegtuigbemanningen) en 8 burgers wist in de nacht van 22 op 23 oktober 1944 de Rijn over te steken. Zowel tijdens als na de Tweede Wereldoorlog was er veel belangstelling voor deze succesvol verlopen operatie.
Ik ging naar C. Company en vond daar een tevreden commandant. Hij had de rij met huizen ten noorden van de staalfabriek tot aan het dorp Colombelles veilig gesteld. Hij maakte zich alleen zorgen om het vuur uit de richting van het dorp zelf. Hij dacht dat de 1st Gordons hem aan het beschieten waren. We wisten toen nog niet dat de 1st Gordons er niet in geslaagd waren om hun doelen te veroveren. – Lieutenant-Colonel Charles Thomson, commandant 5th Black Watch, over de eerste uren van operatie Stack.
Dit is Matthew Halton voor de CBC vanuit Frankrijk. Het is twee minuten voor vijf, twee minuten voor vijf in Normandië. De zon is nog niet opgekomen over ons of over de Duitsers 800 yards verderop. [...] Ik zit in een stenen schuur met een compagnie van West Canadese Machinegunners die op het punt staan in de aanval te gaan. [...] Voor mij ligt het Duitse strongpoint van het dorp en het vliegveld Carpiquet, twee of drie miles ten westen van Caen.
Met een gewone vrachtwagen over en weer door de Duitse frontlijn om Duitse krijgsgevangenen op te halen.
Op 16 december 1944 lanceerden de Duitsers een laatste offensief tegen de op het Westfront snel oprukkende geallieerde troepen. Er waren maar liefst 24 Duitse divisies bij het offensief betrokken. Het doel van de Duitse aanval was een doorbraak in de Ardennen te forceren die de geallieerde troepen zou opsplitsen en dan verder oprukken naar Antwerpen. De geallieerde troepen werden volledig verrast door de Duitse aanval en van 16 tot 20 december rukten Duitse troepen op naar Stavelot, Sankt Vith, Houffalize en Bastogne. Bastogne was een cruciaal verkeersknooppunt in de Ardennen dat de noord-zuid- en de oost-westroute beheerste. Eisenhower besefte wat de strategische waarde van Bastogne was en stuurde de 101st Airborne Division naar de stad. De stad moest ten koste van alles behouden worden. Op 20 december was Bastogne door de Duitsers omsingeld. De Duitsers stelden alles in het werk om de stad te veroveren, wat leidde tot de slag om Bastogne. De vertraging die de Duitse opmars opliep vanwege de slag om Bastogne bleek cruciaal voor het verdere verloop van het offensief.
De slag om de Dukla-pas (ook bekend als het Dukla-Karpaten Offensief) was een bloedige veldslag die eind 1944 in het zuidoosten van Polen en het noordoosten van Slowakije tussen het Rode Leger en een Duits-Hongaarse troepenmacht plaatsvond. Het Rode Leger lanceerde dit offensief om de Slowaakse Nationale Opstand bij te staan. Zij mislukte hierin, maar wist wel ten koste van grote verliezen het Karpaten-gebied (en de pas) te veroveren en een bruggenhoofd te creëren van waaruit de rest van Slowakije bevrijd kon worden. Toch wordt het Sovjet-offensief gezien als een mislukking, resulterend in een defensieve Duitse overwinning.
En nu, op 11 juni 1944, was ik alleen met twee andere soldaten van een andere compagnie. Met weinig munitie, afgesneden en geen idee wat te doen.
De Elsenbornrug is een boemerangvormig, hogergelegen terrein ten oosten van het Belgische dorp Elsenborn dat uitkijkt op de dorpen Krinkelt-Rocherath en de Duitse grens. Toen op 16 december 1944 het Ardennenoffensief uitbrak kregen de vooruitgeschoven Amerikaanse troepen ten oosten van Elsenborn de opdracht om zich op deze makkelijk verdedigbare positie terug te trekken. Verrast door de plotselinge Duitse aanval vochten de Amerikanen gedurende vier dagen om zichzelf in veiligheid te brengen en om de Duitse opmars tegen te houden. Het Ardennenoffensief duurde officieel van 16 december tot 25 januari, maar deze slag om de Elsenbornrug, tussen de Amerikaanse 99th en 2nd Infantry Divisions en de Duitse 6. Panzerarmee, zou al na 4 dagen beslist zijn in het voordeel van de geallieerden.
De ontwikkelingen aan het westelijk front sinds de geallieerde troepen eind augustus 1944 de Seine overstaken, had de positie van Antwerpen steeds belangrijker gemaakt. Generaal Dwight D. Eisenhower, de Amerikaanse commandant van alle geallieerde legers in West-Europa, had al in een vroeg stadium ingezien dat toekomstige operaties, diep in Duitsland, alleen mogelijk waren als de bevoorrading kon plaatsvinden via een grote haven dichtbij het front. In augustus 1944 beschikten de geallieerden daarover niet. De opmars die volgde vanaf de Seine moest voorzien in deze behoefte en één van de primaire doelen van de geallieerden was: de verovering van Antwerpen.
Norrey-en-Bessin, 1944. Lieutenant George Gordon van de 2nd Canadian Armoured Brigade rijdt zijn Sherman-tank zo snel de bocht door dat deze kantelt. Afdrukken achterlatend op het gebouwtje op de hoek. Hij trok zichzelf terug naar Norrey-en-Bessin voor een Duitse tegenaanval vanuit Le Mesnil-Patry. De afdrukken zouden nog zichtbaar moeten zijn, alleen zijn er nergens foto's van te zien.
In de nasleep van operatie Market-Garden vond een hevige veldslag plaats op Nederlandse bodem. Deze slag stond bekend als "Het tweede Caen". Andere benamingen zijn "slag in de schaduw" (van Market-Garden) en "vergeten slag". De operatie werd aanvankelijk uitgevoerd door de Amerikaanse 7th Armored Division en later door de Britse 3rd Infantry Division en de 11th Armoured Division. Aan Duitse kant stond in het gebied om Overloon tot aan de Maas eerst de zogenaamde Kampfgruppe Walther, een ad hoc strijdmacht met als harde kern de 107. Panzerbrigade, het Fallschirmjägerregiment 21, een bataljon SS en nog wat ondersteunende eenheden.
We schrijven september 1944. Dolle Dinsdag is net achter de rug en operatie Market Garden staat op het punt te beginnen.
In deze reeks artikelen (zie ook: bevrijding van Beverlo en bevrijding van Heppen) wordt de periode die voorafging aan Operatie Market Garden beschreven, de gebeurtenissen tussen 6 en 14 september 1944. We volgen de opmars van het Britse [i]XXX Corps[/i] vanaf Brussel naar Joe’s Bridge bij Lommel, het startpunt voor Operatie Market Garden. De gevechten waren, tot grote schrik van de Britten, ineens weer net zo intens als die in Normandië. Van een snelle opmars was geen sprake meer, er moest voor elke meter grond gestreden worden.
In het vorige artikel hebben we gekeken naar de verovering van het bruggenhoofd bij Beringen en de daaropvolgende Duitse tegenaanvallen op 6 en 7 september. Het artikel eindigde met het veroveren van de mijnen en steenbergen door de Irish Guards op 8 september. In dit artikel kijken we naar de daarop volgende aanval, het veroveren van het dorp Beverlo.
Nadat Beverlo in de ochtend van 8 september door de Britten was bevrijd (zie: bevrijding van Beverlo), wilden ze direct doorstoten om vervolgens Leopoldsburg aan het einde van de dag te bereiken. Daarvoor moesten ze echter wel door Heppen en daar hadden de Duitsers, die het debacle in Beverlo hadden overleefd, zich op terug getrokken. Heppen moest voor hen behouden blijven en ze gingen de Britten een zware prijs laten betalen voor de bevrijding.
De Duitse overmacht in Noordwest-Europa was één van de grootste zorgen van Dwight Eisenhower in de aanloop naar D-Day. De Duitsers beschikten in dit gebied namelijk over bijna 60 divisies. Wanneer ook maar een gedeelte van deze troepen na de landingen binnen afzienbare tijd als versterkingen naar het front gestuurd zou worden, zaten de geallieerden diep in de problemen. Het zou hen namelijk maanden kosten om een dergelijke troepenmacht aan land te zetten. Om dit probleem te voorkomen werden dan ook twee plannen ontworpen: het misleidingsplan Bodyguard en het Transportation Plan.
“Zag ik het goed? Een vijandelijke tank reed door de boomgaard van St. Contest! Hij stopte. De commandant opende zijn luik en observeerde de omgeving. Was hij blind? Realiseerde hij zich niet dat op slechts 200 meter de pantsergrenadiers van het II. Bataillon van het 25. SS-Panzergrenadier-Regiment zich bevonden en dat de lopen van het antitankgeschut op hem gericht waren? Blijkbaar niet. Hij stak kalm zijn sigaret aan en keek naar de rook.” - SS-Standartenführer Kurt Meyer, commandant van het 25. SS-Panzergrenadier-Regiment.