Het was nog vroeg op zondagochtend 7 december 1941 op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor, Oahu, Hawaï. Het leek een dag als alle andere te worden in dit tropische paradijs. De bemanningen van de vele schepen en de manschappen op de militaire vliegvelden bereidden zich voor op de komende vlaggenparade en hun zondagsdienst. Om 07:55 uur werd de rust verstoord door het geronk van 184 Japanse vliegtuigmotoren.
"A perfect daylight target, beautifully bombed", zo kopte de Britse krant de Daily Mirror op 30 augustus 1941. De kop had betrekking op een aanval door Blenheim bommenwerpers op de Rotterdamse haven. Wat het bericht echter niet vermeldde, waren de enorm hoge verliezen die waren geleden tijdens de aanval. Deze waren dusdanig dat Prime Minister Winston Churchill de aanval vergeleek met de ‘Charge of the Light Brigade’ uit de Krimoorlog.
In de nacht van 14 op 15 december 1941 liep de Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. O 16 in de Zuid-Chinese Zee, aan de oppervlakte varend, op een Japanse mijn. De onderzeeboot brak in tweeën en zonk binnen een minuut. Alle bemanningsleden die zich benedendeks bevonden werden mee de diepte ingetrokken. De zes bemanningsleden die zich in de kuip bevonden, kwamen in zee terecht. Slechts één van hen, kwartiermeester Cor de Wolf, kon na ruim dertig uur zwemmen land bereiken, de ramp overleven en er later verslag van doen.
Van 24 april tot 1 mei 1941 werden ruim 50.000 manschappen van het Britse expeditieleger geëvacueerd uit Griekenland. Hierbij waren, behalve een groot aantal oorlogsschepen, negen troepentransportschepen betrokken waarvan drie van Nederlandse afkomst. De drie Nederlandse schepen werden alle tot zinken gebracht waarbij de ondergang van het stoomschip Slamat leidde tot de grootste scheepsramp in de Nederlandse geschiedenis.
Mede door de, sinds 1937 in alle hevigheid losgebarsten Tweede Chinees-Japanse Oorlog, kwamen de Verenigde Staten en Japan steeds harder tegenover elkaar te staan. De zich uitbreidende invloed van Japan botste met de belangen van de V.S., vooral in China. De uiteindelijke politieke en economische isolatie van het land van de Rijzende Zon, door vooral de Amerikaanse en Nederlandse overheid, dwong Japan tot drastische stappen. Japan was een land dat zich in korte tijd van een gesloten samenleving had ontwikkeld tot een supermacht. Toen in 1853 de Amerikaanse Commodore Perry met zijn schepen Yedo baai binnenvoer om Japan te dwingen zich voor het Westen open te stellen, had men niet kunnen voorzien wat voor gevolgen dit uiteindelijk zou hebben (zie Politieke situatie Japan voor Wo2)
Hr. Ms. K XVII was een Nederlandse onderzeeboot van de K XIV-klasse. De K(oloniën)-boten werden speciaal ontworpen en gebouwd voor Nederlands Oost-Indië. De serie vond een aanvang in 1913 met de K I die gebouwd werd bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen. De ontwikkeling van de K-boten liep parallel met die van de O(nderzee)-boten. De laatst genoemde vaartuigen werden echter ontworpen voor diensten in Europese wateren. De K I werd in 1916 nog door de zeesleepboot Witte Zee naar het Verre Oosten gesleept maar in 1920 maakte Hr. Ms. K III deze reis voor het eerst helemaal alleen.
Zondag 7 december 1941 zal door de meeste mensen herinnerd worden als de dag van de Japanse aanval op Pearl Harbor. In twee golven vielen 354 Nakajima B5N torpedobommenwerpers, Aichi D3A duikbommenwerpers en Mitsubishi A6M Zero jachtvliegtuigen, die gelanceerd waren vanaf zes vlootvliegdekschepen, de Amerikaanse marinebasis op Ohau, Hawaï, aan. Omdat de Japanners op dat moment de oorlog nog niet verklaard hadden aan de Verenigde Staten, kwam de luchtaanval als een complete verrassing. De oorlogsverklaring kwam pas enkele uren na de aanval. Nog diezelfde dag verklaarde de USA de oorlog aan het Land van de Rijzende Zon en werden de Amerikanen direct betrokken bij de Tweede Wereldoorlog.
HMAS Sydney was een Leander-klasse lichte kruiser van de Royal Australian Navy (RAN). De kiel van de Sydney werd gelegd op de werf van Swan Hunter & Wigham Richardson Ltd. te Wallsend-on-Tyne, Groot Brittannië op 8 juli 1933. De lichte kruiser werd gebouwd in opdracht van de Royal Navy en zou Phaeton gedoopt worden. De Australische regering kocht de in aanbouw zijnde kruiser in 1934. Op 22 september 1934 werd de kruiser te water gelaten en een jaar later, op 24 september 1935, in Australische dienst gesteld als HMAS Sydney ter nagedachtenis van de vorige kruiser met deze naam. HMAS Sydney beschikte over acht 15cm en vier 10cm kanons, twaalf 13mm Vickers en negen 7,7mm Lewis machinegeweren en acht 53cm torpedolanceerbuizen. De vier Admiralty ketels en Parsons geared turbines van de kruiser brachten 70.000 pk op en hierdoor kon HMAS Sydney met haar vier schroeven een maxiamale snelheid behalen van 32,5 knopen.
Operatie Barbarossa is misschien wel één van de meest tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen uit de krijgsgeschiedenis. De Duitse invasie van de Sovjet-Unie was in ieder geval de grootst opgezette militaire operatie tot dan toe. Meer dan 3.000.000 Duitse soldaten, verdeeld over drie legergroepen rukten op 22 juni 1941 op in oostelijke richting met de opdracht het Rode Leger voor eens en voor altijd van de aardbodem weg te vagen.
Operatie Crusader, die op 18 november 1941 startte, was de eerste Britse landoperatie waarbij successen tegen de Duitse Wehrmacht werden geboekt. Uiteindelijk werd het einddoel, de vernietiging van het Afrikakorps, niet gehaald. Echter wisten de Britten hun tegenstander uiteindelijk terug te dringen tot hun uitgangsposities. Lees in het artikel hoe de strijd heen en weer ging, en hoe de Britten aan het langste eind trokken.
Toen Japan op 7 en 8 december 1941 massaal aanviel in de Pacific, bleek dit een grootse gecombineerde aanval over een zeer groot gebied. Het was een riskante operatie, aangezien het grootste deel van de Japanse land-, zee- en luchtstrijdkrachten diende te worden ingezet. Het was echter noodzakelijk geworden door de situatie waarin Japan zich had gemanoeuvreerd. Een belangrijk onderdeel van deze operatie was het uitschakelen van de Britse basis in Singapore. Japan besloot deze basis aan te vallen via Malakka.
Erwin Rommel, de bevelhebber van de Duitse troepen in Noord-Afrika, dreef in juni 1941 samen met Italiaanse eenheden het Britse Eighth Army terug tot aan de Egyptische grens. Alleen het Britse garnizoen in Tobroek, de enige havenstad in 1000 mijl, lukte het om weerstand te bieden aan de druk van Rommels Deutsches Afrikakorps (DAK) . Dit maakte Rommels aanvoerlijnen kwetsbaar voor een aanval in de flanken. Hij plande daarom een definitieve aanval op Tobroek rond 23 november 1941. Wat Rommel echter niet wist, was dat het Britse Eighth Army onder bevel van generaal Claude Auchinleck een tegenoffensief voorbereidde om Tobroek te ontzetten en de As-strijdkrachten uit Cyrenaica in Oost-Libië te verdrijven. Het offensief, operatie Crusader, zou vijf dagen eerder, op 18 november van start gaan. In de aanloop naar Crusader zou een aantal gewaagde aanvallen achter de Duitse linies worden ondernomen om de Duitse en Italiaanse verdediging te ontregelen en te verzwakken.
Toen in de jaren 1920 en 1930 de Japanse invloed in het Verre Oosten begon te stijgen, beseften de Britten dat het van groot belang werd hun belangen in het gebied, ook militair te moeten kunnen verdedigen. Eén van de cruciale locaties was de haven van Singapore. Hoewel men van mening was dat de kustverdediging tegen een aanval vanuit zee op orde was, leek een aanval vanuit Malakka het grootste militaire gevaar. Teneinde dit te kunnen weerstaan werd een plan ontwikkeld voor versterkingen in Malakka zelf en het binnentrekken van Thailand bij een Japanse dreiging, Operatie Matador.
Tot 1938 had Duitsland nooit rekening gehouden met de mogelijkheid, dat het in een conflict zou kunnen komen met Groot-Brittannië, waarbij de Kriegsmarine een grote rol zou spelen. In de herfst van 1938 werd het plan "Z" gelanceerd dat de bouw omvatte van 10 slagschepen, 12 grote pantserschepen, 4 vliegdekschepen, 5 zware kruisers, 16 lichte kruisers en nog vele andere kleinere schepen.
De Slag om Stalingrad in de winter van 1942-1943 word over het algemeen beschouwd als de eerste grote nederlaag van de Wehrmacht aan het Oostfront. Een jaar eerder was het Ostheer, met het Kremlin in zicht echter al vastgelopen in de sneeuw en verdreven voor de poorten van Moskou. Het belang van het debacle mag niet worden onderschat, want de nederlaag voor de poorten van de Sovjethoofdstad had voor het verdere verloop der gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog ingrijpende gevolgen.
Ten tijde van de Japanse aanval van 7/8 december 1941 op Thailand en Malakka, bestond de enige geallieerde vlooteenheid in die omgeving uit het zeer recent daarvoor gevormde smaldeel Force Z. Zonder noemenswaardige luchtsteun trok Force Z op 8 december 1941 ten strijde, opstomend naar de Japanse invasievloot en, zonder dat men dat wist, haar eigen ondergang tegemoet.