In dit artikel wordt een beeld geschetst van de Belgische troepen die na de capitulatie op 28 mei 1940 aan de zijde van de geallieerden de oorlog verder hebben gezet. De meest bekende eenheid van deze troepen was waarschijnlijk de Brigade Piron, maar daarnaast vochten nog heel wat meer Belgen mee: bij de RAF, bij de marine en zelfs bij de SAS en commandotroepen. Elk van deze eenheden wordt belicht.
FUSAG was een nepleger dat gebruikt werd als onderdeel van de misleidingsacties (Operatie Bodyguard) voorafgaand aan Operatie Overlord, de geallieerde landing in Normandië. Aan het hoofd van FUSAG stond generaal George Patton welke door Duitsland gezien werd als een van de meeste briljante generaals. Het nepleger werd in oktober 1943 te Londen opgericht en zond zijn eerste radioboodschap uit op 24 april 1944. De codenaam voor dit hele nepleger was Operatie Quicksilver.
De indeling van de 1st US Army Group:FUSAG, First US Army Group (Generaal George S. Patton) | |
14th US Army | |
XXXIII Corps | XXXVII Corps |
6th Airborne Division | |
7th Airborne Division | |
19th Airborne Division | |
18th Airborne Division | |
21st Airborne Division | |
135th Airborne Division | |
9th Armored Division | |
11th Infantry Division | |
14th Infantry Division | |
22nd Infantry Division | |
46th Infantry Division | |
48th Infantry Division | |
50th Infantry Division | |
55th Infantry Division | |
59th Infantry Division | |
108th Infantry Division | |
119th Infantry Division | |
130th Infantry Division | |
141th Infantry Division | |
157th Infantry Division |
4th British Army | |
2nd British Corps | 7th British Corps |
2nd Airborne Division | 58th Infantry Division |
5th Infantry Division | 61st Infantry Division |
35th Infantry Division | 80th Infantry Division |
55th Infantry Division |
Nog steeds wordt er in vele publicaties zeer verschillend geschreven over de staat waarin het Nederlandse leger zich voorafgaand aan de meidagen van 1940 bevond. Ook over de prestaties wordt zeer verschillend gepubliceerd. Om een goede beoordeling hiervan te maken is het echter noodzakelijk om te weten wat er zich op politiek-militair vlak in die tijd heeft afgespeeld. Vaak is het eenvoudig om kritieken uit te oefenen met de historische kennis van nu. Hierdoor verliest men echter de situatie uit het oog waarin men zich toen bevond. In deze tekst trachten we een beeld te schetsen van de ontwikkelingen binnen en rond het Nederlandse leger voorafgaand aan die dramatische oorlogsdagen in mei 1940, gevolgd door de indeling van het Nederlandse leger.
Assault Force U bestond uit de schepen die de landing op Utah Beach moesten uitvoeren en ondersteunen. Deze strijdmacht stond onder leiding van de Amerikaanse Rear Admiral D.P. Moon aan boord van de USS Bayfield. Zij zou als eerste van alle Assault Forces uit de Britse havens vertrekken, omdat zij in Britse havens lag die het verst van de landingsstranden gelegen waren. Alle schepen van Force U werden geladen in vijf havens tussen Plymouth en Torcross en zouden vertrekken vanuit acht havens tussen Plymouth en Poole. In totaal staken zij in maar liefst twaalf konvooien het Kanaal over naar het landingsstrand.
Het geallieerde expeditieleger aan de vooravond van Operatie Overlord, de geallieerde landing op de kust van Normandië: D-Day 6 juni 1944.
SHAEF | ||
Opperbevelhebber | General Dwight Eisenhower | |
Plaatsvervanger | Air Chief Marshal Sir Arthur W. Tedder | |
Stafchef | Lieutenant General Walter Bedell Smith | |
- Geallieerde expeditionaire zeemacht | Admiral Sir Bertram H. Ramsay | |
- Western Task Force | Rear Admiral Alan G. Kirk | |
- Eastern Task Force | Rear Admiral Sir Philip Vian | |
- Geallieerde expeditionaire luchtmacht | Air Chief Marshal Sir Trafford L. Leigh-Mallory | |
- 9de US Luchtvloot | Lieutenant General Lewis H. Brereton | |
- 2de Tactische Luchtvloot | Air Marshal Sir Arthur Coningham | |
- 21ste Legergroep | General Sir Bernard Montgomery | |
- 1ste US Leger | Lieutenant General Omar Bradley | |
- 2de Britse Leger | Lieutenant General Sir Miles C. Dempsey | |
- 8ste US Luchtvloot | Lieutenant General James Doolittle | |
- RAF Bomber Command | Air Chief Marshal Sir Arthur Harris |