De rang van Obergruppenführer dook in Duitsland voor het eerst op in 1932 binnen de Sturmabteilung (SA) van de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij). De formele Nederlandse vertaling betekent zoveel als "Hoge Groepsleider". In het SA-tijdperk en binnen de SA werd de rang bekleed door leden van de Oberste SA-Führung en veteranen van sommige SA-Gruppen. Met de groei van de SS, zowel in aantallen als in belang, waarbij de SS de SA ging overschaduwen, werd deze rang ook daar ingevoerd.
De rang van SS-Oberstgruppenführer was de één na hoogste rang binnen de SS. De enige rang hierboven was die van Reichsführer-SS, die slechts door één persoon is gedragen (Heinrich Himmler). De rang Reichsführer-SS dient men niet te verwarren met de titel Reichsführer-SS, welke door vijf mensen werd gedragen (Julius Schreck: 1925 - 1926; Joseph Berchtold: 1926 - 1927; Erhard Heiden: 1926 - 1929; Heinrich Himmler: 1929 - 1945; Karl Hanke: 1945).