TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

6 juni 1944, een zeer belangrijke datum wanneer het over de bevrijding van Europa gaat. Op deze dag vond de grootste amfibische landing uit de geschiedenis op het continent plaats: Operatie Overlord. Meer dan 130.000 Britse, Amerikaanse en Canadese manschappen zetten in Normandië voet op Franse bodem. Hun doel is was het doorbreken van Hitler’s Atlantikwall. Het zou duizenden jonge mannen hun leven kosten, maar na operatie Overlord brokkelde het Derde Rijk steeds verder af. Het tij keerde definitief, in het voordeel van de geallieerden.

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
Operatie Overlord
De overkoepelende strategische planning voor de Geallieerde landing op de Normandische kust in juni 1944 t/m 90 dagen na D-Day.

Afbeeldingen

Commando's landen op Sword Beach. Bron: Imperial War Museum.

Planning en verdediging

Sword Beach was vanuit geallieerd oogpunt het meest linkse van de vijf invasiestranden. Sword Beach behelsde de kust tussen het dorpje St.-Aubin-sur-Mer en Ouistreham, bij de monding van de rivier de Orne. Op deze kuststrook zou de Britse 3rd Infantry Division, onder bevel van Major-General Thomas Rennie, commandotroepen van de 1st Commando Brigade, onder bevel van Lord Simon Lovat en de Franse commandotroepen onder bevel van Capitaine Philippe Kieffer aan land komen. De Britten moesten zo snel mogelijk van het strand af landinwaarts trekken, verbinding maken met de 6th Airborne Division, die waren gedropt om de flank van de 3rd Infantry Division te beschermen tegen een aanval van de 21. Panzer-Division, en Caen zo snel mogelijk in handen zien te krijgen.

De eerste aanvalsgolf bestond uit drie regimenten van de Britse 3rd Infantry Division. In de rechter sector, Peter, landden het South Lancashire Regiment, het Suffolk Regiment landde in de sector Queen en het East Yorkshire Regiment landde in de Roger sector. Alle regimenten werden ondersteund door DD-tanks. In totaal moesten er tijdens de eerste landingsgolf vijfentwintig DD-tanks aan land gaan, waarvan er eenentwintig het strand haalden. Deze tanks hadden een waterdichte rok van rubber en canvas en een schroef die in verbinding stond met de motor. Hierdoor konden deze tanks ‘zwemmen’. De tweede aanvalsgolf bestond uit de 1st Commando Brigade onder bevel van Brigadier-General Lord Lovat. De brigade bestond uit het 3rd, 4th en 6th Commando en het 41st en 45th Commando British Royal Marines. Ook deze landingsgolf zou ondersteund worden door tanks.

Het was de bedoeling dat de troepen die als eerste waren geland de uitwegen van het strand zouden veroveren zodat de commandotroepen landinwaarts konden oprukken. Later in de ochtend zouden nog meer troepen van de Britse 3rd Infantry Division landden op Sword Beach; het Lincolnshire Regiment, de King’s Own Scottish Borderers, de Royal Ulster Rifles, het Royal Warwickshire Regiment, het Royal Norfolk Regiment en de King’s Shropshire Light Infantry.

De Franse commando’s, het 10th Inter Allied Commando behorend tot het 4th Commando, hadden een aparte taak toebedeeld gekregen voor D-Day. Het waren de enige Franse troepen die tijdens D-Day aan land zouden gaan. Deze troepen waren vier jaar geleden bij Duinkerken geëvacueerd of waren ontsnapt uit Vichy-Frankrijk. Ze hadden zich aangesloten bij de Vrije Fransen van Général Charles de Gaulle en wilden niets liever dan hun vaderland bevrijden van de Duitse bezetting. Ze stonden dan ook te popelen om te gaan en waren tot op het bot toe gemotiveerd. Zij moesten de stelling van Riva-Bella uitschakelen, een door de Duitsers versterkt plaatsje bij Sword Beach. Ook moesten zij Ouistreham zuiveren van Duitse troepen en vervolgens optrekken naar het binnenland om daar contact te maken met de luchtlandingstroepen die zich daar zouden bevinden.

Sword Beach werd verdedigd door de 716. Infanteriedivision. Het strand maakte een flauwe bocht, hetgeen in het voordeel van de verdedigers was: zij konden een aanvalsmacht ook van de zijkant bestoken en de verschillende vuurlijnen overlapten elkaar in een waar kruisvuur. Bij Sword Beach bevond zich het versterkte Riva-Bella. Rond het plaatsje hadden de Duitsers Widerstandsnest 18 gebouwd, wat bestond uit ongeveer tachtig bunkers die waren verdeeld over twee kustlocaties. Het bevatte zes verstevigde posities met kanonnen kaliber 15centimeter met een schootsafstand van 21 kilometer. Verder had het Widerstandsnest vier 7,62 centimeter Russische veldkanonnen, zeven Duitse kanonnen kaliber 50 centimeter, waarvan drie in kazematten, twee torens van Renaulttanks, mortieren van 5 en 8,1 centimeter, een luchtdoelkanon kaliber 2 centimeter en twee gepantserde mitrailleurtorens. Ook waren er twee flankerende bunkers met 7,62 centimeter Russische veldkanonnen. De verdediging werd gestuurd vanuit een betonnen toren die als commandopost diende. De toren telde vier verdiepingen en had op het dak een 2 centimeter luchtdoelkanon.

Het was echter niet de 716. Infanteriedivision die Major-General Rennie het meeste zorgen baarde, maar de 21. Panzerdivision die verder landinwaarts gestationeerd was. Rennie was bang dat de pantserdivisie van de Duitsers de Britse opmars zou vertragen en dat de Duitsers de Britten misschien wel terug in zee zouden kunnen drijven. In werkelijkheid was de 21. Panzerdivision niet meer zo’n sterke strijdmacht als Rennie vreesde. Het was namelijk de enige pantserdivisie in het Westen, de Duitsers hadden tien pantserdivisies in het Westen, die ongeschikt was bevonden om strijd te leveren aan het Oostfront. De divisie was om een eenheid opgebouwd die naam had gemaakt in Afrika, maar was in mei 1943 bijna geheel vernietigd. Een deel van het materieel van de divisie bestond nu uit Frans materieel dat de Duitsers in 1940 tijdens de invasie van Frankrijk hadden buitgemaakt op de Franse verdedigers. Er was echter een reserveofficier die in de 21. Panzerdivision diende die connecties had in de Duitse bewapeningsindustrie. Hij zorgde ervoor dat sommige voertuigen op een geimproviseerde manier samengesteld werden. Ondanks dat de Britten de gevechtskracht van de 21. Panzerdivision overschatten was het alsnog een geduchte tegenstander voor de Britse aanvalstroepen op D-Day.

Het uur U, het tijdstip waarop het begin van de landingen gepland stond en de landingen ook begonnen, was voor Sword Beach vastgesteld op vijf voor half acht.

Definitielijst

Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
commandotroepen
Speciale eenheden, vooral ingezet achter de vijandelijke linies voor sabotage en verkenningacties.
D-Day
De dag dat de invasie van West-Europa plaatsvond op 6 juni 1944. Na een lange misleidingsoperatie vielen de geallieerden op vijf plaatsen op de Normandische kust de stranden binnen om zo hun opmars naar Nazi-Duitsland te beginnen. Hoewel D-Day vaak als Decision Day wordt gezien, is dit niet geheel correct. De D staat in dit geval gewoon voor Day, in het militaire jargon wordt namelijk gesproken van een operatie op Dag D, beginnend op Uur U.
divisie
Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
invasie
Gewapende inval.
kaliber
De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
Regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.

Afbeeldingen

Overzicht van de landingsplaatsen op D-Day. Bron: Paul Boellaard, Go2War2.nl.
General-Major Rennie, bevelhebber van de Britse 3rd Infantry Division.
Lord Lovat, bevelhebber van de commandotroepen. Deze foto werd in Newhaven genomen, na terugkeer van de raid op Dieppe, augustus 1942. Bron: Imperial War Museum.

Landingen

De DD-tanks moesten het spits afbijten tijdens de landingen op Sword Beach. De zee was echter zo ruw dat de tanks slechts vijf kilometer uit de kust te water konden worden gelaten, in plaats van de oorspronkelijk geplande acht kilometer. De tanks hadden de grootste moeite om vooruit te komen in het water en werden al snel ingehaald door de landingsvaartuigen met infanterie. De eerste LCA’s en LCT’s liepen vlak na het verstrijken van het uur U aan de grond. Kikvorstroepen lieten zich over de randen van hun vaartuigen in het water vallen en begonnen met het opruimen van de obstakels. De infanterie verliet ook haar vaartuigen en waadde naar het strand. Zij werd bestookt door mitrailleur- en mortiervuur. Als gevolg van het mitrailleur- en mortiervuur leden de Britten flinke verliezen en een aantal soldaten verkeerde in shocktoestand, maar een groot aantal soldaten wist het strand over te steken en begon de Duitse verdedigers te bestoken. Inmiddels waren ook de tanks uit het water het strand opgekomen. De Sherman- en Churchillstanks bleken van grote waarde bij het bestoken van de Duitse verdedigers. Met hun .50 mitrailleurs en hun kanonnen leverden zij de Britse troepen de vuursteun die de Amerikanen bijvoorbeeld op Omaha zo deerlijk ontbeerden. Ook boden ze een welkome dekking voor de manschappen die het strand nog moesten oversteken.

De ‘Hobart’s Funnies’ bleken erg belangrijk voor het slagen van de aanval op Sword Beach. Vlegeltanks, tanks waaraan ijzere kettingen waren bevestigd die door op de grond te slaan mijnen moesten laten ontploffen zonder slachtoffers te maken, veegden paden over het strand en uitwegen richting het binnenland schoon. Andere ‘Funnies’ sloegen hun vouwbrug over de de zeewering, weer andere tanks en bulldozers vulden de anti-tankgrachten met takkenbossen. Hoe groot het belang was van de ‘Hobart’s Funnies’ blijkt wel uit een uitspraak van Major Kenneth Ferguson: “We hebben ons leven te danken aan die tanks, daar valt niet aan te twijfelen.”

Ondanks dat de eerste landingen op Sword Beach vrij voorspoedig verliepen waren niet alle vooraf vastgestelde doelstellingen gehaald. De aanvalstroepen konden niet direct doorstoten richting het binnenland, ze werden tegengehouden door mortier- en mitrailleurvuur en scherpschutters. De commando’s van Lord Simon Lovat hadden zonder veel tegenstand het binnenland moeten kunnen intrekken om daar contact te maken met de parachutisten. Dit kon nu echter geen doorgang vinden. De Britten moesten hun troepen samentrekken op bepaalde punten om daar een doorbraak te kunnen forceren. Dit had als gevolg dat de troepen die op weg moesten om Caen te veroveren nu bij het strand vast zaten. De Britten liepen al spoedig achter op hun schema.

Nadat de doorbraak was geforceerd moesten de commando’s van het 41st commando, de Royal Marines verder optrekken naar Lion-sur-Mer. Al gauw werden ze echter wederom opgehouden Het was ongeveer half drie in de middag. Bij Lion bevond zich iets verder landinwaarts, in een bos, een Duitse artilleriebatterij die hen, en de troepen op het strand, nu onophoudelijk beschoot. Rondom de batterij lagen grote aantallen Duitse infanteristen ingegraven. Het was onmogelijk voor de commando’s om de batterij uit te schakelen door middel van een frontale aanval van infanterie. Onder de commando’s bevond zich een artilleriewaarnemer van de marine. Hij nam contact op met de Poolse torpedojager Slazak. Ondanks dat de waarnemer geen precieze coördinaten door kon geven besloot de Slazak toch tot een beschieting over te gaan. De eerste beschietingen hadden niet het gewenste effect. Een nieuwe beschieting bereikte echter wel het beoogde doel, juist op tijd aangezien de Poolse torpedojager geen munitie meer had om de beschieting voort te zetten.

Voor Lord Simon Lovat, bevelhebber van de commandotroepen die zouden landen in de tweede aanvalsgolf, was het de tweede keer dat hij voet op Franse bodem zette terwijl het land door de Duitsers bezet werd. In 1942 hadden zijn commando’s een Duitse versterking in Dieppe vernietigd, maar de landing bij Dieppe was verder op een fiasco uitgelopen. Hij moest op D-Day met zijn commando’s, met uitzondering van de Royal Marines en de Franse commando’s die hun eigen missies hadden, oprukken naar de Pegasusbrug om daar de Britse luchtlandingstroepen van Major Howard te ontzetten. De commando’s van Lovat liepen door de vertraging na de landingen iets achter op schema. Met een doedelzakspeler aan de kop van de colonne begonnen de troepen op te rukken naar de Pegasusbrug. Om bij de brug te komen moesten ze door moerasachtig terrein oprukken. Onder vijandelijk vuur was dit een lastige opgave maar de commando’s slaagden er vrij gemakkelijk in het moeras te doorkruisen. Op hun verdere weg naar het kanaal van Caen moesten nog twee kleine bunkers worden uitgeschakeld, maar dit ging zonder al te hevige gevechten en verliezen.

De Franse commando’s van Capitaine Philippe Kieffer moesten het versterkte dorpje Riva-Bella veroveren en vervolgens oprukken naar Ouistreham en het stadje zuiveren van Duitse troepen. Zonder al te veel verliezen te hebben geleden op het strand, er vielen slechts enkele slachtoffers als gevolg van artillerievuur en vuur uit lichtere wapens, staken de Fransen snel de zeewering over en trokken ze Riva-Bella binnen. De Duitse verdedigers van het versterkte dorpje werden uit hun kleine bunkers, versterkte huizen en andere verschansingen verdreven. De gevechten in Riva-Bella waren minder hevig dan verwacht en de Fransen konden vrij snel verder oprukken in de richting van Ouistreham. In dit stadje stuitten de commando’s op heviger verzet dan in Riva-Bella. De belangrijkste versterking was hier het voormalige casino. Nu was het een Duits sectorhoofdkwartier en werd het zwaar verdedigd. De commando’s konden de verdediging niet slechten, maar Kieffer kon een tank inschakelen die tijdens de eerste landingen aan land was gekomen. Deze extra vuurkracht gaf de doorslag en na hevige gevechten werd het casino door de Franse commando’s ingenomen.

De aanlandige wind zorgde ervoor dat de vloed sneller kwam opzetten dan verwacht. Dit had als gevolg dat de Britse genietroepen de strandobstakels niet allemaal hadden kunnen verwijderen of vernietigen voordat deze obstakels weer onder water verdwenen. Dit zou zeer nadelige gevolgen kunnen hebben voor de latere landingen van infanterie, aangezien die nog meer vertraging zouden kunnen oplopen. Dat deed de derde landingsgolf, met grote gevolgen.

Aan de kant van de Duitsers was er namelijk een kleine aanvalsmacht geformeerd om een tegenaanval op het bruggenhoofd te doen. De gevechtsgroep bestond uit ongeveer veertig tanks. Rond vier uur in de middag kwamen de Duitsers aan bij het heuveltje van Perriers. Daar waren op dat moment ook troepen van de King's Shropshire Light Infantry, tanks van de Staffordshire Yeomanry en tankjagers van de 41st Anti-Tank Battery Royal Army. De Britse strijdkrachten bij het heuveltje van Perriers waren veel evenwichtiger samengesteld en de Duitsers leden dan ook zware verliezen tijdens de gevechten aldaar. Ondanks deze zware verliezen drukten de Duitsers door tot het dorpje Lion-sur-Mer. Dit was mogelijk door de vertraagde landingen. De vertragingen hadden een gat tussen de gelande troepen tot gevolg en de Duitsers konden vrij ongehinderd oprukken naar het dorpje. De 9th Brigade, een hoofdkwartiereenheid kwam dus aan land in een zware beschieting van de Duitse strijdkrachten in Lion-sur-Mer. Hierbij kwamen enkele hoge officieren om, waaronder Brigadier-General John Cunningham.

Aan het eind van de middag was Admiral Talbot aan land gekomen op Sword Beach. Hij constateerde dat er sprake was van een grote opstopping op het strand die ook het gevolg was van de vertragingen. Talbot liet extra schoonmaakploegen naar het strand komen om meer ruimte beschikbaar te maken om het strand te verlaten. Voor middernacht waren er 28.845 manschappen op Sword Beach aan land gegaan. De verliezen werden op 630 doden en gewonden geschat. Aan Duitse zijde waren de verliezen vreselijk hoog. De 716. Infanteriedivision werd geheel vernietigd. De manschappen werden of gedood of gevangen genomen. Een precies aantal doden en gewonden is niet bekend aangezien de Duitse rapporten pas na een maand uitweidden over de verliezen. De 21. Panzerdivision leed ook zware verliezen, vooral door toedoen van de geallieerde luchtmacht.

Definitielijst

Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
bruggenhoofd
Een aan de andere kant van een (natuurlijk)opstakel veroverd stuk land waaruit de aanvaller zijn aanval verder kan voorzetten.
commandotroepen
Speciale eenheden, vooral ingezet achter de vijandelijke linies voor sabotage en verkenningacties.
D-Day
De dag dat de invasie van West-Europa plaatsvond op 6 juni 1944. Na een lange misleidingsoperatie vielen de geallieerden op vijf plaatsen op de Normandische kust de stranden binnen om zo hun opmars naar Nazi-Duitsland te beginnen. Hoewel D-Day vaak als Decision Day wordt gezien, is dit niet geheel correct. De D staat in dit geval gewoon voor Day, in het militaire jargon wordt namelijk gesproken van een operatie op Dag D, beginnend op Uur U.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
mitrailleur
Machinegeweer, een automatisch, zwaar snelvuurwapen.
mortier
Kanon dat zijn granaten op korte afstand (via een zeer kromme baan) kan doen neerkomen.

Afbeeldingen

De commando’s van Lovat gaan aan land. De persoon rechts is Lovat zelf. Bron: Imperial War Museum.
Soldaten van de 3rd Infantry Division op Sword. Bron: Imperial War Museum.
De chaos op het strand. Bron: Imperial War Museum.
Mannen van het East Yorkshire Regiment komen aan land. Bron: Imperial War Museum.
Commandotroepen vechten in de straten van Ouistreham. Bron: Imperial War Museum.

Na de landingen

Aan het einde van D-Day leek de weg naar Caen open te liggen, maar de Britten vielen op vijf kilometer afstand van Caen stil. In de volgende dagen gingen de Britten de strijd aan met de 21. Panzer Division, die sterk gehinderd werd door de geallieerde luchtmacht tijdens het oprukken naar Sword Beach, in plaats van verder op te rukken naar Caen. D-Day was voor de Britten, ondanks dat Caen niet veroverd was, een succes.

Fieldmarshall Bernard Montgomery wilde alsnog zo snel mogelijk Caen innemen. Hij had nu echter een nieuw plan bedacht om de stad in te nemen. De Britten moesten nu oprukken via Villers-Bocage en Noyers de rivier de Odon over. Wanneer ze dan nog wat verder zouden oprukken konden ze Caen in de flank aanvallen en het zwaartepunt van de Duitse verdediging, de pantsers, omzeilen. Het landschap van Villers-Bocage was echter makkelijker te verdedigen dan te veroveren. De infanterie raakte verzeild in man-tegen-man gevechten en er werd nauwelijks vooruitgang geboekt. Op 12 juni volgde een nieuwe aanval, met de 7th Armored Division als speerpunt. Villers-Bocage werd zonder al te veel tegenstand ingenomen.

Nu wilden de Britten meteen doordrukken naar Caen. De tanks van de 4th County of Londen Yeomanry en de infanterie van de Rifle Brigade stuitten hier echter op een Duitse tankcompagnie. Het was de compagnie van SS-Hauptsturmführer Michael Wittmann. Wittmann was een van de beste tankcommandanten die de Duitsers hadden. Deze reputatie maakte Wittmann ook hier waar door ongeveer 25 Britse voertuigen, variërend van tanks tot gewone voertuigen, uit te schakelen. De tegenaanval van de Duitsers bleek zo hevig te zijn dat Major-General George Erskine besloot zijn troepen terug te trekken. Diverse divisie- en korpscommandanten zouden als gevolg van deze terugtocht ontslag krijgen. Bovendien was de opmars naar Caen opnieuw vertraagd.

Van 18 tot 22 juni was het erg slecht weer in Normandië. Er raasde een storm over het gebied die zelfs de Mulberryhavens zwaar beschadigde. Dit zorgde ervoor dat de aanvullingen en bevoorradingen stokken. Ondertussen brachten de Duitsers ook extra mensen naar het front om de verdediging te versterken. Een ander gevolg van de storm was dat de opmars naar Caen stil kwam te liggen, met het slechte weer was het niet mogelijk om een gedegen aanval op de stad uit te voeren.

De Britse opmars naar Caen werd voortgezet in de vorm van Operatie Epsom. Het XXX en VIII Corps moesten oprukken in de richting van Caen. Ze werden ondersteund door ongeveer zevenhonderd stukken geschut, drie kruisers en de HMS Roberts (F40). Er werden in het begin wat vorderingen gemaakt, maar al vrij snel bleek dat ook Operatie Epsom niet zou leidden tot de inname van Caen. Er was echter wel een gat in de Duitse verdediging geslagen. De Duitsers deden meerdere tegenaanvallen op de Britse aanvallers, maar deze werden allemaal afgeslagen. Caen was nog altijd niet in Britse handen maar de Duitse verdedigers waren inmiddels zo verzwakt dat zij geen tegenaanval van betekenis op het geallieerde bruggenhoofd konden uitvoeren.

Ondertussen werd Caen steeds heviger gebombardeerd door de geallieerde luchtmacht. Caen was al tijdens de voorbereidingen voor D-Day gebombardeerd en ook op D-Day zelf had de stad moeten lijden. Hoe dichterbij de Britten kwamen, hoe meer schade de stad opliep tijdens de gevechten en bombardementen. Het I Corps voerde een nieuwe aanval uit op Caen en op 9 juli viel de stad eindelijk in Britse handen. In de stad was er slechts nog Duits verzet in de vorm van sluipschutters en enkele beschietingen van buiten de stad. Caen was pas meer dan een maand na D-Day in Britse handen gevallen, meer dan een maand later dan gepland.

Definitielijst

Bocage
Het karakteristieke heggenlandschap van Normandië. Dit landschap vertraagde de opmars van de Geallieerde troepen na D-day zeer en kostte hen vele slachtoffers omdat de heggen zeer goed verdedigbaar waren en derhalve stuk voor stuk veroverd dienden te worden op de Duitsers.
Brigade
Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
bruggenhoofd
Een aan de andere kant van een (natuurlijk)opstakel veroverd stuk land waaruit de aanvaller zijn aanval verder kan voorzetten.
D-Day
De dag dat de invasie van West-Europa plaatsvond op 6 juni 1944. Na een lange misleidingsoperatie vielen de geallieerden op vijf plaatsen op de Normandische kust de stranden binnen om zo hun opmars naar Nazi-Duitsland te beginnen. Hoewel D-Day vaak als Decision Day wordt gezien, is dit niet geheel correct. De D staat in dit geval gewoon voor Day, in het militaire jargon wordt namelijk gesproken van een operatie op Dag D, beginnend op Uur U.
divisie
Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).
Operatie Epsom
Brits offensief van 26 tot 30 juni 1944 met de bedoeling om Caen in Normandië te veroveren. De stad werd pas de volgende maand compleet veroverd.

Afbeeldingen

De ruines van de stad Caen.
Michael Wittmann, de tankcommandant die de Britten veel oponthoud bezorgde tijdens hun opmars naar Caen.