In 1995 verscheen er in Helmond een boek over Helmond tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek 'Onder bescherming van de engel Gabriël, geschreven door Sanne Vonk, leverde ook een aantal reacties op. Waaronder die van Antoon Verberne. Op bladzijde 68 wordt van Cor Moedt verhaald. Cor en Antoon waren vrienden, werden beiden opgepakt wegens sabotage-activiteiten en zaten samen gevangen tot Cor op 23 januari 1943 werd doodgeschoten in concentratiekamp Neuengamme. Het telefoontje van de heer Verberne resulteerde in een interview, waarvan hieronder het verslag volgt. Dit artikel werd als eerste gepubliceerd in Helmonds Heem, 1995 nummer 1 van de Heemkundekring Helmond Peelland.
Dit artikel over de bevrijding van Helmond verscheen in een boekje dat vermoedelijk in 1945 is uitgebracht: 'Herdenkingsalbum van Helmond's bevrijding - 25 september 1944'. Wij hebben het hier in de oorspronkelijke schrijfstijl overgenomen. Gek genoeg wordt in het artikel twee keer september 1945 geschreven. Wij gaan er vanuit dat hier 1944 wordt bedoeld.
Dit is een passage van 'The Story of the 23rd Hussars 1940-1946' dat gepubliceerd werd in 1946. Dit verhaal gaat over de bevrijding van Stiphout en Helmond tussen 22 en 25 september 1944.
We schrijven zaterdag 23 december 1944, bijna drie maanden na de bevrijding van Helmond op 25 september 1944. De oorlog is echter nog lang niet voorbij. Helmond was veranderd in een rustplaats. In de stad lagen hoofdkwartieren en werkplaatsen. Af en toe werd men opgeschrikt door de Duitse dreiging, tijdens operatie Kent, of een sporadisch bombardement. Zo ook op deze dag.
Na de bevrijding van Parijs op 25 augustus 1944 rukten geallieerde troepen snel naar het noorden op. Het zou echter nog precies een maand duren voordat Helmond helemaal bevrijd werd. Brussel werd op 3 september bevrijd, Antwerpen een dag later. Voor de grondtroepen uit was een waar luchtoffensief aan de gang. Met zowel bommenwerpers als jagers werden gronddoelen aangevallen. De spoorwegen en de treinen die er nog op reden, werden steeds meer het doel van deze vliegtuigen.
Helmond werd op 25 september 1944 bevrijd door Britse troepen. Al heel snel veranderde de stad in een rest centre, een legerplaats met onderhoudstroepen waar man en materieel konden uitrusten en opknappen. Hiervoor was ruimte nodig, veel ruimte. De Britse 171st Company, R.A.S.C. nam haar intrek in het Helmondse slachthuis aan de toenmalige Deurnescheweg.
Tegen het einde van deze maand (25 september 1954) zal het tien jaar geleden zijn dat Helmond van de Duitse bezetters werd bevrijd. Tijdens de dagen, dat het "front" dwars door Helmond liep, heeft een groepje medewerkers en omwonenden min of meer afgesloten in de fabriek "gewoond". De heer van Gend heeft indertijd van hun belevenissen een verslag geschreven. Op veler verzoek plaatsen wij als herinnering aan deze bevrijdingsdagen thans dit relaas. (Redactie De Rakel)
"We weten niet hoe deze verschrikking zal aflopen, wij hopen van ongedeerd. Mocht het niet zo zijn, dan allemaal hartelijk van ons gegroet en tot weerziens [in het] hiernamaals." Een zin uit het afscheidsbriefje dat Willem Kalb schreef tijdens de bevrijding van Helmond. Kalb woonde op de Julianalaan 37 in Helmond, aan de westkant van de Zuid-Willemsvaart. Het briefje werd geschreven op 22 september 1944 toen die kant van het kanaal hevig werd aangevallen door Britse troepen. Kalb wist niet of hij en zijn gezin het zouden overleven en schreef in zijn kelder het briefje. Na de bevrijding van Nederland schreef hij een langere brief naar zijn familie in Rotterdam, met daarin zijn herinneringen aan de bevrijding.
Gerard Schampers was één van de 22 studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dassel tewerkgesteld werd. Hij studeerde aan de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg en weigerde, net als bijna al zijn medestudenten, de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te ondertekenen. Na de oorlog vertelde Gerard niet veel over zijn oorlogsgeschiedenis. Na Gerards dood in 2006 ging zijn jongere broer Joep in 2009 op zoek naar het oorlogsverleden van zijn broer. Hier volgt wat Joep na zijn zoektocht schreef.
Toen wij de winter van 1941 – 1942 tegemoet gingen, zag het er met de brandstoffenvoorziening kortweg "miserabel" uit! Ook met de produktie was het niet best gesteld, maar om verschillende redenen moest er worden gewerkt en dus... moest ook de schoorsteen blijven roken. De ouderen onder ons zullen zich zonder twijfel nog wel de tijd herinneren, dat een deel van onze eigen mensen in 1942 en 1943 in de Peel turf gingen graven en het is over dit werk, dat wij U in dit speciale nummer van "De Rakel" een en ander willen vertellen. Wij doen dit met temeer genoegen, omdat het ons bekend is, dat de heer P. Fetener van Vlissingen Pzn., tezamen met zijn neef de heer P.J. Fentener van Vlissingen Hzn., een zeer groot aandeel heeft gehad in de behandeling en de dagelijkse leiding van deze zaken.
Dit artikel komt uit het dagboek van F.C. Vincent uit Helmond. Hij schreef in het laatste oorlogsjaar een uitgebreid dagboek, waarin diverse langere artikelen te vinden zijn. Dit is er één van, over de levensmiddelen distributie vanuit Helmond.
11 Mei 1940 en 25 September 1944 zijn de historische data in Helmond’s historie, waartusschen een dikke vier jaren van nazi-terreur liggen. De dag der bevrijding bevat zoveel overeenkomst met dien der bezetting, dat de stad in beide gevallen groot gevaar liep zwaar geteisterd te zullen worden, doch niettemin er voor bespaard bleef – al waren er dan op liberation – dan ook meer brokken te tellen dan op den dag welke de jaren van knechting inluidde. Maar dat is ook de enige gelijkenis, voor het overige zijn er alleen maar tegenstellingen.
Net als veel andere studenten weigerde Gerard Schampers in 1943 de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. Hierdoor werd hij met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam hij op 26 mei 1943 in Dassel aan. Niet alleen, maar met 21 andere studenten. Van deze studenten kende hij er al een aantal, van zijn studie in Tilburg, of uit zijn woonplaats Helmond. Dit is zijn verhaal van de eerste twee maanden in Dassel tot de eerste der studenten naar huis terugkeerde.
"Ik moet over de ziekte van Jan Heling vertellen. Het is niet zoals ik schreef griep of longontsteking, maar disenterie. Dat is vrijwel zeker. De dokter heeft 't niet willen zeggen, maar hij zei wel dat 't besmettelijk was." Gerard schreef hier over de eerste ziektes in het Lager in Dassel, Duitsland. Hier was hij met 21 andere studenten tewerkgesteld, omdat ze weigerden de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. In totaal werden 3.000 studenten voor de Arbeitseinsatz in Duitsland ingezet. Dit is Gerards verhaal van de tweede helft van 1943.
"Even laat ik weten dat we weer 'ns op reis gaan. De reis gaat nu naar Dassel. We komen daar op 'n vrij kleine fabriek. Dassel is 'n gat. Het ligt bij Holzminden noordwest van Herzberg. Iets zuidoost van Bielefeld, 'n beetje dichter bij de grens. Op de rand van Westfalen. Vanmiddag om half drie gaan we er naar toe." Dat schreef Gerard Schampers op 26 mei 1943 naar huis. Hij had zich als student moeten melden voor de Arbeitseinsatz en was 6 mei 1943 uit Tilburg vertrokken. Dit is het verhaal van zijn reis naar Duitsland, waar hij anderhalf jaar zou blijven werken.
Harmen Maas werd op 13 september 1943 benoemd tot NSB-burgemeester van Helmond. Krap een jaar later, op 5 augustus 1944 werd hij door de NSB ontslagen. Wat betekende deze man voor Helmond?
Het is 5 september 1944, Dolle Dinsdag. In Helmond zien de burgers een uittocht van Duitse militairen. Hoofdwachtmeester Moedt van de Helmondse politie schreef: "[Er] reden door deze gemeente in de richting Duitschland vele auto's enz. toebehoorende aan en in gebruik bij de Duitsche weermacht. Meerdere auto's waren bemand met personen behoorende tot verschillende troepenonderdeelen. Dit alles wees min of meer op een wilde vlucht zonder eenige leiding." De Helmonders zagen hun kans schoon en trokken naar de opslagplaatsen van Duitse militaire goederen om te kijken wat er te halen viel.
De Tweede Wereldoorlog wordt vaak beschreven, zo ook in Helmond. De verzetsmannen, onderduikers, slachtoffers en geallieerde acties komen vaak aan bod. Wat minder vaak voorkomt is het verhaal van de andere kant. De Helmondse bevolking die de verkeerde keuze maakte. Zij die met de Duitsers heulden. Soms een beetje fout, soms heel erg fout. We zullen proberen in dit artikel een aantal van deze verhalen te behandelen. Meestal geanonimiseerd, dat wel.
De heer F.A. Van Oekel, die al eens eerder in ons blad heeft geschreven over zijn ervaringen op de Handdrukkerij rond het jaar 1900, heeft thans zijn herinneringen aan de meidagen van 1940 en de donkere jaren, welke daar op volgden, op het papier gezet. Nu de datum waarop wij elk jaar onze bevrijding herdenken weer nadert, achten wij dit een geschikt moment om het begin van zijn relaas in "De Rakel" af te drukken. (Redactie De Rakel)
Het is ondertussen ruim drie jaar geleden dat ik schreef over de ontdekking van een "nieuwe" foto van de Veestraatbrug in oorlogstijd. Nieuw was de foto uiteraard niet, hij was namelijk in 1944 genomen, maar voor de geschiedschrijving over Helmond kwam hij wel degelijk als een verrassing. Het bijzondere is, dat er op die foto een brug op de plek van de oude te zien is. Op andere foto’s is vrijwel altijd de tijdelijke brug schuin naast de opgeblazen Veestraatbrug te zien.
Dit artikel over de bevrijding van Helmond verscheen in een boekje dat vermoedelijk in 1945 is uitgebracht: 'Herdenkingsalbum van Helmond's bevrijding - 25 september 1944'. Wij hebben het hier in de oorspronkelijke schrijfstijl overgenomen. Met de [url=/news/10498/Het-mysterie-van-de-Norfolkdivisie.htm]Norfolkdivisie[/url] wordt de Britse 11th Armoured Division bedoeld, verantwoordelijk voor de bevrijding van Helmond. Het 1st Royal Norfolk Regiment was onderdeel van de Britse 3rd Infantry Division en was een van de eerste eenheden in de stad.
9 mei 1940, een donderdag, Nederlandse troepen liggen aan de Duitse grens en achter de Maaslinie. Daarachter bemannen de Nederlanders ook de Peel-Raamstelling, onder andere aan het Peelkanaal tussen Deurne en Ysselsteyn, op de grens van Limburg. De kazematten staan er tegenwoordig nog. In Helmond is het op deze dag in mei nog rustig, maar dat zal niet lang meer duren. Op 10 mei zal het Duitse leger Nederland binnenvallen.
Jacobus Hendriks diende vanaf 1922 bij de Koninklijke Marechaussee. In 1940 diende hij bij de Brigade in Tilburg en werd na de Duitse inval in Nederland teruggetrokken op Zeeland. Vanuit Zeeland ging de reis naar Frankrijk en door naar het Verenigd Koninkrijk. Daar verbleef hij vier jaar bij de Prinses Irene Brigade om uiteindelijk met het Militair Gezag terug te keren naar Nederland. Na de oorlog werd hij overgeplaatst naar de Rijkspolitie en diende hij als groepscommandant in Mierlo.
Dit zijn de oorlogservaringen van Reserve 2e Luitenant Max Lahm, Commandant Verbindingsafdeling, I Bataljon, 27e Regiment Infanterie. Hij schreef deze teksten ergens rond 1990. Er zijn drie versies, die in sommige delen veel overlappen. Wij hebben ze samengevoegd tot onderstaande tekst. De originele teksten en schrijfwijzes zijn zo veel mogelijk intact gelaten.
Half oktober 1944, Helmond is ondertussen getransformeerd van een stad onder bezetting naar een rustplaats voor geallieerde troepen. Hoofdkwartieren werden in de stad gevestigd, niet alleen in de dure herenhuizen op 'dn bult' aan de westkant van het kanaal, maar ook op andere plekken in de stad, zoals in het missiehuis "Christus Koning" in de wijk Brouwhuis. Er leek niet veel meer aan de hand in de stad. De vrede werd gevierd! Maar schijn bedriegt...
We schrijven september 1944. Dolle Dinsdag is net achter de rug en operatie Market Garden staat op het punt te beginnen.
Het is ruim vijf jaar geleden dat de schrijver van dit artikel van een bevriend historicus een schriftje kreeg. Een eenvoudig groen-grijzig kaftje, met een wit labeltje en een naam er op. Het zijn slechts 26 velletjes, met potlood beschreven. Op de laatste pagina is getekend met een andere naam dan op de voorkant, de datum 26 november 1945. Het betreft een verslag van drie jonge jongens, geboren in 1927 en 1928, pas zeventien en achttien jaar in 1945. Het behandelt hun terugreis uit Duitsland die plaatsvond van maart tot en met juni van dat jaar.