TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

De Tweede Wereldoorlog wordt vaak beschreven, zo ook in Helmond. De verzetsmannen, onderduikers, slachtoffers en geallieerde acties komen vaak aan bod. Wat minder vaak voorkomt is het verhaal van de andere kant. De Helmondse bevolking die de verkeerde keuze maakte. Zij die met de Duitsers heulden. Soms een beetje fout, soms heel erg fout. We zullen proberen in dit artikel een aantal van deze verhalen te behandelen. Meestal geanonimiseerd, dat wel.


Het oude kantongerechtgebouw in Helmond. Bron: Jeroen Koppes.

De accountant

Meneer F. werd in de jaren zeventig van de negentiende eeuw geboren in Rotterdam. Hij werd accountant en trouwde nog voor de eeuwwisseling. Dit huwelijk strandde en hij hertrouwde in 1906. Het echtpaar streek neer in Helmond en hij voerde hier een accountantskantoor in een van de villa's in de stad. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd hij failliet verklaard. Een maand later werd dit faillissement al opgeheven (afgerond) bij gebrek aan baten.

Wat er precies na zijn faillissement heeft afgespeeld is niet bekend. Zijn accountantskantoor heeft hij wel kunnen doorzetten. Na de bevrijding van Helmond op 25 september 1944 werd hij opgepakt op verdenking van steunverlening aan de vijand. Er werden hem een viertal zaken ten laste gelegd:

  1. Steun verlenen aan de vijand door de inrichting van de accountantsdienst van het Kabinet van het Presidium van de Nederlandsche Oostcompagnie.
  2. Als lid aangesloten te zijn bij de Nationaal Socialistische Beweging, de Nederlandsche Volksdienst, de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap en het Nederlandsche Arbeidsfront en dat hij als donateur de Technische Noodhulp financieel heeft gesteund.
  3. Gecollecteerd te hebben voor de Winterhulp Nederland.
  4. Voordeel heeft getrokken uit de oorlog of de vijandelijke bezetting.

De Nederlandsche Oostcompagnie (NOC) werd in 1942 opgericht door Rost van Tonningen. Deze organisatie werd opgericht om in de door Duitsland veroverde gebieden in het oosten van Europa een soort van koloniën te creëren. Een paar duizend Nederlanders vertrokken naar Oost-Europa om daar hun geluk te beproeven in de landbouw, visserij of andere beroepen. F. bleef in Nederland en verrichtte alleen accountantsdiensten voor het presidium.

De Nationaal Socialistische Beweging (NSB) werd in 1931 opgericht en werd vooral bekend door haar leider, Mussert, en de collaboratie met de Duitse bezetter. Tijdens zijn proces gaf F. aan dat hij zonder gewetensbezwaren het lidmaatschap had aanvaard, omdat ten tijde van zijn aanmelding het on-Nederlandse karakter nog niet zichtbaar was geworden.

De Nederlandsche Volksdienst, opgericht in 1941, was een nationaalsocialistische liefdadigheidsinstelling als voorloper voor de meer bekende Winterhulp Nederland. Het hield zich vooral bezig met steun aan bombardementsslachtoffers en hulp aan kinderen en aanstaande moeders. De eveneens in 1941 opgerichte Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap had als doel om het culturele leven en samenwerking tussen Nederland en Duitsland te bevorderen.

Het Nederlandsche Arbeidsfront werd in 1942 opgericht als vakbondsorganisatie; alle andere vakverenigingen werden ontbonden. De Technische Noodhulp was in 1941 opgericht op specialistische technische ondersteuning te bieden in geval van calamiteiten aan bijvoorbeeld openbare nutsvoorzieningen.

Alle hem ten laste gelegde punten werden bewezen verklaard. Hij werd veroordeeld tot de tot dan toe gezeten gevangenisstraf en hij zou nooit meer het beroep van accountant mogen uitvoeren. Hij kwam na de uitspraak in 1946 dan ook meteen vrij. Hij overleed twee jaar later.

Nadat meneer na de bevrijding was opgepakt werd zijn vrouw het huis uit gezet. De villa werd in zijn geheel overgenomen door Britse officieren. Zij trok op een ander adres in de stad in. Voor het inkwartieren van geallieerde militairen golden standaard vergoedingen. Het lijkt er op dat de familie F. wat moeite had om die vergoedingen ook daadwerkelijk te krijgen. Op 10 december 1944 werd er namens de familie een brief naar de gemeente gestuurd met daarin:

"Ten gevolge van het feit, dat haar man momenteel zijn bewegingsvrijheid mist en dat de bankinstelling der familie – in het noorden des lands liggende – momenteel evenmin te bereiken is, zijn de geldmiddelen van mevrouw F. momenteel zeer beperkt en zullen wij het op prijs stellen, indien u tot uitbetaling van het tegoed – geheel of gedeeltelijk – zoudt willen overgaan."

Drie maanden later volgde er nog een brief waaruit bleek dat er nog steeds niks was uitgekeerd. Daar volgde van de gemeente een reactie op dat reclameringen dienden te worden voorzien van zoveel mogelijk feitelijke gegevens, "als juiste data van aankomst en vertrek en […] aan te geven of en zo ja waarom geen inkwartieringsbiljetten worden overgelegd. Dezerzijds is herhaaldelijk gepubliceerd, dat door de ingezetenen aan in kwartier komende militairen inkwartieringsbiljetten moeten worden gevraagd."

Twee van de officieren die in de formulieren werden genoemd zijn "1e luitenant-kwartiermeester Randall met Kapitein-dokter Price." Dit bleken Lieutenant Ernest Reginald Randall (221772) en Captain Godfrey Charles Price (238399) te zijn. Beide officieren van 4th Battalion, Grenadier Guards. Randall diende daar als quartermaster en Price als Medical Officer. Randall kreeg na de oorlog een MBE (Member of the Most Excellent Order of the British Empire) toegekend vanwege zijn verdiensten als quartermaster voor zijn eenheid.

Randall was sinds januari 1942 de quartermaster van 4th Battalion, Grenadier Guards. Hij landde met zijn eenheid in juli 1944 in Normandië. Volgens de citation bij de onderscheiding werd het vooral lastig om zijn taak uit te voeren in de sneeuw en ijs in de Aken-sector en de modder en overstromingen rond Kleve. Daarnaast diende hij enorme afstanden te overbruggen bij de snelle opmars met de 6th Airborne Division van de Rijn tot de Elbe. Zijn plichtsgevoel en persoonlijke moed waren een voorbeeld voor anderen.

Definitielijst

collaboratie
Medewerking vanuit de bevolking aan de bezetters, meer in het algemeen samenwerking verleend aan de vijand door zogeheten collaborateurs.
NSB
Nationaal Socialistische Beweging. Nederlandse politieke partij die symphatiseerde met de Nazi's.

Concierge van de Duitse School

Mevrouw E. en meneer P. waren op 4 november 1939 getrouwd. Hij was lid van de Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij (N.S.N.A.P.), Nederlands Arbeidsfront, Winterhulp Nederland, Nederlandsche Volksdienst en Technische Noodhulp (T.N.). Hij had vrijstelling voor zijn radio en ontving Duitse militairen aan huis. Daarnaast was hij als concierge gaan werken voor de Duitse School in de Openbare Lagere School aan de Zuid-Koninginnewal in Helmond. Hij liep rond met een hakenkruisinsigne en stak thuis de hakenkruisvlag uit.

Tijdens de zitting van het tribunaal gaf P. aan dat hij lid was geworden van de N.S.N.A.P. voor een betere positie van de arbeiders. De T.N. vond hij een "mooie instelling". De vlag had hij gekregen van het hoofd van de Duitse School en derhalve gaf P. aan dat "hij had gemeend, ze nu ook maar te moeten gebruiken." Thuis had hij portretten hangen van Adolf Hitler en Hermann Göring.

E. werd ten laste gelegd dat ze kleding herstelde voor Duitse militairen en lid was van de N.S.D.A.P. en N.S.V., de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt. Ze was in Hilden, in Duitsland, geboren. Ook haar werd aangerekend dat ze op de verjaardag van Adolf Hitler de hakenkruisvlag uit hing. Verder had ze voordeel getrokken door als poetsvrouw bij de Duitse School aan de slag te gaan.

De advocaat van P. gaf aan dat hij de hem bekende onderduikers niet had verraden en dat hij een "niet onbetrouwbaar persoon, die evenwel heeft geprofiteerd" was. De advocaat van zijn vrouw gaf aan dat ze meerdere malen personen had gewaarschuwd als er een razzia aan zat te komen.

P. werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek. E. werd meteen in vrijheid gesteld na een gevangenisstraf van ruim 10 maanden. Beide werden uit het actieve en passieve kiesrecht gezet en mochten geen openbaar ambt meer bekleden.

Definitielijst

razzia
Georganiseerde drijfjacht op een groep mensen. Dat konden Joden zijn, maar ook onderduikers of andere groeperingen.

De kunstschilder en zijn schoonvader

De Nederlandsche Kultuurkamer werd in 1941 door de Duitsers opgericht. Kunstenaars, schrijvers, acteurs, muzikanten en journalisten moesten zich hierbij verplicht aansluiten, anders mochten ze hun werk niet meer doen. Velen deden dat ook, maar een aantal weigerde. Joden waren uitgesloten. Er waren zes gilden, de kunstschilders vielen onder het Gilde voor Bouwkunst, Beeldende Kunsten en Kunstambacht.

Kunstschilder T. had zich bij de Kultuurkamer aangesloten zodat hij een vergunning voor het verkrijgen van linnen kon krijgen. Daarnaast was hij op aandrang van zijn schoonvader en als gevolg van armoede lid geworden van de N.S.B. Hij was in november 1940 getrouwd met de dochter van een N.S.B.'er. zijn schoonvader was tevens lid van het N.A.F. (Nederlands Arbeidsfront) en blokleider van de N.V.D. (Nederlandsche Volksdienst).

Het tribunaal hield er rekening mee dat hij maar kort lid was geweest van de N.S.B. en dat dit onder invloed van zijn schoonvader was gebeurd. Hij had al 4,5 maand vast gezeten en werd daardoor meteen in vrijheid gesteld. Wel werd hij uit het actieve en passieve kiesrecht gezet.

Zijn schoonvader J. was naast de eerder genoemde organisaties ook actief voor de Winterhulp geweest. Bij het collecteren had hij meerdere malen dreigementen geuit, iets wat J. zelf tijdens de zitting ontkende. Volgens de Helmondsche Courant kreeg hij "de wind van voren, een der Tribunaalleden had dienaangaande persoonlijke ervaringen!" Verder werd hem ten laste gelegd dat hij tijdens de April-Meistaking van 1943 op het postkantoor een verslag had geschreven en dat had doorgestuurd naar de kringorganisator der Beweging. Hierin noemde hij enkele namen van bij de staking betrokken collega’s, die hij hierdoor in gevaar bracht.

Zijn advocaat gaf aan dat J. echter geen landverrader was. Hij had geweigerd onderduikers aan te geven. "Na ca 1,5 uur landwachtdienst te hebben verricht – aldus pleiter – brak zijn cliënt met Landwacht en Beweging op een ogenblik dat zulks voor hem vele risico's met zich bracht." De advocaat vroeg om snelle vrijlating. Hij had al 20 maanden gezeten en zijn grote gezin verkeerde in "zorgelijke omstandigheden". J. gaf nogmaals aan dat hij zijn verkeerde houding ten zeerste betreurde.

Schoonvader J. werd veroordeeld tot 2 jaar, waardoor hij nog een aantal maanden zou vast zitten. Daarnaast werd ook hij uit het actieve en passieve kiesrecht gezet. Hij mocht ook niet meer als "humorist-conferencier" optreden.

Definitielijst

Landwacht
Tijdens de bezetting gewapende NSB-ers met politiebevoegheden.
Nederlandsche Kultuurkamer
Op 25 november 1941 door de rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied, Arthur Seyss-Inquart, ingestelde overkoepelende vakorganisatie van allen die werkzaam waren op het gebied van kunst en cultuur.

Een vader en zijn dochters

P. was een vader van in ieder geval twee dochters, A. en B. Zijn dochters werden in respectievelijk 1921 en 1926 geboren. Beide waren als leidster actief geweest in de Jeugdstorm. Ze gaven na de oorlog beide als verklaring dat ze dat vooral gedaan hadden voor het jeugdwerk. Voor de politieke kant van de organisatie hadden ze niet veel gevoeld. De president van het tribunaal vroeg aan B. of ze pro-Duits was. Als reactie gaf ze: "Ik weet het niet! Wat verstaat u daaronder?" B. was tevens lid geweest van de Germaansche Landdienst. Een organisatie die in Oost-Europa voor de landbouw moest gaan zorgen. A. had een aanbod gekregen om als sportleidster te gaan werken voor de Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie (N.S.V.O.), maar dat had ze afgewezen. Wel had ze een aantal keer met de N.S.V.O. samengewerkt. Verder was ze bij het bezoek van Mussert aan Helmond in 1942 met de Jeugdstorm aanwezig. A. gaf als reden dat "dit was bij wijze van versiering, denk ik".

Beide dochters waren voor vier maanden vrijwillig naar Polen gegaan om daar te gaan werken. B. was daar echter ziek geworden en had naar eigen zegge niet gewerkt. Ze keerde terug naar Helmond en kreeg via de N.S.B.-burgemeester Harmen Maas een baan bij de gemeente. Haar zus gaf aan dat ze na terugkeer uit Polen was gestopt bij de Jeugdstorm. Beide vrouwen hadden al 12 maanden vast gezeten. Het tribunaal vond dat voldoende. Beiden werden ook uit het actief en passief kiesrecht gezet en mochten geen ambt meer bekleden dat van publieke gelden werd betaald.

Vader P. werd een hele lijst aan beschuldigingen ten laste gelegd. Hij was lid geweest van de N.S.B., de N.V.D. (Nederlandsche Volksdienst), het N.A.F. (Nederlands Arbeidsfront) en het Economisch Front. Daarnaast was hij hulp-landwachter en hielp in die hoedanigheid bij de arrestatie van onderduikers. Hij collecteerde voor de Winterhulp en kreeg vrijstelling voor het houden van een radio. Hem werd ook aangerekend dat hij zijn dochters toestemming had gegeven tot lidmaatschap van de Jeugdstorm. P. ontkende een aantal beschuldigingen, maar welke is niet helemaal duidelijk. Zijn advocaat omschreef P. als een "slappe figuur, N.S.B.er geworden uit armoede". De advocaat vroeg dan ook om vrijlating. P. had op dat moment al anderhalf jaar vastgezeten.

Het zou anders uitpakken. Het tribunaal adviseerde de regering om P. zeven jaar vast te houden, tot september 1951. Ook hij werd uit het actieve en passieve kiesrecht gezet.

De wethouder en zijn vrouw

Wethouder Bouwman was al sinds 1935 lid van de N.S.B. en daarnaast ook lid van het N.A.F. (Nederlands Arbeidsfront) en de N.V.D. (Nederlandsche Volksdienst). Hij was werkzaam op het hoofdkantoor van het N.A.F. Totdat hij door N.S.B.-burgemeester Harmen Maas werd aangesteld als wethouder van Sociale Zaken in Helmond. Toen Maas op 5 augustus 1944 werd ontslagen nam Bouwman het burgemeesterschap tijdelijk waar. Op Dolle Dinsdag, precies een maand later, verdween hij uit de stad.

In september 1946 moest Bouwman zich voor het tribunaal in Helmond verantwoorden. Een van de beschuldigingen was dat hij iemand bedreigd zou hebben met het inzetten van de Landwacht. Hij reageerde daarop met: "De Landwacht was van een zodanige kwaliteit, dat ik me zou hebben geschaamd haar te gebruiken." Hij noemde de leider van de N.S.B., Anton Mussert, een "onkreukbaar man, waarvoor ik hem ook heden nog houd". Deze uitspraak deed hij een aantal maanden na de ter dood veroordeling en executie van Mussert.

De advocaat van de verdachte wees het tribunaal er op dat premier Beel had gepleit voor de vrijlating van lichte gevallen. Daaronder rekende de advocaat ook deze ex-wethouder. Verder had de verdachte al zeven maanden geïnterneerd gezeten. Hij werd echter veroordeeld tot anderhalf jaar, met aftrek, waardoor hij tot juli 1947 vast zou zitten. Daarnaast werd hij uit het actieve en passieve kiesrecht gezet en mocht hij geen "uit openbare kas bezoldigde betrekking" meer bekleden.

De vrouw van Bouwman stond dezelfde dag voor het tribunaal. Zij was lid geweest van de N.S.B. en de N.S.V.O. (Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie). Na de veroordeling van haar man vond de advocaat "dat het Tribunaal er weinig voor voelt te handelen volgens de nieuwe richtlijnen van minister-president Beel". Hij vroeg om clementie. Zij had ook al zeven maanden vast gezeten. Mevrouw Bouwman werd wel meteen vrijgelaten, maar wel uit het actieve en passieve kiesrecht gezet.

Definitielijst

Landwacht
Tijdens de bezetting gewapende NSB-ers met politiebevoegheden.

Twee broers in de N.S.B.

Voor het Helmondse Tribunaal verschenen eind 1946 twee broers, L. en W. Beide woonden in Helmond. L. was de oudste van de twee, hij was met een leeftijd van 47 jaar vier jaar ouder dan zijn broer W. Beide waren lid geweest van de N.S.B., N.V.D. en N.A.F.

L. was lid geworden van de N.V.D. (Nederlandse Volksdienst) om extra kolen te ontvangen en om zijn radio te kunnen houden. Hij was lid van het N.A.F. (Nederlands Arbeidsfront) geworden doordat de Rooms-Katholiek Werkliedenverbond (R.K.W.V.) in de zomer van 1941 werd opgeheven. Hij ging akkoord met de automatische overschrijving naar het Nederlands Arbeidsfront, veel andere leden deden dit niet en zegden hun lidmaatschap op. Hij was lid van de N.S.B. geworden "in het belang van zijn gezin" van elf kinderen.

Naast deze lidmaatschappen was hij vrijwillig in Duitsland gaan werken. Hij had ook toestemming gegeven aan twee van zijn zoons om zich, respectievelijk, aan te sluiten bij de Landstorm en de SS. Drie andere kinderen waren lid geworden van de Jeugdstorm. Een N.S.B.-organisatie die te vergelijken was met de Hitlerjugend in Duitsland. Als excuus voor de eerste twee kinderen gaf hij aan "dat ze het zonder toestemming toch wel zouden hebben gedaan".

L. werd veroordeeld voor de gevangenisstraf die hij al had uitgezeten, 14,5 maand. Daarnaast werd hij uit het actief en passief kiesrecht gezet en werd zijn radio verbeurd verklaard.

Broer W. had ook vrijwillig voor de Duitsers gewerkt. Eén van zijn kinderen was ook lid geweest van de Jeugdstorm. Hij was in 1942 lid geworden van de N.S.B. omdat hij bang was zijn bedrijf te moeten sluiten. In 1944 zei hij zijn lidmaatschap weer op, omdat hij zijn radio moest inleveren. Zijn advocaat wees op de gunstige getuigenverklaringen in het dossier en gaf aan dat de verdachte geen overtuigd N.S.B.-er was. Ook hij had 14,5 maand vast gezeten en werd vrijgelaten. Naast het verwijderen uit het actief en passief kiesrecht werd ook zijn vermogen tot een bedrag van 1.500 gulden (ongeveer 7.500 euro nu) verbeurd verklaard.

Definitielijst

Landstorm
Vóór WO II de benaming voor verschillende, uit vrijwilligers bestaande formaties van de landmacht in Nederland. De Landstorm werd kort na de Duitse inval in 1940 door de bezetter ontbonden.

Twee landwachters en de arrestatie van Jozef Evers

Meneer H. was lid van de N.S.B. en het N.A.F. (Nederlands Arbeidsfront). Hij was bij de Nederlandse Landwacht gegaan waar hij enkel de laatste 14 dagen van de oorlog als chef van de Landwacht in Helmond diende. N.S.B.-burgemeester Harmen Maas had hem verteld dat de Landwacht enkel ter bestrijding van de zwarte handel was. Volgens de verdachte had hij als chef van de Landwachters niet veel te vertellen: "de politiemannen van de Arbeids-controle waren de kwaje lui".

De arrestatie van Jozef Evers was volgens de verdachte de schuld van Landwachter J. De rechtbankverslaggever schreef over Evers dat hij "naar Duitsland is vervoerd en daarvan tot op heden niet terugkeerde." Evers werd eerst naar Kamp Amersfoort gebracht en overleed uiteindelijk op 31 mei 1945 in Oost-Europa. Dit is slechts een administratieve datum, de echte datum en plaats van overlijden is tot op heden niet bekend.

In een interviewreeks met Heemkundekring Helmont schreef de heer Verhoeven na de oorlog over Evers: "Die jongen was ondergedoken in Bakel bij een boer, die moest daar werken. Die moest kostgeld betalen en die moest bonnen geven. En bonnen had hij natuurlijk niet en zodoende [...] was die jongen opgepikt. Hij is nooit meer terug gekomen. Die was verraden door een zekere meneer J., NSB-er."

De president van het tribunaal vroeg nog aan H.: "je voelde je zeker toch niet populair in Helmond?" Hij reageerde daarop met: "ik heb geen last van de mensen gehad". Waarop de president terugkaatste: "Maar de mensen wel van jou!"

H. werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar, zonder aftrek van voorarrest, wat zou betekenen dat hij tot 1956 gevangen zou hebben gezeten. Of dat ook daadwerkelijk is gebeurd hebben we niet kunnen achterhalen. Tevens werd hij veroordeeld tot ontzetting uit het passief en actief kiesrecht. Hij mocht hierdoor niet meer stemmen of zichzelf kiesbaar stellen.

Waar H. in juli 1946 voor het tribunaal stond, zou Landwachter J. pas eind 1946 voor het tribunaal verschijnen. Hij was ook lid geweest van de N.S.B. en de N.A.F. Hij was ook op verzoek van burgemeester Maas aangesteld als hulplandwachter. Daarnaast had hij gewerkt op het Marinebekleidungslager in Helmond. Volgens de rechtbankverslaggever waren er gunstige getuigenverklaringen. J. werd vrijgelaten en ontzet uit beide kiesrechten. Over zijn betrokkenheid bij het lot van Jozef Evers werd niet meer gesproken.

Definitielijst

Landwacht
Tijdens de bezetting gewapende NSB-ers met politiebevoegheden.
NSB
Nationaal Socialistische Beweging. Nederlandse politieke partij die symphatiseerde met de Nazi's.

Een N.S.B.-echtpaar

Meneer en mevrouw H. werden beide na de bevrijding vast gezet. Hij zou in ieder geval vast zitten tot aan zijn proces in 1946, zij werd in december 1944 met huisarrest naar huis gestuurd. Bij de aanvang van het proces zat hij nog gevangen in Kamp Vught.

Ze waren in de oorlog lid geweest van een compleet alfabet aan 'clubs'. Hij van de N.S.B., W.A. en N.A.F. En zij van de N.S.V.O., N.V.D. en ze collecteerde ook nog voor de W.H.N. Respectievelijk zijn dat de Nationaal-Socialistische Beweging, Weerbaarheidsafdeling, Nederlands Arbeidsfront, Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie, Nederlandse Volksdienst en Winterhulp Nederland.

Zij was van geboorte Duitse en had tijdens de bezetting extra levensmiddelen en brandstof ontvangen. Het tribunaal te Helmond oordeelde dat er geen verdere maatregelen tegen haar noodzakelijk waren. Haar man kwam er minder goed vanaf. Niet alleen was hij lid van bovenstaande organisaties maar werd hij er ook van beschuldigd vrijwillig op een vliegveld gewerkt te hebben en de N.S.B.-burgemeester Harmen Maas van Helmond voorzien te hebben van een lijst met namen van personen die in Zeeland tewerkgesteld konden worden. Daarnaast had hij omgang met Duitse militairen en colporteerde hij met "Volk en Vaderland", het weekblad van de N.S.B. Ook hij ontving extra levensmiddelen en brandstof, daarnaast hoefde hij zijn radio niet in te leveren.

Hij gaf aan dat hij lid was geworden van de N.S.B. omdat hij anti-communistisch was: "volgens mij was de Nationaal-Socialistische Beweging de enigste politieke partij welke openlijk het communisme bestreed!" De president van het tribunaal reageerde daarop met : "Dáárom sloot de Führer het pact met Rusland!" Het vonnis luidde: "Internering met advies aan de regering deze te bepalen op 5 jaar en derhalve te doen beëindigen op 25 september 1949. Verder ontzetting uit beide kiesrechten." Hij mocht hierdoor niet meer stemmen of zichzelf kiesbaar stellen.

Definitielijst

communisme
Politieke stroming, ontstaan uit het werk Das Kapital van Karl Marx, geschreven in 1848, als een reactie op de door Marx omschreven klassenstrijd tussen de arbeiders (het proletariaat) en de bourgeoisie. Volgens Marx zouden de arbeiders via een revolutie de macht overnemen van de welgestelde klasse. De communistische stroming streeft naar een ideale situatie waarin de productie- en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom van de staatsburgers zijn. Dit zou een einde aan armoede en ongelijkheid moeten maken (communis = gemeenschappelijk).
Führer
Duits woord voor leider. Hitler was gedurende zijn machtsperiode de führer van nazi-Duitsland.
Volk en Vaderland
Het dagblad van de NSB.

Waffen-SS'er met zelfverwonding

Meneer F. werd geboren in 1916. Naar eigen zeggen kon hij in 1940 geen werk krijgen. Hij kon eventueel wel aan de slag in Eindhoven, maar dat werd niet toegestaan door het arbeidsbureau in Helmond. Hij kreeg de keuze tussen werken in Duitsland of in Oekraïne. Het werd Oekraïne. Na vier maanden werd hij vervolgens overgeplaatst naar Berlijn, waar hij na een maand verlof wist te regelen door de Lagerführer om te kopen met jenever en Oekraïense tabak.

Het verlof vond plaats van 22 december 1943 tot 22 januari 1944. Omdat hij niet meer terug wilde verwondde hij zichzelf aan zijn linkerarm en deed azijnextract op de wond. De rechtbankverslaggever beschrijft dat hij in de rechtbank in Helmond zijn halve hand toonde. Het hielp niet en hij werd terug naar Duitsland gestuurd. Hij heeft zich toen maar bij de Waffen-SS aangemeld in de overtuiging dat hij zou worden afgekeurd en daarna ook niet meer te werk kon worden gesteld. Helaas ging ook dit plan niet door, hij werd goedgekeurd en heeft van 1 maart 1944 tot 1 augustus 1944 in Den Haag in opleiding gezeten.

Na de bevrijding, op 25 september 1944, meldde hij zich bij de Ordedienst op de Mierloseweg in Helmond. Hier werd hij gearresteerd en zat hij tot aan zijn proces gevangen. Tijdens het proces werd hij er van verdacht dat hij "hulp of steun heeft verleend aan de vijand door vrijwillig voor de vijand in de Oekraïne te gaan werken en op enige wijze hulp of steun heeft verleend aan de vijand door lid te worden van de Waffen-SS".

Het tribunaal achtte het niet bewezen dat hij vrijwillig naar Oekraïne was gegaan. Over zijn lidmaatschap van de Waffen-SS oordeelde het tribunaal dat "het zich melden voor de Waffen-SS geen geoorloofd middel is om aan tewerkstelling in Rusland te ontkomen. Anderzijds acht het Tribunaal het aannemelijk dat de beschuldigde verwachtte afgekeurd te zullen worden."

Hij werd dan ook veroordeeld tot een gevangenisstraf "tot op heden". Wat inhield dat hij eind januari 1946 vrij kwam.

Verkering met een Duitse soldaat

Mevrouw G. werd in 1925 in Helmond geboren. Ze werkte als magazijnbediende en werd na de oorlog gearresteerd omdat ze verkering zou hebben gehad met een Duitse militair. Zij werd er van beschuldigd: "dat zij als Nederlandse tijdens de vijandelijke bezetting van het Rijk in Europa, voordeel heeft getrokken of getracht heeft te trekken uit het hebben van vertrouwelijken omgang met personen behorende tot de militaire bezettende macht moetende zij op grond van haar handelen als voornoemd geacht worden zich desbewust te hebben gedragen in strijd met de belangen van het Nederlandse volk."

Tijdens de zitting in Helmond werd dit iets aangepast. Er werd duidelijk aangegeven dat de verkering plaats had in het laatste jaar van de bezetting en dat ze "kleine attenties" had ontvangen. Daarnaast werd er aan toegevoegd dat ze vrijwillig voor de Wehrmacht in de kazerne in Blerick had gewerkt.

Zij verklaarde zelf op de zitting: "Ik ben Nederlandse. Ik beken het ten laste gelegde. Ik heb in Blerick op de kazerne gewerkt. Ik heb inderdaad met verschillende Duitsers gesproken. Echter slechts met een heb ik verkering gehad. Ik heb hem leren kennen in café Luijben. Ik heb met die Duitser ongeveer vier maanden kennis gehad. Ik zag hem drie of vier keer per week, haast altijd in café Luijben. Ik ben slechts een paar maal met hem naar de bioscoop geweest."

Voor de verkering werd ze niet veroordeeld, wel voor het werken op de kazerne. Het tribunaal merkte nog op: "dat een Nederlands meisje zich had behoren te onthouden van omgang met Duitse militairen." Aangezien ze al negen weken gevangen had gezeten werd ze nu enkel nog veroordeeld tot ontzetting uit het passief en actief kiesrecht. Ze mocht hierdoor niet meer stemmen of zichzelf kiesbaar stellen.

Namen zijn bij de schrijver bekend. Wilt u iets delen? Neem dan contact met ons op!

Informatie

Artikel door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
18-01-2022
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Kerstmis 1943 in Dassel I

26dec

Kerstmis 1943 in Dassel I

Vandaag is het 80 jaar geleden dat twintig Nederlandse studenten dwangarbeid verrichtte in Dassel, Duitsland. Zij hadden begin 1943 geweigerd de Duitse loyaliteitsverklaring voor studenten te tekenen. Hierdoor werden ze met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam er 22 studenten op 26 mei 1943 in Dassel aan. Het is nu Kerst 1943, twee studenten waren al arbeidsongeschikt verklaard en naar huis gestuurd. Het is op Tweede Kerstdag 1943 dat Gerard Schampers uit Helmond een brief naar huis schreef over de invulling van Kerst in het Lager in Dassel.

Lees meer

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

jan2023

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

Via de familie Tiddens ontvingen wij de notulen van de debatingclub van de leden der Jongerenconferentie H. Johannes de Dooper van de Vereeniging van de H. Vincentius à Paulo te Helmond. Deze debatingclub werd op 4 oktober 1943 opgericht onder de toen aanwezige jongeren in Helmond.

Lees meer

Gerelateerde bezienswaardigheden

Gerelateerde personen

Bronnen

Gerelateerde bezienswaardigheden