TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

Het is 5 september 1944, Dolle Dinsdag. In Helmond zien de burgers een uittocht van Duitse militairen. Hoofdwachtmeester Moedt van de Helmondse politie schreef: "[Er] reden door deze gemeente in de richting Duitschland vele auto's enz. toebehoorende aan en in gebruik bij de Duitsche weermacht. Meerdere auto's waren bemand met personen behoorende tot verschillende troepenonderdeelen. Dit alles wees min of meer op een wilde vlucht zonder eenige leiding."[1] De Helmonders zagen hun kans schoon en trokken naar de opslagplaatsen van Duitse militaire goederen om te kijken wat er te halen viel.

Wat ging er aan vooraf?


Op oude filmbeelden trokken Duitse troepen door de Molenstraat naar het oosten. Bron: Fotoarchief Jeroen Koppes.

Brussel werd op 3 september bevrijd.[2] De volgende dag volgde Antwerpen.[3] Op de avond van die 4e september hield de Nederlandse premier in Londen, professor Gerbrandy, een toespraak voor Radio Oranje. Het concept bevatte de zin: "Nu de Geallieerde legers in hun onweerstaanbare opmars de Nederlandse grens naderen". Gerbrandy veranderde eigenhandig "naderen" door "overschreden hebben". Dit werd meteen opgepikt door andere persbureaus en dan ook diezelfde avond op de BBC herhaald. Het Nederlandse nieuws op de BBC om kwart voor twaalf die avond deed er nog een schepje bovenop, Breda was bevrijd! Het nieuws bleek achteraf voorbarig, maar het gevolg was de volgende dag te merken. Duitsers en Duitsgezinden vertrokken richting het oosten. Dolle Dinsdag was begonnen[4] en had ook in Helmond een hele uittocht tot gevolg.

In de gebouwen van textielbedrijven Diddens en Van Asten en van J.A. Carp waren in de oorlog Duitse militaire goederen opgeslagen. De Carpfabriek fungeerde zelfs als Marinelager. Op Dolle Dinsdag werd daar door Duitse militairen kleding weggegeven, tot ze van hogerhand werden tegengehouden.[5] Hoofdwachtmeester Moedt[6] was hierbij aanwezig en bracht op 23 oktober 1944 verslag uit over de gebeurtenissen van die dag.


Rapport van het Bureau Inlichtingen, 01-05-1944. Bron: NIMH.

Het Marinebekleidungslager was op 7 juli 1942 in Helmond gevestigd in de Carpfabriek. Er waren drie Duitse officieren aanwezig met negen bewakers. Later kwamen hier Nederlanders van de Wach- und Schutzdienst bij.[7] Op het Bureau Inlichtingen van de Nederlandse regering in Londen was op 1 mei 1944 een schets van de Helmondse fabrieken binnengekomen. Het Marinelager werd hier ook vermeld: "Fabriek van D.v.A. [Diddens en Van Asten]: alleen marinekleeding: zeer groote voorraden aanwezig."[8]

Definitielijst

Radio Oranje
Radiozender die gedurende WO II vanuit Londen uitzond. Speciaal gericht op het bezette Nederland.

Verslag hoofdwachtmeester Moedt

GEMEENTE POLITIE.
HELMOND
P.no. 309/1541/44.

RAPPORT.

Aan den Heer Corpscommandant van Politie te Helmond.

Ter voldoening aan het verzoek, vervat in het schrijven van den Heer Burgemeester dezer gemeente no. 7561 A.Z., d.d. 18 October 1944, en ingevolge Uwe opdracht, heb ik Antonie Moedt, hoofd-wachtmeester en chef-rechercheur van politie te Helmond en onbezoldigd rijksveldwachter, de eer U het navolgende te rapporteeren.

Op of omstreeks 5 September j.1. reden door deze gemeente in de richting Duitschland vele auto's enz. toebehoorende aan en in gebruik bij de Duitsche weermacht. Meerdere auto's waren bemand met personen behoorende tot verschillende troepenonderdeelen. Dit alles wees min of meer op een wilde vlucht zonder eenige leiding. Ook uit het spreken met sommige militairen kon dit worden opgemaakt, ondermeer doordat zij het deden voorkomen hun officieren te zijn kwijtgeraakt en vertelden dat zij tijdens hun terugtrekken van Normandië tot Antwerpen steeds aan luchtbombardementen waren blootgesteld geweest. Volgens hun mededeelingen zagen zij geen Engelsche of Amerikaansche militairen, doch steeds hun achtervolgende hoeveelheden rollend staal en vliegtuigen.

In Engelsche radio-berichten werd destijds gezegd, dat de geallieerde troepen Breda reeds hadden ingenomen en de verovering van dorpen en steden zeer vlug ging. Achteraf bleken een deel dezer berichten niet op waarheid te berusten, doch velen hebben destijds aangenomen, dat die berichten juist waren.

Door deze berichten is bereikt, dat de alhier vertoevende, Duitsche militairen in een zenuwachtigen toestand geraakten en de goederen, aanwezig in de gebouwen van de N.V. Diddens en Van Asten en J.A. Carp alhier begonnen weg te geven aan ieder die deze goederen maar wilde aannemen.

Toen zij daarmede eenige oogenblikken waren aangevangen reed ik per rijwiel over de Waardstraat, waar ik zag, dat een groot aantal personen met ondergoed van het terrein van Diddens en Van Asten kwamen.

Op dit moment niet wetende wat daar gebeurde, reed ik dat terrein op, teneinde mij daarvan te overtuigen. Ik werd daar aangeroepen door den Heer Willem van Asten[9], die tot mij riep "Moedt, laat gaan, laat gaan."

Op mijn vraag wat dat voor doel had, deelde de Heer Van Asten mij mede, dat de Duitschers zelf die goederen weg gaven, die goederen zich in groote hoeveelheden in de gebouwen zijner N.V. bevonden, hij graag had, dat die goederen werden weggegeven, wijl z.i. zeer zeker de gebouwen, waarin die goederen lagen, zouden worden vernietigd, als daarin nog goederen achterbleven.

Ik heb mij er daarna persoonlijk van overtuigd dat twee Duitsche onderofficieren uit de gebouwen dezer N.V. ondergoed namen en dat met pakken weggaven.

Wijl ik het mogelijk achtte, dat gelet op het vele goed dat in die gebouwen aanwezig was, daaruit niet in een korten tijd vervoerd of weggegeven kon worden, sprak ik hierover met den Heer Van Asten voornoemd.

Ik kwam daarbij met hem overeen, dat zoodra de Duitschers waren vertrokken, hij met een deel van zijn personeel de bewaking van de gebouwen, waarin zich goederen van de Duitschers bevonden, zou overnemen en ik hem voor die bewaking ook een politie-beambte zou zenden als dat noodig of gewenscht was.

Dit mondeling gesprek heb ik hem schriftelijk bevestigd. Ik verzocht hem daarbij ondermeer schriftelijk wegens afwezigheid van de Duitsche weermacht of door haar aangestelden, voor de bewaking der gebouwen met inhoud zorg te dragen, opdat de Duitsche weermacht daarover weer naar believen zou kunnen beschikken.

Wijl ik als het ware geen geschut door deze gemeente had zien trekken, achtte ik het mogelijk dat hier of van een wilde vlucht nog geen sprake was of de vluchtenden zich tot op zekere hoogte hadden hersteld.

Om die reden koos ik in mijn verzoek vermelde redactie, opdat de bewakers niet in moeilijkheden zouden kunnen komen als de Duitschers eventueel terugkwamen.

Gelijke verzoeken tot bewaking deed ik aan de N.V. J.A. Carps Garenfabrieken en de N.V. P.F. Van Vlissingen & Co's Katoenfabrieken en de N.V. De Wit's Textiel Nijverheid toekomen.

Vanwege deze vennootschappen werd mij verzocht mijn verzoek tot bewaking in dezelfde bewoordingen te stellen.

Zoowel met den Heer Willem van Asten als met den Heer Van Nunnikhoven[10] besprak ik de te nemen maatregelen bij het in brand steken dier gebouwen, wat tot gevolg had, dat de brandslangen werden klaargelegd om die branden zoo vlug mogelijk te blusschen.

Met eenige personen, die allen nog onder de militaire dienstplicht vielen, besprak ik de mogelijkheid, dat de Duitsche militairen zouden vertrekken zonder de gebouwen met inhoud in brand te steken, in welk geval ik hun verzocht terstond de in die gebouwen aanwezige goederen in beslag te nemen en onder bewaking te houden tot deze den geallieerde militairen konden worden overgegeven.

Naar mijn meening konden alle door de Duitschers achtergelaten goederen als krijgsbuit worden beschouwd, zoodra de Duitschers waren vertrokken en had iedere militair het recht die goederen in beslag te nemen onder verplichting van overdracht aan het militair gezag.

Op het moment dat voormelde goederen door de Duitschers werden weggegeven, konden die goederen m.i. zeker niet als krijgsbuit worden beschouwd. Het weggeven dier goederen had ik m.i. niet kunnen voorkomen en als ik daartoe met gunstig gevolg pogingen had aangewend, dan had dat, zooals het toen leek, tot gevolg kunnen hebben, dat die gebouwen met inhoud waren vernietigd.

Zoowel door het weggeven als door het vernietigen dezer, aan de Duitsche Weermacht toebehoorende goederen, bereikte ik, dat de weermacht niet meer over die goederen kon beschikken, terwijl ik het weggeven boven het vernietigen prefereerde, omdat ik door het weggeven bereikte, dat een deel der Helmondsche bevolking daardoor kleeding en schoenen bekwam en de gebouwen der vennootschappen gespaard bleven.

Op den dag dat die goederen werden weggegeven, sprak ik daarover met den Heer Van Voorst tot Voorst[11], zijnde een ambtenaar van het Openbaar Ministerie, die hier toen als vertegenwoordiger van den Heer Procureur-Generaal vertoefde en die mijne meening omtrent krijgsbuit dier goederen enz. volkomen deelde.

Behalve vele particulieren hebben, zooals ik later hoorde ook een aantal politiebeambten goederen van de Duitsche militairen aangenomen.

Van het wegnemen en toeeigenen van goederen door politiebeambten is hier naar mijne meening zeer zeker geen sprake geweest, omdat zij die van de Duitsche militairen ten geschenke kregen.

Volgens geruchte hebben een aantal der politiebeambten, die goederen hebben aangenomen, die goederen weer ten deele weggegeven aan personen die deze goederen gebruiken konden.

Zouden de Duitscher militairen zich niet zoo spoedig hebben hersteld, dan zouden zeer zeker de gebouwen, waarin hun goederen lagen, geheel of ten deele zijn verbrand.

De Heer Piet van Vlissingen[12] deelde mij mede, dat in een der bij de Duitsche weermacht in gebruik zijnde gebouwen zijner vennootschap, twee vaten benzine waren gerold, met het doel dat gebouw met inhoud te verbranden.

Onder meer door besprekingen met de bewakers van dat gebouw, had deze Heer, zooals hij mij zeide, het verbranden van dat gebouw nog kunnen voorkomen.

Waarvan door mij is opgemaakt en geteekend dit proces-verbaal op afgelegden ambtseed.

Typ. JvD.[13]

Helmond, 23 October 1944.
[Handtekening A. Moedt]

Gezien:
De Corpscommandant
[Handtekening A.L.J. de Groot][14]

Andere Helmondse verslagen

Het hierboven beschreven verhaal was dat van hoofdwachtmeester Moedt van de Helmondse politie. Hoe beleefden andere Helmonders die dag? Willem Kalb, directeur van de Ambachtsschool schreef in een brief aan zijn familie in de zomer van 1945: "Duitse militairen gaan militaire goederen aan het uitreiken uit de magazijnen die, vooral bij het mindere volk, gretig onthaal vinden. Spoedig loopt iedereen te sjouwen, laarzen, schoenen, ondergoed, uniformen enz. dat het gek is. ’s Middags grijpen hogere officieren in, verbieden het uitreiken, doch het volk eenmaal de smaak te pakken, lijkt wel een troep hyena’s. Er vallen schoten en ook slachtoffers. Tegen de avond zakt de deining."[15]

In een aantal dagboeken uit de oorlog werd deze dag ook beschreven. Fons Niessen schreef in zijn dagboek: "In het zogenaamde Marine Lager bij Carp en bij Van Asten worden kleeren en schoenen uitgedeeld en weggehaald. Zoo nu en dan hoorde je er eens schieten. Als je het hoort en het grof wat er gestolen is. Tientallen paar schoenen, hemden en broeken, maar ja, de terugtrekkende Duitschers laden wagens vol, en er gaat geen een mof de stad uit of hij heeft minstens een paar nieuwe laarzen en een partij ondergoed."[16]

Frans Vincent schreef die dag in zijn dagboek: "Het Duitse Marinelager bij Carp en Van Asten fabrieken en andere opslagplaatsen worden leeggehaald of geplunderd, en menigeen loopt met gevulde zakken met allerlei kleedingstukken en schoeisel huiswaarts, en door sommige individuen voor hooge prijzen van de hand gedaan."[17] Frans van de Werff schreef in zijn dagboek: "Vanmorgen bij Marine Lager bij Carp konden den menschen van alles krijgen, laarzen, broeken, schoenen, hemden, enz." De volgende dag schreef hij: "Ze hebben zooals ze vertellen al iemand neergeschoten bij Carp die teveel meesleepte en bij anderen alles eruitgehaald [had]. Waar blijven de Amerikanen of Engelsen nou?"[18]

Er werd aangegeven dat er geschoten werd en er slachtoffers zouden zijn gevallen. Er zijn geen oorlogsslachtoffers gevallen op die dag. Over gewonden werden geen gegevens bijgehouden. Ook Moedt rept geen woord over slachtoffers. Voor de vijftigste herdenking van de bevrijding van Helmond werden interviews gehouden met Helmonders die het allemaal hadden meegemaakt. Ook hier kwam Dolle Dinsdag ter sprake, al zijn het herinneringen van vijftig jaar na dato.

Mevrouw Van Stiphout-Smits wist zich in 1993 te herinneren: "Vlak voor de bevrijding kan ik me nog wel herinneren […]. Toen hebben ze de Carp fabriek leeg gehaald. Daar hadden Duitsers gezeten en die waren gevlucht. Ze hebben daar laarzen en van alles uit gehaald. En daar liep het half Haagje mee."[19] De heer Jonkers herinnerde zich hoe zijn broer met een hele stapel hemden en onderbroeken thuis kwam. Volgens hem begonnen de Duitsers op een gegeven moment over de mensen heen te schieten. "Toen zeiden ze dat er iemand in zijn been geschoten was. Of dat verhaal echt is, dat weet ik niet."[20] De heer Knapen wist een stapel schoenen buit te maken, bij thuiskomst bleken het echter allemaal linkerschoenen te zijn.[21]

Jo Aarts-Verspaget werkte in 1944 bij Van Asten, 50 jaar later herinnerde zij zich: "De fabriek zat vol kleren. Iedereen greep wat ie pakken kon, er was toch geen Duitser die je tegenhield. Ik woog maar 50 pond, maar toen ik thuiskwam was ik net zo dik als nu. Zo veel kleren had ik over elkaar aan. Hemden met mouwtjes en lange onderbroeken voor mijn vader en mijn broers. En ik vree toen al met onze Jan. Dat was de oudste van dertien kinderen, dus daar was veel nodig. Ik was zo blij, ik danste zowat naar huis. In het gangetje bij ons huis hadden de Duitsers twee mannen uit de buurt tegen de muur staan, die hadden ook kleren meegenomen. Toen ik binnenkwam, viel ons moeder zowat flauw van de schrik. Ik moest alles uittrekken. We hadden zo'n driegatskachel. In elk gat stopte ons moeder kleren, ze kon ze niet vlug genoeg opgestookt krijgen. Ik stond erbij te huilen."[22]

Duitse reactie

Zoals uit de reacties van de Helmonders bleek, zag niemand er in Helmond een probleem in. Het waren tenslotte de Duitsers zelf die de spullen weggaven. Duitse officieren dachten er echter anders over. De volgende ochtend, op 6 september, werd er een berichtje gestuurd naar de Admiral in den Niederlanden: "Marinelager Helmond (soll bei Eindhoven liegen) von Terrorristen angegriffen. Ortskommandant sofort abgezogen. Lagerbesatzung (4 Mann und 4 Wächter) ohne Munition und Verpflegung. Um Hilfe wird gebeten." Vrij vertaald: "Marinekamp Helmond (vermoedelijk nabij Eindhoven) aangevallen door terroristen. Plaatselijke commandant trok zich onmiddellijk terug. Kampbemanning (4 man en 4 bewakers) zonder munitie en voedsel. Er wordt hulp gevraagd."[23]


Het Duitse hulpverzoek. Bron: Archief Joris Nieuwint.

De Zuid-Willemsvaart, 07-09-1944.

De volgende dag verscheen er een bericht in de lokale krant met daarin de mededeling dat "De Burgemeester van Helmond brengt ter algemeene kennis, dat een ieder zich van wanorderlijkheden heeft te onthouden. Niemand mag zich aan plunderingen schuldig maken of zich andermans goed toeeigenen. Op de naleving van dit voorschrift zal een nauwgezet toezicht worden uitgeoefend, terwijl handelingen welke daarmede in strijd zijn, streng zullen worden gestraft."[24]

Wat door hoofdwachtmeester Moedt en de Helmonders als eerlijk verkregen werd gezien, zagen de Duitsers als plunderingen. Helmond zou nog een paar weken onder Duits bewind staan. Op 17 september 1944 begon Operatie Market Garden en daarmee de bevrijding van Helmond. Op 22 september werd Helmond ten westen van de Zuid-Willemsvaart bevrijd, drie dagen later was heel Helmond vrij.

Noten

  1. RHC-Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1653 Roerende goederen en diensten gevorderd door de Duitse weermacht. Afwikkeling zaken en toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften om zelfrechter-optreden tegen te gaan. 1944-1947.
  2. TracesOfWar.nl - Sherman Tank Mons, geraadpleegd op 01-08-2024.
    LiberationRoute.com - Bevrijding van Brussel, geraadpleegd op 02-08-2024.
  3. AntwerpenHerdenkt.be - De bevrijding van stad en haven, geraadpleegd op 01-08-2024.
  4. Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 10a, pagina 178/179.
  5. Vonk, S. e.a., Onder de bescherming van de Engel Gabriël, pagina 102.
    RHC-Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1653 Roerende goederen en diensten gevorderd door de Duitse weermacht. Afwikkeling zaken en toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften om zelfrechter-optreden tegen te gaan. 1944-1947.
  6. Antonie Moedt (Termunten, 29-11-1896 – Helmond, 24-01-1968).
  7. RHC-Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1288 Krijgsverrichtingen in Helmond gedurende de Tweede Wereldoorlog.
  8. NIMH, 575 Bureau Inlichtingen Duitse verdedigingswerken, 1.2.3.384 GB serienummers.
  9. Wilhelmus Antonius Josephus Maria van Asten (Helmond, 19-06-1895 – Helmond, 08-01-1969).
  10. Johannes Nunnikhoven (Amsterdam, 20-05-1888 – Bakel en Milheeze, 11-09-1970) bedrijfsleider N.V. J.A.Carps Garenfabrieken.
  11. Vermoedelijk Frans Joseph Godfried baron Van Voorst tot Voorst (Den Haag, 20-07-1913 – 13-03-1993). Van Voorst tot Voorst werkte voor het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging.
    Nationaal Archief, 2.09.70 Inventaris van de archieven van het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging (1945-1958), met taakopvolgers en uitvoerende instanties (1945-1986); Deel III Personeelsdossiers.
    VanVoorstTotVoorst.nl - Frans Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst, geraadpleegd op 01-08-2024.
  12. Vermoedelijk Pieter Johannes Fentener van Vlissingen (Helmond, 29-12-1889 – Geldrop, 29-09-1944), directeur Van Vlissingen.
  13. Vermoedelijk Petrus Johannes van Deursen (03-12-1905), schrijver 1e klasse der Gemeentepolitie.
  14. Andrianus Lodewijk Jozef de Groot (Breda, 19-02-1905 – Bakel, 27-09-1984).
  15. Brief Willem Kalb, 07-06-1945.
  16. Dagboek Alphons Niessen, 06-09-1944.
  17. Dagboek F.C. Vincent, 06-09-1944.
  18. Dagboek Frans van de Werff, 05-09-1944 e.v..
  19. Heemkundekring Helmont, Doos 29.63 Van Stiphout-Smits.
  20. Heemkundekring Helmont, Doos 29.31 Jonkers
  21. DeWeblogVanHelmond.nl - Marinebekleidungslager, geraadpleegd op 01-08-2024.
  22. Eindhovens Dagblad, 17-09-1994.
  23. Archief Joris Nieuwint, LXXXVIII.Armeekorps – Ia Anlagen zum KTB - 8, July - 20 Sept 1944.
  24. De Zuid-Willemsvaart, 07-09-1944.

Informatie

Artikel door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
01-09-2024
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Kerstmis 1943 in Dassel I

26dec

Kerstmis 1943 in Dassel I

Vandaag is het 80 jaar geleden dat twintig Nederlandse studenten dwangarbeid verrichtte in Dassel, Duitsland. Zij hadden begin 1943 geweigerd de Duitse loyaliteitsverklaring voor studenten te tekenen. Hierdoor werden ze met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam er 22 studenten op 26 mei 1943 in Dassel aan. Het is nu Kerst 1943, twee studenten waren al arbeidsongeschikt verklaard en naar huis gestuurd. Het is op Tweede Kerstdag 1943 dat Gerard Schampers uit Helmond een brief naar huis schreef over de invulling van Kerst in het Lager in Dassel.

Lees meer

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

jan2023

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

Via de familie Tiddens ontvingen wij de notulen van de debatingclub van de leden der Jongerenconferentie H. Johannes de Dooper van de Vereeniging van de H. Vincentius à Paulo te Helmond. Deze debatingclub werd op 4 oktober 1943 opgericht onder de toen aanwezige jongeren in Helmond.

Lees meer

Gerelateerde personen

Gerelateerde boeken

Dagboek van mijn vader

Bronnen

  • AntwerpenHerdenkt.be - De bevrijding van stad en haven, geraadpleegd op 01-08-2024.
  • Archief Joris Nieuwint, LXXXVIII.Armeekorps – Ia Anlagen zum KTB - 8, July - 20 Sept 1944.
  • Brieven Willem Kalb.
  • Dagboek Alphons Niessen.
  • Dagboek F.C. Vincent.
  • Dagboek Frans van de Werff.
  • DeWeblogVanHelmond.nl - Marinebekleidungslager, geraadpleegd op 01-08-2024.
  • De Zuid-Willemsvaart, 07-09-1944.
  • Eindhovens Dagblad, 17-09-1994.
  • Heemkundekring Helmont, Doos 29.63 Van Stiphout-Smits.
  • Heemkundekring Helmont, Doos 29.31 Jonkers.
  • LiberationRoute.com - Bevrijding van Brussel, geraadpleegd op 02-08-2024.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1288 Krijgsverrichtingen in Helmond gedurende de Tweede Wereldoorlog.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1653 Roerende goederen en diensten gevorderd door de Duitse weermacht. Afwikkeling zaken en toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften om zelfrechter-optreden tegen te gaan. 1944-1947.
  • TracesOfWar.nl - Sherman Tank Mons, geraadpleegd op 01-08-2024.
  • Nationaal Archief, 2.09.70 Inventaris van de archieven van het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging (1945-1958), met taakopvolgers en uitvoerende instanties (1945-1986); Deel III Personeelsdossiers.
  • NIMH, 575 Bureau Inlichtingen Duitse verdedigingswerken, 1.2.3.384 GB serienummers.
  • VanVoorstTotVoorst.nl - Frans Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst, geraadpleegd op 01-08-2024.

Met dank aan