Dit artikel over de bevrijding van Helmond verscheen in een boekje dat vermoedelijk in 1945 is uitgebracht: 'Herdenkingsalbum van Helmond's bevrijding - 25 september 1944'. Wij hebben het hier in de oorspronkelijke schrijfstijl overgenomen. Met de Norfolkdivisie wordt de Britse 11th Armoured Division bedoeld, verantwoordelijk voor de bevrijding van Helmond. Het 1st Royal Norfolk Regiment was onderdeel van de Britse 3rd Infantry Division en was een van de eerste eenheden in de stad.
De snelle opmarsch der Geallieerde legers door Noord-Frankrijk en België moest een onvermijdelijke adempauze tot gevolg hebben. Met toenemende spanning en bewondering hadden wij de verrichtingen van Dempseys Britsche tweede leger, dat met verbijsterende kracht België doormidden sneed, Brussel in enkele uren tijd van Duitschers schoonveegde en toen bleef doorstooten tot het Albertkanaal, gevolgd. Benzine-, munitie- en voedsel-aanvoer ondervonden toen een dusdanige vertraging, dat verder oprukken onmogelijk werd, dus stopten de Britten en consolideerden zij hun ingenomen posities, waardoor het verbandlooze Herrenheer op dat moment gelegenheid kreeg, zij het met bovenmenschelijke inspanning, een nieuwe aaneengesloten verdedigingslinie op te bouwen. In een voor ons schijnbaar langen, doch in feite zeer korten tijd waren de Britten voor een nieuw offensief gereed.
Op den onvergelijken 17. September barstte de bom. Een massale luchtvloot koerste over ons Brabantsche landschap; de historische slag om het bezig van de rivierovergangen had een aanvang genomen. Het grootste luchtlandingsleger, dat ooit in de geschiedenis in actie was gekomen, daalde aan kleurrijke parachutes bij Son, Veghel, Nijmegen en Arnhem. Tegelijkertijd opende Dempsey vanuit zijn bruggehoofd over het Albert-kanaal een offensief naar het noorden. Zware en lichte tanks donderden over Brabants wegen, de roemrijke corridor werd geschapen...
De eerste phase van de strijd, die ons de vrijheid zou brengen was voorbij en voor het eerst konden wij, al was het nog slechts in onze verbeelding, het sprookjesleger van nabij volgen. De meest fantastische verhalen over reuzetanks, die de wegen onder hun gewicht deden barsten en die bij het passeeren huizen zouden doen bezwijken, deden de ronde. Weliswaar nog in verborgen hoeken, doch vrijer dan weleer dorsten we onze cladestiene radio's inschakelen en steeds luider klonk de stem van Londen: "Weest op uw hoede, begaat in de laatste uren voor uw bevrijding geen domheden, blijf binnen... de vrijheid is op weg en niets zal haar tegenhouden"!!
De commando's van den geallieerden opperbevelhebber, Dwight Eisenhower, en van onzen geliefden Prins Bernhard, den opperbevelhebber van de Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten, werden in koortsachtigen haast door onze K.P.'ers ten uitvoer gebracht. Het verzet groeide. Dit bleek o.m. duidelijk toen de Duitschers na de bevrijding van Eindhoven op den 18. September een grootscheepschen aanval op deze stad wilden onderdenem langs de spoorlijn Helmond-Eindhovevn waardoor een verbinding tot stand gevracht moest worden met de afgesneden eenheden ten Westen van de lichtstad. Nog vóórdat alle Duitsche soldaten van "diesen Auftrag" op de hoogte gebracht waren, troffen de Britten, tijdig door onze menschen ingelicht, reeds afweermaatregelen. Ofschoon zij den luchtaanval op denzelfden avond niet konden verhinderen, zijn de Duitsche tanks nooit verder gekomen dan de Nuenensche Bosschen. Misschien heeft Stiphout er later nog enkele van zien vluchten...
Intusschen denderden de eerste Britsche tanks van de Norfolkdivisie in lange colonnes over den Geldropscheweg. Achter het spoorwegviaduct splitsten zij zich; de eene helft rolde via Leende-Someren naar de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van Asten, terwijl de andere zonder veel tegenstand nog 's avonds Mierlo bereikte. Het was echter niet de eerste keer dat Mierlo haar bevrijders welkom heette. Den vorigen dag n.l. hadden patrouilles de bruggen over het Eindhovensch Kanaal verkend, en Mierlo was toen al volop aan het feesten gegaan. Gelukkig waren de pas teruggetrokken Duitschers niet meer bij machte in het dorp terug te komen.
Een kort maar hevig artillerieduel volgde in de vroege morgenuren van den twee en twintigsten Septmber. De nacht was, behoudens salvo's der wederzijdsche wachten, waardoor niettemin een drietal boerderijen in vlammen waren opgegaan, zonder noemenswaardige gevechtsactie gepasseerd. Door een meesterlijke manoeuvre hadden de Britten zich in het bezit van de bruggen gesteld. Het duurde enkele uren voordat op krachtigen tegenstand gestuit werd. Onheilspellend floten de granaten over en weer om met geweldige knallen uiteen te spatten, de in de schuilkelders verborgen en ineengedoken menschen aansporend nog méér en nog vuriger te bidden. Vooral aan den spoorwegovergang, waar het wachthuisje met den grond gelijk gemaakt werd, waren de krachten aan elkaar gewaagd.
Hitlers Sprengkommando's hadden zich intusschen uitstekend van hun taak gekweten. Alle kanaalovergangen hadden zij met meestershand vernietigd. Verbeten zetten de Britten door. Over den Houtschen Paralalelweg en den Mierloscheweg drongen zij de stad binnen en toen klonken er schoten van in de huizen opgestelde scherpschutters waardoor enkele stadgenooten in de laatste uren der bezetting den prijs van de vrijheid met hun leven moesten betalen.
Behalve zware glasschade, waarin vrijwel iedereen zijn aandeel had, waren enkele gebouwen door granaten getroffen en totaal uitgebrand.
Helmond West was vrij, doch deze vrijheid kon nog niet uitbundig gevierd worden want slechts enkele tientallen meters verder zaten stadgenooten met doodsangst in de schuilkelders. Niemand wist daar hoe de situatie er precies uitzag; de wildste geruchten verspreidden zich en in schier onhoudbare spanning ging men den nacht tegemoet. Zouden de Britten een poging wagen om een overgang over de Zuid-Willemsvaart te forceeren? Enkele strategen hadden weliswaar verklaard, dat de Tommies, om de stad te sparen, een omtrekkende beweging zouden uitvoeren, doch erg zeker schenen zij zelf hier toch ook niet van.
Zou er een kans zijn de overzijde van het kanaal te bereiken?, want er scheen geen twijfel meer mogelijk of de Britten hadden de Westzijde reeds gezuiverd. Meermalen werden plannen gemaakt doch zoodra men ze ten uitvoer wilde brengen, deed een fluitende granaat hun den moed weer in de schoenen zinken.
Een nieuwe dag brak aan. Zouden de Duitschers terugtrekken? In allerijl werden wagens bepakt, maar nog geen kwartier later moest alles er weer af. Telefoonleidingen werden aangelegd en afgebroken. Zwaar afweergeschut werd opgesteld in de omgeving van de Burg. v. Houtlaan. Dáár zouden ze zich verdedigen. Een verdwaalde Typhoon deed hun den schrik om het hart slaan en... weg waren ze weer. Plotseling echter werd de stad opgeschrikt door zwaar motorgeronk. Volgde een bombardement? Waarom kwamen de Britten dan niet, desnoods met geweld want deze spanning werd ondragelijk. De golven bommenwerpers, transporters en zweefvliegtuigen trokken traag voorbij. Zij hadden een ander doel: Arnhem. Een werkelijke strijd werd intusschen geleverd op slechts een tiental kilometers van onze stad. Inderdaad waren de Norfolkers omgetrokken en zij voerden thans een korten maar hevige veldslag tusschen Asten en Deurne en vooral Ommel en Vlierden ondervonden de verschrikkingen van den oorlog aan den lijve. Talrijke houten kruisjes of eenvoudige graven wezen nadien de plaatsen aan waar de zonen van Engeland, Wales, Schotland en Ierland hun jonge levens gaven voor ónze vrijheid.
Twee volle dagen en nachten had de strijd geduurd en eindelijk op den 25sten September ontwaarden enkele stadsgenooten, die hun oplsuiting in de schuilkelders niet langer konden verdragen, de eerste monsters op den Deurnescheweg. Geen Nazi's waren meer te zien en alleen tallooze leege blikjes van geconserveerde visch, groente en fruit lagen hier en daar als stille getuigen van vier jaar plundering en roof dooreengeslingerd. Thans was alle leed geleden. Met één slag verkeerde onze bevolking in een feestroes... Helmond was vrij!!!...