TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

NSB-burgemeester van Helmond (1943 - 1944)

Jonge jaren

Harmen Adriaan Maas werd op 11 maart 1899[1] in Den Helder geboren als zoon van Roelof Maas, een boekhandelaar, en Alida Peters, in een huis op de rand van het Marsdiep, het meest noordelijke puntje van Noord-Holland.[2]

Hij woonde tot 15 september 1915 in Den Helder, om daarna te verhuizen naar Amsterdam.[3] Daar begon hij in september 1916 aan een studie aan de Elektrotechnische School. Hij haalde zijn diploma in juli 1918, als veertiende van een klas van vijftien.[4] Op 14 mei 1918 werd hij gekeurd voor de Nationale Militie (de dienstplicht). Hij werd geschikt bevonden. Tijdens de keuring kwam naar voren dat hij 1,82 meter lang was. Een inwoner van Helmond beschreef hem in een interview in 1994 als "een hele mooie slanke man, een knappe man. Dat was een NSBer. Hij was bijzonder vriendelijk."[5] Vanwege zijn studie werd uitstel verleend voor de dienstplicht.[6] Na zijn opleiding werkte hij voor het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland in Bloemendaal.[7]

Hij vertrok in april 1919[8] naar Duitsland om te gaan studeren aan de Hogeschool in Zwickau, Saksen, waar hij zijn ingenieurstitel haalde in de elektrotechniek.[9] Maas huurde daar eerst een kamer in Hotel Kästner, vlakbij het station, om later op twee andere adressen in Zwickau te gaan wonen. In maart 1922 studeerde hij af.[10] Op 10 juni 1922 begon zijn dienstplicht in Nederland. Hij diende bij de kustartillerie en werd bevorderd tot sergeant. Op 5 maart 1923 werd hij met groot verlof gestuurd.[11]

Op enig moment is Maas weer teruggegaan naar Duitsland, want hij verhuisde op 19 september 1924 van Landshut[12] in Beieren naar Den Haag. Hij ging in Den Haag aan het werk als elektrotechnisch ingenieur[13] bij de Nederlandse Siemens Maatschappij.[14]

Maas’ zijn eerste vrouw was Paula Luise Neusius, waarvan hij op een gegeven moment scheidde.[15] Van wanneer tot wanneer hij met haar getrouwd is geweest is niet bekend. Hij hertrouwde op 23 december 1927 op 28-jarige leeftijd met Maria Frederika Sophia Wins (toen 27 jaar oud) in Den Haag.[16] Op 9 februari 1929 werd in Den Haag hun zoon geboren, op 23 april 1930 gevolgd door een dochter. Hun laatste zoon werd op 24 augustus 1942 in Göttingen, Duitsland geboren.[17]

Op 19 augustus 1931 verhuisde Maas met zijn gezin naar Voorschoten.[18] Op de laatste dag van 1932 werd hij bij het Duitse Siemens in Den Haag ontslagen, dit in verband met de verslechterde economische omstandigheden. Maas gaf zelf aan dat hij ontslagen werd vanwege zijn pro-Duitse houding. Al wordt dat onwaarschijnlijk geacht.[19]

Op 13 januari 1937 verhuisde het gezin naar Rijswijk in Zuid-Holland om daarna op 6 april 1939 in Schiebroek neer te strijken.[20]

De Tweede Wereldoorlog

In zijn proces na de oorlog gaf hij aan dat hij werkte als agent in de elektrotechnisch branche[21] en handelde met allerlei landen. Toen de oorlog uitbrak, raakte hij die connecties kwijt en besloot hij in Duitsland te gaan werken.

Vermoedelijk vertrok Maas in april 1940[22] naar Duitsland omdat hij in augustus 1940 in dienst trad bij de Reichswerke Hermann Göring in Watenstedt.[23] Hier kreeg hij de leiding over de kabelafdeling. Op 25 oktober 1940 was het gezin weer terug in Rijswijk. In dezelfde maand werd Maas lid van de NSB.[24] Het gezin vertrok op 18 maart 1941 naar Hannover om daarna door te reizen naar Braunschweig.[25]

In Braunschweig ging Maas werken voor A.E.G.. Naar eigen zeggen verkondigden de Duitsers daar dat Nederland nooit meer zelfstandig zou worden. Dat was dan ook de reden dat hij zich bij de NSB aan sloot. Maas gaf aan dat hij in Braunschweig een redevoering gaf aan de aldaar aanwezige Nederlanders waarin hij voor de Nederlandse soevereiniteit opkwam. In zijn ogen mocht Nederland nooit een Duitse provincie worden. Onder het publiek was iemand van de Gestapo wiens rapportage van de toespraak ertoe leidde dat Maas in 1942 werd uitgewezen uit Duitsland.[26] Op 4 november 1942 keerde hij terug naar Rijswijk.[27] Bij terugkomst in Nederland werd hem door NSB-leider Anton Mussert een burgemeesterspost beloofd. Tot deze vrij zou komen zou hij als plaatsvervangend organisatieleider[28] op het bureau van het Nederlands Arbeidsfront (NAF) in Den Bosch[29] werken. Vanuit Rijswijk verhuisde het gezin op 1 februari 1943 naar Amsterdam.[30]

In Amsterdam

In Amsterdam kwam Maas met zijn gezin te wonen op de Plantage Prinsenlaan 5hs, tegenwoordig de Plantage Westermanlaan, vlakbij Artis. Voordat de familie Maas hier introk, woonde de Joodse familie Spangenthal op het adres. Dit gezin bestond uit vader Levi (geboren in 1865) en moeder Fannij (1876) Spangenthal-Birnbaum, beide geboren in Duitsland. Het echtpaar had vier kinderen, Gisela (1897), Karoline (1899), Rika (1902) en Siegfried (1908). Alle vier de kinderen werden in Amsterdam geboren. Rika overleed in 1921 op 18 jarige-leeftijd. De andere drie woonden voordat ze uit hun huis werden gezet nog bij hun ouders.[31]

De Joodse familie verhuisde op 21 januari 1943 naar de Retiefstraat 6hs in Amsterdam. Dit lijkt niet geheel vrijwillig omdat de zoon, Siegfried, na de oorlog weer op de Plantage Prinsenlaan 5hs is gaan wonen.[32] Hij is de enige overlevende van het gezin. Vader, moeder en beide dochters werden in 1943 in Auschwitz vermoord.[33] Op 1 februari trok Maas in het huis in. Twee buurvrouwen verklaarden na de oorlog dat het overduidelijk een NSB-gezin was, Maas liep in uniform, de kinderen waren bij de Jeugdstorm en "de ramen leken een reclamezuil van biljetten van NSB, Winterhulp en NVD." Heel erg goed stond het gezin niet bekend: "De vrouw van Maas zag geen kans haar huis en gezin schoon te houden. Hoe zoiets als NSB burgemeestersvrouw moest fungeren is mij een raadsel." Maar, beide dames beweerden dat de familie niet lastig of verraderlijk was. De familie zou uiteindelijk vertrekken toen Maas, volgens één van de dames, "NSB burgemeestertje" werd.[34]

Maas kon kiezen tussen een burgemeesterspost in Hengelo (Overijssel) of Helmond.[35] Hij koos voor Helmond omdat hij zich "daartoe meer aangetrokken voelde".[36] Op 13 september 1943 werd Maas benoemd tot burgemeester van Helmond.

Burgemeester van Helmond

Bij het uitbreken van de oorlog was A.J.W.M. Moons[37] burgemeester van Helmond. Hij was lid van de Rooms-Katholieke Staats Partij en werkte de Duitsers en de NSB waar mogelijk tegen. Op 25 januari 1943 schreef waarnemend districtsleider van de NSB in Noord-Brabant A.A.M. Stoetzer een brief naar het hoofd bestuurszaken van de NSB in Den Haag. Hierin klaagde hij over Moons: "Elke daadwerkelijke opbouw van de nieuwe tijd werd door hem lamgelegd, zijn ambtenaren proberen steeds tussen de mazen door te glippen. […] Het is voor Helmond dringend noodzakelijk, dat hier zo spoedig mogelijk een andere burgemeester komt."[38]

Op 17 juni 1943 werd Moons uit zijn functie ontslagen. Hij dook onder en zou na de bevrijding als burgemeester terugkeren. Maas werd op 13 september 1943[39] benoemd en op 4 oktober geïnstalleerd als burgemeester van Helmond.[40] Bij deze benoeming was ook Stoetzer betrokken.[41]

Helmonder F. van de Werff woonde aan de Mierloseweg en hield in de oorlog een dagboek bij. Hij schreef: "Er wordt nu ook een naam genoemd van de nieuwe burgemeester, ene Maas uit Rotterdam. Natuurlijk een NSBer."[42] Op de 22ste komt Maas op bezoek in de stad. Een dag later schrijft Van de Werff: "Vanmiddag in de krant dat de burgemeester op 4 oktober ingehaald zal worden, hij werd al heel wat opgehemeld."[43]

In zijn inauguratietoespraak haalt Maas onder andere aan: "Ook u kameraad Stoetzer dank ik, dat gij mij waardig geacht hebt den Leider voor te stellen mij voor deze functie te benoemen. […] Bij een bespreking, die aan mijne benoeming vooraf gegaan is, heb ik opgemerkt, dat ik de functie van Burgemeester minder als een ambt dan wel als een opgave beschouw. In dit geval de opgave om 30.000 menschen – volksgenooten – door den moeilijksten tijd, welke ons Vaderland ooit heeft beleefd te leiden naar een betere – op nationaal socialistischen basis gestelde – toekomst. […] Ik zal niemand mijn politieke inzichten opdringen, maar wel verwacht ik, dat een ieder, die in dienst dezer gemeente staat, begrip voor den nieuwen tijd toont en zich er volkomen van bewust is, dat het zijn plicht is zich juist nu in dienst der gemeenschap te stellen."[44]

De Zuid-Willemsvaart rapporteerde: "De bijeenkomst werd o.a. bijgewoond door de Beauftragte der provincie, de echtgenote, kinderen en moeder van de nieuwe burgemeester, enige burgemeesters van omliggende plaatsen, hoofden der gemeentelijke takken van dienst en leden der NSB. Op het binnenplein van het kasteel stond de Jeugdstorm opgesteld."[45]Opvallend was dat Maas de ambtsketting niet omgehangen kreeg. Hij werd door wethouder Ebben gewoon overhandigd.[46]


Luchtfoto Helmond, met in het kader de ambtswoning van de burgemeester, Smalle Haven 1. Bron: NIMH

Maas verhuisde op 18 oktober 1943 naar de Smalle Haven 1[47] in Helmond.[48] De woning was de officiële ambtswoning van de burgemeester van Helmond. Het pand werd in 1955 gesloopt.[49] Een kleine maand later trok een dienstbode uit Den Helder in, zij bleef precies drie maanden en keerde op 16 februari 1945 terug naar Den Helder. In dezelfde periode woonde er ook een kostganger in. Hij verbleef slechts twee maanden in het huis.[50]

Toon Vosman, secretarie-ambtenaar beschreef Maas als volgt: "Het was een man waar iedere dag wel wat mee te beleven viel. Zo schoot hij eens vanuit zijn burgemeesterskamer zijn revolver leeg in de gracht."[51] De burgemeesterskamer is tegenwoordig de Chambre des Amis op de beletage van het kasteel Helmond.[52] Lijsten met inwoners die in aanmerking kwamen voor werk in Duitsland werden volgens de secretarie-ambtenaar gedeeld met andere ambtenaren zodat de mensen gewaarschuwd konden worden. Vosman vertelt verder: "Als ze dan ook nog goed in de slappe was zaten, probeerden ze de burgemeester met een fles cognac of dergelijken om te kopen. Meestal was die burgemeester zo zat als een pinneke."[53] Maas gooide samen met NSB-er G. Bil, in beschonken toestand, de ramen in van apotheek Van Hoeck op de Markt. Tegenwoordig is dat het huis onder de Luts.[54]

Sjef Raymakers vertelt: Maas was "niet de slechtste. Ook geen goede. Het was een man zonder karakter. Bijna een dronkaard en zoiets. Ik geloof niet dat hij veel mensen ongelukkig gemaakt heeft. Maas, dat was een burgemeester die was om te praten. […] een fles jenever dat was al heel wat. Daar kreeg je wel een arbeider mee vrij [van de Arbeitseinsatz]."[55] Maas verklaarde daar zelf tijdens zijn verhoor het volgende over: "Geld, sterken drank of sigaretten zijn door mij nimmer aangenomen als prestatie voor een bewezen dienst, ook heb ik dat nooit als voorwaarde gesteld. Wel heb ik eens drank en sigaretten ontvangen, doch dan als dank voor een bewezen dienst."[56]


Kasteel Helmond, in de oorlog was dit het gemeentehuis. Bron: Jeroen Koppes

Gemeentelijke Dienst Sociale Zaken

Het college bestond bij het aantreden van Maas uit drie wethouders: J.J. Ebben (publieke werken), R.J.A. van Gemert (gemeentebedrijven) en F.J.C. den Ouden (sociale aangelegenheden).[57] Geen van de drie was aangesloten bij de NSB.[58] Al in 1940 was er onder burgemeester Moons en wethouder Den Ouden een plan gemaakt om de Gemeentelijke Dienst Sociale Zaken en het Burgelijk Armbestuur te laten fuseren onder één dienst.[59] De fusie was al goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Er was, in de tijd van burgemeester Moons, alleen nog onenigheid over de salarissen. Den Ouden wilde de salarissen naar boven gelijktrekken met die van de Secretarie van de gemeente. Den Ouden had hier al overleg over gehad met Vermeulen, een ambtenaar van het Armenwezen. Vermeulen was het niet eens met de verhoging. Beide zijn toen naar burgemeester Maas gegaan, waar Den Ouden verwachtte dat de burgemeester wel aan zijn kant zou staan: "ik dacht dat hij als nationaal socialist wel voor verbeterde salarissen zou zijn." Maas vond de salarissen echter ook te hoog en vroeg om herziening van het voorstel. Den Ouden: "Ik heb met Smits [Directeur Sociale Zaken] dat nieuwe ontwerp gemaakt en het nieuwe ontwerp was gelijk aan dat wat ik bij het oude college van B en W had ingediend, bij het salaris van de hoofdambtenaren had ik de 200 gulden, die ik oorspronkelijk had laten vallen, weer bijgevoegd."[60]

Hieruit concludeerde Maas dat met Den Ouden een "vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk was".[61] Maas vond het salaris immers te hoog, vroeg om herziening en kreeg een identiek voorstel met hogere salarissen. Hij vroeg dan ook op 7 december 1943[62] voor Den Ouden ontslag aan. Den Ouden werd ook meteen geschorst. Ondanks dat hij de ontslagaanvraag "met de meest mogelijke spoed" had gedaan, duurde het nog vijf maanden voordat het ontslag ook daadwerkelijk door de provincie werd goedgekeurd.[63] Het ontslag werd uiteindelijk op 21 juni 1944 doorgevoerd. NSB-er J.G. Bouwman werd als vervanger ingesteld.[64]

Volgens Den Ouden zelf kwam zijn ontslag omdat hij weigerde enkele medewerkers te ontslaan. Die zouden dan worden vervangen door NSB-ers. Maas zei hierover: "Toen ik zag dat ik niet de nodige medewerking kreeg, heb ik zelf onvolwaardige krachten ontslagen en nieuwe aangenomen."[65] Tijdens het naoorlogse tribunaal tegen Maas vroeg de voorzitter: "U had dus een pottenkijker nodig?" Maas antwoordde met: "Als u wilt, ja!"[66] Maas wilde eigenlijk ook de directeur van de Sociale Dienst, C. Smits, ontslaan, maar kreeg dat niet voor elkaar. Hierdoor had het vervangen van de wethouder eigenlijk maar weinig zin. Ambtenaren van de dienst konden, zolang de directeur niet ontslagen was, om de NSB-ers heen blijven werken en zo steun geven aan onderduikers.[67]

Tijdens het tribunaal gaf de advocaat van Maas aan dat "uit het feit dat de heer Ebben aanbleef, af te leiden was dat deze in het ontslag van Den Ouden niets onbillijks zag."[68] Den Ouden zelf gaf in een interview in 1974 aan dat Ebben en Van Gemert uit protest ook ontslag wilden nemen. Dat raadde hij echter af omdat hij van mening was dat ze zo lang mogelijk aan dienden te blijven.[69]

Vordering van woonruimte

Door de sterk toegenomen bevolking was er voor de oorlog al een gebrek aan woonruimte in de stad. In mei 1940 werd deze op driehonderd geschat, eind 1943 was dit tekort gegroeid naar duizend. De Duitse instanties wilden 2.500 Duitse evacués in Helmond plaatsen. Deze Duitsers kwamen voornamelijk uit het Rijn- en Roergebied waar ze door geallieerde bombardementen dakloos waren geworden. Om deze mensen te kunnen huizen moesten Helmonders plaats maken. Woningen zouden hiervoor gevorderd worden. De gemeente Helmond wist wel het aantal evacués terug te brengen naar duizend. Al tijdens het bewind van Moons waren er lijsten opgesteld met woningen die in aanmerking kwamen. Het plan zou pas ten uitvoer worden gebracht toen Maas burgemeester werd.[70]

Wethouder Ebben was na het vertrek van Moons waarnemend-burgemeester. Hij weigerde elke medewerking aan het vorderen van huizen. Wel werden enkele kleine gezinnen door Ebben gewaarschuwd, omdat zij vermoedelijk het eerst aan de beurt zouden zijn. Op deze manier konden zij al voorbereidingen treffen voor het vinden van eventuele andere woonruimte.[71] Wethouder Ebben verklaarde na de oorlog dat Maas "de vorderingen van huizen met ambitie [heeft] doorgezet"[72] Al verklaarde Vosman dat bij Maas "uit zijn gehele manier van optreden bleek dat hij niet graag vorderde"[73]

Er zouden in totaal 53 huizen gevorderd worden, waarin 360 Duitsers geplaatst werden. Er was een bepaalde voorkeur voor de te vorderen huizen. Was je NSB-lid of pro-Duits, dan werd je zo veel mogelijk gespaard.[74]

Winterhulpcollectie in Café Drouen

Op een avond in december 1943 zaten vier Helmondse jongens te kaarten in Café Drouen aan de Steenweg, tegenwoordig De Traverse. Maas kwam binnen met zijn 14-jarige zoon, wachtmeester Kool en een andere agent om te collecteren voor de Winterhulp. De jongens wilden niks doneren aan de zoon van Maas, waarop hij zijn vader erbij haalde. Vervolgens vorderde Maas de persoonsbewijzen. Volgens Maas zelf had dat niets te maken met het weigeren van de collectie: "Op de plaats op tafel waar doorgaans de pot staat, lag een bedrag van ongeveer 20 gulden, terwijl op de tafel in het geheel ongeveer een gulden of zestig lag. Dit was mij wel wat te grof, ik heb toen opdracht gegeven om procesverbaal op te maken wegens het kaarten om geld in een openbare gelegenheid."[75]

Om 21:00 uur belde Kool naar het politiebureau om de vier jongens, van 16, 17, 20 en 23 jaar, op te halen. De twee jongsten werden een uur later heengezonden. Het politierapport geeft aan dat de twee oudsten "op last van de burgemeester [werden] ingesloten voor de arbeidsinzet".[76]

Bouwman (23) werd de volgende dag op voorspraak van de adjunct-directeur De Kimpe van het Gewestelijk Arbeidsbureau en politie-inspecteur De Groot vrijgelaten, onder voorwaarde dat hij zich op 9 december zou melden op het Arbeidsbureau. Dat deed hij ook, maar werd ook daar weer door De Kimpe heengezonden.[77]

Van Beckum (20) had minder geluk, hij bleef vast zitten tot hij op 8 december door Kool op transport gesteld werd naar kamp Amersfoort.[78] Daar aangekomen werd hij op 17 februari 1944 doorgestuurd om in Saarbrücken tewerkgesteld te worden. Hij keerde in mei 1945 weer terug in Helmond.[79]

Maas werd onder andere ten laste gelegd dat hij Van Beckum had laten arresteren in het kader van de arbeidsinzet. Maas verklaarde: "Ik heb deze mensen gearresteerd en overgegeven aan de Gemeente Politie om procesverbaal op te maken. Wat er verder mee gebeurd is weet ik niet, en interesseerde mij ook niet."[80] Hij beschuldigde Kool ervan op eigen houtje besloten te hebben om Van Beckum naar Amersfoort te laten brengen.[81] Het tribunaal achtte het niet bewezen dat de arrestatie van Van Beckum gedaan was om hem verplicht tewerk te stellen in het kader van de arbeidsinzet.[82]


Café Drouen aan de Steenweg. Bron: Fotoarchief Jeroen Koppes

Arrestatie van de familie Coppel

De Joodse familie Coppel had in Helmond een warenhuis, met een naam die bijna synoniem werd aan hun familienaam: Kapé. Het warenhuis was gevestigd aan de Markt. In dit warenhuis werkte onder andere Roos Leblans.[83] De familie Coppel verhuisde in september 1940 naar de Heistraat 70. Tegen het einde van 1942 dook de familie onder, om uiteindelijk bij de ouders van Roos onderdak te vinden.[84] Haar broer, pater Leopold Leblans, rector van Christus Koning in Helmond, had bemiddeld zodat de familie Coppel daar, op de Kamstraat 45, terecht kon.

Op 21 maart 1944 werd er op het politiebureau een briefje bezorgd waarin werd medegedeeld dat er bij de familie Leblans Joden zouden zitten. Rechercheur M.D. Hollanders[85] ging op pad om de familie Coppel te waarschuwen. Omdat de datum op het briefje 22 maart aangaf, had Hollanders de familie een dag de tijd gegeven om te vluchten. Op het politiebureau kwam het briefje die middag al in handen van wachtmeester Kool.[86] Die trok meteen naar de Kamstraat en trof daar de familie aan in het naastgelegen Vincentiushuis. Riek Leblans, een zus van Roos en van de pater, verklaarde: "Kool is alleen gekomen om de Joden te arresteren en hij heeft ze gevonden in het Vincentiushuis. Toen hij de Joden al gevonden had heeft hij een jongetje uit de buurt naar den burgemeester gestuurd, deze is toen direct gekomen."[87]

Gemeentebode J.F.M. van Leunen verklaarde na de oorlog dat Maas samen met Kool naar het huis was gegaan om de arrestatie te verrichten. Maas liet Van Leunen weten dat de familie door een vrouw was verraden: "Over dit verraad zei hij me toen ook nog dat hij verraad ook wel laf vond, maar dat als hij het eenmaal wist hij wel verplicht was om er werk van te maken."[88] Maas' zijn secretaresse gaf aan dat er een telefoontje op het gemeentehuis was binnengekomen met de mededeling dat Maas: "onmiddellijk op het politiebureau of aan een bepaald adres moest komen, dit laatste kan ik me niet meer herinneren."[89]

Maas verklaarde zelf over de arrestatie: "In het jaar 1944, ik kan mij niet herinneren welke datum, werd mij door een onbekend meisje gevraagd of ik even in de Kamstraat wilde komen bij wachtmeester Kool [...] Daar ik niet wist wat er aan de hand was, ben ik er heen gegaan. In de Kamstraat aangekomen kwam Kool juist uit een woning met een drietal Joden. Deze zijn later overgebracht naar het politiebureau en vervolgens verder getransporteerd. Hieraan had ik geen schuld, want ik werd in de Kamstraat ontboden, zonder te weten waarvoor, en de Joden waren reeds door Kool aangehouden zonder, dat ik daar iets aan kon doen."[90]

Die middag werden Walter Coppel, vrouw Irma Coppel-Stein, moeder Berta Coppel-Philipps en schoonmoeder Paula Stein-Winter, tezamen met rector Leblans, gearresteerd en ingesloten. Drie dagen later werden ze op transport gesteld naar Den Bosch.[91] Leblans zou later weer worden vrijgelaten, maar de gehele familie Coppel kwam in Auschwitz[92] om het leven.

In hoeverre Maas deze arrestatie aangerekend kan worden, is lastig te bepalen. Hij was de hoogste gezagsdrager in Helmond en had Kool kunnen overtroeven.[93] Of dat veel zin zou hebben gehad blijft de vraag, Kool had dan zijn beklag bij de Duitse SD kunnen doen.[94] In het proces na de oorlog werd Maas deze arrestatie hoe dan ook niet ten lastte gelegd.[95]

Tewerkstelling in Zeeland

Begin 1944 moesten er mensen geselecteerd worden voor tewerkstelling in Zeeland. De advocaat van Maas gaf in zijn proces aan dat "Maas er aanvankelijk van was overtuigd, dat ze een Nederlands belang dienden, toen hij van het tegendeel overtuigd was, heeft hij navenant gehandeld."[96] Helmonder A. Niessen woonde in de Veestraat en hield een dagboek bij. Hij schreef op 24 april dat men "daar voor twee à drie weken [moest gaan] werken aan een dijk." Al geloofde de dagboekschrijver dat zelf al niet.[97]

Van de Werff: "Vanmorgen [op 24 april 1944] alles in rep en roer in de stad, de burgemeester heeft een fiasco geleden. Nog niet de helft van de afgeroepenen is opgekomen. 70 zijn er vertrokken. […] Nu hebben de middenstanders oproepingen thuis gekregen, Kees Konings, twee van Niessen, Linden-van Oekel, Van Laarhoven en Nobels moeten woensdag 26 april vertrekken."[98]

Niessen schreef er zelf over: "Om half drie kregen [mijn broer] Sjef en ik een oproep om woensdag 26 april om 9 uur aan het station te zijn, schop meebrengen." De volgende dag ging hij naar de dokter "die mij afkeurde wegens middenoorontsteking en Sjef werd afgekeurd wegens zijn astma, het bleek dat er veel werden afgekeurd."[99] Van Laarhoven woonde aan de Markt in Helmond en gaf in een interview in 1994 over zijn vader en oom aan: "Onze pa en oom Jan kregen een oproep […] Oom Wim is toen naar burgemeester Maas gestapt en heeft hem gezegd, dat het niet kon. Twee meewerkende leidinggevenden uit een nutsbedrijf[100] weghalen, dat ging niet. Maas zei daarop dat er toch zeker één moest gaan. Oom Wim zei toen, dan zal ik gaan. Ik heb geen gezin waar ik voor moet zorgen."[101]

Maas kreeg later te horen dat de Helmonders werden ingezet om prikkeldraad te spannen op het strand van Vlissingen. Volgens de Beauftragte in Eindhoven zou dit om een uitzondering gaan. Maas vertelt: "Kort daarop ontving ik een soortgelijk bericht van Pals, een onderwijzer uit Helmond. Deze Pals had zich opgeworpen als spreekbuis voor de Helmondsche arbeiders. [...] Toen mij bleek dat de arbeiders aan verdedigingswerken moesten werken heb ik de Beauftragte medegedeeld dat ik niet verder meer [arbeiders] zou vorderen."[102] Het gevolg was wel dat de Helmonders die er zaten pas later terug kwamen. Niessen schreef op 17 mei: "De drie weken zijn om, maar nog niemand thuis uit Goes."[103] Maas wees vervolgens fabrieksarbeiders van buiten Helmond aan om naar Zeeland te gaan.[104]

Zoals al eerder aangegeven, was het altijd mogelijk de burgemeester om te kopen. Niessen schreef verder: "Maandag 1 mei, weer moeten er weg. […] Je moet zo weg, of de burgemeester wat geven. Een fles Klare[105], ham of shag."[106] In de politierapporten zien we bijvoorbeeld op 26 april dat er twee mannen werden aangehouden voor arbeid in Zeeland, maar dat ze later die avond al weer "op last van den heer Burgemeester" werden heengezonden.[107]

In totaal zouden er 450 mensen naar Zeeland hebben moeten gaan, maar er vertrokken er maar iets meer dan 200. Men mocht ook pas naar huis als er vervangers waren gestuurd. Omdat er in Zeeland in ieder geval 28 mensen ontsnapten en onderdoken, werd er voordat de eerste vervangers arriveerden nog niemand naar huis gestuurd. Op 18 augustus werd de hele inzet door de Duitsers afgeblazen en mocht iedereen weer naar huis.[108]

Er werden niet alleen mensen naar Zeeland gestuurd, de Arbeitseinsatz gold ook voor Duitsland. Hiervoor werden regelmatig razzia's gehouden, waaraan ook Maas persoonlijk meedeed.[109] Op het Helmondse Gewestelijk Arbeidsbureau waren een tweetal Duitsers actief die niet keken naar de achtergrond van wie ze stuurden. Maas was het hier niet mee eens omdat ze "geen begrip hadden voor de politieke opgave van burgemeesters". Ze stuurden namelijk ook NSB-ers naar Duitsland. Maas had "altijd nog wel enige anti's in voorraad, die hij graag kwijt wilde zijn."[110]

Ook de gemeenteambtenaren ontkwamen niet aan de Arbeitseinsatz. In een verordening van februari 1944 werd afgedwongen dat gemeentes 20% van hun personeel dienden af te staan. In oktober 1943 was dat voor Helmond slechts 1,3%[111]. In maart 1944 was het aantal gestegen naar 4,4%, maar nog steeds ver beneden de norm.[112] Hierdoor kwam Helmond op een zwarte lijst te staan.

Secretaresse

Rond 1 december 1943 werd Everdina Berenpas uit Eefde aangenomen als typiste op het gemeentehuis in Helmond. Ze had hiervoor gewerkt op het arbeidsbureau in Eindhoven. De leiding wilde haar niet laten gaan, maar na een telefoontje van Maas kreeg ze daar toch haar ontslag, zodat ze in Helmond kon beginnen. Begin mei werd ze de privésecretaresse van Maas.[113]

In Helmond gingen de geruchten dat ze een affaire zou hebben met de burgemeester.[114] Vosman vertelt:"Hij had het nadeel, dat hij een wellustige, welgevormde secretaresse had, die graag bij hem op het bureau zat."[115] Van de Werff schreef op 7 juli in zijn dagboek: "De burgemeester Maas gaat vertrekken, voorlopig met vier weken. Hij is met zijn secretaresse op stap."[116]

In juli 1944 schreef de vrouw van Maas aan de Secretaris-Generaal van de NSB het volgende: "Ik weet niet of het U bekend is dat mijn man, die burgemeester hier is, er met zijn secretaresse vandoor is en mij zonder financiën met drie kinderen heeft achtergelaten. Ik zou nu wel eens willen weten, of dat maar zo gaat."[117]

Later zou blijken dat Maas zijn vrouw had geslagen en dat zij naar Eindhoven was vertrokken om verdere mishandeling te voorkomen.[118] Vermoedelijk scheidde Maas rond deze tijd van zijn vrouw en trouwde met zijn secretaresse.

Drie jongens op een hek

Op de Markt in Helmond, naast het huis onder de Luts, stond vroeger de villa van Anna van Thiel. In de ochtend van 26 juni 1944[119] hingen hier drie jongemannen rond, Obbels (25), Kivits (20) en Van der Heiden[120]. Volgens de jongens werd er enkel wat gelachen[121], Maas gaf echter aan dat hij ze "daar is die rotkerel met zijn zwarte pakje" hoorde zeggen[122]. Maas liet zich niet beledigen en vroeg direct om de persoonsbewijzen. Van der Heiden mocht weer gaan omdat hij volgens Maas "direct een fatsoenlijke houding aan [nam], hij zei dat het (de belediging) niet zo bedoeld was". De andere twee moesten zich die middag op het gemeentehuis bij Maas melden.

Maas beschuldigde beide er van onderduikers te zijn. Kivits ontkende dat, hij was in het bezit van een "Krankenschein" dat tot op de dag van zijn arrestatie geldig was.[123] Obbels gaf aan bij De Wit te werken. Maas deed navraag bij De Wit, waar Obbels niet bekend was. Obbels gaf daarna toe dat hij inderdaad ondergedoken zat. Beiden werden die middag naar het politiebureau gebracht en ingesloten.[124] Volgens Maas was hiermee de zaak afgedaan. Enkele dagen later bezocht Maas het politiebureau waar bleek dat beide mannen nog steeds vastzaten. "Mijn opdracht was om hen tot 's avonds tien uur vast te houden en dan los te laten. Hiermede was voor mij de zaak af en was deze overgegaan in handen van Kool."[125] Obbels verklaarde echter dat Maas "toen onder de nodige bedreigingen zoals: "ik schiet je dood" tegen mij [zei] dat ik naar Goes zou gaan en mijn vriend Kivits [...] naar Amersfoort". Hierbij zou Maas met zijn revolver hebben gezwaaid, waarbij de kogels er uitvielen.[126] Maas ontkende dit weer, hij had namelijk geen revolver maar een pistool, een F.N. 7.65, "en men behoeft geen wapendeskundige te zijn om te weten dat de kogels daar niet uit kunnen vallen."[127]

Obbels werd vervolgens door Kool voor tewerkstelling naar Goes gebracht, waar hij na twee weken een vinger verwondde om weg te komen. Hij werd echter betrapt en opgesloten.[128] Kivits werd naar kamp Amersfoort gestuurd maar wist Kool onderweg erheen ervan te overtuigen dat hij geen onderduiker was. Hij werd vervolgens in Eindhoven naar de Fachberater gebracht. De Fachberater is de Duitse adviseur van de directeur van een Arbeidsbureau.[129] Hij liet Kivits gaan, onder voorwaarde dat hij zich weer zou melden om terug te gaan naar zijn werk in Duitsland. Kivits sprong vervolgens tussen Helmond en Deurne uit de trein om naar huis te gaan.[130]

Brrr Ruska!

Eind juni 1944 liep Maas met zijn secretaresse naar de trein op het station in Eindhoven. Hij was gehuld in zijn NSB-uniform. Venlonaren Hoogendoorn (51) en Peeters (46) waren in Eindhoven gaan drinken en kwamen op het station het tweetal tegen. Hoogendoorn riep: "Brrr Ruska!"[131] Een verwijzing naar de slechte toestand aan het Oostfront. Later gingen in de trein de beledigingen verder.[132] Maas vroeg hierop of de heren de coupé wilden verlaten. Dat deden ze, maar Hoogendoorn kwam al snel weer terug. In Helmond liet Maas de mannen oppakken voor openbare dronkenschap. Zijn secretaresse verklaarde daarover in 1946: "Bij de arrestatie was beschuldigde [Maas] door het dolle heen. Hij voelde zich zwaar beledigd en dit kon hij niet hebben."[133]

Hoogendoorn verklaarde tijdens het proces van Maas dat hij niet dronken was: "Wel had ik zes of zeven borrels en enkele glazen bier gehad. Ook Peeters was niet dronken."[134] In Helmond werden de mannen uit de trein gehaald, waarna een vechtpartij ontstond. Peeters gaf aan dat hij door Maas werd mishandeld.[135] Dit werd door een aanwezige agent, hoofdwachtmeester Tol, ontkent: "Ik ben er van het begin af aan bij geweest. Beschuldigde [Maas] heeft noch Hoogendoorn, noch Peeters aangeraakt en van handgemeen met Hoogendoorn is dus zeker geen sprake."[136] Maas zelf verklaarde hierover dat hij niet met Hoogendoorn had gevochten: "Ik vermoed dat hij in de war is met Tol."[137] De agent verklaarde verder dat ook Maas en zijn secretaresse enkele borrels op hadden, Maas schoot op het stationsplein enkele keren in de lucht om het publiek op afstand te houden.[138]

Beide heren werden op 27 juni om 21:00 uur op het Helmondse politiebureau binnengebracht. Drie dagen later werden ze op de trein gezet richting Eindhoven.[139] Uiteindelijk kwamen ze in Zeeland terecht waar ze aan de kustverdediging moesten werken. Peeters verklaarde dat ze daar na enige tijd zijn weggelopen.[140]

Ontslag

In mei 1944 werd Maas door Stoetzer voorgesteld als burgemeester van Enschede. Maas stuurde hiervoor op 22 mei een bedankbrief aan Stoetzer. Maas was erop gebrand om benoemd te worden voor 1 juli, want dat was de datum dat Stoetzer vertrok als districtsleider. Dit vertrek zou hem "een zeker gevaar op leveren".[141] Stoetzer zorgde blijkbaar voor een soort van bescherming van Maas. Op dat moment was de niet-Duitsgezinde J.J.G.E. Rückert nog burgemeester van Enschede. Hij diende op 28 augustus 1944 pas zijn ontslag in en werd daarna vervangen door een NSB-er, maar niet door Maas.[142]

Een paar maanden eerder had een kringleider van de NSB in Helmond al geklaagd over Maas bij de Bijzondere Raad van Discipline voor de NSB. Hij verklaarde daar na de oorlog over: "Ik heb niet nagelaten het gedrag van Maas aan de kaak te stellen." De kringleider moest daarna bij Stoetzer op het matje komen. Hem werd gedreigd dat als hij niet zou ophouden met klagen over Maas dat hij uit de NSB zou worden gezet.[143] De kringleider werd op 5 maart 1944 opgevolgd door niemand minder dan Maas. Deze benoeming werd verricht door Stoetzer.[144]

Maas gaf zelf aan dat hij op 5 juni opnieuw om ontslag vroeg, dit keer vanwege de tewerkstelling van Helmonders in Zeeland.[145] De leider van de adviescommissie Bestuurszaken van de NSB reageerde daarop naar het hoofd van de Secretarie van Staat, Mr. Dr. J.H. Carp, met: "Aangezien in het privé leven van genoemden kameraad gebeurtenissen hebben plaats gevonden die zijn handhaving als burgemeester volkomen onmogelijk maken, deel ik U thans reeds mede dat ik met zijn ontslag op korte termijn ten volle instem."[146] Maas' ontspoorde huwelijk deed hem de das om.

Op 5 augustus 1944 werd Maas met onmiddellijk ingang ontslagen als burgemeester van Helmond. Er werd hierbij bepaald dat er geen pensioen mocht worden toegekend.[147] In de kantlijn van een brief van de waarnemend Commissaris der Koningin van Noord-Brabant van 21 november 1944 (dus na de bevrijding van deze provincie) aan de Militaire Commissaris in Noord-Brabant werd geschreven "dat hij door de bezettende macht wegens persoonlijke misdragingen reeds ingaande 5 augustus 1944 was ontslagen."[148] Hij werd tevens uit de NSB gezet[149] en enkele dagen later door de Sicherheitsdienst (SD) in Hotel Du Commerce aan het toenmalige Stationsplein in Eindhoven gearresteerd en opgesloten.[150] Waarom precies is onduidelijk, de hotelier dacht dat het om oplichting ging.[151] Op Dolle Dinsdag werd hij door de Eindhovense politie vrijgelaten. Hij werd daarna wel weer door de SD gezocht, daarom dook hij met zijn derde vrouw onder in Eefde.[152] Zij werd aldaar in september 1945 door de politieke recherche opgehaald om in Helmond op het politiebureau ingesloten te worden.[153]

Op de dag van de bevrijding van Helmond, op 25 september, deed de minister van Binnenlandse Zaken in Londen het ontslag nog even dunnetjes over. Dit omdat Maas "gedurende de uitoefening van zijn bovenvermelde functie tijdens de bezetting lid was van de Nationaal Socialistische Beweging, dan wel deze beweging met woord en daad hebben gesteund en met kracht hebben medegewerkt aan de uitvoering van de door den bezetter ingevoerde maatregelen op bestuursgebied alsmede aan de verbreiding van de politieke denkbeelden van den vijand" en "dat hij mitsdien van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk de Koningin en de Regeering had doen blijken en van het niet de getrouwe medewerking aan het herstel van het Vaderland kan worden verwacht."[154]

Vuurgevecht in Delft

Roes Kollewijn deed op Noordeinde 32 in Delft de deur open en werd meteen doorzeefd met kogels. Het was 3 november 1944, de Landwacht viel het pand binnen op zoek naar de leden van een verzetsgroep. Kollewijn was in Helmond opgegroeid en naar school gegaan, voordat hij ging studeren aan de Technische Hogeschool in Delft. Zijn ouders, beiden arts, woonden nog in Helmond. Kollewijn raakte zwaar gewond en overleed vijf dagen later in het Oude en Nieuwe Gasthuis in Delft. Een aantal anderen, waaronder Helmonder Pieter Arnout Fentener van Vlissingen, werden opgepakt en op 6 november geëxecuteerd.[155] Op 19 september 1945 gaf Maas in een verhoor als voorbereiding op het tribunaal aan dat hij "er nu van beschuldigd [wordt], dat ik verschillende onderduikers heb aangehouden. Ik kan echter ook naar voren brengen dat ik een onderduiker heb gered."[156] Deze door Maas aangehaalde beschuldiging werd niet in de aanklacht meegenomen. De onderduiker die hij bedoelde was Kollewijn.

Arts Alida LaFontaine, de moeder van Kollewijn, verklaarde hierover dat de privésecretaresse van de burgemeester, Berenpas, door haar behandeld wenste te worden. Wanneer dit precies heeft plaatsgevonden is niet helemaal duidelijk, het zal in ieder geval ergens in 1944 voor het ontslag van Maas hebben plaatsgevonden. Berenpas had tijdens haar doktersbezoek een briefje bij zich waarop stond dat de SD haar zoon zocht. LaFontaine is daarmee naar Maas gegaan die het bericht bevestigde. Hij zou het briefje van de SD in haar bijzijn verscheuren als ze zou zorgen dat haar zoon niet naar Helmond zou komen. Ze vertelde: "Ik heb hem dit beloofd, hoewel ik reeds enige tijd wist, dat mijn zoon gezocht werd en hij niet te Helmond vertoefde. Ik heb dit echter niet aan Maas gezegd. Of hij het briefje heeft verscheurd in mijn bijzijn, kan ik mij niet herinneren."[157]

Vervolging

Na de oorlog zat Maas ondergedoken in Eefde. Hij woonde met Berenpas, zijn derde vrouw, op het Martinshof in Eefde, tegenwoordig aan de Flierderweg 6[158]. Daar werd hij op 20 april 1945 opgepakt door leden van een verzetsbeweging en naar Zutphen gebracht.[159] Op 25 juli werd Maas naar het politiebureau in Helmond gebracht, gelegen aan de Zuid-Koninginnewal. Hij werd echter in de Veestraat al uit de auto gezet en moest zijn weg te voet vervolgen. Uit een brief van de toenmalige burgemeester aan de commissaris van politie in Helmond blijk dat hij "door het publiek gemolesteerd" werd. De in zijn ambt teruggekeerde burgemeester Moons eiste per direct rapport over de situatie.[160]

Het Helmonds Dagblad schreef op 25 juli 1945 spottend: "Voor den tweeden keer in enkele jaren maakte burgemeester Maas gisteravond zijn blijde incomste in onze stad. 's Mans prachtige uniform en dito pet waarmede hij Helmond ruim een half jaar geleden 'voor zes weken' verliet bleken vervangen door een versleten burgerpakje en een vrij schunnige 'klak': een navrant voorbeeld van een door het Joodsch-Bolsjewitsch-kapitalisme getroffen edel-Germaan. De ex-edelachtbare droeg een groot koffer waarin hij wellicht de ledige restanten torste van de veelvuldigde spiritueele geschenken waarmede hij indertijd de tochten onzer burgers naar Goes placht af te laten koopen. De belangstelling was enorm. Maar waar bleven gisteren de geurige en fleurige bloemen waarmede burgemeester Maas in zijn gouden tijdperk door thans weer vrij rondloopende stadgenooten werd begroet? De installatie werd ditmaal in een zeer kleine ruimte ten politiebureele gehouden. De promotie naar Vught zal wel spoedig volgen..."[161]

Volgens zijn toenmalige advocaat, Mr. F.C.A. de Wit, liep Maas in Helmond difterie op. Op 28 juli 1945 vroeg Maas om medische hulp, die hem volgens eigen zeggen op 1 augustus werd gegeven. Er volgde een opname in het St. Anthoniusgasthuis in Helmond. Daar kreeg hij tussen 1 en 12 augustus diverse serum-injecties, waarna een vergiftiging van zijn spierstelsel volgde. Hierdoor raakten, volgens zijn advocaat, "zijn been- en voetspieren nagenoeg geheel verlamd en de hand- en armspieren reeds aangetast". De advocaat vroeg dan ook op 3 november 1945 voor voorlopige invrijheidsstelling op basis van de gezondheidstoestand van Maas. Maas kon dan zijn intrek nemen op het Martinshof in Eefde en daar voor behandeling een arts benaderen in Zutphen of Deventer. De kamparts van Vught reageerde kort maar krachtig: "Zijn toestand baart geen bijzondere zorg en de hier geïndiceerde behandeling kan volledig in het kampziekenhuis plaats vinden. Reden tot ontslag uit het kamp op medische gronden zijn niet aanwezig." Het voormalige concentratiekamp Vught was na de oorlog in gebruik genomen voor de internering van verdachten van collaboratie. Maas bleef er vast zitten.[162]

Op donderdag 19 december 1946 stond Maas voor het eerst voor het Helmondse Tribunaal voor bijzondere rechtspleging in het kantongerechtsgebouw aan de Weg op den Heuvel. Vanwege zijn gezondheidstoestand kreeg hij toestemming om tijdens de behandeling van zijn zaak op een stoel plaats te nemen.[163] Tijdens de oorlog liep hij altijd in NSB-uniform rond. Nu beschreef de verslaggever van de Helmondsche Courant zijn voorkomen als volgt: "in een veel te korte, katoenen fantasiebroek, schuingelopen, bruine schoenen en een verrafeld sport-jasje. Helemaal niets meer van de martiale figuur, die weleer op onze straten was."


Het oude kantongerechtgebouw in Helmond waar Maas terecht stond. Bron: Jeroen Koppes

Maas werd van de volgende zaken beschuldigd[164]:

  1. Hij had zich aangesloten bij de NSB en daarin de functie van kringleider bekleed in Braunschweig en Helmond.
  2. Hulp verleend aan de vijand door:
    1. Te gaan werken voor het Nederlandsche Arbeidsfront in Den Bosch.
    2. Door voor de NSB als burgemeester in Helmond aan de slag te gaan.
    3. Door zich als begunstigd lid aan te sluiten bij de Germaansche SS in Nederland.
    4. De macht als burgemeester misbruikt te hebben door Van Beckum (Drouen), Obbels, Kivits (Markt), Hoogendoorn en Peeters (Brrr Ruska) te arresteren of doen arresteren in het kader van de arbeidsinzet.
  3. Te collecteren voor Winterhulp Nederland.

De verslaggever beschreef Maas' verklaring voor het tribunaal als "verrassend welgekozen woorden, welgekozen te verstaan in de zin van netjes of sierlijk. De goede keuze bleek vaak twijfelachtig in zoverre zijn beweringen vol onderlinge tegenspraak waren." Door "een overdaad van waarlijk vlotte woorden" moest de zitting worden verdaagd naar 24 december.[165] Over deze tweede zitting schrijft de verslaggever: "Maas komt er de pers op attenderen, dat hij ditmaal andere schoenen en een andere broek aan heeft. Hij verzoekt daarvan goede nota te willen nemen!"[166]

Tijdens zijn proces in Helmond in 1946 vroeg de president van het tribunaal "hoe het te verklaren was dat iemand die voor het behoud van de Nederlandse zelfstandigheid toch zich in de gelederen van begunstigers der Germaansche SS kon scharen." Maas reageerde daarop "dat hij wilde weten wat er in dit lichaam [de bezettingsautoriteiten] omging. Als men iets bestrijden wil moet men het van binnen en van buiten kennen." Volgens de rechtbank was zijn onderzoek niet echt indringend geweest, hij had namelijk zelf verklaard zich nooit in de bladen van de SS (zoals Storm) verdiept. Maas gaf aan dat hij in de gaten kreeg dat zijn politieke keuze fout was geweest op de dag dat Generalkommissar Fritz Schmidt zou zijn vermoord. Dat gebeurde op 26 juni 1943, dus nog voordat Maas als NSB-burgemeester aan de slag ging. Of Schmidt ook daadwerkelijk vermoord is of dat hij zelfmoord pleegde, is nooit duidelijk geworden. Lou de Jong houdt het op zelfmoord.[167] Maas: "toen wisten we dat de SS de overhand had gehouden. Wat konden wij doen. Laf terugtrekken zou geen enkel positief resultaat hebben. Binnen de NSB konden we tenminste nog iets zeggen, hetgeen we ook rijkelijk gedaan hebben."[168] Schmidt had altijd de kant van de NSB gekozen voor een zo onafhankelijk mogelijk Nederland. Dit was in lijn met de ideeën van Mussert die ingingen tegen de ideeën van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart en SS- en politiechef Hanns Rauter. De SS wilde een verdere inlijving van Nederland in het Duitse Rijk. Schmidt kwam om toen hij tijdens een treinreis langs de Atlantikwall uit de trein viel.[169]

Tijdens zijn proces kwam naar voren dat Maas in zijn sollicitatiebrief voor het burgermeestersschap had geschreven "deutsch freundlich" te zijn en dat hij de aanpak van het Jodenvraagstuk onvoldoende vond. Het eerste was naar eigen zeggen een smoesje. Over de Joden gaf hij aan dat hij "de Joden altijd had verfoeid". Hij zou ze niet hebben vermoord, maar ze "uit den handel hebben genomen en ze in vrede naar Palestina hebben laten gaan."[170]

Maas gaf aan dat hij op 12 januari 1944 ontslag had aangevraagd, al trok hij dit ontslag later weer in.[171] Op 5 juni[172] vroeg hij het weer aan. Tevens had hij op die datum bedankt voor de NSB en SS[173] Deze opmerkingen van Maas blijken niet helemaal te kloppen met de werkelijkheid. Vermoedelijk gaf hij aan dat hij om ontslag had aangevraagd om te suggereren dat zijn ontslag eervol was geweest. Hij was ook niet zelf uit de NSB gestapt maar geroyeerd.[174]

Zijn advocaat, Van Nieuwstadt, gaf in zijn pleidooi aan dat de beschuldiging dat Maas onderduikers en Joden zou hebben laten arresteren was teruggenomen. Opvallend is dat deze beschuldiging niet in de oorspronkelijke aanklacht stond. Verder hadden "wethouder Ebben en secretaris Hikspoors, twee vooraanstaande burgers van Helmond, verklaard dat Maas correct, voorkomend, eerlijk en bekwaam voor zijn taak was. Er was slechts wantrouwen om het feit, dat hij NSBer was." Van Nieuwstadt vroeg om onmiddellijke vrijlating van Maas. Maas zelf kwam als laatste aan het woord: "Ik verwacht clementie en ik vraag deze omdat naar mijn mening eerst buiten het kamp ik kan herstellen van mijn ziekte. Voorts doe ik een beroep op 'Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven.'"[175] Een quote uit Mattheüs 6:12.[176]

Maas werd uiteindelijk op de derde zittingsdag op 21 maart 1947 veroordeeld tot 3,5 jaar internering met aftrek. Dat betekende een gevangenisstraf tot 20 oktober 1948. Daarnaast volgde ontzetting uit het actieve en passieve kiesrecht. Hij mocht hierdoor zichzelf niet meer verkiesbaar stellen en zelf ook niet meer stemmen. Maas werd schuldig bevonden aan bijna alle punten uit de aanklacht. Enkel de arrestatie voor de arbeidsinzet van drie van de vijf personen kon niet worden bewezen. Dit betrof de arrestaties van Van Beckum (Drouen), Obbels en Kivits (Markt). Maas werd wel schuldig bevonden aan de arrestaties voor de arbeidsinzet van Hoogendoorn en Peeters (Brrr Ruska).[177]

Na de oorlog stonden er uiteraard meer NSB-burgemeesters voor het tribunaal. Eén van hen, T.O. van der Weide van de gemeente Velsen, werd ter dood veroordeeld, een andere tot 20 jaar gevangenisstraf. De burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werden respectievelijk tot 4, 10 en 12 jaar veroordeeld.[178] De burgemeester van Eindhoven, Dr. H.A. Pulles, werd tot iets meer dan 4 jaar veroordeeld.[179] De lengte van de straf had voornamelijk te maken met de vraag of de beschuldigingen puur politieke kwesties waren of dat er ook mensen slachtoffer werden van mishandelingen of deportaties in opdracht van de beklaagden.[180] Hierdoor kan de straf van Maas als relatief mild worden beschouwd.

Volgens een tweetal archieven scheidde Maas op 2 juni 1947 van Maria Wins.[181] Vermoedelijk is dit de scheiding met zijn secretaresse Everdina Berenpas geweest. Maria Wins stuurde op 21 januari 1948 een brief naar het Tribunaal met verzoek tot vrijlating van Maas. "Ik zelf heb een werkkring om voor mijn drie minderjarige kinderen waarvan de jongste 5 jaar is, de kost te verdienen. Om gezondheidsredenen moet ik deze werkkring eerst daags opgeven en is het dus dringend noodzakelijk dat mijn man gauw uit de internering ontslagen wordt." Ze ondertekende de brief als Mevrouw S. Maas-Wins.[182]

Maas werd op 14 september 1948 vrijgelaten uit Vught na net iets minder dan 3,5 jaar geïnterneerd te hebben gezeten.[183] Op 21 september 1948 verhuisde hij terug naar Amsterdam.[184] Hij hertrouwde met Maria Wins op 20 september 1949.[185] Maas overleed op 25 februari 1958 op 58-jarige leeftijd in Amsterdam.[186]

Conclusie

Hoe moeten we Maas nu typeren? Wethouder Ebben en secretaris Hikspoors hadden na de oorlog verklaard dat hij een correct, eerlijk en bekwaam man was. Historicus Jan Bartholomeus schrijft in zijn boek "Helmond 1940-1945": "Daarvoor zijn in de overgeleverde stukken nauwelijks argumenten te vinden. Daaruit rijst voor ons slechts het beeld op van een ijdele, corrupte en drankzuchtige figuur die zich volledig voor de Duitse zaak inzette."[187]

Het tribunaal omschreef Maas als volgt: "Het Tribunaal heeft de indruk dat de beschuldigde zich spoedig beledigd achtte en gerespecteerd wenste te worden. Zijn toegankelijkheid voor een verzoek was destijds van algemene bekendheid en is verklaarbaar uit deze geestesgesteldheid, aangezien een tot de beschuldigde gericht verzoek een erkenning van zijn macht inhield. In belangrijke mate heeft deze geestesgesteldheid ook de houding van de beschuldigde tegenover de bezettende macht bepaald, de beschuldigde was geen moffenknecht. Anderzijds overweegt het Tribunaal dat de instelling van den beschuldigde belangrijk fout was."[188]

Maas komt niet over als een geharde nazi, maar meer als iemand die zoveel mogelijk wilde profiteren van de nieuwe orde. Hij werd dan ook niet veroordeeld voor verraad of betrokkenheid Jodenvervolging. Erg bekwaam als burgemeester was hij niet, bij de affaire rond de Gemeentelijke Dienst Sociale Zalen liet hij zich niet van zijn beste kant zien. Soms had hij het goede met 'zijn' inwoners voor. Bij de tewerkstelling in Zeeland ging hij deels tegen de bezetter in, maar hij stuurde aan wel iedereen die hem beledigde naar Zeeland. Het waarschuwen van Kollewijn valt weer weg tegen zijn houding tijdens de arrestatie van de Joodse familie Coppel. Er blijft niets anders over dan een onbekwame, corrupte, dranklustige meeloper, een man die zijn benoeming tot burgemeester enkel te danken had aan zijn lidmaatschap van de NSB en niet aan zijn kwaliteiten.


Roes Kollewijn.

Paula Stein-Winter.

Noten

  1. HC 20-12-1946 & Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34.
  2. Regionaal Archief Alkmaar; Gemeente Den Helder, Geboorteregister, archiefnummer 77.1.2.030, Burgerlijke Stand Regiogemeenten, inventarisnummer 607, aktenummer 140.
  3. Regionaal Archief Alkmaar; Gemeente Den Helder, Gezinsbladen, letter M, folio 1-264, archiefnummer 77.1.2.029, Bevolkingsregisters Regiogemeenten, inventarisnummer 1018, blad 16.
  4. Gemeente Amsterdam Stadsarchief, 1434: Archief van de Vereniging tot Instandhouding en Uitbreiding der Electrotechnische School, 181 Staten van de duur van schoolbezoek 1901-1946, Blad 27.
  5. Archief Heem, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Merkx.
  6. Noord-Hollands Archief, Gemeente Helder, Militieregisters, inventarisnummer 356, pagina 28.
  7. Hochschularchiv, Westsächsische Hochschule Zwickau, Matrikelbuch, nr 1940.
  8. Hochschularchiv, Westsächsische Hochschule Zwickau, Matrikelbuch, nr 1940.
  9. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34.
  10. Hochschularchiv, Westsächsische Hochschule Zwickau, Matrikelbuch, nr 1940 & Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34 geeft 1924.
  11. Noord-Hollands Archief, Gemeente Helder, Militieregisters, inventarisnummer 356, pagina 28.
  12. Haags Gemeentearchief, 0354-01.0780, Bevolkingsregister, 1913-1939.
  13. HC 20-12-1946.
  14. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34 & HC 20-12-1946.
  15. Haags Gemeentearchief, BS Huwelijk, Burgerlijke Stand Huwelijken 1927, 's-Gravenhage, aktenummer 1700.
  16. Haags Gemeentearchief, BS Huwelijk, Burgerlijke Stand Huwelijken 1927, 's-Gravenhage, aktenummer 1700.
  17. CABR Inv. 44370.
  18. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  19. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34. & Levensloop d.d. 23-08-1943, CABR Inv. 44370.
  20. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  21. Verhoor Maas d.d. 28-06-1945, CABR Inv. 44370.
  22. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  23. Levensloop d.d. 23-08-1943, CABR Inv. 44370 & Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34 & Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 19.
  24. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 34.
  25. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  26. HC 20-12-1946.
  27. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  28. ZW 23-09-1943.
  29. Verhoor Maas d.d. 01-10-1946, CABR Inv. 44370.
  30. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  31. maxvandam.info & joodsmonument.nl & Stadsarchief Amsterdam; Archiefkaarten Amsterdam 1939-1960, archiefnummer 30238, inventarisnummer 765 & Arolsen Archives, familie Spangenthal.
  32. Stadsarchief Amsterdam; Woningkaart Plantage Prinsenlaan 5hs.
  33. joodsmonument.nl
  34. Getuigenverhoor de Jong-Prins, CABR Inv. 44370 & Getuigenverhoor Lemmen-Mulder, d.d. 01-05-1947, CABR Inv. 44370.
  35. HC 20-12-1946.
  36. Verhoor Maas d.d. 28-06-1945, CABR Inv. 44370.
  37. Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 14.
  38. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 29 & Vonk, Onder de bescherming van de Engel Gabriël, pagina 58/59.
  39. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas. & ZW 23-09-1943.
  40. Vonk, Onder de bescherming van de Engel Gabriël, pagina 58/59 & ZW 23-09-1943 & ZW 01-10-1943.
  41. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 35.
  42. Van de Werff, dagboek.
  43. Van de Werff, dagboek.
  44. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas. & ZW 05-10-1943.
  45. ZW 05-10-1943.
  46. ZW 05-10-1943 & Niessen, dagboek.
  47. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas & RHCe, Woningkaart Smalle Haven 1 & geschiedenisinhelmond.nl
  48. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  49. RHCe, Woningkaart Smalle Haven 1 en overzicht diverse sloopwerken 1954-1956.
  50. RHCe, Woningkaart Smalle Haven 1.
  51. Vonk, Onder de bescherming van de Engel Gabriël, pagina 59.
  52. Verschueren, Kasteel, Raadhuis van Helmond, pagina 25.
  53. Archief Heem, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Vosman.
  54. Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 12 & Zeeuwen, Intermezzo, pagina 26 & Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 53.
  55. Archief Heem, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Raymakers.
  56. Verhoor Maas d.d. 19-09-1945, CABR Inv. 44370.
  57. Helmond 1941 t/m 1954, pagina 10/11.
  58. Helmond 1941 t/m 1954, pagina 1.
  59. HC 27-12-1946.
  60. Getuigenverhoor Den Ouden d.d. 25-09-1946, CABR Inv. 44370.
  61. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 38/39.
  62. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 173.
  63. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 39.
  64. Helmond 1941 t/m 1954, pagina 12.
  65. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 173.
  66. HC 27-12-1946.
  67. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 40.
  68. HC 22-03-1947.
  69. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 39.
  70. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 42/43.
  71. Getuigenverhoor Hikspoors d.d. 11-09-1946, CABR Inv. 44370.
  72. Getuigenverhoor Ebben d.d. 16-08-1946, CABR Inv. 44370.
  73. Getuigenverhoor Vosman d.d. 18-10-1946, CABR Inv. 44370.
  74. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 42/43.
  75. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  76. Namiddagrapport van de Gemeentepolitie d.d. 04-12-1943, CABR Inv. 44370.
  77. Getuigenverhoor Bouwman d.d. 15-08-1944, CABR Inv. 44370.
  78. Voormiddagrapport van de Gemeentepolitie d.d. 08-12-1943, CABR Inv. 44370.
  79. Getuigenverhoor Van Beckum d.d. 15-08-1944, CABR Inv. 44370.
  80. Verhoor Maas d.d. 19-09-1945, CABR Inv. 44370.
  81. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  82. Uitspraak Tribunaal d.d. 21-03-1947, CABR Inv. 44370.
  83. Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Van Beeck.
  84. Vonk, Onder de Bescherming van de Engel Gabriël, pagina 45.
  85. RHCe 11004.146 & De Jaeger, De houding van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog in de grote steden van Noord-Brabant, pagina 432.
  86. Getuigenverhoor 23-09-1946 met Henrica Maria Cornelia Leblanc, CABR Inv. 44370.
  87. Getuigenverhoor 09-11-1946 met Antonie Moedt, CABR Inv. 44370.
  88. Getuigenverhoor 16-08-1946 met Josephus Franciscus Maria van Leunen, CABR Inv. 44370.
  89. Getuigenverhoor 04-10-1946 met Everdina Berenpas, CABR Inv. 44370.
  90. Verhoor Maas d.d. 19-09-1945, CABR Inv. 44370.
  91. RHCe 12048.112
  92. tracesofwar.nl
  93. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 45.
  94. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 57-58.
  95. Uitspraak Tribunaal d.d. 21-03-1947, CABR Inv. 44370.
  96. HC 22-03-1947.
  97. Niessen, dagboek.
  98. Van de Werff, dagboek.
  99. Niessen, dagboek.
  100. Familie Van Laarhoven had een zaak in elektrische artikelen, zie: geschiedenispeel.nl
  101. Archief Heem, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Van Laarhoven.
  102. Verhoor Maas d.d. 19-11-1946 , CABR Inv. 44370.
  103. Niessen, dagboek.
  104. HC 27-12-1946.
  105. Klare - Jenever zonder toevoeging van een bitter of elixer.
  106. Niessen, dagboek.
  107. RHCe, 12048 Gemeentepolitie Helmond 1937-1993, 112 Weekrapporten 1943-1944.
  108. Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 97/98.
  109. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 48.
  110. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 47.
  111. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 175.
  112. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 49.
  113. Getuigenverhoor 04-10-1946 met Everdina Berenpas, CABR Inv. 44370.
  114. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 53/54 & Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 22/23.
  115. Archief Heem, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Vosman.
  116. Van de Werff, dagboek.
  117. Brief van 13-07-1944 van Secretaris-Generaal aan den leider der Adviescommisie bestuur Ir. F.E. Müller, CABR Inv. 44370.
  118. Brief Secretarie van Staat d.d. 26-06-1944, CABR Inv. 44370.
  119. Namiddagrapport van de Gemeentepolitie d.d. 04-12-1943, CABR Inv. 44370.
  120. Van der Heiden of Van der Heijden.
  121. Getuigenverhoor van Kivits d.d. 16-08-1946, CABR Inv. 44370 & Getuigenverhoor van Obbels d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  122. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  123. Getuigenverhoor van Kivits d.d. 16-08-1946, CABR Inv. 44370.
  124. Getuigenverhoor van Obbels d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  125. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  126. Getuigenverhoor van Obbels d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  127. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  128. Getuigenverhoor van Obbels d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  129. Bauer, De Openbare Arbeidsbemiddeling gedurende den bezettingstijd (1940-1945), pagina 31
  130. Getuigenverhoor van Kivits d.d. 16-08-1946, CABR Inv. 44370.
  131. Getuigenverhoor van Peeters d.d. 13-09-1946, CABR Inv. 44370.
  132. Brief advocaat Nieuwstadt aan de president van het Tribunaal Den Bosch d.d. 15-04-1948, CABR Inv. 44370.
  133. Getuigenverhoor van Berenpas d.d. 04-10-1946, CABR Inv. 44370.
  134. Getuigenverhoor van Hoogendoorn d.d. 13-09-1946, CABR Inv. 44370.
  135. Getuigenverhoor van Peeters d.d. 13-09-1946, CABR Inv. 44370.
  136. Getuigenverhoor van Tol d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  137. Verhoor Maas d.d. 26-11-1946, CABR Inv. 44370.
  138. Getuigenverhoor van Tol d.d. 23-09-1946, CABR Inv. 44370.
  139. RHCe, 12048 Gemeentepolitie Helmond 1937-1993, 112 Weekrapporten 1943-1944.
  140. Getuigenverhoor van Peeters d.d. 13-09-1946, CABR Inv. 44370.
  141. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 53.
  142. Schenkel, De Twentse Paradox, pagina 64/65 & Simons, Masterscriptie: Het Enschedese bioscoopwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog, pagina 21.
  143. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 54.
  144. ZW 06-03-1944.
  145. Verhoor Maas d.d. 28-06-1945, CABR Inv. 44370.
  146. Brief d.d. 22-07-1944, CABR Inv. 44370.
  147. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  148. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  149. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 54
  150. Roosenboom e.a., Leven met bommen en bonnen, pagina 23 & Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 54.
  151. Getuigenverhoor 11-03-1947 met Simon Johannes Nijpels, CABR Inv. 44370.
  152. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 54.
  153. HC 18-09-1945.
  154. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  155. De Blij, Oorlog en Verzet in de Prinsenstad 1940-1945, pagina 186-187 & tracesofwar.nl.
  156. Verhoor Maas d.d. 19-09-1945, CABR Inv. 44370.
  157. Verhoor Maas 19-09-1945, CABR Inv. 44370.
  158. jazclass.aust.com & Brief van Mr F.C.A. de Wit, advocaat van Maas, d.d. 03-11-1945, CABR Inv. 44370.
  159. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 54.
  160. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  161. HD 25-07-1945.
  162. Brief van Mr F.C.A. de Wit, advocaat van Maas, d.d. 03-11-1945, CABR Inv. 44370 & Brief van kamparts M.G. Schiphorst, d.d. 13-11-1945, CABR Inv. 44370.
  163. RHCe 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  164. Uitspraak Tribunaal d.d. 21-03-1947, CABR Inv. 44370.
  165. HC 20-12-1946.
  166. HC 27-12-1946.
  167. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 7-1, pagina 514-516.
  168. HC 20-12-1946.
  169. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 7-1, pagina 514-516.
  170. HC 20-12-1946.
  171. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 176 & HC 20-12-1946.
  172. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 176
  173. HC 20-12-1946.
  174. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 176.
  175. HC 22-03-1947.
  176. online-bijbel.nl.
  177. Uitspraak Tribunaal d.d. 21-03-1947, CABR Inv. 44370.
  178. Romijn, Burgemeesters in oorlogstijd, pagina 660-663.
  179. De Gooi- en Eemlander, 14-05-1948.
  180. Romijn, Burgemeesters in oorlogstijd, pagina 660.
  181. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453 & openarch.nl.
  182. Brief van S. Maas-Wins d.d. 21-01-1948, CABR Inv. 44370.
  183. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 176
  184. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453 & RHCe, Woningkaart Smalle Haven 1.
  185. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  186. Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-20953387.
  187. Bartholomeus, Helmond 1940-1945, pagina 36.
  188. Uitspraak Tribunaal d.d. 21-03-1947, CABR Inv. 44370.

Definitielijst

Arbeitseinsatz
Gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Circa 11 miljoen Europese burgers werden in dit kader opgeroepen om dwangarbeid te verrichten in het Derde Rijk. Niet te verwarren met de Arbeidsdienst, een organisatie opgericht als nationaal-socialistisch vormingsinstituut voor Nederlandse jongeren.
collaboratie
Medewerking vanuit de bevolking aan de bezetters, meer in het algemeen samenwerking verleend aan de vijand door zogeheten collaborateurs.
Jodenvervolging
Een door de nazi’s opgelegde actie om Joden het leven moeilijk te maken, actief te vervolgen en zelfs uit te roeien.
Landwacht
Tijdens de bezetting gewapende NSB-ers met politiebevoegheden.
nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
NSB
Nationaal Socialistische Beweging. Nederlandse politieke partij die symphatiseerde met de Nazi's.
razzia
Georganiseerde drijfjacht op een groep mensen. Dat konden Joden zijn, maar ook onderduikers of andere groeperingen.
rijkscommissaris
Titel van onder andere Arthur Seyss-Inquart, de hoogste vertegenwoordiger van het Duitse gezag tijdens de bezetting in Nederland.
Sicherheitsdienst (SD)
De nationaal-socialistische inlichtingen en (contra)spionagedienst van de SS.

Informatie

Artikel door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
19-02-2020
Laatst gewijzigd:
01-12-2023
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Kerstmis 1943 in Dassel I

26dec

Kerstmis 1943 in Dassel I

Vandaag is het 80 jaar geleden dat twintig Nederlandse studenten dwangarbeid verrichtte in Dassel, Duitsland. Zij hadden begin 1943 geweigerd de Duitse loyaliteitsverklaring voor studenten te tekenen. Hierdoor werden ze met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam er 22 studenten op 26 mei 1943 in Dassel aan. Het is nu Kerst 1943, twee studenten waren al arbeidsongeschikt verklaard en naar huis gestuurd. Het is op Tweede Kerstdag 1943 dat Gerard Schampers uit Helmond een brief naar huis schreef over de invulling van Kerst in het Lager in Dassel.

no. 29.
Dassel 2e kerstdag. 1943.

Beste allemaal,

Naar ik hoop hebben jullie op 't ogenblik heel prettige kerstdagen. Tot nu toe, het is nu half twaalf 's morgens, is 't kerstfeest hier heel prettig zelfs boven mijn verwachting verlopen. Het is natuurlijk heel anders dan thuis.

Vrijdagmiddag [23 december 1943] om 1 uur was ik klaar. De avondploeg werkte die dag niet en de ochtendploeg tot half twee. Om half acht 's avonds begon de nachtmis. Daarin zongen wij de IVe Greg. Mis.

Frau Kreutzer, de vrouw van den onderwijzer zong 'n kerstlied en Louis Raaymakers 'n Duitse tekst van The Holy City. Het was de mooiste kerstnacht die de pastoor in Dassel meegemaakt had zei hij. Na afloop was er 'n gezamenlijk souper, geheel uit eigen middelen bij elkaar gebracht. Witte brood, gebraden worst, boter, kaas, 3 soorten worst. Het was dus heel goed. Ondertussen enkele speechjes.
1e kerstdag: Weer de Mis zoals de Nachtmis. Hier in zongen we ook 't Introïtus. Na afloop gezamenlijk ontbijt. 's Avonds 'n kerstavond.

Programma als volgt:
De herdertjes lagen bij nachte - (gezamenlijk)
Inleiding - (Jannes Reiling)
Vrede - Adama van Scheltema - (Guus Janse)
Kerstverhaal 1e deel -
De vierde Wijze uit het Oosten - Henry van Dyke - (Dick Bals)
Rey van Edelinghe – Vondel - (Wik de Leeuw)
Nu seyt wellecome
Pauze

Na de pauze:
The Holy City - Adams - (Louis Raaymakers)
Kerstverhaal - 2e deel - (Guus Janse)
“Ik buig mij voor uw kribbe”. - J.S. Bach - (Frans Linders - Louis Raaymakers - Jannes Reiling - Janus Brekelmans)
“Begin van kerstnacht” - A.J.D van Oosten - (Gerard Schampers)
Persoonlijke indrukken over kerstmis - (Rudi Span)
“O, kerstnacht, schoner dan de dagen” - Vondel - (Wik de Leeuw)
“Klein lied in den kerstnacht” - Gabriel Smit - (Janus Brekelmans)
Er is een roos ontsprongen - (gezamenlijk)
Slotwoord - (Guus Janse)

De kamer is versierd met dennegroen, rode linten, kerstkrans, kerstklokken, kerstboom. We hebben ’n luidspreker. De radio staat in ’t kamertje van de wacht. We hebben de hele dag muziek. Er is ‘n klein kansje dat we dat houden in de toekomst. Tafel gedekt met tafellakens en echte borden. Daarvoor en voor andere dingen als kaarsen, kandelaars, tafelversiering, schemerlampen enz. zorgden: pastoor, dominee, en diverse bekenden. We hebben de medewerking van veel mensen gehad. Gisteren was de hele troep naar de kerk, ook de ongelovigen zelfs de ongedoopte Dekker. Natuurlijk waren die naar de prot. kerk. Vanmorgen waren we allemaal in de katholieke kerk. De niet-katholieken uitgenodigd om naar onze muzikale uitvoering te luisteren. Frau Kreutzer zong vandaag niet en Louis zong in plaats van The Holy City het Panis Angelicus. Daarna weer gezamenlijk ontbijt.

Vanavond draaien we ‘n filmpje over Albrecht Dürer van den dominee, waarbij Leo Caspers de explicatie geeft. Als er nog tijd over is draai ik 'n kerstfilmpje van den pastoor. Gisterenavond werd er onder de 13 katholieken hier ’n collecte gehouden om Missen te laten lezen voor 'n behouden thuiskomst en opdat de familie van oorlogsgeweld gespaard blijven. Opbrengst Rm 81.-.

Veel groeten van Gerard.

Een jaar later, met Kerst 1944, zou de situatie voor de studenten al weer heel anders zijn. Lees daar meer over in het verslag van Jannes Reiling.


Lees meer

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

jan2023

Notulen Debatingclub Helmond 1943-1944

Via de familie Tiddens ontvingen wij de notulen van de debatingclub van de leden der Jongerenconferentie H. Johannes de Dooper van de Vereeniging van de H. Vincentius à Paulo te Helmond. Deze debatingclub werd op 4 oktober 1943 opgericht onder de toen aanwezige jongeren in Helmond.

Lees meer

Gerelateerde bezienswaardigheden

Gerelateerde personen

Gerelateerde boeken

Bronnen

Archieven

  • Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Van Beeck.
  • Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Van Laarhoven.
  • Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Merkx.
  • Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Raymakers.
  • Archief Heemkundekring Helmont, Doos 29, Interviews Heemkundekring, Vosman.
  • Arolsen Archives, familie Spangenthal.
  • Haags Gemeentearchief, 0354-01.0780, Bevolkingsregister, 1913-1939.
  • Haags Gemeentearchief, Bevolkingsregister Den Haag, 0354-01.0780, pagina 311/312.
  • Haags Gemeentearchief, BS Huwelijk, Burgerlijke Stand Huwelijken 1927, 's-Gravenhage, aktenummer 1700.
  • Hochschularchiv, Westsächsische Hochschule Zwickau, Matrikelbuch, nr 1940.
  • [CABR] Nationaal Archief, Algemeen Rijksarchief Ministerie van Justitie, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging 1945-1952, Inv. 44370.
  • Nationaal Archief, Zuiveringsarchieven ministerie van Binnenlandse Zaken 1940-1945-1984, Inv. 18359.
  • Noord-Hollands Archief, Gemeente Helder, Militieregisters, inventarisnummer 356, pagina 28.
  • Regionaal Archief Alkmaar; Gemeente Den Helder, Gezinsbladen, letter M, folio 1-264, archiefnummer 77.1.2.029, Bevolkingsregisters Regiogemeenten, inventarisnummer 1018, blad 16.
  • Regionaal Archief Alkmaar; Gemeente Den Helder, Geboorteregister, archiefnummer 77.1.2.030, Burgerlijke Stand Regiogemeenten, inventarisnummer 607, aktenummer 140.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 146 Gemeentepolitie personeel. Zuiveringen.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 11004 Gemeentebestuur Helmond, 1942-1967, 1426 Personeelsdossier burgemeester H.A. Maas.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 12048 Gemeentepolitie Helmond 1937-1993, 112 Weekrapporten 1943-1944.
  • Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Woningkaart Smalle Haven 1 en overzicht diverse sloopwerken 1954-1956.
  • Stadsarchief Amsterdam, 1434: Archief van de Vereniging tot Instandhouding en Uitbreiding der Electrotechnische School, 181 Staten van de duur van schoolbezoek 1901-1946, Blad 27.
  • Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-3812453.
  • Stadsarchief Amsterdam; Archief van het Bevolkingsregister Amsterdam; NL-SAA-20953387.
  • Stadsarchief Amsterdam; Archiefkaarten Amsterdam 1939-1960, archiefnummer 30238, inventarisnummer 765.

Dagboeken

  • A. Niessen, Helmond.
  • F. van de Werff, Helmond.

Kranten

  • De Gooi- en Eemlander, 14-05-1948.
  • [HC] Helmondsche Courant, 18-09-1945.
  • [HC] Helmondsche Courant, 20-12-1946.
  • [HC] Helmondsche Courant, 27-12-1946.
  • [HC] Helmondsche Courant, 22-03-1947.
  • [HC] Helmondsch Dagblad, 25-07-1945.
  • [ZW] Zuid-Willemsvaart, 06-03-1944.
  • [ZW] Zuid-Willemsvaart, 23-09-1943.
  • [ZW] Zuid-Willemsvaart, 01-10-1943.
  • [ZW] Zuid-Willemsvaart, 05-10-1943.

Met dank aan

  • Jolanda Bakker
  • Kevin Prenger
  • Sophie Schäfer, Hochschularchiv, Westsächsische Hochschule Zwickau
  • Gerard Kuijpers, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
  • Ilse Nagelkerke, Gelders Archief
  • Eveline Lambrechtsen, Stadsarchief Amsterdam
  • Eric Heijink, SecondWorldWar.nl.
  • Hans van Gennep, Boekhandel De Ganzenveer
  • Henk van Dijk
  • Museum Helmond

Gerelateerde bezienswaardigheden