Inleiding
Het is precies middernacht als in de nacht van 25 op 26 maart 1942 voor de zoveelste maal motorgeronk waar wordt genomen door de bemanning van de uitkijkpost van de Luchtbeschermingsdienst Vlaardingen. De zoeklichten gaan aan in zuidoostelijke, zuidelijke en noordoostelijke richting. Er wordt geschoten. Er gaan nog meer zoeklichten aan. Een Britse bommenwerper wordt in de bundels van licht gevangen. De piloot van het toestel probeert de duisternis in te vluchten, maar dit mislukt. Boven de stad wordt het vliegtuig geraakt. Om zeven minuten over twaalf stort het toestel neer richting Delft.
Target Essen
De geallieerde luchtmacht trachtte de Duitse oorlogsmachine schade toe te brengen door middel van strategische bombardementen op industriële en militaire doelen. Elke nacht vlogen geallieerde toestellen erop uit om bijvoorbeeld fabrieken, opslagplaatsen of haveninstallaties te bombarderen. Zo ook in de nacht van 25 op 26 maart 1942. Het R.A.F. Bomber Command had ditmaal de staal- en wapenfabrieken van Krupp in Essen aangewezen als operatiedoel. Krupp steunde nazi-Duitsland al vanaf het moment dat het begon met de schending van het Verdrag van Versailles door de wapenproductie. Om de fabrieken te vernietigen werd de tot dan toe grootste vloot van bommenwerpers ingezet. Vliegtuigen van het 142 "City of Worcester" Squadron maakten ook deel uit van de formatie, die in totaal 254 toestellen telde. Het squadron had R.A.F. station Waltham in Grimsby, Lincolnshire, als thuisbasis. Eén van de vliegtuigen van het squadron was de Wellington Z1321. Op 25 maart 1942 was de ‘crew loading list’ van dit toestel als volgt:
Pilot: Sergeant David White (20 jaar, Brits)
Co-pilot: Flight Sergeant William Pipher (24 jaar, Canadees)
Air Observer/Navigator: Flight Sergeant Andrew Lennox (23 jaar, Canadees)
Wireless Operator/Air Gunner: Sergeant Alfred Jelly (29 jaar, Brits)
Air Gunner: Sergeant Eric Groves (22 jaar, Brits)
Air Gunner: Sergeant Ronald Barrie (21 jaar, Brits)
Met uitzondering van White en Groves, was de crew afkomstig van 23 Operational Training Unit. Op 25 oktober 1941 was de crew ingedeeld bij 142 Squadron. Rond die tijd arriveerden veel nieuwe crews bij het squadron, aangezien de eenheid in de herfst van 1941 werd uitgerust met de Wellington Mk IV. White en Groves waren getraind bij 25 Operational Training Unit en vervingen de oorspronkelijke bemanningsleden Stuart Innes en Robert Roy Henderson.
De Wellington Z1321 maakte deel uit van de eerste aanvalsgolf. Het vliegtuig steeg om iets voor half negen Britse tijd op van haar basis. Zonder problemen werd het doelgebied bereikt. De bommen werden boven het doel afgeworpen en de Z1321 begon aan de terugreis naar Grimsby. Rondom de stad Essen bevonden zich echter grote hoeveelheden Flak (Flugzeug Luftabwehr Kanone). De Z1321 werd ook geraakt. Waarschijnlijk had het vliegtuig als gevolg hiervan niet meer voldoende motorvermogen. Het had de formatie moeten verlaten en de nodige hoogte verloren.
Luchtverdediging Vlaardingen
In Rotterdam en omgeving was de luchtverdediging in handen van de 261. en 57. Flakabteillung. Hieronder viel ook een zware batterij luchtafweer in het westen van Vlaardingen, naast de huidige snelweg naar Maassluis - Hoek van Holland. De batterij omvatte vier 88mm luchtafweerkanonnen, twee snelvurende 20mm vuurmonden en nabij gelegen zoeklichtinstallaties. Het logboek van de uitkijkpost van de Vlaardingse luchtbeschermingsdienst maaktte om 21:48 voor het eerst melding van vliegtuigen die vanuit de richting van Engeland op weg waren naar Duitsland. Het vuur werd enkele malen op deze toestellen geopend, maar zonder resultaat. Nog geen twee uur later werd er melding gemaakt van de eerste vijandelijke vliegtuigen die weer in omgekeerde richting over Vlaardingen vlogen.
Crash
Kort na middernacht, om 00:01, werd motorgeronk van een laagvliegend toestel waargenomen. Het was de eenzame Z1321. De Wellington, die aan hoogte en snelheid in had moeten boeten werd zonder veel moeite opgespoord door de lichtbundels van de zoeklichten. Het vuur werd geopend op het toestel en om 00:04 werden twee explosies waargenomen. Twee minuten later volgde een nieuwe, zware explosie. Vanaf 00:07 werd er door de uitkijkpost van de Luchtbeschermingsdienst brand waargenomen in de richting van Delft. Vermoedelijk het neergeschoten toestel, maar vanwege de laaghangende mist bestond hier onzekerheid over. De Vlaardingse politie kreeg de opdracht een onderzoek in te stellen, aangezien ook vermoed werd dat de crashplaats zich binnen de grenzen van de gemeente Vlaardingen bevond.
Om 01:40 rapporteerden adjudant-inspecteur Van de Berg en de agenten Terhoeve en Hermans van de Vlaardingse politie dat er een vijandelijk vliegtuig was neergestort in een weiland aan de Holyweg (tegenwoordig bevindt zich op deze plek de rand van het park Holy-Noord). Ongeveer 200 meter bij het wrak vandaan was het lichaam gevonden van een bemanningslid (Sergeant Barrie). Wrakstukken van het vliegtuig lagen in de omtrek van de crashplaats van de romp verspreid. Men vermoedde dat er, naast het reeds gevonden lijk, nog drie bemanningsleden omgekomen waren bij de crash "wat afgeleid kon worden uit de armen en beenen welke zichtbaar waren tusschen het brandende wrak en omgeving".
Berging en nasleep
De Duitse Wehrmacht werd belast met de bewaking van het wrak. Later moesten zij hierbij geholpen worden door de politie, gezien een grote toeloop van nieuwsgierig publiek.
Aan het einde van de middag van 26 maart werden drie lijken (Sergeant Barrie, Sergeant Jelly en Flight Sergeant Phiper) geborgen. Vrijdag 27 maart werd een vierde lijk (Sergeant White) gevonden. De bergers zochten verder naar een vijfde lijk, gezien het type vliegtuig. Dit werd later nog geborgen, evenals een zesde lijk, toen het voorste gedeelte van het vliegtuig uit de grond werd getrokken. Het ging hierbij om de stoffelijke overschotten van Flight Sergeant Lennox en Sergeant Groves. De lijken werden overgebracht naar Loosduinen. Hier werden White, Phiper, Lennox, Jelly en Barrie naast elkaar begraven op het Britse ereveld op de begraafplaats Westduin, te Den Haag. Wat er met het lichaam van Groves is gebeurd is onduidelijk. In archiefstukken van de RAF wordt vermeld dat hij later in Wichmond, Gelderland, begraven zou zijn. Zijn graf bevind zich hier echter niet (meer). Ook sluiten de archiefstukken van de begraafplaats uit dat hij als onbekend op Westduin is begraven. Gezien het feit dat hij geen bekend graf heeft wordt hij vermeld op het Runnymede Memorial in Englefield Green, Egham.
De wrakstukken van de Wellington Z1321 werden opgeruimd en vervoerd naar het Zerlege Betrieb in Utrecht. Van daaruit werd het schroot naar Duitsland vervoerd, waar het werd omgesmolten ten behoeve van de Duitse oorlogsindustrie. Één vliegtuigonderdeel zou tot in de jaren ’60 dienstdoen als schutting op het erf van een boerderij aan de Holyweg. Het betrof hier een landingsflap die in een nabijgelegen weiland terecht was gekomen. Toen de boerderijen aan de Holyweg plaats moesten maken voor de tegenwoordige woonwijk Holy verdween het laatste restant van de Z1321. Pas in 2012 kwam er een visuele herinnering aan deze gebeurtenis op de plaats van de crash. Mede op initiatief van de auteur van dit artikel werd er een monument geplaatst ter nagedachtenis aan de zes bemanningsleden.
Neergestort in de Holierhoekse Polder
In september 2012 heeft auteur Pieter Schlebaum het uitgebreide verhaal van Wellington Z1321 ook in boekvorm uitgegeven. "Neergestort in de Holierhoekse Polder" is te verkrijgen in de boekhandels in de omgeving van Vlaardingen en via de auteur (p.schlebaum@tracesofwar.com). Prijs: €3,50.