Op 16 december 1944 lanceerden de Duitsers een laatste grootschalig offensief tegen de geallieerde troepen in de Ardennen. Deze campagne is algemeen bekend als het Ardennenoffensief. Het doel was om de geallieerde legers te splitsen en de havenstad Antwerpen te veroveren. Van 16 tot 20 december rukten de Duitsers op in de richting van Stavelot, Sankt-Vith, Houffalize en Bastogne. De geallieerden wisten de opmars echter tot stilstand te brengen. Op 16 januari maakten eenheden van de 2nd en de 11th Armored Divisions contact in Houffalize. Het Duitse offensief was nu ten einde en de evacuatie van het gebied was begonnen. Een van de evacuatieroutes liep door het dorpje Achouffe, tegenwoordig bekend vanwege de aanwezigheid van een brouwerij.
Achouffe is een klein dorpje in de gemeente Houffalize, in Wallonië, België. Toen de Duitsers op 16 december 1944 hun offensief lanceerden, kreeg de omgeving rondom Houffalize het zwaartepunt van de aanval van de 5. Panzerarmee te verduren. Na het falen van het Ardennenoffensief realiseerde het Duitse opperbevel dat een opmars van de geallieerden onontkoombaar was en gaven ze de troepen het bevel om zich terug te trekken. De Duitsers probeerden zoveel mogelijk manschappen en materiaal te evacueren. Enkele gevechtsgroepen kregen het bevel de aftocht te dekken. Gevechtseenheden, ondersteund door tanks, werden samengesteld om het gebied waardoor men zich zou terugtrekken te verdedigen. Lange colonnes bestaande uit allerlei soorten voertuigen bewogen zich richting de laatste plaatsen waar een doorgang richting het oosten mogelijk was. Eén van deze routes liep door het dorpje Achouffe, in het eerste opzicht een plaatsje op de stafkaarten zonder enig strategisch belang. Tijdens de terugtocht was de brug over de Ruisseau de Martin-Moulin, een zijrivier van de Ourthe, een strategisch belangrijke plek.
De wegen die naar Achouffe leidden, waren bedekt met sneeuw en ijs. Genietroepen hadden haastig grind op de wegen gestrooid. Kapotte en beschadigde voertuigen moesten gerepareerd of weggehaald worden. De geallieerde luchtmacht kon door het slechte weer niet in actie komen. Alle beschikbare artillerie werd ingezet om de nu zo belangrijke brug bij Achouffe te verdedigen. Onsamenhangende eenheden probeerden via Achouffe de Ardennen te verlaten en de kortst mogelijke route naar Duitsland te nemen. Militaire konvooien begonnen aan de steile klim naar het dorp Mont, om zo via de N30 en uiteindelijk de N827 Aux Chéras te bereiken. Ze ontweken Houffalize, aangezien dat zwaar onder vuur van de geallieerden lag.
De heer Yvon Delacolette, geboren en getogen in het gebied, was tien jaar oud in januari 1945. Hij herinnert zich de gevechten tussen de Amerikaanse en Duitse troepen en tanks tussen 13 en 15 januari. Volgens hem werden ongeveer 200 bevroren lichamen van Duitse soldaten op het slagveld gevonden en naar een Duitse begraafplaats gebracht om te worden begraven. De Amerikaanse slachtoffers werden geëvacueerd en daardoor is het onbekend hoeveel geallieerde militairen zijn gesneuveld in dit onbekende gevecht. Het enige bekende Amerikaanse slachtoffer is Major Joe C. Earley. Hij was een gevechtspiloot bij het 389th Fighter Squadron, 366th Fighter Group. Zijn P-47 Thunderbolt crashte op 13 januari om 12:40 uur bij Achouffe. Hij werd neergehaald toen hij op lage hoogte vloog in een poging om vijandelijke voertuigen in de omgeving te lokaliseren. Hij ligt begraven op de Luxembourg American Cemetery.