Aleksandr Mikhailovich Vasilevsky (Nederlands: Aleksandr Michailovitsj Vasilevsky) werd op 30 september 1895 geboren in Novaya Golshikha, een plaats ten oosten van Moskou. Zijn vader was een Russisch-orthodoxe priester. Hoewel Aleksandr boer of leraar wilde worden, ging hij toch naar de Spirituele School van Kineshma en daarna naar het Spirituele Seminarium van Kostroma. Deze laatste opleiding maakte hij echter niet af omdat hij in militaire dienst ging.
Aleksei Antonov behoort niet tot de bekendste Sovjetgeneraals, maar wordt door kenners beschouwd als een van de meest getalenteerde stafofficieren van het Rode Leger. Hij stond bekend om zijn enorme dossierkennis, intelligentie, kalmte en geestkracht. Vanaf december 1942 voerde hij het Directoraat Operaties aan en vanaf februari 1945 was hij de chef van de Generale Staf, waardoor hij – doorgaans als onderdeel van het driemanschap Zhukov-Vasilevsky-Antonov – nauw betrokken was bij de planning van vrijwel alle grote operaties van het Rode Leger.
Op 30 januari 1945, om 21:16 uur, werd het nazischip Wilhelm Gustloff getroffen door een torpedo. Seconden later troffen een tweede en een derde torpedo het Duitse schip dat ruim 10.000 opvarenden aan boord had waarvan bijna 9.000 burgervluchtelingen. Zeventig minuten later was het voormalige cruiseschip van de nazi`s gezonken en waren ruim 9.000 opvarenden van de Gustloff dood. De ondergang van de Wilhelm Gustloff ging de geschiedenis in als de grootste scheepsramp aller tijden. De drie torpedo`s werden afgevuurd door Sovjetonderzeeboot S-13, die onder commando stond van kapitan III ranga Alexander I. Marinesko. Tijdens dezelfde missie bracht de S-13 nog een groot Duits evacuatieschip tot zinken. Op 10 februari 1945 werd de Steuben met twee torpedotreffers van Marinesko`s onderzeeboot tot zinken gebracht. Bij deze ramp kwamen bijna 4.000 opvarenden om het leven waarvan de meeste wederom Duitse vluchtelingen waren.
In juli 1942 werd in de moerassen ten zuidoosten van Leningrad een Sovjetleger omsingeld en tot overgave gedwongen. Onder de gevangenen bevond zich de commandant van dit leger, luitenant-generaal Andrei Vlasov, een getalenteerd en toegewijd officier die gold als een favoriet van Stalin. In krijgsgevangenschap besloot hij zich tegen de Sovjetstaat te keren en richtte hij – met Duitse steun – het ‘Russische Bevrijdingsleger’ op. De geschiedenis van Vlasov en zijn leger roept nog altijd verdeelde reacties op, met aan de ene kant van het spectrum een school die hem beschouwt als een opportunistische verrader en aan de andere kant zijn aanhangers, die hem zien als een patriottische martelaar.
Andrei Ivanovich Yeryomenko (Nederlands: Andrej Ivanovitsj Jerjomenko) was een Sovjetgeneraal die bekendheid verwierd als commandant van verscheidene fronten (legergroepen), waaronder het Stalingradfront, en die na de oorlog de hoogste rang van maarschalk van de Sovjet-Unie zou behalen.
Dmitry Grigorevich Pavlov werd geboren in Vanyukh (provincie Kostroma) op 23 november 1897. Hij kwam uit een boerengezin en gaf zich in 1914 vrijwillig op voor het leger van de tsaar om te vechten tegen de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte Pavlov gewond en werd hij gevangengenomen door de Duitsers. Na de wapenstilstand die de nieuwe communistische Sovjetregering en de Duitsers overeenkwamen, keerde Pavlov terug naar de Sovjet-Unie. Vanwege zijn marxistische opvattingen werd Pavlov in 1919 lid van het Rode Leger waarmee hij deelnam aan de bloedige burgeroorlog.
Georgy Konstantinovich Zhukov (Zjoekov) werd geboren op 1 december 1896 in Obinskoye in de omgeving van Kaluga. Hij groeide op in bittere armoede en op 10-jarige leeftijd vertrok hij samen met zijn oom naar Moskou om te gaan werken in een fabriek. Zhukov eindigde zijn jeugd met werkdagen van meer dan 12 uur en 's nachts sliep hij op de vloer van de fabriek.
Grigory Mikhailovich Shtern werd geboren op 6 augustus 1900 en was van Joodse origine. Zijn ouders hadden een lokaal kredietverleningsbedrijf. Shtern was voorbestemd om het bedrijf van zijn vader over te nemen maar de politieke gebeurtenissen in Rusland maakten aan die illusie een einde doordat de bolsjewieken aan de macht kwamen. Nadat hij zijn commerciële opleiding had afgerond werd hij in 1919 opvallend genoeg lid van het Rode Leger.
Ivan Demjanjuk werd op 3 april 1920 geboren in het Oekraïense dorpje Dubovi Makharintsi. Dat ligt in het rayon Kozjatyn van de regio Vinnytsja. Nog laat in 1918 was in Kozjatyn heftig gevochten tussen de Oekraïense opstandelingen en het Duitse leger. In februari 1919 leverde het “Sitsj-Schuttercorps” er slag met het Rode Leger en in de zomer van datzelfde jaar vocht het Oekraïens-Galicische leger tegen de Sovjets bij de opmars richting Kiev. De regio Vinnytsja was tot 1793 Pools territorium geweest en werd toen door het Russische rijk geannexeerd. Erg veel liefde voor Moskou was er echter nooit. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het proces van sovjetisering in het gebied echt afgedwongen.
Ivan Stepanovich Konev werd geboren op 28 december 1897 in Lodeino en hij was de zoon van een landarbeider die daarnaast ook handel bedreef. In zijn jeugd werkte Konev op het land van zijn ouders.
Ivan Vasilievich Boldin werd geboren op 3 augustus 1892 in een klein dorp ten oosten van Moskou in de huidige republiek Mordovië. In 1914 werd Boldin opgeroepen voor militaire dienst in het leger van de tsaar, waarna hij in 1919 lid werd van het Rode Leger. Boldin was al tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in soldatencomité's.
Joseph Stalin is ongetwijfeld één van de meest besproken staatslieden van de 20e eeuw. Zijn opvolger Chroesjtsjov zei na het overlijden van Stalin: 'Net als Peter de Grote bevocht hij barbaarsheid met barbaarsheid.' Maar Stalin was niet alleen barbaars tegen de Duitse indringers. Hij terroriseerde ook zijn eigen bevolking om zijn eigen machtspositie te vergroten. Zo liet hij in de dertiger jaren miljoenen mensen verhongeren, vermoorden en deporteren naar werkkampen in Siberië.
Kirill Afanasievich Meretskov werd geboren op 26 mei 1897 in het dorpje Nazarevo in de buurt van Moskou en kwam uit een arme boerenfamilie. In 1912 verhuisde hij naar Moskou, waar hij werkte als bankwerker en voor het eerst in contact kwam met communistische revolutionairen. Meretskov stelde na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog alles in het werk om aan zijn dienstplicht te ontkomen, waardoor hij van stad naar stad zwierf om aan de ordediensten van de tsaar te ontkomen.
Kliment Yefremovich Voroshilov werd geboren op 4 februari 1881 in Verhneye in de huidige Oekraïne. Zijn vader werkte bij de spoorwegen en zelf ging Voroshilov op 7-jarige leeftijd werken in een steenkolenmijn. Toen hij 16 jaar oud was sloot hij zich aan bij een revolutionaire beweging, die zoals alle revolutionaire bewegingen in die tijd het doel had het regime van de tsaar in Rusland omver te werpen.
Konstantin Konstantinovitsj Rokossovsky werd op 21 december 1896 geboren in Velikiye Luki, een plaats in de buurt van Pskov in het noorden van Rusland. Zijn vader was een Pool en werkte als treinmachinist terwijl zijn moeder een lerares Russisch was. Kort nadat Konstantin werd geboren verhuisde het gezin naar Warschau, dat toen nog deel uitmaakte van het tsaristische Rusland. Konstantin ging daar naar school, maar moest daar vroegtijdig mee stoppen doordat in 1905 zijn vader en in 1911 zijn moeder overleed. Konstantin werkte als steenhouwer, metselaar en klusjesman om aan de kost te komen.
Lavrenty Pavlovich Beria werd op 29 maart 1899 geboren nabij het Georgische Soechoemi. Na de revolutie sloot hij zich op achttienjarige leeftijd aan bij de Bolsjewieken. Beria had enkele jaren daarvoor het ouderlijk huis verlaten en studeerde aan de technische school in Baku (Azerbeidzjan). In 1919 studeerde de latere NKVD-chef af.
Meyer Hennoch Mallach werd geboren op 5 juli 1876 te Bialystok (ligt tegenwoordig in Polen) in het tsaristische Rusland. Mallach was de zoon van een eenvoudige arbeider. Mallachs ouders waren beiden van Joodse origine. Mallach ging studeren aan een technische hogeschool, waarna hij zich in 1893 bij het tsaristische leger voegde. Na drie jaar diensttijd ging Mallach aan het werk als boekhouder.
Mikhail Petrovich Kirponos werd geboren op 9 januari 1882 in Vertiyevka Chernigovskoi, een klein plaatsje op het platteland in de Shumeikskogo regio in de buurt van Lokhvitsi (Poltava). Kirponos kwam uit een boerenfamilie en werkte tijdens zijn jeugdjaren op het land van zijn vader. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht Kirponos aan het front voor het leger van de tsaar tegen de Duitsers.
Semyon Mikhailovich Budyonny werd geboren op 25 april 1883 in een klein kozakkendorpje in de buurt van Kuban in de Kaukasus. Hij begon zijn carrière in het leger van de tsaar. Hij vocht als cavalerist in de Russisch-Japanse oorlog in 1905. Toen Rusland betrokken raakte in de Eerste Wereldoorlog kreeg Budyonny het bevel over een cavaleriebrigade in het leger van de tsaar.
Vasily Grigoryevich Zaitsev was een Sovjetluitenant die zeer bekend is geworden als sluipschutter tijdens de slag om Stalingrad.
Vasily Ivanovich Chuikov (Nederlands: Vasili Ivanovitsj Tsjoejkov) werd op 12 februari 1900 geboren in het dorpje Serebryanye Prudy in de buurt van Moskou. Chuikov kwam uit een groot boerengezin: hij was de achtste van twaalf kinderen en de vijfde van acht zoons. Alle jongens zouden het leger in gaan. Op zijn 12e ging Chuikov van school af en vertrok hij naar Petrograd (het huidige Sint-Petersburg), waar hij werkte als metaalarbeider, piccolo en winkelbediende.
Vasily Iosifovich Stalin (Nederlands: Vasili Iosifovitsj Stalin) werd geboren in Moskou op 21 maart 1921. Hij was het eerste kind van Joseph V. Stalin en diens tweede vrouw, Nadezhda S. Alliluyeva. De latere Sovjetdictator was, toen hij in 1919 met de 17-jarige Alliluyeva trouwde, al 40 jaar oud en had al een 12-jarige zoon van zijn eerste vrouw en een geheime buitenechtelijke zoon van 7 jaar. Het huwelijk tussen Stalin en Alliluyeva, die haar meisjesnaam behield, verliep moeizaam en met veel ruzies. Stalin wilde graag een dochter en toen Vasily in 1921 het levenslicht zag, was hij bedroefd. Een maand lang praatte hij niet met Alliluyeva en uiteindelijk kondigde zij aan hem te verlaten. De twee legden het bij, maar het duurde toch nog vijf jaar voordat hun tweede en laatste kind, Svetlana, werd geboren.
Vyacheslav Molotov was een van de machtigste mannen van de Sovjet-Unie. Van 1930 tot 1941 was hij premier van de Sovjet-Unie, maar Molotov is bovenal bekend geworden als volkscommissaris (minister) van Buitenlandse Zaken, een functie die hij dertien jaar lang vervulde. Toen Molotov deze functie in mei 1939 aanvaardde had hij nog geen enkele ervaring op het gebied van buitenlands beleid, maar hij bleek er een gave voor te hebben. Zowel vriend als vijand erkende dat Molotov een buitengewoon getalenteerd diplomaat was. Hoewel tijdgenoten Molotov hebben beschreven als een saaie, betweterige en zelfingenomen bureaucraat, kon hij tegelijkertijd een nonchalante meedogenloosheid jegens de slachtoffers van het stalinistische regime tentoonspreiden. Als intimus en vertrouweling van Joseph V. Stalin speelde hij een grote rol in het terreurbewind dat de Sovjet-Unie onder Stalin kenmerkte. Onder talloze doodsvonnissen, zo gaf Molotov later ruiterlijk toe, had hij zijn handtekening gezet. Zoals voor wel meer vooraanstaande Sovjetpolitici gold, had Molotov zijn succesvolle carrière met name te danken aan zijn onvoorwaardelijke trouw jegens zijn mentor, Stalin. Molotov werd lange tijd gezien als Stalins waarschijnlijke opvolger en bleef Stalins controversiële erfgoed tot zijn dood in 1986 fervent verdedigen.