Adolphe Cryns is zeker geen naam die bij veel mensen een belletje doet rinkelen. Toch was hij een zeer interessant persoon: als politiecommissaris van Sint-Niklaas, een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen, speelde hij een niet onbelangrijke rol in het verzet. Zijn burgemeester en bijgevolg rechtstreekse overste was nochtans veeleer Duitsgezind. Dat hield hem echter niet tegen om mee te werken aan sluikblaadjes en informatie over opsporingen, onderzoeken en arrestaties door de Duitsers, over militaire manoeuvres en transporten, over de interne organisatie van Duitse instanties zoals de Werbestelle, Arbeitsamt, Kommandantur en Feldgendarmerie te verzamelen en door te spelen aan het verzet.
Léon Degrelle werd op 15 juni 1906 geboren te Bouillon in de provincie Luxemburg, bij de Franse grens. Hij volgde van 1920 tot 1924 de middelbare school op het Jezuïetencollege Notre Dame de la Paix (Onze Lieve Vrouwe der Vrede) te Namen en ging daarna rechten studeren aan de Universiteit van Leuven. Hij werd redacteur van het studentenblad l'Avant Garde en vond dat zo belangrijk dat hij zijn studie liet lopen. Hij werd leider van de Association des Etudiants Catholiques à l'Université de Louvain (Katholieke studentenbeweging aan de Universiteit van Leuven) en raakte later betrokken bij de Association de la Jeunesse Catholique Belge' (Belgische Katholieke Jongerenbeweging). In maart 1929 werd hij redacteur van de Cahiers de la Jeunesse Catholique, (Orgaan der Katholieke Jeugd) het orgaan van de beweging.
De na de oorlog in zijn vaderland ter dood veroordeelde Belg Pierre Marie Ernest Sweerts werd na afloop van de oorlog aanvankelijk niet opgepakt omdat hij, werkzaam binnen het Reichssicherheitshauptamt (RSHA; de politie- en veiligheidsafdeling van de SS), zijn diensten had aangeboden aan de Britten. Na de oorlog werd hij door de Britten als ondervrager tewerkgesteld in speciale kampen, die te maken hadden met het oprollen van weerwolforganisaties (nazi-ondergrondse weerstandsgroepen) en het opsporen van Abwehr- en SD-leden in gevangen- en vluchtelingenkampen. Daarna kwam hij in dienst bij de Nederlandse Fiscale Recherche, waar hij zich bezighield met het opsporen van kapitaal dat door collaborateurs en nazi's was verduisterd. De auteur van dit artikel schreef over dezelfde persoon het boek 'De Tarzan van Limburg' (ISBN: 9789463387927).
In 1962 werd de Vlaamse collaborateur en oorlogsmisdadiger Robert Jan Verbelen door nazi-jager Simon Wiesenthal in Wenen opgespoord. Verbelen was in 1945 naar Oostenrijk uitgeweken. Daar dook hij onder in het stadje Zell am See. Een jaar later zat hij in Wenen. Hij leefde daar onder de naam van de in Auschwitz vermoorde Jood Isaac Meisels, daarna nam hij de naam Diehl aan. In Wenen werkte hij 11 jaar voor de Amerikaanse contraspionagedienst (Counter Intelligence Corps (CIC)). Toen de Amerikaanse bezettingstroepen in 1955 uit Oostenrijk vertrokken bood hij zijn diensten aan de Oostenrijkse Staatspolizei als infiltrant in extreemrechtse organisaties.
Staf De Clercq was een Vlaams-nationalist politicus. Hij begon zijn politieke carrière in het Pajottenland, een streek in Vlaams-Brabant. Al gauw oversteeg hij dit lokale niveau, hoewel hij zijn roots nooit verloochende. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij nationaal actief in de Frontpartij. Bij de verkiezingen haalde hij keer op keer mooie scores. Het was dan ook geen toeval dat De Clercq snel één van de leidende figuren in de Frontpartij werd.