Georgy Konstantinovich Zhukov (Zjoekov) werd geboren op 1 december 1896 in Obinskoye in de omgeving van Kaluga. Hij groeide op in bittere armoede en op 10-jarige leeftijd vertrok hij samen met zijn oom naar Moskou om te gaan werken in een fabriek. Zhukov eindigde zijn jeugd met werkdagen van meer dan 12 uur en 's nachts sliep hij op de vloer van de fabriek.
De Eerste Wereldoorlog kwam dan ook als geroepen voor de 19-jarige Zhukov. Hij werd opgeroepen voor dienst in het tsaristische leger bij de cavalerie. Zhukov viel op door zijn tactische vaardigheden en in 1916 kreeg hij de unieke kans om een officiersopleiding te gaan volgen. Nadat hij de officiersopleiding afgerond had keerde hij terug aan het front. Zhukov raakte gewond, maar werd tevens onderscheiden voor zijn grote moed.
Na de revolutie in 1917 trok Rusland zich terug uit de strijd. Zhukov leed aan tyfus en hij keerde terug naar huis. Vanwege zijn arbeidersachtergrond werd hij in 1918 lid van het Rode Leger en in 1919 lid van de Communistische Partij. Tijdens de bloedige burgeroorlog tegen het Witte Leger werden Zhukovs kwaliteiten als briljant tacticus duidelijk zichtbaar. Hij kreeg het bevel over verscheidene cavalerieeenheden, waarmee hij bewees een meester te zijn in mobiele oorlogvoering.
Na de burgeroorlog bleef Zhukov in het leger waar hij in 1923 het bevel kreeg over een cavalerieregiment. Zhukov klom voortdurend, maar onopvallend op in de gelederen van het Rode Leger. Hij ging militaire geschiedenis studeren aan de Frunze Militaire Academie te Moskou. In 1931 slaagde hij voor zijn opleiding.
In 1930 had Zhukov al het bevel gekregen over de 2e Cavalerie Brigade, waarmee hij deelnam aan grote militaire oefeningen. Zijn superieuren waren onder de indruk van Zhukovs kwaliteiten. Hij ging experimenteren met de oorlogvoering met tanks. Verder gaf hij lezingen en schreef artikelen over de manier waarop een moderne oorlog gevoerd moest worden.
Tijdens de grote zuiveringen die Stalin liet uitvoeren in de militaire top van het Rode Leger zag Zhukov zijn superieuren voor een groot deel weggezuiverd worden. De revolutionaire militaire doctrines van maarschalk Tukhachevsky werden naar de prullenbak verwezen en Zhukov moest met lede ogen aanzien dat het Rode Leger qua gebruikte tactieken weer terug bij af was. Desalniettemin wist Zhukov zelf aan de zuiveringen te ontsnappen.
In juli 1939 werd Zhukov naar de oostgrens van de Sovjet-Unie gestuurd, om het op te nemen tegen het Japanse Kwantoengleger dat binnengevallen was in Mongolië. Zhukov reorganiseerde de Sovjetverdediging en hij voerde een aantal briljante tegenaanvallen uit in gecombineerde aanvallen met infanterie, tanks en gevechtsvliegtuigen. Zhukovs tegenaanvallen waren succesvol en binnen drie dagen waren de Japanners verdreven over de grenzen van Mongolië. Zhukov werd voor de eerste keer in zijn carrière een nationaal bekend figuur. Hij kreeg de eervolle onderscheiding 'Held van de Sovjet-Unie'. Tegelijkertijd werd duidelijk dat Zhukov meedogenloos was. Duizenden Sovjetsoldaten werden door Zhukov opgeofferd om zijn militaire doelen te verwezenlijken.
In 1940 kreeg Zhukov het bevel over het belangrijke Speciale Militaire District Kiev in de westelijke Oekraïne en hij promoveerde tot generaal. Eind 1940 werd Zhukov benoemd tot chef van de generale staf, de functie die hij ook bekleedde bij het uitbreken van de oorlog met Duitsland. Hij kreeg de opdracht een gedetailleerd plan uit te werken om een Duitse invasie effectief te kunnen afslaan. Hij stelde in het voorjaar van 1941 aan Joseph V. Stalin voor om een preventieve aanval uit te voeren tegen de zich verzamelende Duitse troepen aan de westelijke grenzen van de Sovjet-Unie. Dit plan werd bekend als het Zhukovplan. Stalin wees het plan uiteindelijk af omdat hij het te gewaagd vond.
De donkerste dagen in Zhukovs carrière waren de weken na de Duitse invasie op 22 juni 1941. Als chef van de generale staf moest hij met lede ogen toezien hoe de Duitsers grote successen boekten en grote aantallen Sovjetstrijdkrachten vernietigden. Op 29 juli was er in Moskou een bijeenkomst van Stavka, het opperbevel van het Rode Leger. Zhukov stelde voor om de regio rond Kiev te ontruimen en een stabiele frontlie te realiseren. Stalin wees Zhukovs voorstellen af, waarna Zhukov zijn ontslag als stafchef indiende, dat Stalin accepteerde. Zhukov werd overigens opgevolgd door maarschalk Shaposhnikov. Zhukov zat echter niet lang stil en hij kreeg de taak om de bevelhebbers die bij de operaties bij Smolensk en de westelijke Oekraïne betrokken waren te voorzien van adviezen.
Eind september werd Zhukov benoemd tot bevelhebber van de Sovjettroepen rondom Leningrad als vervanger van de incompetente maarschalk Kliment E. Voroshilov. Leningrad verkeerde in groot gevaar, maar Zhukov wist de situatie aldaar in recordtempo te stabiliseren.
Op 6 oktober werd Zhukov bij Stalin ontboden om zijn mening te geven over het gevaar dat Moskou bedreigde door het nieuwe Duitse najaarsoffensief. Vier dagen later werd hij benoemd tot bevelhebber van het Westelijk Front, waardoor hij verantwoordelijk werd voor de verdediging van de hoofdstad. Ondanks grote tekorten aan manschappen en materieel wist hij de Duitse opmars tot staan te brengen en de Wehrmacht te verdrijven voor de poorten van Moskou in een schitterend geleid tegenoffensief. Dit betekende de eerste grote nederlaag van de Duitse landstrijdkrachten van de oorlog.
Zhukovs verzet tegen Stalins plannen om in het voorjaar van 1942 een algemeen offensief in te zetten, maakten dat hij gedurende een aantal maanden een tamelijk passieve rol speelde. Maar toen het Sovjetoffensief van maarschalk Semyon K. Timoshenko vanuit de saillant bij Charkov jammerlijk mislukte en de Duitse Legergroep Zuid door de Sovjetverdediging brak in de richting van Stalingrad en de Kaukasus, was Zhukov het oudste lid dat door Stalin naar Stalingrad werd gestuurd om aldaar de verdediging te organiseren.
Ook bij Stalingrad ging, evenals bij Moskou, een hardnekkige verdediging in het centrum van de linie samen met een grote en gestage opbouw aan de flanken. Samen met Vasilevsky had Zhukov de plannen voor een tegenaanval uitgewerkt. Het resultaat was de volledige vernietiging van het Duitse Zesde Leger onder leiding van veldmaarschalk Friedrich Paulus, waarbij in totaal 330.000 Duitse militairen werden gedood of gevangengenomen.
Wat door de officiële geschiedenis van de Grote Vaderlandse Oorlog, uitgegeven door de militaire organen van de Sovjet-Unie, altijd in de doofpot is gestopt, was het offensief tegen de Rzhev-saillant in de centrale sector van het Oostfront. Het offensief met de codenaam Operatie Mars was uitgedacht door Zhukov en vond gelijktijdig plaats met de omsingeling van het Zesde Leger bij Stalingrad. In tegenstelling tot het tegenoffensief bij Stalingrad werd Operatie Mars een grote mislukking, waarbij 500.000 Sovjetsoldaten de dood vonden in massale frontale aanvallen tegen de Duitse stellingen. Ondanks deze tegenslag werd generaal Zhukov op 18 januari 1943 bevorderd tot maarschalk van de Sovjet-Unie.
In juli 1943 speelde Zhukov een leidende rol als vertegenwoordiger van Stavka in de saillant van Koersk, waar het Duitse zomeroffensief volkomen werd afgeslagen en werd gevolgd door een nieuw schitterend geslaagd Sovjettegenoffensief. Van dat ogenblik af behield het Rode Leger het strategische initiatief tot aan het eind van de oorlog.
Maarschalk Zhukov speelde daarna de leidende rol in een aantal massale offensieven, waarbij de Duitsers werden verdreven uit Wit-Rusland, het grootste deel van Polen en Silezië. In het laatste jaar van de oorlog kreeg Zhukov het bevel over het 1e Wit-Russische Front, waarmee hij een ideale uitganspositie had afgedwongen voor de rechtstreekse aanval op Berlijn vanuit zijn bruggehoofden aan de Oder. Stalin speelde de rivaliteit tussen Zhukov en zijn aartsrivaal maarschalk Ivan S. Konev, die het bevel had over het 1e Oekraïense Front, uit door een wedloop tussen de twee te organiseren. Het doel was om Berlijn zo snel mogelijk te veroveren. Toen Konevs voorste eenheden nog maar 200 meter verwijderd waren van de Reichstag besliste Stalin dat de verovering van de Reichstag uitgevoerd moest worden door Zhukovs eenheden. Zhukov kreeg dus van Stalin de eer om als de veroveraar van Berlijn de geschiedenis in te gaan.
Op 8 mei aanvaardde maarschalk Zhukov de onvoorwaardelijke overgave van alle overgebleven Duitse strijdkrachten door een handtekening van de Duitse veldmaarschalk Wilhelm Keitel.
Gedurende enige tijd na de oorlog was maarschalk Zhukov de Sovjetopperbevelhebber in Duitsland, maar later werd hij door Stalin, die jaloers was op zijn populariteit, op betrekkelijk minder belangrijke posten geplaatst. In 1955, twee jaar na de dood van Stalin, werd hij tot minister van Defensie benoemd, maar in november 1957 werd hij plotseling uit die functie ontheven en later beschuldigd van het koesteren van 'Bonapartistische ambities'.
Gedurende zijn hele carrière was Zhukov een vurig voorstander geweest van hoge professionele normen en in zijn twee jaren als minister ontmantelde hij een groot deel van het politieke apparaat binnen de Sovjetstrijdkrachten. Dit veroorzaakte onrust bij zijn collega's in de Sovjetregering, die vreesden voor een nietsontziende opperbevelhebber die in de toekomst wel eens het leger zou kunnen gebruiken voor politieke ambities.
Zhukov trok zich terug op zijn buitenverblijf in de buurt van Moskou, waar hij zijn memoires ging schrijven. Men hoorde niets meer van hem totdat Chroesjtsjov uit zijn functie werd ontheven. In 1965 werd Zhukov gerehabiliteerd tijdens de 20e verjaardag van de Sovjetoverwinning op de Duitsers.
Zhukov was één van de meest succesvolle bevelhebbers van de twintigste eeuw. Hij ging altijd voor de overwinning en hij was zich goed bewust van de politieke afwegingen in de strijd. hij was ook een bevelhebber die zijn troepen persoonlijk bezocht aan de frontlinie en dat maakte hem geliefd bij zijn ondergeschikten. Dat neemt niet weg dat Zhukov ook meedogenloos kon zijn. Hij schijnt na de oorlog tegen de latere president van de Verenigde Staten generaal Eisenhower te hebben gezegd: "Als wij stuiten op een mijnenveld valt onze infanterie gewoon aan, of er nu wel of geen mijnenveld op hun pad ligt".
Zhukov werd maar liefst viermaal onderscheiden met de hoogste Sovjetonderscheiding: de ster van 'Held van de Sovjet-Unie'. Hij kreeg eveneens een groot aantal Sovjet en buitenlandse onderscheidingen uitgereikt, waaronder die van Ridder van het Grootkruis van de Bath-orde.
Maarschalk Zhukov stierf op 18 juni 1974 te Moskou. Na zijn dood werd zijn begrafenisstoet begeleid door een gigantische militaire parade op het Rode Plein.