TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

Op zondag 8 oktober 1944 werden in de gemeente Helden 618 mannen (inwoners, evacués en onderduikers) gevangengenomen en naar Duitsland getransporteerd[1]. Zij werden verplicht tewerkgesteld in fabrieken. Eén van deze gevangenen was Lei van den Beuken. Lei werd op 9 april 1915 geboren in Helden en overleed aldaar op 25 juli 2001. Hij was getrouwd met Lies Steijvers. Zijn familie heeft toegestaan om dit dagboek te publiceren in verband met ons grotere onderzoek naar Nederlandse dwangarbeiders in Dassel, Duitsland. Wij zijn de familie zeer erkentelijk. De tekst is, op enkele kleine correcties na, overgenomen van het origineel. - Redactie.

Oktober 1944

Zondag 8 October
Een gewone Zondag, net als alle andere Zondagen. Maar daar kwam al heel gauw verandering in. Op bevel van de Duitsers moesten alle mannen en jongens zich melden om naar Egchel te gaan werken. Vele werden er na de H. Mis aan de kerk opgepakt en werden in de jongensschool in Panningen bij elkaar gedreven als een kudde vee. Ontsnappen was vrijwel onmogelijk. Te goedertrouw zijn wij (op verzoek van Vader[2]) met 4 broers opgestapt naar Panningen. Sjeng[3] – Fiel[4] – Wien[5] en ondergetekende Lei van den Beuken[6], om zogenaamd loopgraven te maken. Maar dat kwam heel anders uit. Al gauw bleek dat de Duitsers iets anders in zin hadden. De school en de speelplaats stroomde vol met mannen, oudere, jongere en zelfs hele jonge jongens van 16-17 jaar. Er waren rond de 1.000 mensen verzameld. Niemand wist wat er eigenlijk ging gebeuren, maar Egchel, dat zag men niet meer zitten. Daar stonden we dan met angst in het hart om hetgeen er ging gebeuren. Het was allemaal zo geheimzinnig. Ons enig bezit waren onze kleren, klompen of schoenen en de rozenkrans. Links en rechts werden nog wat boterhammen gebracht voor onderweg, een haastig afscheid en toen moesten alle omstaanders verdwijnen op bevel van de Duitsers. Toen viel er menige traan!

Wij werden in rijen gezet en zo ging het om half 1 naar de Maas in Kessel. Er waren zoveel soldaten om ons heen, vluchten, nee hoor! Het was een geroep en geschreeuw van jewelste. In Kessel aangekomen moesten wij ons zelf met het veer overzetten. Toen ging het via Reuver naar Belfeld naar de trein. Dan werd het iedereen wel duidelijk waar de reis naar toe ging.

We moesten om half 6 aan de trein zijn, doch die vertrok pas om 9 uur. Hier zijn enkele mensen ontsnapt en over de Maas bij mensen ondergedoken geweest.

Vanaf Belfeld ging het via Tegelen naar Venlo. Daar werd gestopt, er moesten nog meer mensen mee. Toen ging het in een slakkegangetje de Pruisenberg op. Het leek er op of de machinist wilde zeggen: probeer nog maar weg te komen, zo langzaam ging het. Er zijn ook mensen uit de trein gesprongen, op goed geluk, want het was toen al donker. De hele nacht geboemeld tot 4 uur in de morgen. Toen kwamen we in Dusseldorf aan en vandaar ging het verder naar Wuppertal, waar we in een kamp terecht kwamen. Er waren slechts twee kampen. Onderweg kwam er luchtalarm. Allen moesten uit de trein en we vluchten naar een diepe kuil in de nabijheid. Of het een bomgat was weet ik niet. Het fosfor uit de vliegtuigen viel brandend om ons heen. Dat was ook erg angstig. We zijn in het kamp twee dagen gebleven. We kregen er kuch en stekruben soep met een of ander zaadje dat er bovenop dreef. Bah, dat laatste verdween in de rooster van de riolering. In dit kamp was het slecht toeven, ze stuurden honden op je af als je wat tegen werkte.

Maandag 9 October
's Avonds om 8 uur vertrokken per trein naar Lehrte achter Hannover. Van Wuppertal naar Lehrte hebben we 32 uur in een veewagen gestaan, gehangen en gehurkt geslapen. Het weer was bar slecht. Dag en nacht regen. Het dak van de trein was kapot zodat het lekte en we wakker werden van de drup van de regen op onze knieën. De kuch die we in Wuppertal hadden gekregen werd vast gespijkerd aan een grote nagel, die we in het donker hadden ontdekt, om onze handen vrij te hebben om je aan elkaar vast te houden. Omvallen, kon je niet, zo dicht stond je op elkaar gepakt. Wel ziek worden of flauw vallen. Het leek wel of er vierkante wielen onder de trein zaten en zo sjokten we verder. Inmiddels werd de ene rozenkrans na de andere gebeden. Lei Crommentuijn[7] zei dat ze er minstens 3 moesten bidden, omdat ze het wel nodig zouden krijgen. Zo gezegd zo gedaan. Er sputterde ook niemand tegen. Zo arriveerden we op woensdag 11 october.

Woensdag 11 October
Om 6 uur in Lehrte. Vanaf de trein weer in grote rijen naar een kamp, begeleid door de (bruine) soldaten. Het kamp was voorzien van houten bridjes, met vrij grote wandluizen, en een kachel. Dat was het enige comfoor wat wij daar aantroffen. Geen strozak, niets van dat alles. Het enige wat je er had, was de kou en de hunkering naar thuis. Maar dat liet nog even op zich wachten. Zo konden we ons op de houten krib te rusten leggen. We hebben ons maar toe gedekt met de dikke overjas die we bij ons hadden, want dekens, ho maar, die waren er ook niet. Van slapen kwam niet veel te recht. Je doezelde weg omdat je bekaf was. Het kamp was omheind met draad van rond de 2 meter hoog en lag bijna in een open veld.

Donderdag 12 October
's Morgens was het eerste werk koffie halen en brood. Wij lagen met 50 personen in een barak. 's Middags was het weer stekruben soep halen. We kregen ieder één kommetje voor de soep. Maar dat moest tevens gebruikt worden om je zelf in te wassen of om iets van je ondergoed te wassen. Erg smakelijk was het niet, maar je raakt aan alles gewend. 's Avonds zette je de kom naast je bed en 's morgens lag de bodem vol met wandluizen uit je krib. We werden wel slimmer en zette de kom het onderste boven zo dat de luizen er niet in konden. Er zaten gaten in de krib en die waren rijkelijk voorzien van luizen. Als je er met een lucifer in porde kwamen de luizen er in processies uit.

In de namiddag moest de hele zaak geregistreerd worden. We waren er met 2.636 Nederlanders en nog vele Polen. 's Avonds was het weer brood halen en koffie. Dan begon de lange avond van niks doen. Wel werd er iedere avond de rozenkrans gebeden. Dat gaf je hoop en steun voor de toekomst.

Vrijdag 13 October
In de voormiddag moesten we met 80-100 te gelijk onder de douche, waar we werden gewassen en ontluisd. Dat alles gebeurde door Duitse meisjes. Leuk he???? Daarna eten halen en een nieuwe barak intrekken waar net zoveel luizen waren dan in de eerste. Verder verliep de dag net als voorgaande dagen.

Zaterdag 14 October
Moesten een pas gaan afhalen in barak 5. Daarna voor de dokter verschijnen waar we onderzocht en natuurlijk goedgekeurd werden. Zelfs diegene die een ernstige rugoperatie had gehad en jaren ziek was geweest werd nog goedgekeurd.

Zondag 15 October
's Morgens om 7 uur was er een H. Mis in de open lucht, die werd gelezen door een Bruine Pater (zijn naam weet ik niet) uit Baexem, die vrijwillig mee was gereisd. Er waren zo ongeveer 3.000 mensen bij tegenwoordig. De H. Communie ontvangen en toer weer naar de barak terug. Onder tussen ging het luchtalarm en konden we ons geen brood en koffie halen, want de kogels ratelden over de daken van de barak. Een schuilplaats was er niet en zodoende moesten we wachten tot 12 uur toen de tijd er was voor de soep. Toen hadden we honger dat vertel ik je! 's Avonds hebben we ons een paar kilo aardappelen gejat in het veld dat achter de barak lag. We zijn onder de draad van de omheining door gekropen om er bij te kunnen. Maar wat doe je als je honger hebt?

We hebben de aardappelen op de kachel gaar gemaakt, zonder te wassen of te schillen en zonder zout. Maar lekker als ze waren. Voor dat we ons te rusten legde werd eerst weer de rozenkrans gebeden en enkele Maria-liedjes gezongen, want het was October maand. Toen gingen we slapen, de overjas over ons heen en zo waren we al een hele week verder. Waar onze gedachten toen naar toe gingen zal wel geen uitleg nodig hebben. Dat denk ik tenminste?

Maandag 16 October
's Morgens maar weer aardappelen stomen met de schil. Daarna brood halen en dan maar weer de planken op. De dagen vielen heel erg lang omdat je niks te doen had. En dan plotseling moesten er vrijwilligers komen om de paden van het kamp schoon te maken. Veel liefhebbers waren er niet maar Lei Crommentuijn kreeg toch enkele helpers mee. De andere kregen huisarrest tot alles in orde was. Toen mochten ook wij weer naar buiten. Zondagmiddag is Lei Steijvers[8] vertrokken naar Braunswijk en kwam daar terecht in een meelfabriek. Wij hadden ons inmiddels opgegeven voor landbouwer, dus maar wachten of er iemand kwam die ons nodig had. Jawel hoor! Om 2 uur kwam een boer kijken of we goed waren. We stonden met 52 mensen in rijen van 5 opgesteld. Het was net een veemarkt waar je te koop werd aangeboden. We vielen bij de boer wel in smaak en we zouden de volgende dag weg kunnen.

Dinsdag 17 October
Geslapen volgens de mode 1944 met wandluizen, enz... Daarna brood halen en dan maar weer naar de barak, daar konden we ons suf zitten te zitten. Om 3 uur moesten allen aantreden aan de cantine. Daar werd alles nog uitgelegd en zoveel mogelijk geregeld. Dan was het uur van vertrek aangebroken. Plotseling zag ik daar Pater Joosten[9] uit Egchel. Ik er natuurlijk naar toe. Het mocht niet, ik er tussen uit. Ik had er lak aan of ze scholden of niet.

Spoedig kwam de boer ons afhalen en ging het naar de trein in Hannover. Om half 6 kwamen wij aan in Salzderhelden. De boer was niet met ons mee gereisd maar stond ons op te wachten met tractor en 2 aanhangwagens. Daar moesten we met 53 man op. Er lag veel stro op de wagens daar konden we ons met toestoppen want het was erg koud. Dan met een snelle vaart in het donker op de boerderij af, berg op berg af, en daar kwam maar geen einde aan. Dan eindelijk in de verte zagen we een licht branden. Zal het daar zijn?? Toen kwamen we in de stad Einbeck daar met een vaart doorheen, weer het veld en de vlakte in en dan eindelijk de plaats van bestemming. Om half 9 waren we gearriveerd. Het eten stond klaar. Lekkere erwtensoep, waar de lepel in recht stond. Daar werd heerlijk van gegeten. Dat was wat anders dan stekruben met zaadjes.

Nadat we goed gegeten hadden konden we ons bed opzoeken in de boerderij in Rotenkirchen. Het waren goede bedden met strozak en wollen dekens. Wel stapelbedden. Jan Verschaeren[10] en ik sliepen samen in één bed, zodat we dubbele dekens hadden. We hadden goed eten en goede bedden dus waren we al een heel stuk beter uitgerust dan in die ellendige kampen.


De schuur van de boerderij in Rotenkirchen waar de Limburgers verbleven. Bron: Jeroen Koppes.

Woensdag 18 October
's Morgens eerst wassen en dan aan tafel voor het ontbijt. We mochten de hele dag de boerderij bezichtigen en hoefde nog niet te werken. We kregen wel goed eten. Mijn broer Wien was ook op de boerderij. Sjeng en Fiel zijn in Viersen terecht gekomen.

Donderdag 19 October
Om half 6 was het opstaan geblazen. Om 6 uur koffie drinken en om half 7 ging de fluit voor het appél, dan moest iedereen er zijn. Van te voren hadden we ook al onze bedden moeten maken. Daarna ging ieder naar zijn werk. Met ruim 90 mensen werd er naar het veld gegaan om suikerbieten te rooien.

Het was een staatsboerderij met 500 ha grond, waar nog 80 ha bieten stonden te wachten om gerooid te worden. De rest van de 500 ha waren verdeeld in aardappelen, gerst, tarwe, erwten, enz.

Er waren 20 paarden, 40-50 ossen. Met de ossen werden de bieten gerooid, met een ploeg (soort Brabantse ploeg). Dat was werk voor Matje Gijsen[11] uit Panningen. Hij wist precies de beste ossen te vangen want ze liepen allemaal los, in een hele grote stal.

De paarden werden gebruikt voor de vierwielige wagens om de vruchten bij elkaar te rijden. Vanaf onze aankomst tot Kerstmis iedere dag naar de bieten. Toen alles gerooid was ging het met paard en wagen en met de tractor naar Einbeck naar 't station waar de bieten werden verladen. De bedrijfsleiding was in handen van Hernn Staalman hoofd van 't bedrijf. Als bedrijfsvoerder fungeerde Hernn Rauschebeck een hele fijne man. Als toezichthouder was Hernn Rose aangesteld, bijgenaamd de kromme, vanwege zijn kromme benen. Was ook goed voor zijn mensen. Verstond heel goed het Heldense dialect. Je kon hem niks wijs maken.

Op het werk was 's morgens om 9 uur koffie pause, om even uit te rusten. Dan kwamen de hoge Heren op inspectie of we het werk ook goed deden. Na de rust pause, ging het werk verder tot 12 uur. Naar huis eten en van 1-5 uur weer naar de bieten. Om 6 uur warm eten. We hadden een goede kok, nl. Hanraets[12] van Kessel (Kuuper) geassisteerd van twee oudere mensen, de gebroeders Schreurs (Sjang[13] en Klaas[14]) 65-jarige uit Haelen. Jan Verschaeren was ook bij ons, die was timmerman er moest iedere dag naar de timmerwerkplaats. Lambert Cup[15] (Lammetje) uit Kessel was smid en die moest dan ook naar de smederij om paarden en ossen te beslaan. Wagens en tractor moest hij ook in orde houden.

Ieder morgen na het appel klonk het zelfde liedje:
Smidt – Smiederij
Tsimmerman – Stelmacherij
Okse gehe nach okse
Andere gehe nach rhube.

Na goed gegeten te hebben, de rozenkrans gebeden en nog wat over de afgelopen dag gepraat, zocht ieder weer het bed op om eens flink uit te rusten.

Vrijdag 20 October
Tot en met 27 October iedere dag weer het zelfde werk, de hele week suikerbieten rooien.

Zaterdag 28 October
Geweldige regen. 's Morgens een half uur later beginnen, maar algauw was het weer regen. Toch de hele dag bieten rooien, weer of geen weer.

Zondag 29 October
Mooi weer. Tot 8 uur slapen. Na het ontbijt ging het met grote stappen naar de stad Einbeck naar de H. Mis, voor de eerste keer. Het was een heel eind lopen 6-7 km, berg op berg af. Het was een gelukkig gevoel om weer eens in een kerk de H. Mis bij te kunnen wonen. Na de H. Mis maar weer dezelfde kilometers terug lopen.

Maandag 30 October
Nu begon weer de zesdaagse, naar de suikerbieten, zo verliep de hele week en viel er niet veel te beleven.

November 1944

Zondag 5 November
Om 10 uur was de H. Mis in Einbeck. Daarna terug naar huis waar we een kop lekker warme koffie kregen. Om 2 uur was het tijd voor warm eten. Er waren een paar lege plaatsen aan tafel. Vier jongens waren niet terug gekomen uit Einbeck. Het waren: Ber Bovee[16] – Haar Heldens[17] – Toon Stemkens[18] en Pierre de la Roy[19], allen uit Kessel. Niemand wist waar ze gebleven waren. Waren ze in de verkeerde richting gegaan, of was het een vluchtpoging??? Niemand was er van op de hoogte. Het was wel angstaanjagend, dat werd natuurlijk doorgegeven aan de hoge Heren. Die kwamen dan ook prompt bij ons op bezoek. En hoe???

Toen erkenden we weer de echte Duitser, door hun geschreeuw en het dreigen waren we allen zeer beduusd.

We mochten niet meer van de boerderij af en niet meer naar de kerk. En toen brak de uber Director los: Und wenn sie nog einmaal in die stad Einbeck komme, one bescheidigung gehe sie mit dier knogche im tasch nach house!!!

Het was muisstil. Daar zaten we dan zonder schuld. Waar zouden de jongens zijn en wat stond hun en ons te wachten???

De jongens zijn dezelfde dag nog opgepakt. Ze hadden gezegd dat ze de weg kwijt waren geraakt, want ze waren nog maar een keer in Einbeck geweest. Dat hebben ze dan maar voor waar aangenomen. Daar hebben ze ook een groot geluk mee gehad. Ze hebben een hele week in een concentratiekamp gezeten en er zoveel gezien en meegemaakt, dat ze nooit meer gingen pleiten.

Toen we wat van de schrik bekomen waren hebben we de rozenkrans gebeden. Iedereen was blij dat het nog zo goed was afgelopen. Al gauw werd het stil en men zocht geleidelijk aan het bed op. Het was een roerende Zondag.

Maandag 6 November
Het was nog in het begin van de maand. Wij hadden allemaal ons loon ontvangen 40 Mark per maand. Per week kregen [we] één bonnetje voor sigaretten. Aan de overkant van de boerderij lag een café Friederich Bode. Daar was altijd wel een biertje te bekomen. De hoge heren (partij mannen) uit de omliggende plaatsen kwamen altijd bij Bode vergaderen en als wij dat wisten zorgden we wel dat het bier op was. Dan was Friederiech Bode erg kwaad, want er was niks meer voor de hoge heren. We hebben er erg veel plezier gehad. Gewoonlijk waren we daar 's avonds ook te vinden. Voor de rest was het de hele week werken tot en met 11 november.


Het huis van Friederich Bode. Bron: Jeroen Koppes.

Zaterdag 11 november en Zondag 12 November
10 en 11 November ben ik ziek geweest. Nadat we Zondagmorgen terug waren uit de kerk de hele dag, samen met Jan Verschaeren voor kapper moeten spelen. Een haarmachine geleend van de Russen (die lagen ook op de boerderij) en zolang geknipt tot de machine kapot was. De volgende dag laten maken en toen weer verder.

Maandag 13 en Dinsdag 14 November
Beide dagen doorlopend sneeuw. De rest van de week hebben we kool af moeten doen en voederkuilen dichten tegen de vorst.

Zaterdag 18 November
Onze chef Rauchebeck kwam ons vertellen dat we morgen weer naar de kerk mochten. Daar had hij zelf voor gezorgd. Hij had een goed woordje voor ons gedaan bij de hoogste heren. Natuurlijk waren we blij en we bedankten onze chef daar ook van harte voor.

Zondag 19 November
Vroeg uit de veren want om half 9 was de Mis in Einbeck. Dan maar weer naar huis. We waren weer compleet. Thuis gekomen werd er gegeten en rozenkrans gebeden. Dan maar weer aan het knippen, want dat waren 57 mensen die gefatsoeneerd wilden worden en dat was zo maar niet gebeurd. In alle vroegte stond er 's morgens een Rus bij ons bed, die vroeg om hem te knippen. Dus opstaan en aan de slag.

Deze Zondagavond hebben we een bonte avond opgevoerd voor het hele stelletje en door het hele stel. Het werd een gezellige boel. Het ging allemaal voor de vuist weg. De muziek werd gemaakt met potten en pannen uit de keuken. Er werden liedjes gezongen, moppen getapt, spellen gespeeld. Het was een vrolijke boel, een compleet concert!

Plotseling kwamen onze bazen kijken wat er te doen was. Ze stonden verstomd van hetgeen wij klaar speelden. Ze hadden er zelfs veel plezier in. Ze zijn zeker een kwartier bij ons gebleven en wensten ons verder een gezellige avond. Het feest ging door tot in de kleine uurtjes. Je ziet wel: Zonder bier toch plezier! Toen gauw naar bed want de nacht was kort!

De komende week was van Maandag tot en met Zaterdag iedere dag het zelfde werk.

Zondag 26 November
Hebben tot 12 uur moeten werken want de rhuben[20] moesten uit de grond de winter was in aantocht. Zelfs de timmerman en de smid moesten ook mee. Dus het was werken geblazen. Het weer was erg slecht want het regende veel. De grond was door en door nat, zodat we nogal in de modder moesten ploeteren. Na het middageten moesten er nog een paar worden geknipt. Er lagen ook 20 Polen op de boerderij die wel eens bij ons kwamen praten. Zij waren al 4 jaar in Duitsland te werk gesteld, net als wij, dus wij konden hun goed verstaan. Vanmiddag heb ik wat zitten dammen met een Pool. In de loop van de avond hebben we onze pas gekregen. Nu mochten we wel een uur langer in de stad blijven. We gingen dan naar Café de Grüne Tanne (Tante Mina). Daar kregen we dan voor een paar mark of soms wel gratis een kop soep of koffie. Veel te verteren hadden we niet, maar kwamen toch goed uit met ons loon. Wat Zondags over was, ging in de kerk op de offerschaal. De Pastoor was er goed mee.

Het ging ons hier goed en we waren heel tevreden met ons lot. Dan volgde er weer een gewone werkweek.

December 1944

Zondag 3 December
Om 7 uur opstaan, wassen, scheren, ontbijten en dan maar weer door weer en wind naar de kerk. Nog altijd 7 km lopen. De Pastoor van Einbeck had vandaag een hele fijne preek, waar voor ons nog wel wat troostvol in zat. Tegen de tijd van eten waren we wel weer in Rotenkirchen gearriveerd. Na de middag moest de tijd gekort worden met damspelen, naar Friederiech Bode een glaasje bier drinken of wat buiten lopen. Zo probeerden we onze vrije tijd om te krijgen. Na 't avondeten nog wat spellen, praten, rozenkrans bidden, wat Maria liedjes zingen en dan maar weer naar bed.

Dinsdag 5 December
Dinsdag en Woensdag de hele dag mest laden in de schaapstal. Er moesten 400 wagens geladen worden.

Donderdag 7 December
De hele dag op de molen moeten helpen graan omwerken, samen met Tjeu Creemers[21] uit Nederweert.

Vrijdag 8 December
Een broer van onze werkmeester moest naar de stad Einbeck met paarden en wagen. Jeu Cremers en ik moesten mee. Eerst moest de wagen vol geladen worden met groenten, aardappelen, enz, voor de familie van den Uber en andere vrienden en bekenden. Toen we de wagen vol hadden moest die eerst gekamaufleerd worden met takken, vanwege de vliegtuigen. Dan in galop naar de stad. Aangekomen moest er afgeladen worden. Overal kregen we wel wat. Een kop koffie, thee, een sigaret of een paar marken. Het was ook bij de betere stand waar we terecht kwamen.

Zondag 10 December
Moesten enkele van onze jongens werken voor straf, waarom??? Zelf ben ik niet mee naar de kerk geweest wegens ziekte. 's Avonds om 6 uur eten, rozenkrans bidden en wat dammen met de Polen. Toen begon het vervolg van het cabaret, met Lei van Lier[22] (Baarlo) voorop, die wist ons wel te amuseren tot 12 uur middernacht. Dan werd in aller ijl het bed weer opgezocht.

Donderdag 14 December
Met de tractor naar Opper Hausen met Jeu Cremers.We moesten brandhout naar de mensen brengen. Kwamen om 4 uur thuis en hebben niet meer gewerkt.

Zondag 17 December
De hele dag werken van 7-5 uur. De bieten moesten van het veld af, want koning winter had zich aangemeld. Na thuiskomst eerst wat opknappen en dan aan tafel en daar had iedereen wel trek in na zo'n lange dag. Na rozenkrans gebeden te hebben begon om 7 uur tot … ??? hoelang, een extra concert. Wat een pret en dan naar bed.

Maandag 18 – Dinsdag 19 en Woensdag 20 December
Moesten we naar Einbeck toe om suikerbieten in te laden in de treinwagons. Ze werden met paard en wagen aangevoerd vanaf de boerderij. Daar moesten onze vrienden de wagens laden voor 't vervoer. Deze dagen begon het erg koud te worden.

Donderdag 21 December
Na het bekende deuntje dat iedere morgen bij het appel plaatsvond konden we weer aan de arbeid. Er stond nog een groot veld met stoppelwortelen. Die moesten ook nog gerooid worden.

Vrijdag 22 December
Het loopt tegen Kerstmis. Er zijn al heel wat kerstbomen uit gerooid voor de verkoop. We moesten met enkele mannen mee, met tractor en paardenwagen, naar de stad om de bomen af te laden. Zo hebben we wel veel variatie op onze boerderij. Ook hebben Jeu Cremers en ik een hele week varkens moeten meten en wegen, met de centimetermaat. Dat was soms ook sport, maar we waren wel lekker warm binnen, terwijl onze andere jongens buiten in de vrieskou aan de stoppelwortelen moesten werken.

Zaterdag 23 – Zondag 24 en Maandag 25 December
Het was Hoogfeest van Kerstmis. We hebben allemaal vrij gehad. Dat waren hier de hoogste feestdagen van het jaar. Iedereen was vrij en alles was gesloten. Er werd rozenkrans gebeden en Kerstliederen gezongen.

Zondag 24 December
We hebben de Nachtmis gehad om 4 uur in de namiddag, in de kerk in Odagsen. Het was een dorp dat ook een kilometer of 7 van ons af was. De H. Mis werd speciaal voor ons opgedragen en we hebben allen de H. Communie ontvangen. De Pastoor had er goed aan gedaan om ons uit te nodigen. Niet zonder succes! De collecte schaal puilde uit van Duitse marken. De collecte mandjes stonden op iedere hoek van de communiebank. Telkens als de Pastoor in die buurt kwam, viel zijn oog op al dat geld. Zoiets had hij nog nooit mee gemaakt. Het deed hem en ons goed. Wij zijn dan ook heel tevreden en voldaan naar huis terug gekeerd. We hadden een fijne Kerstmis gehad. De dag werd besloten met de rozenkrans en wat kerstliederen.

In Odagsen moest ook altijd brood gehaald worden bij de bakker. Dat was werk voor Leike Peters[23] (bakker foep) die moest dan met de ossewagen en een paar ossen ervoor naar Odagsen brood halen. Dat viel soms ook niet mee. Je wist wel wanneer je met ossen van huis ging, maar terug komen moest je maar afwachten. Want met ossen kun je alles beleven. Op een dag was Leike op de terugweg met het brood, maar plots bleven de ossen staan en gingen geen stap meer verder. Daar stond hij dan, wat nu aangevangen. Wat hij ook probeerde er was geen beweging in te krijgen. De baas had wel eens gezegd: Als de ossen niet willen moet je maar flink de knuppel gebruiken! Maar helaas, de vruchten ook hiervan bleven uit. Het werd al donker en Lei was nog niet thuis met het brood. Toen moest de stalknecht met paard en wagen erop af. Alles werd overgeladen en na nog flink geweld gebruikt te hebben, kwam de ossekar weer in beweging. Zo volgde de ene sensatie na de andere. Het korte onze tijd en onze dagen.

Dinsdag 26 December
Ook vandaag tweede Kerstdag zijn we vrij. We gingen dan ook naar Einbeck naar de kerk. Later op de dag nog even naar Friederiech Bode geweest voor een glaasje bier. In de avonduren werd nog wat gebeden en kerstliederen gezongen. Een partij dammen, praten en dan was de dag weer voorbij

Woensdag 27 December
Aan het appél werden ons nieuwe werkuren bekend gemaakt. We zouden in 't vervolg van 8-12 en van 1-5 uur moeten werken. Vandaag ben ik met de voerman naar de stad geweest voor allerhande boodschappen.

Donderdag 28 en Vrijdag 29 December
Beide dagen naar het veld, mest verspreiden. Er werd altijd onder toezicht gewerkt. Als het niet heel secuur gedaan werd, werden we er op attent gemaakt. Maar daar had de baas niet veel moeite mee. Je werkten alsof het thuiswerk was.

Zaterdag 30 December
Met hernn Rauchebeck naar de stad voor allerhande klusjes, brandhout bezorgen bij de burgers, groenten en dergelijke. Daarvan terug moesten we slaapkamers poetsen. Zulke karweitjes moesten Jeu en ik gewoonlijk op knappen. Dan was het weer tijd voor de maaltijd.

Zondag 31 December
Naar de kerk om half negen. Het was sneeuw en nog eens sneeuw, maar dat kon niet hinderen. We gingen tot over onze houtklompen door de sneeuw. Het ergste was, je had niks wat droog was om aan te trekken. Alles moest bij de kachel gedroogd worden. Zo was 1944 voor ons voorbij.

Januari 1945

Maandag 1 Januari 1945
Het nieuwe jaar was begonnen. We wensten elkaar een Zalig Nieuwjaar met de hoop op een spoedige thuiskomst. Na 't ontbijt zijn we opgestapt naar Einbeck waar om half elf de H. Mis was. Na de Mis zijn we ons een biertje gaan drinken bij Tante Mina. Daarna zijn we maar weer door de sneeuw naar huis gesjokt. De dag verliep langzaam. Velen hebben er wel aan thuis gedacht. Hoe zou het daar zijn? Wat was er allemaal gebeurd? We hebben nog nooit iets gehoord. Het zijn allemaal vragen waar je geen antwoord op krijgt. Niemand wist er maar iets van de toestand in Helden.

Dinsdag 2 Januari
De nieuwe werkweek is weer begonnen. Met de voerman maar weer naar de stad.

Donderdag 4 Januari
We moesten met 5 mannen mee naar 't Bahnhof (station) in de stad. Er werden nieuwe ossen gehaald, 16 in getal. Die kwamen daar met de trein aan. Dat zou sport worden! Het werd een drijfjacht want ze moesten 7 km door de sneeuw naar Rotenkirchen worden gedreven. De dieren waren bekaf en vergingen van de honger. Ze liepen de velden in om maar een wortel of iets te kunnen vinden. We hadden onze handen er aan vol om ze weer bij elkaar te krijgen. Zelf waren we ook moe toen we thuis kwamen, maar we hadden wel weer sport beleefd.

Zaterdag 6 Januari
Vandaag zijn we op hazenjacht geweest, het was een drijfjacht.

Zondag 7 Januari
Om 11 uur waren we in de kerk wat van te maken.

Dinsdag 9 Januari
We kregen bericht dat we weg moesten. We hadden blijkbaar ons werk af. Waar zouden we nu terecht komen? Bleven we bij elkaar, dat was afwachten. Het was wel 't gesprek van de dag.

Woensdag 10 Januari
Gingen met 22 mannen naar de stad en kwamen op de markt om verkocht te worden. Het leek wel op een veemarkt. We stonden voor het arbeitsambt. Er werden 20 mensen verhandeld. Wien en ik bleven over en gingen weer terug waar we vandaan waren gekomen.

Vrijdag 12 Januari
Toen ging de hele zaak vertrekken. 's Morgens om 4 uur op, alles inpakken en om 6 uur de wagen op en naar 't station in Einbeck. We konden Rotenkirchen vaarwel zeggen.

We gingen met de trein naar Northeim. Daar werden we bij aankomst weer verhandeld, tot Wien en ik weer overbleven, met nog zeven anderen. Er werd nog even goeie dag gezegd en een tot ziens. Het werd 12 uur en de heren gingen eten. Wij kregen eten op de markt. Nu maar wachten, tot om 3 uur wij afgehaald werden door Hernn Vollbrecht[24], dat mijn baas zou worden, en Hernn Voss waar Wien naar toe moest. Met de paardenslee werd de reis gemaakt. Eerst door de stad, dan dorp in dorp uit, berg op berg af door de sneeuw. Het was een mooie rijtoer en om 6 uur kwamen we op de plaats van bestemming, in het dorpje Echte, 11 km vanaf Northeim. Na de eerste kennismaking kreeg ik te eten. Twee nachten moest ik in een barak gaan slapen bij de Russen. Donker, stinkend, zwart enz. Dat viel even tegen. Toch was ik er voor die paar dagen graag, ik heb er met de Russen moeten dammen en vertellen zo goed en slecht het ging.

Zaterdag 13 Januari
Om 6 uur was het dag, koffie drinken en dan aan 't werk. Vollbrecht had een groot bedrijf. Een timmerwerkplaats daar werkt Harrie Allers[25] uit Swalmen. Een boerderij met Poolse jongens een Pools meisje, wat ook mee in de keuken moest werken. Een houtzagerij met Russische krijgsgevangenen. Een watermolen, waar een oudere man werkte en ik als zijn knecht. Dat was van huis uit mijn werk, dus dat zou wel lukken. Wien was op een boerderij een paar straten van mij af. De eerste dag op de molen viel wel mee, alles ging goed.


De houtzagerij in Echte. Bron: Jeroen Koppes.

Zondag 14 Januari
Eerst naar de kerk geweest, verder met Harrie en Wien onze nieuwe omgeving verkennen. Iedere dag moest ik op de molen werken.

Donderdag 18 Januari
Met de molenkar mee naar Imbs-Hausen. De Poolse jongens gingen ook mee. Bij de bakkers werd het meel bezorgd. Het waren zakken van 100 kilo. Die moesten naar boven gedragen worden over een gammele ladder. Dat viel tegen.

Vrijdag met de molenkar naar Echte en omgeving, het waren weer dezelfde 100 kilo zakken als gisteren. Dat was me te veel. Het molenwerk beviel me best. De zakken van 100 kilo niet en de baas niet (partijman). Ik was het er binnen een week al moe.

Zaterdag 20 Januari
De heer Becker, de oude molenaar moest slachten en had ik de molen en het hele werk alleen. Er moest iets geprobeerd worden om hier weg te komen, maar 't zou niet mee vallen. Hernn Vollbrecht was weg en nu had ik de kans. Ik heb de molen in werking gezet en zodanig water door gelaten dat ze het niet meer kon verwerken. Het gaf een flinke knal en alle stroom viel uit. Daar had je de poppen aan 't dansen. Ik zit nog in de kelder toen de vrouw van de baas boven aan de trap stond te vloeken en te tieren. Wat ze zei kon ik niet allemaal verstaan.

Mijn slaapkamer was in de molen, boven het water. Het was er zo koud dat de klompen 's morgens vast waren gevroren aan de vloer. In onze keuken was het ook koud. We waren er met de Poolse jongens en het meisje en Harrie Allers. Er was wel een fornuis maar we mochten van de vrouw des huizes niet stoken, ofschoon er hout in overvloed was van de houtzagerij. Je ging dus van kou vroeg naar bed. Nee hier deugden het niet.


De kamers boven de watermolen in Echte. Bron: Jeroen Koppes.

Zaterdag 27 Januari
Bleef ik op bed met pijn in de rug. Natuurlijk van die zware zakken. De chef kwam naar me toe, ik moest eruit. Dat deed ik niet. Dan werd hij kwaad en riep: "Wenns du nicht kans arbeiten gehe doe heute nog weck". Dat was juist waar ik op had gewacht. Toen 't bed uit. Ik kreeg mijn ontslagbewijs, van de vrouw nog boterhammen en zo stapte ik (eerst naar Wien) door de sneeuw naar Northeim naar het arbeitsambt. Maar dat lukte niet. Er kwam luchtalarm en na afloop was het kantoor dicht. Wat nu? Ik moest toch ergens slapen? Maar weer terug naar Echte, naar Vollbrecht terug. Ik werd er niet zo erg vriendelijk ontvangen, maar mocht binnen.

Zondag 28 Januari
Heb ik mijn ondergoed gewassen en in 't ketelhuis gedroogd, wat kapot was gemaakt. In de namiddag naar de kerk geweest, waar in de protestantse kerk een Mis werd gelezen door een priester uit Northeim. Er waren hier veel Nederlandse arbeiders. Ook mensen uit Sevenum, die werkte in de erts grűbe. Die lagen in barakken en hadden het niet te best, we gingen er vaak buurten. 's Avonds vroeg naar bed.

Maandag 29 Januari
Weer terug naar het arbeitsambt, met succes gelukkig. Dan eerst in Northeim de oude kameraden opzoeken en in de stad bij de grűne Tanne gegeten en een glas bier gedronken. Toen maar waar naar Echte terug. Wien was alweer blij dat hij me terug zag. Hernn Fischer, mijn nieuwe baas zou mij bij Wien komen halen. Samen gingen we dan naar zijn huis, Wien ging mee want was benieuwd waar ik nu terecht kwam. Het was een paar minuten van hem af. Fischer had ook een boerderij. Het gezin telde vijf personen, man, vrouw, dochter, zoon en een oude oma. De zoon was in dienst. Er kwam bericht dat hij vermist was aan het Oostfront en is ook nooit meer terug gekomen[26].

Dinsdag 30 Januari
's Morgens om 7 uur opstaan, eerst op de stal werken, om half 8 klaar, dan koffie drinken en de hele dag hout zagen en brandhout maken. Goed eten.

Woensdag 31 Januari
Naar Walde (bos) met Russen, Polen, Franse, Belgen en Spanjaarden. Het waren arbeiders, te werk gesteld net als wij.

Ieder dorp had een groot bos waar in gewerkt mocht worden. Hoe meer de mensen er gingen werken, zoveel te meer hout kregen toegewezen. In het bos werd een vuur gemaakt en met schafttijd zaten we daar rondom en roosterde we ons brood. Heerlijk!!!

Wien en ik hebben het gepresteerd om vijf bomen af te doen op een dag. Maar dat kwam niet te best aan bij de opzichter. De volgende dag werd ons de les gelezen. We moesten een aantal meters hout klaar maken. Dat gebeurde dan ook want daar hadden we geen moeite mee. Soms werd er wel eens gezegd! "Chef kűkke-zâgen-Chef nicht kűkke nicht zâgen." Dat was dan wel voor de gein. Het ging er heel gemoedelijk toe én het was fijn werk.

Februari 1945

Donderdag 1-2-3 Februari
Iedere dag naar het bos.

Zondag 4 Februari
Naar de kerk geweest, goed gegeten en verder uitgaan.

Maandag 5 Februari
Aan huis moeten opruimen.

Dinsdag 6-7-8-9 Februari
Naar walde.

Zondag 11 Februari
Kiespijn! een dikke kop, ben de hele dag binnen gebleven, op de sofa. Mijn vrienden kwamen op bezoek, ze wisten niet waar ik bleef.

Maandag 12 februari
Heb ik de koeienstal eens grondig schoon gemaakt, die had lang geen beurt meer gehad. Na de middag naar de tandarts, maar had geen geluk de kies was ontstoken, maar een keer terug komen.

Dinsdag 13 februari
Stond in de krant dat in Nijmegen zwaar gevochten werd. Dat was het eerste bericht wat wij ooit gehoord hadden.

Woensdag 14 Februari
Moest ik mest en jaughe (gier) varen. Altijd met twee paarden want het was er heuvelachtig. De rest van de week hetzelfde werk. Iedere morgen moest ik met de melk naar de melkfabriek, met de bolder wagen. Moest dan ondermelk-karnemelk-yochurt mee terug brengen. Het was er uitstekend in de keuken.

Zondag 18 Februari
Naar de kerk en voor de rest Zondag gevierd zoals het hoorde. De hele week ploegen tot 28 Februari.

Maart 1945

Donderdag – Vrijdag 1 – 2 Maart
Ploegen.

Zaterdag 3 Maart
Alles rond om de boerderij opruimen.

Zondag 4 Maart
Op bezoek geweest bij Wien en daar mee gegeten. En lekker.

Maandag 5 Maart
Nieuwe broek, sokken en schoenen gekregen en toen naar walde, tot 9 Maart.

Zaterdag 10 Maart
Naar het veld ploegen, aan huis opruimen en dan nog naar de kapper. Daarna nog met een jonge koe naar vadertje stier.

Zondag 11 Maart
Het was bar slecht weer. Ben de hele dag thuis gebleven. Als de dominee in de kerk zijn dienst had beëindigd, kwam hij altijd bij Fischer eten. Hij wilde dan persé naast die Hollander zitten. Het was een fijne man, ik kon er goed mee praten. Iedereen in Duitsland was van mening dat wij vrijwilligers waren. Ook de Dominee kon niet geloven dat wij zomaar zonder meer opgepakt waren en weg gevoerd. Hij had er geen goed woord voor over. Of het daardoor kwam dat hij naast mij wilde zitten is me niet duidelijk.

Maandag 12-13-14 Maart
Mest varen en ploegen.

Donderdag 15-16 Maart
Naar walde. Zeer mooi weer.

Zaterdag 17 Maart
Ploegen.

Zondag 18 Maart
Mooi weer. De hele dag uit geweest met de Sevenumse jongens en het Russische meisje Anna Krasouwsky.

Maandag 19 tot en met 23 Maart
Naar walde.

Zaterdag 24 Maart
Haver zaaien.

Zondag 25 Maart
Naar de kerk en verder een gewone Zondag.

Maandag 26 tot en met 29 Maart
Haver zaaien ook voor de buurman, die had geen paard.

Vrijdag 30 Maart
Stille Vrijdag (Goede Vrijdag) hoge feestdag, niet werken. We zijn met vijf mannen om 3 uur in de middag, de Rakelberg op gelopen en hebben daar 5 minuten gebeden. We zagen heel goed in dat we met Pasen niet thuis zouden zijn.

Zaterdag 31 Maart
Weer haver zaaien. We moesten ook zaaien voor andere boeren die geen zaaimachine hadden.

April 1945

Zondag 1 April
Hoogfeest van Pasen. Om half 11 naar de kerk en verder maar Zondag gevierd. Om 5 uur zag ik dat een kind in een waterput viel. Snel een ladder gehaald, in de put gezet en toen naar beneden het kind redden. De ouders waren er heel dankbaar. 's Avonds weer met de vrienden uit geweest, naar de film.

Maandag 2 April
Tweede Paasdag. Om 5 uur in de namiddag was er een H. Mis. Na het eten zijn we weer naar het café geweest.

Dinsdag 3 April
Naar de tandarts, maar te vergeefs. Hij moest zich melden voor de dienst, kon morgen terug komen.

Woensdag 4 April
's Morgens naar de ertsgroebe (mijn) een wagen hout halen voor buurman Opperman. 's Middags maar weer naar de tandarts, toen werd ik eindelijk geholpen. Ik was blij toe.

Donderdag 5 April
Een droeve dag. Familie Fischer kreeg bericht. De zoon vermist was aan het Oostfront.

Zatertdag 7 April
Hout zagen met de cirkelzaag van de Burgemeester, voor de Burgemeester en voor de baas.

Zondag 8 April
Mooi weer en zijn wat gaan wandelen naar de Rakelberg, de weg naar Kassel.

Maandag 9 April
Verjaardag. Heb van de baas een pakje sigaretten gekregen en extra lekker eten. Daar zorgde Moeder Fischer voor. Ze was net zo goed voor mij als voor haar eigen dochter. Ik kon de hele boerderij krijgen als ik met haar dochter trouwde, maar nee hoor, dat was niet mijn bedoeling. Thuis wachtte iemand op mij.

Dinsdag 10 April
Mijn baas had een nieuw paard gekocht en we zijn er nog mee naar het veld geweest, om te proberen hoe hij zich zou gedragen.

Woensdag 11 April
De Amerikanen waren in aantocht. De kogels tikten 's nachts al op de daken, De baas had het ook gehoord en wist wat er stond te gebeuren. Ik mocht niet meer naar de melkfabriek toe omdat het te gevaarlijk was vanwege het schieten. De baas was erg bang en vroeg of ik die dag bij hun wilde blijven? Dat deed ik zeker, ze waren ook goed voor mij geweest. Tegen 10 uur 's morgens reden de eerste tanks binnen. Een grote foto van Hitler stond voor op de tank met een bajonet er door. Zo kwamen ze bij ons binnen. De Amerikanen gingen al gauw op onderzoek uit naar Duitse soldaten. Er waren nog soldaten die bij de mensen waren gevlucht. Ze kwamen met opgeheven handen naar buiten om zich over te geven. Alles werd hun onteigend wat ze in hun bezit hadden. Ze moesten met de handen omhoog tegen de muur gaan staan.

Wij melden ons als Nederlanders bij de Amerikanen en kregen van hun sigaretten. Wat waren we blij met onze bevrijders!!!! De Sevenumse jongens kwamen al de zelfde dag naar ons toe en wilden direct naar huis. Fischer zei dat het onmogelijk was en we nog een paar [dagen] moesten wachten. Hij begreep heel goed dat wij naar huis wilden, maar gaf ons toch een goeie raad, die hebben we ook aangenomen.

Zaterdag 14 April
In de vroege ochtend bijeenkomst bij Wien. Onze spullen werden bij elkaar gepakt en toen nog even afscheid nemen van onze lieve Familie. De familie Fischer vond het heel erg dat ik ging vertrekken. Voor Wien was het hetzelfde geval, hij had ook een goed tehuis getroffen. Dan werd er te voet op stap gegaan, 600 km ver van huis en haard. We hadden 11 km gelopen en kwamen in Northeim, waar we onze nacht door zouden brengen in 'n groot sigarenfabriek van Victor Wolff.

Zondag 15 April
Eerst naar de kerk en dan maar vieren jongens, want we waren bevrijd en het ging huiswaarts.

Maandag 16 April
De hele dag in Northeim in de kerk getimmerd met Harrie Allers. Er was geen glas meer in, alles was gesneuveld door de kogels, en de dreun van de tanks. Nog verschillende dagen zijn we naar de kerk geweest, werken. Enkele andere jongens hebben er ook mee geholpen. Verder de hele week maar eten en sigaren roken, enz.

Zondag 22 April
Inmiddels stroomde de fabriek vol met allerlei lotgenoten. We hebben gevoetbald tegen Rotterdammers en verloren.

Dinsdag 24 – 25 April
In de keuken moeten helpen.

Woensdag 25 April
Hebben we 't station bezichtigd. Door de bombardementen lagen de treinwagens twee tot drie hoog op elkaar. Er waren wagons met tandpasta en veiligheidsspelden. Als souvenier hebben we van dat laatste er maar mee naar huis genomen. 's Avonds werd muziek gemaakt tot laat in de nacht. We voelden ons echt vrij.

Donderdag 26 April
Met een heel stel de fabriek poetsen. Verder zijn we er op uit geweest om te zorgen dat we wat te eten hadden. Als we iets konden pikken, werd er gepikt. Zo gingen de dagen voorbij. Om nog verder te lopen zag niemand zitten, dus afwachten maar.

Definitielijst

bajonet
Steekwapen dat voor man-tot-man gevechten op het geweer geplaatst kan worden.

Mei 1945

Vrijdag 4 Mei
Meester Jan Wilms[27] stond op straat te kijken. Een Engelse officier kwam naar hem toe en vroeg de weg naar Göttingen? Ze stonden nog wat te praten. Meester Wilms zei dat hij van Helden was van Rochusplein 6. De officier liet een foto zien van Sjan Crijns[28]. De meester zei dat hij twee huizen verder woonde. De officier had in Helden gelegen en vertelde dat er alles oké was. Dat was voor ons allemaal een vreugde om zo iets te horen.

Dinsdag 8 Mei
Weer mee in de keuken helpen.

Woensdag 9 Mei
Maar weer van de mooie zon genieten.

Donderdag 10 Mei
Voor vandaag was er een plan op touw gezet. We zouden proberen om hier weg te komen. We moesten onze spullen pakken en ons in gereedheid houden. Een jongen uit Enschede zou met een tractor van de baas komen en met ons vluchten. Daar gingen we mee accoord. Onze kleren en de nodige sigaren in een rugzak en dan start klaar staan. De tractor reed voor, wij met een vaart er op en weg!! Alles werd geriskeerd om maar thuis te komen. De hele dag gereden tot we tegen de avond aan kwamen in de grote stad Paderborn, die helemaal in puin lag. De stad door gereden tot we bij een boerderij kwamen waar we die nacht hebben geslapen op de schuur. Het was nog wel bij de Burgemeester.

Vrijdag 11 Mei
Vroeg opstaan, wassen aan een beek, wat brood eten en toen weer verder, tot 's avonds toen we aan kwamen in Münster. Daar hebben we buiten geslapen, zo'n mooi weer was het.

Zaterdag 12 Mei
Rond 8 uur was weer iedereen present en ging het verder. Nog 45 km en we waren eindelijk op Hollandse bodem. Tot op heden had alles goed gegaan, we hadden geen achtervolgers gehad. Zelfs de boer niet waar de tractor en de wagens van waren. Hij had ook geen best geweten! We kwamen om 12 uur over de grens bij Glanerbrug, gemeente Enschede. Daar moesten we de tractor en de wagens achter laten. Jammer voor de jongen uit Enschede, hij had hem graag mee naar huis genomen. Wij kwamen in een grote loods waar we gecontroleerd en ontluisd werden. Toen gingen we naar een school en moesten daar blijven tot Maandag 13 Mei.

Maandag 13 Mei
Vandaar werden we opgeladen en naar Enschede gebracht. Daar werden we nog een keer goed gereinigd, dat duurde een halve dag en toen ging de rest naar huis. Wien ook. Aangezien ik wat rode plekjes op de huid had moest ik het ziekenhuis in tot vrijdag. Dat was verdrietig omdat ik vanaf de eerste dag af aan bij Wien was geweest. In het ziekenhuis aangekomen kreeg ik een of andere injectie en iedere dag een flinke wasbeurt met ontsmettingszeep.

Vrijdag 18 Mei
Er werden wel 100 mensen uit het ziekenhuis ontslagen en werden in een fabriek gestationeerd. Daar moesten we wachten op transport. Hoe lang? Geen idee.

Zaterdag 19 Mei
Opeens kwam er iemand naar binnen die vroeg of er nog Limburgers waren. Ik was de enige. Hij vroeg mij met hem mee te gaan en vertelde dat hij van de ondergrondse beweging was. Hij droeg een uniform en was Harrie Theeuwen[29] uit Blerick. Maar ik had geen papieren, geen persoon bewijs, niks van dat alles. De nodige papieren lagen op het kantoor, dat was gesloten. Maandag kon alles afgehaald worden. Daar werd niet op gewacht. Harrie vertelde dat we overal door kwamen, ook zonder papieren. Met veel durf lukte het altijd. Dus nergens meer op gewacht, we vertrokken te voet. Al gauw kregen we een lift en die ging over Hengelo-Almelo naar Deventer. Verder konden we niet. Weer proberen een andere lift te krijgen.

Harrie hield alles wat voertuig was aan. Na een eindje gelopen te hebben lukte het weer. Toen ging het over den IJssel naar Apeldoorn-Arnhem en kwamen zo in Nijmegen terecht, rond 3 uur in de namiddag. We waren al een heel eind gevorderd. Hier maar weer opnieuw geprobeerd. En jawel hoor. Bij het station stonden een rij vrachtwagens met evacuees. Harrie vroeg waar ze naar toe gingen. Naar Arcen, was het antwoord, dus dat zat weer goed. Harrie sprong op een van de wagens en ik werd met man en macht ook op de wagen gehesen. Ze stonden start klaar, daar gingen we dan, weer verder op huis aan. De mensen waren geëvacueerd geweest in Groningen en waren nu op thuisreis. Toen we in Arcen aankwamen begon de ellende. Arcen lag vrijwel plat zodat velen konden zeggen: Daar heeft ons huis gestaan. Het was een ernstige toestand.

Hier moest ik afscheid nemen van Harrie Theeuwen, natuurlijk met heel veel dank voor zijn goede hulp. Zonder hem was ik nog niet thuis gekomen. Nu moest ik me zelf zien te redden. Na wat bij de wagens rond gekeken te hebben, zag ik daar een chauffeur uit Baarlo. Toevallig kende ik hem persoonlijk heel goed. Het was Piet Joosten[30] van de Napoleonsweg. Hij heeft mij toen mee genomen naar Baarlo, daar woonde mijn oudste zus[31]. Daar keken ze heel verbaasd op. Er werd wat gegeten en toen wilde ik natuurlijk naar huis. Ik zou alleen gaan maar dat mocht niet vanwege de mijnen die er overal lagen. De oudste zoon[32] ging met mij mee, te voet naar Helden. Zo kwamen we dan tegen 12 uur thuis aan op 19 Mei (Pinksteren). Wien was toen al een week thuis. Er was grote vreugde want we waren met 4 broers, na ruim 7 maanden, weer veilig thuis.

Zondag 20 Mei
Het was Pinksteren. Natuurlijk werd er feest gevierd op de goede afloop. Mijn liefste[33] in Panningen werd gehaald en zo waren we weer fijn samen tot op de dag van heden: 12 Februari 1988.

Noten

  1. TracesOfWar.nl - Monument 'Sporen die bleven' Helden, geraadpleegd op 24-10-2024.
  2. Johannes van den Beuken (Helden, 13-08-1863 – Helden, 18-11-1946).
  3. Johannes (Sjeng) Hendrikus van den Beuken (Helden, 30-07-1908 – Winnipeg Manitoba, Canada, 05-03-1988).
  4. Felix (Fiel) Godfried van den Beuken (Helden, 15-10-1909 – Helden, 17-06-2000).
  5. Wijnand (Wien) Johannes van den Beuken (Helden, 05-09-1911 – Helden, 23-02-2003).
  6. Leonardus (Lei) Johannes van den Beuken (Helden, 09-04-1915 – Helden, 25-07-2001).
  7. Leonardus (Lei) Crommentuijn (Helden, 14-04-1892 – Venlo, 04-02-1978).
  8. Leonardus (Lei) Hubertus Steijvers (Helden, 04-07-1911 – Thorn, 12-02-2005).
  9. Vermoedelijk: Martinus (Mat) Joosten (Meijel, 22-01-1918 – Parijs, Frankrijk, 20-07-1990).
    Medelo.nl - Mat Joosten, geraadpleegd op 10-10-2024.
  10. Johannes (Jan) Silvester Verschaeren (Helden, 11-12-1924 – Helden, 21-12-2008).
  11. Mathijs (Matje) Gerardus Gijsen (Helden, 25-07-1926 – Venray, 07-09-2013).
  12. Hendrikus Petrus Hubertus Hanraets (Kessel, 23-11-1910 – Tegelen, 07-05-1973).
  13. Vermoedelijk: Gerardus (Sjang) Joannes Hubertus Schreurs (Haelen, 05-11-1887 – Sittard, 29-07-1965).
    Geneanet.org, geraadpleegd op 10-10-2024.
  14. Vermoedelijk: Nicolaas (Klaas) Schreurs (Haelen, 24-01-1886 – Haelen, 24-02-1963).
    Geneanet.org, geraadpleegd op 10-10-2024.
  15. Pieter (Lambert) Lambertus Cup (Kessel, 20-07-1909 – Venlo, 13-01-1974).
  16. Hubertus (Ber) Antonius Maria Bovee (Lottum, 21-12-1918).
  17. Henricus (Haar) Christoffel Hubertus Heldens (Baarlo, 29-10-1915 – Kessel, 20-12-1990).
    OpenArchieven.nl, geraadpleegd op 11-10-2024.
    Gemeentearchief Venlo - Bidprentje Harie Heldens, geraadpleegd op 11-10-2024.
  18. Pieter (Toon) Antonius Stemkens (Kessel, 06-06-1916 – Kessel, 22-10-1986).
    Heemkundekring Kessels Eigen - Familie Stemkens, geraadpleegd op 11-10-2024.
  19. Peter (Pierre) de la Roy (Kessel, 02-12-1918 – Helden, 12-08-2002).
  20. Vermoedelijk wordt hier Rüben bedoeld, (suiker)bieten.
  21. Joannes Matheus (Tjeu) Creemers (Weert, 19-04-1925 – Weert, 14-05-1985).
  22. Leonardus (Lei) Johannes van Lier (17-03-1925 – Venlo, 08-01-2001).
  23. Leonardus (Lei) Gerardus Johanna Peters (Helden, 19-01-1928 – Venray, 01-04-1962).
  24. De familie Vollbrecht woonde aan de Obere Mühle in Echte, Kalefeld, Duitsland.
  25. Hendrikus (Harrie) Allers (Swalmen, 03-01-1913).
  26. De Volksbund maakt melding van twee mannen met de naam Fischer uit Echte. Hermann Fischer (Echte, Duitsland, 04-04-1912 – Malyi Sambir, Oekraďne, 09-09-1943) en Karl Fischer (Echte, Duitsland, 01-09-1924 – Bischkin ten zuiden van Charkow, Oekraďne, 30-08-1943).
  27. Johannes (Jan) Hendrikus Wilms (Helden, 26-02-1908).
  28. Vermoedelijk: Johanna Josephina Gerarda Crijns (Helden, 21-04-1920), woonde op Rochusplein 8 te Helden.
    Dagblad voor Noord-Limburg, 14-08-1948.
    OpenArchieven.nl, geraadpleegd op 10-10-2024.
  29. Vermoedelijk: Harrie Teeuwen (Blerick, 20-05-1924 – Venlo, 02-05-1994), drager verzetsherdenkingskruis.
    OpenArchieven.nl, geraadpleegd op 10-10-2024.
  30. Vermoedelijk: Peter (Piet) Antoon Hubertus Joosten (Baarlo, 16-01-1904 – Baarlo, 24-03-1992), hij was expediteur.
    OpenArchieven.nl, geraadpleegd op 10-10-2024.
  31. Johanna Dorothea van den Beuken (Baarlo, 21-02-1895 – Horst, 09-11-1982).
  32. Leonardus Wilhelmus van de Eertwegh (Baarlo, 28-03-1928 – Beek, 28-08-1985).
  33. Lies Steijvers (Panningen, 17-06-1919 – Panningen, 03-03-2023).

Informatie

Artikel door:
Lei van den Beuken
Geplaatst door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
02-11-2024
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Primeur: TracesOfWar lanceert een eerste eigen podcast!

2apr

Primeur: TracesOfWar lanceert een eerste eigen podcast!

In samenwerking met vijf studenten journalistiek van de Hogeschool Ede lanceert TracesOfWar een eerste eigen podcast. De podcast vertelt het verhaal van Piet van Maris uit Helden, Limburg. Hij werd op 17-jarige leeftijd in 1944 tijdens de Kerkrazzia's opgepakt en als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd.

Lees meer

Dasselse dwangarbeiders: Eisengiesserei Gattermann (11/22)

jul2023

Dasselse dwangarbeiders: Eisengiesserei Gattermann (11/22)

Ongeveer een jaar geleden, kreeg ik de brieven van Gerard Schampers in handen. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkte ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. Na vele verhalen over hen te hebben gehoord en gelezen, wilde ik de omgeving waar ze die tijd doormaakten graag met eigen ogen zien. Dus reed ik vier uur richting het oosten. In deze serie beschrijf ik mijn indrukken aan Dassel tijdens die dagen.

Lees meer

Gerelateerde bezienswaardigheden

Gerelateerde personen

Bronnen

Met dank aan:

  • Familie Van den Beuken voor de toestemming tot het publiceren van dit dagboek.
  • Familie Allers.
  • Familie Vollbrecht.
  • Eric van den Bungelaar.
  • Lisa de Haas.
  • Herma de Vries.

Gerelateerde bezienswaardigheden