TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

In de vroege ochtend van 10 juni 1942 klonken in het ontruimde dorp Lidice in Tsjecho-Slowakije schoten: dorpsbewoners werden in groepen van tien uit een kelder van een boerderij gehaald, naar een boomgaard gebracht en door een Duits vuurpeloton neergeschoten. De executies gingen de hele dag door, af en toe namen de beulen korte pauzes met schnapps. De hele mannelijke bevolking van het dorp werd geliquideerd. Onschuldig Lidice moest met de levens van haar bewoners betalen voor de moord op de derde machtigste man van het Derde Rijk, SS-Obergruppenführer Reinhard Heydrich.


Deel van het Lidice Memorial. Bron: Koos Winkelman

Definitielijst

Lidice
Dorp in Tsjechië dat in 1942 als represaille op de moord op Rheinhard Heydrich met de grond gelijk gemaakt werd. De mannen werden gefusilleerd en de vrouwen afgevoerd naar een concentratiekamp.

Tsjechische ondergrondse

Het Verdrag van Versailles creëerde na de Eerste Wereldoorlog het land Tsjecho-Slowakije uit onderdelen van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Adolf Hitler versnelde de Europese crisis met zijn eis om Duitsers te beschermen die in Sudetenland, een deel van Tsjecho-Slowakije, woonden. Als onderdeel van het Akkoord van München van september 1938 werd het Sudetenland door Duitsland geannexeerd. Na de nazi-bezetting van Tsjecho-Slowakije in maart 1939 werden de Tsjechische provincies Bohemen en Moravië een protectoraat en deel van het Groot-Duitse Rijk. Het overgebleven Slowakije werd een Duitse vazalstaat onder de naam Slowaakse Republiek. Tsjecho-Slowakije hield op te bestaan.

Het Protectoraat Bohemen en Moravië kwam onder het bestuur van Konstantin Freiherr von Neurath, een Pruisische aristocraat die meer geďnteresseerd was in het organiseren van jacht- en dinerpartijen met Duitse industriëlen, legerofficieren en hun Tsjechische collaborateurs. Een marionettenregering die aan alle wensen van Duitsland tegemoet kwam, werd geďnstalleerd onder president Dr. Emil Hácha. Het Protectoraat was belangrijk voor het Derde Rijk als bron van steenkool en als wapenfabrikant.

Een klein kader van Tsjechische uitgewekenen in Londen werd geleid door de voormalige Tsjechische president Dr. Edvard Beneš die in oktober 1939 het Tsjecho-Slowaakse Nationaal Comité oprichtte om de verschillende emigrantengroepen te verenigen. Een maand na de val van Frankrijk werd de organisatie van Beneš door het British Foreign Office erkend als regering-in-ballingschap. Het hoofd van de Tsjechische inlichtingendienst was luitenant-kolonel František Moravec die netwerken van spionnen in Duitsland had geleid, inclusief sommigen die vóór de oorlog in de Abwehr (de Duitse militaire inlichtingendienst) waren geďnfiltreerd. Moravec was op 14 maart 1939 uit zijn land vertrokken, net voordat nazi-tanks over de grens rolden.


Dr. Edouard Benes, de Tsjecho-Slowaakse president in ballingschap, met Tsjecho-Slowaakse militairen. Bron: Imperial War Museums

Actief Tsjechisch verzet ontwikkelde zich onder Úvod (Centrale Leiding van het Verzet in het Vaderland) dat twee groepen coördineerde: de Nationale Defensie die voornamelijk uit professionele soldaten en reserve-officieren bestond, en de OSVO, een verzetsorganisatie die zich schuilhield binnen een vooroorlogse Tsjechische gymnastiekgroep, genaamd Sokol. De communistische ondergrondse werkte onafhankelijk. Het verzet begon snel nadat de oorlog was uitgebroken en uitte zich voornamelijk in de vorm van demonstraties gericht op het eren van deTsjechische geschiedenis en de verspreiding van illegale anti-nazi kranten. Gedurende de winter van 1939-1940 werden de Nationale Defensie en Benes’ inlichtingendienst vernietigd. Bovendien werden in september 1940 3.000 notabelen gearresteerd door de Gestapo. Verdere protesten leidden tot harde represailles. De universiteiten waren gesloten, studenten en intellectuelen werden naar concentratiekampen gestuurd en de staat van beleg werd afgekondigd. In de herfst van 1941 werd een linkse vakbondsgroep verraden en geliquideerd. In september 1941 dropten de Sovjets, in samenwerking met Londen, vier Tsjechische agenten bij Brno. Drie van hen werden bijna meteen gearresteerd en de vierde verraadde 160 Tsjechische verzetsmensen die naar concentratiekampen werden gestuurd. Het Tsjechische verzet lag aan diggelen.

Om de verzetsorganisatie opnieuw op te bouwen stimuleerde Beneš een plan om door de Britten getrainde Tsjechische parachutisten en uitrusting in bezette gebieden te droppen voor gerichte sabotage en liquidaties. De resultaten waren minder dan spectaculair. De eerste agent, Otmar Riedl, die codes en kristalontvangers voor het Thuisleger bij zich droeg, miste zijn doel honderden kilometers en landde in de Tiroler Alpen. Hij werd al snel gevangen genomen, maar werd alleen veroordeeld voor illegale grensoverschrijding; hij had zich al eerder van zijn belastende bagage ontdaan. Er ontwikkelde zich een patroon dat heel normaal zou worden. Gedurende de volgende dertien maanden werden zevenentwintig parachutisten naar Tsjecho-Slowakije gestuurd, zonder veel resultaat. Radiozenders gingen verloren of raakten beschadigd, mannen werden verkeerd gedropt en anderen werden ontmaskerd door de lokale bevolking die bang was voor Duitse represailles.

Onder de noemer van Operation Percentage werd lance-corporal František Pavelka naar bezet gebied gestuurd om de communicatie met de gedecimeerde verzetsmensen te herstellen. Hij werd te ver westelijk gedropt, miste zijn contactpersonen, maar het lukte hem om Praag te bereiken. Drie weken later, op 25 oktober 1941, werd Pavelka verraden en gearresteerd. Veelzeggend was dat hij adressen van twee onderduikhuizen in het kleine Tsjechische dorp Lidice bij zich had. Pavelka werd uiteindelijk in Berlijn berecht en geëxecuteerd in de Plötzensee-gevangenis in januari 1943.

Desondanks waren de Tsjechische inspanningen niet helemaal zonder succes. In juni 1940 had captain Václav Morávek van de Nationale Defensie het contact hersteld met Paul Thümmel, een Duitse officier van de contraspionage die deel uitmaakte van de Abwehr van admiraal Wilhelm Canaris en in Dresden was gestationeerd. Sinds 1937 werkte Thümmel als dubbelagent voor de Tsjechische geheime dienst onder de codenaam A-54. Thümmel leverde de Tsjechen informatie over Duitse legerbewegingen, waaronder plannen voor de invasie van Tsjecho-Slowakije, de aanval op Polen, de aanval op Frankrijk en de invasie van de Sovjet-Unie. Deze laatste inlichting werd aan Londen doorgegeven, twee en een halve maand voordat die plaatsvond. Deze informatie werd doorgestuurd naar Joseph V. Stalin, maar hij negeerde deze.

Thümmel onderhield radio-contact met Londen via Morávek. In oktober 1941 werd de radiozender van Morávek ontdekt en hoewel Morávek ontsnapte, werd zijn radio-operator wel gearresteerd en die bekende dat Morávek een agent in het hoofdkwartier van de Wehrmacht had. De Gestapo ontdekte informatie die slechts bij drie mensen bekend was, waaronder Thümmel en twee anderen die boven verdenking stonden. Thümmel werd gearresteerd op 13 oktober. Echter, als een hoog gedecoreerd lid van de nazi-partij die vrienden had op hoge posities, waaronder Heinrich Himmler, werd Thümmel na zes weken verhoor vrijgelaten. In maart 1942 werd Thümmel weer gevangen genomen op grond van nieuw bewijs van een ontmoeting in 1939 met de Britse geheime dienst in Den Haag. Hij bleef gevangen tot zijn executie in Theresienstadt in april 1945.

Ondanks de tegenslagen bleef het Tsjechische verzet groeien. SS- Obergruppenführer Karl Hermann Frank, de plaatsvervanger van Von Neurath als staatssecretaris voor het Protectoraat en vertegenwoordiger van Hitler, wakkerde onrust aan om Hitlers terughoudenheid met betrekking tot de vervanging van Von Neurath te overwinnen. Zijn acties overtuigden Berlijn dat er behoefte aan een sterkere hand was. Von Neurath werd naar Berlijn ontboden om verantwoordelijkheid af te leggen voor zijn mislukkingen en werd vervolgens ziek. Hij werd vervangen door Reinhard Heydrich, de puinruimer van de nazi-partij. Als er een smerige truc, ophitsing of zelfs massamoord gepland moest worden, was Heydrich de man voor de klus. Openlijk of in het geheim was Heydrich het brein achter de vele gruweldaden van het Derde Rijk.

Heydrich organiseerde de Kristallnacht, de aanslag op Joden en Joodse eigendommen in heel Duitsland in de nacht van 9 op 10 november 1938. Als commandant van de Sicherheitsdienst (SD; de veiligheidsdienst van de nazipartij) stuurde hij saboteurs naar Slowakije om spanningen tussen de Slowaakse en Tsjechische regering op te stoken. Verder organiseerde Heydrich grensincidenten met SD-mannen in Poolse uniformen die grenswachten aanvielen als rechtvaardiging voor de nazi-invasie in Polen, onder meer de Overval op de zender Gleiwitz. Ook voerde hij het opperbevel over SS-Einsatzgruppen aan het Oostfront, wier missie het was om de door nazi's ‘ongewenste elementen’ te executeren. Het meest berucht was zijn voorzitterschap van de Wannseeconferentie op 20 januari 1942 waar de eindoplossing van het Joodse vraagstuk besproken werd, dat wil zeggen de deportatie van de Europese Joodse bevolking naar de vernietigingskampen.

Reinhard Heydrich werd door zijn tijdgenoten beschouwd als intelligenter en minder scrupuleus dan zijn chef, de beruchte Heinrich Himmler, wat Heydrich een zeer gevaarlijke man maakte. Heydrich zou zich mogelijk zelfs hebben gezien als de ultieme opvolger van Hitler. Deel van zijn plan voor verdere promotie was om uit de schaduw van Himmler te stappen en zijn bekwaamheid te bewijzen door veroverde gebieden te besturen.


Reinhard Heydrich met Emil Hácha. Bron: www.ceskatelevize.cz

Op 27 september 1941 werd Reinhard Heydrich Reichsprotektor van Bohemen en Moravië en in deze functie rapporteerde hij niet meer aan Himmler, maar direct aan Hitler. Hij was nu op het hoogtepunt van zijn macht aangezien hij ook zijn functie behield als hoofd van het Reichssicherheitshauptamt (RSHA), de staatsveiligheidsorganisatie onder Himmler die de Geheime Staatspolizei (Gestapo) en de Sicherheitsdienst controleerde. Heydrich was vastbesloten om de Tsjechische onrust te elimineren en zijn aankomst in Praag leidde tot massale arrestaties, rechtszaken en deportaties. In twee weken tijd arresteerde het nieuwe regime 5.000 mensen, inclusief de Tsjechische premier Alois Eliás die, ondanks zijn positie binnen het bezettingsbestuur, contacten had onderhouden met de ondergrondse Nationale Defensie.

Niet iedereen haatte het bestuur van Heydrich in Tsjechoslowakije. Hij hanteerde de methode van straffen en belonen, waarbij zijn eerste acties repressief waren. Echter, nadat hij zijn macht aan de Tsjechische bevolking had laten zien, werd zijn bestuur in bepaalde kringen geaccepteerd, in het bijzonder onder de werknemers in de Tsjechische wapenindustrie aan wie hij verhoogde rantsoenen, vrije tijd en andere voordelen bood. Tsjechische ballingen in Londen bezagen Heydrichs pacificatie van de bevolking met zorg en beschouwden een moordaanslag op hem niet alleen als zijn eliminatie, maar ook als een aanjager van het Tsjechisch verzet dat zou worden opgeroepen door de verwachte wrede Duitse represailles.

Definitielijst

Eerste Wereldoorlog
Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.
invasie
Gewapende inval.
Lidice
Dorp in Tsjechië dat in 1942 als represaille op de moord op Rheinhard Heydrich met de grond gelijk gemaakt werd. De mannen werden gefusilleerd en de vrouwen afgevoerd naar een concentratiekamp.
nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
RSHA
Reichssicherheitshauptambt. De centrale inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk
Sovjet-Unie
Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
staat van beleg
Toestand waarin alle burgerlijke vrijheden worden opgeschort en het bestuur bij het leger berust.
Theresienstadt
Stad in Tsjechië, hier hadden de nazi's een modelconcentratiekamp ingericht.
vazalstaat
Staat die sterk afhankelijk is van een andere staat (Tijdens WO II was Hongarije bijvoorbeeld een Duitse vazalstaat).

Operatie Anthropoid

In december 1941 verliet een Handley Page Halifax-bommenwerper de luchtmachtbasis Tangmere in Zuid-Engeland om Anthropoid en twee andere parachuteteams in Tsjecho-Slowakije af te zetten; Zilver A, wiens team van drie mannen radiocommunicatie moest herstellen met A-54, en Zilver B, wiens twee mannen een radiozender voor de verzetsbeweging bij zich hadden. Zogenaamde compartimentering maakte dat kennis over de missie van Anthropoid verborgen bleef voor de andere parachuteteams. Op 29 december, om 2.24 uur, werd Anthropoid als eerste gedropt, kort daarna gevolgd door Zilver A en Zilver B. De beoogde droppingzones gingen schuil onder verse sneeuwval, die alle geografische herkenningspunten had uitgewist.

Alles – steden, wegen, rivieren en begrenzingen van velden – lag onder een witte deken. Alle drie teams begonnen hun avontuur dus volledig "off-target" en raakten verdwaald. De verzetscontacten van Anthropoid waren meer dan honderdvijftig kilometer verderop. Gabčík en Kubiš waren op zichzelf aangewezen. Hoewel de leden van Zilver A elkaar bij de landing waren kwijtgeraakt, was het hun commandant Alfred Bartoš gelukt om het contact met Morávek te herstellen. De radiozender van Zilver B werd beschadigd tijdens de landing en hun missie was een complete mislukking.

Nog ernstiger, Gabčík had tijdens zijn landing zijn voet verwond. Het team van twee man begroef hun parachutes in de sneeuw en ging op zoek naar een veilige beschutting, die ze vonden in de tunnels van een verlaten steengroeve. Gelukkig was de boswachter die Kubiš en Gabčík in de groeve vond, lid van Sokol, die vervalste papieren en reisdocumenten kon leveren. Het duo werd naar Praag gebracht, waar ze in een appartement onderdak vonden.


Jozef Gabčík.

Jan Kubiš.

Gedurende acht weken na de landing in Tsjechoslowakije had niemand meer iets van de teams gehoord, dus het Tsjechische thuisleger in Londen begon aan te nemen dat ze, als gevolg van de nieuwe en zware veiligheidsmaatregelen en de stilte van Team B, allemaal waren opgepakt of gedood. Het parachuteplan leek volledig mislukt te zijn. En toen, op 1 maart 1942, werd Londen geďnformeerd dat Anthropoid veilig was. Begin april rekruteerde het team, dat behoefte aan meer hulp had, Warrant Officer Josef Valčik, lid van Zilver A. Terwijl het familieappartement van Morávek het hoofdkwartier en toevluchtsoord voor veel van de parachutisten was, verbleef het Anthropoid-team in het appartement van de familie Novák in de Praagse wijk Libeň.

Op 21 maart 1942 ging Morávek naar een Praags park, dat toevalligerwijze door de Gestapo werd geobserveerd. De Gestapo-agenten vonden zijn gedrag verdacht en probeerden hem te arresteren voor ondervraging. Morávek wilde onder geen beding worden gearresteerd en raakte in een vuurgevecht met agenten. Ernstig gewond pleegde Morávek zelfmoord. Helaas had hij gecodeerde communicatie bij zich en een foto van Valčik, bestemd voor nieuwe vervalste documenten. Het lukte de Gestapo om Valčik tot het dorp Pardubice te traceren, maar toen raakten ze het spoor kwijt. Op 26 maart 1942 verlieten de parachutegroepen Out Distance en Zinc Engeland. Zinc moest de kern van een nieuwe verzetsorganisatie vormen en Out Distance moest de gasfabriek van Praag saboteren. De piloot kon zijn doel in de dikke lentemist niet vinden. De dropping werd een ramp voor beide teams. De commandant van Out Distance, luitenant Adolf Opálka, verwondde zijn been en korporaal Ivan Kolařik verloor zijn vervalste identiteitskaart. Ze splitsten zich op om hun eigen weg naar Praag te vinden. De derde lid van het team, Warrant Officer Karel Čurda, verschuilde zich op de boerderij van zijn familie, 145 kilometer ten zuiden van de stad.

Het Zinc-team miste Bohemen en Moravië volledig en bevond zich bij het eerste ochtendlicht in Slowakije. Op de vlucht en achtervolgd door de gendarmerie, haalden ze de grens. Sergeant Vilém Gerik, het jongste lid van het Zinc-team, was alleen en werd bang. Hij meldde zich bij de lokale Tsjechische politie. Na te zijn overgebracht naar het hoofdkantoor van de Gestapo in het Petschek-paleis in Praag, vertelde Gerik alles: namen, doelen, locaties.

De moordaanslag

Ondanks de grote vertraging gingen Kubiš en Gabčík door met hun missie – de moordaanslag op Heydrich. Ze verkenden het gebied rondom het door Heydrich geconfisqueerde kasteel Jungfern-Brescau in het plattelandsdorp Panenské Břežany 25 kilometer ten noorden van Praag. Elk detail noteerden ze en ze planden verschillende mogelijke pogingen voor een aanslag, voordat ze het eens waren over een werkwijze. Herhaaldelijke observatie van de route van Heydrich naar zijn kantoor in het Czernin-kasteel in het district Hradcany bracht ze naar een punt waar zijn auto moest vertragen in een scherpe bocht in de weg op een heuvel die naar beneden leidde naar de Traja-brug over de Moldau in de Praagse voorstad Holešovice. Kubiš en Gabčík kozen de plek voor het leggen van een hinderlaag.

Een Tsjechische klokkenmaker liep het kantoor van de Reichsprotektor binnen om een antieke grootvadersklok te repareren. Terwijl hij zijn werk voorbereidde, zag hij een stukje papier op het bureau van de Reichsprotektor liggen met daarop de routebeschrijving van 27 mei. Heydrich zou op die dag namelijk Praag verlaten voor een ontmoeting met Hitler om de bezettingsstrategie in Noord-Frankrijk en België te bespreken. Heydrich verwachtte dat zijn controle over de door de Duitsers bezette gebieden groter zou worden en dat hij enige tijd niet in Praag zou verblijven. De klokkenmaker gaf deze informatie door aan een dienstmeisje die het doorgaf aan het Tsjechische verzet. De drie aanslagplegers moesten in actie komen.

Kort voor 9.30 uur in de ochtend van 27 mei verborg Gabčík, die was uitgekozen om de aanslag uit te voeren, een Mark II FF Sten machinepistool onder de regenjas die hij ondanks de warme mei-zon over zijn arm gedrapeerd droeg. Kubiš droeg een leren aktetas met daarin twee Britse gemodificeerde antitankgranaten, die hij zou gebruiken in het geval dat Gabčík zijn doelwit zou missen. Valčik, die als enige wapen een scheerspiegel bij zich had om de komst van het doelwit te signaleren, nam zijn positie in op 100 meter heuvelopwaarts aan de overkant van Villa Stockar, waar hij een duidelijk zicht had op de Rudé Armády tot aan een bocht 180 meter verder noordwaarts.

Gabčík en Kubiš deden alsof ze bezig waren de drukke weg over te steken. Heydrich was laat. Minuten gingen voorbij, terwijl ze de weg op en neer overstaken, waarbij ze voorzichtig de trams vermeden die snerpend de scherpe bocht maakten. Een politieman verscheen en de twee mannen gingen in verschillende richtingen, waarbij Kubiš de heuvel op ging.

De stroom forenzen werd minder, waardoor ze nog meer blootgesteld werden aan nieuwsgierige blikken. Om 10.00 uur begonnen Gabčík en Kubiš zich zorgen te maken dat Heydrich die dag niet naar zijn kantoor zou gaan. Misschien was hij zelfs niet in Praag; misschien was hij nu al onderweg naar Berlijn. Pas om 10.25 uur gaf Valčik het signaal dat hun doelwit er aankwam.

Beide mannen namen hun posities in aan de binnenkant van de haarspeldbocht. Na een paar eindeloze minuten verscheen de donkergroene Mercedes 320 cabriolet die terugschakelde bij nadering van de bocht. Heydrich, in zijn zwarte SS-uniform, zat naast zijn chauffeur, SS-Oberscharführer Johannes Klein. Gabčík liet de regenjas vallen, richtte de loop van de stengun en haalde trekker over. Niets gebeurde. Hij probeerde nog een keer te schieten, weer zonder resultaat. Inmiddels had Heydrich zijn aanvaller gezien en, tegen alle logica in, beval hij Klein om het voertuig te stoppen. Heydrich trok zijn revolver om de moordenaar persoonlijk neer te schieten.

Klein bracht de auto abrupt met blokkerende wielen tot stilstand, precies op het moment dat de tram langzaam de heuvel op reed. Kubiš gooide de gemodificeerde tankgranaat, die explodeerde tegen de treeplank voor het rechter achterspatbord en achter Heydrich die het portier van de auto probeerde te openen. Heydrich schoot een paar keer in de rook en het stof veroorzaakt door de explosie voordat hij op de grond viel met de hand tegen zijn zij. Passagiers stapten uit de tram om te kijken wat de bron van het lawaai was.


Reinhard Heydrichs Mercedes na de aanslag. Bron: Bundesarchiv Bild 146-1972-039-44

Klein achtervolgde Gabčík tot om de hoek naar de slagerij van Brauner. Gabčík hoopte dat hij in een hoek van de slagerij zich zou kunnen verschuilen, maar Klein rende achter hem aan de winkel in. Gabčík vuurde op hem en raakte zijn belager in zijn enkel en dij. Gabčík ontsnapte. Kubiš stond te dicht bij de auto van Heydrich en werd geraakt door een explosie van scherven. Terwijl zijn gezicht vreselijk bloedde, sprong hij op de fiets, fietste van de heuvel naar beneden en over de brug, direct naar het schuiladres van het verzet. Later deze middag ging Kubiš naar het huis van een spoorwegarbeider die ook Moravec heette, waar een behulpzame arts zijn wonden behandelde voordat hij de nacht in het appartement doorbracht. Valčik mengde zich ongemerkt in de menigte en wandelde rustig weg.

Ondertussen, bij de haarspeldbocht, weigerde een voorbijrijdende bakkerijbus de bloedende man in het zwarte SS-uniform mee te nemen. In plaats daarvan werd Heydrich in de laadruimte van een bestelwagen tussen dozen met vloerwas gelegd. Onopgemerkt door de getuigen, was Heydrich dodelijk gewond geraakt. De bom die de open auto miste, was krachtig genoeg om de splinters in zijn rug en organen te laten doordringen. Nadat ze bij het Bulovka-ziekenhuis, maar een kilometer verderop, waren aangekomen, bleek uit de resultaten van röntgenstraling dat een rib gebroken was, dat het middenrif doorboord was en dat er bovendien bomsplinters in de milt zaten. Na zeven pijnlijke dagen overleed Reinhard Heydrich.

De begrafenis van Heydrich was een vertoon van nazipraal. Op 5 juni begeleidde een SS-detachement, geleid door fakkeldragers, een affuit die de kist van de Reichsprotektor, door de straten vervoerde. Burgers waren van straat gestuurd, maar aan beide straatkanten stonden duizenden SS-mannen. De eindbestemming was de binnenplaats van de Praagse burcht waar de afscheidsceremonie zou plaatsvinden. Geflankeerd door brandende fakkels en onder een enorm houten IJzeren Kruis, lag Heydrich twee dagen opgebaard. Op 7 juni werd de kist met een speciale trein naar Berlijn gebracht, waar het ritueel werd voortgezet. Het lichaam lag gedurende twee dagen opgebaard in het hoofdkwartier van het Reichssicherheitshauptamt (RSHA) van de SS aan de Prinz Albrecht Strasse. De uitvaartdienst werd bijgewoond door de beau monde van nazi's en vond plaats in de enorme mozaďekkamer van de nieuwe rijkskanselarij, begeleid door de sombere tonen van Wagners Götterdämmerung. Himmler en Hitler hielden een rede voordat de kist het kamer verliet onder de klanken van Beethovens klaagzang Eroica. Hitler schonk Heydrich de Duitse Orde, de hoogste onderscheiding van de nazipartij waarmee slechts elf andere personen zouden worden gedecoreerd.


Belangrijke gasten bij Heydrichs begrafenis. Van links naar rechts op de voorste rij: Emil Hacha, Otto Meissner, Karl Hermann Frank. Bron: Publiek domein

Een door militairen geleide processie bracht de affuit naar het Invalidenfriedhof, de militaire begraafplaats in Berlijn, waar Heydrich werd begraven tussen andere Duitse grootheden – Manfred von Richthofen, Ernst Udet en Fritz Todt. In Praag werd een monument met een buste van Heydrich geplaatst dichtbij de haarspeldbocht in Holešovice, die dag en nacht werd bewaakt door twee SS'ers.

Definitielijst

IJzeren Kruis
Duitse militaire onderscheiding, vertaling vanuit het Duits. Zie: Eisernes Kreuz.
nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
RSHA
Reichssicherheitshauptambt. De centrale inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk

Mensenjacht en represailles

In opdracht van Himmler en terwijl Heydrich in het ziekenhuis lag te sterven, kreeg Karl Frank tijdelijk het bevel. Alle uitgangen van de stad werden gebarricadeerd en SS-versterkingen haastten zich naar Praag. Een beloning van een miljoen rijksmark werd door Hitler goedgekeurd in een persoonlijk telefoongesprek met Frank. Tegen 16.30 uur op 27 mei werden de noodtoestand, de staat van beleg en een avondklok uitgeroepen via de Praagse radio. Hitler en Heydrichs opvolger SS-Obergruppenführer Kurt Daluege waren zeker dat de moord op Heydrich het begin van een algehele Tsjechische opstand was. Frank was er terecht zeker van dat het een aanval van buiten was, waarschijnlijk vanuit Groot-Brittannië of de Sovjet-Unie. Frank deed zijn best om Hitlers dorst naar wraak op het Tsjechische volk te temperen, daar hij vreesde dat dit het alleen maar erger zou maken.


Een Tsjechische krant over de aanslag op Heydrich en het uitroepen van het krijgsrecht. Bron: Publiek domein

Nog voor het einde van de dag werden duizenden Tsjechische gijzelaars gearresteerd, waarvan er honderd willekeurig door Frank werden geselecteerd en in de nacht neergeschoten. Een van de eersten die geëxecuteerd werd, was Alois Eliás, die al veroordeeld was. In Berlijn werden 152 mannen en vrouwen, die eerder geďdentificeerd waren als Joden, gevangen genomen en doodgeschoten. Drieduizend Joden werden overgebracht van Theresienstadt naar Dachau. De grootste politiejacht in de Europese geschiedenis was begonnen om de aanvallers en hun medeplichtigen te vinden. Het leverde niets op.

De aanslagplegers hadden de eerste fase van hun ontsnappingsplan volbracht. Ze vonden onderdak in de grafkelder van de Heilige-Cyrillus en Heilige-Methodiuskerk, voorheen de Sint Karel Boromejsky kerk, aan de Resslovastraat. Hoewel ze valse identiteitsbewijzen en werkkleding hadden bemachtigd voor het geval dat ze Praag moesten verlaten nadat de eerste zoektochten uitgedoofd waren, zouden ze niet verder komen dan de grafkelder.

De enige bewijzen die de Gestapo had waren de Stengun, de fiets, de koffer en de regenjas, die achtergelaten waren op de plek van de aanslag toen de daders vluchtten. De bewijzen werden getoond in het raam van schoenenwinkel Bata op het Wenceslasplein in het centrum van Praag. Voor inlichtingen over de eigenaren van de spullen werd een beloning uitgeloofd. Op 28 mei, onder druk om vooruitgang in de zaak te laten zien, kwam de Gestapo op het idee dat Valčik, die ze in mei in Pardubice bijna gevangen genomen hadden, iets te maken had met de aanslag. Het was een klein spoor, maar ze hadden verder niets. Op alle openbare nieuwsborden in Praag verscheen een bericht met de foto van Valčik en een aanzienlijke beloning.

Definitielijst

avondklok
Verbod om zich 's avonds of 's nachts op straat te bevinden.
Sovjet-Unie
Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
staat van beleg
Toestand waarin alle burgerlijke vrijheden worden opgeschort en het bestuur bij het leger berust.
Theresienstadt
Stad in Tsjechië, hier hadden de nazi's een modelconcentratiekamp ingericht.

Lidice

Op 3 juni las Jaroslav Pála een brief, geadresseerd aan Ann Maruščáková, een werkneemster in zijn batterijfabriek in Slaný die met ziekteverlof was. Op een verbloemde manier schreef de schrijver in de brief dat hij zijn doel had behaald, over zijn angst en over een laatste poging om de jonge vrouw te zien. De dubbelzinnige schrijfstijl wekte zijn verdenking op en Pála meldde zijn vondst bij de Tsjechische gendarmerie (plattelandspolitie). Een gendarme werd uitgezonden voor onderzoek. De gendarme was niet onder de indruk van het vage verhaal, maar Pála bleef aandringen en overtuigde diens leidinggevenden om met Gestapo-officieren in Kladno te bellen. De gendarme overhandigde de ogenschijnlijk onschuldige brief aan Thomas Thomsen, het plaatsvervangend hoofd van de Gestapo in Kladno.

Ann woonde in Holousy, bestaande uit enkele boerderijgebouwen, ongeveer 9 km ten noorden van Lidice. Haar huis werd doorzocht en hoewel er niets verdachts werd gevonden, werd ze gearresteerd. Thomsens leidinggevende, SS-Hauptsturmführer Harald Wiesmann, nam de zaak over en tijdens zijn ondervraging gaf Ann toe een verhouding met een jonge man te hebben. In een onschuldige daad die vreselijke gevolgen zou hebben, had Ann tegen haar jonge minnaar gezegd dat ze vrienden had in Lidice. De jonge man zou haar hebben gevraagd de groeten aan Josef Horák te doen. Bovendien wist Ann dat Josef Horák in 1939 naar Groot-Brittannië was ontsnapt. Ze had zelfs het vermoeden dat hij een parachutist was. In feite hadden Horák en zijn buurman, Josef Stříbrny, beide bij de Tsjechische luchtmacht gezeten en waren ze in dienst van de RAF gekomen.

De jacht werd intenser. Wiesman traceerde het registratienummer van de fiets van de jonge man tot de ijzergieterij van Kladno. De lokale politie maakte kenbaar dat er meerdere families Horák in Lidice woonden, maar slechts één met een zoon van de juiste leeftijd. Die nacht doorzocht de eenheid van Wiesmann, versterkt met vier Gestapo-mannen van de inmiddels gewaarschuwde afdeling in Praag, Čabárna, een agrarisch gehucht tussen Lidice en Holousy, maar zonder iets te vinden. Desondanks werden dertig mannen, de gehele mannelijke bevolking van Čabárna, overgebracht naar Kladno. Lidice was het volgende doel op de lijst van de Gestapo. Vijfhonderd speciale politieagenten van het RSHA, geleid door de chef van de SD in Kladno, de dertig jaar oude SS-Obersturmführer Max Rostock, omsingelden het dorp en sloten het af – niemand mocht het verlaten.

Ze doorzochten alle huizen. Elk lid van de families Horák en Stříbrny werd gearresteerd en in totaal werden vijftien mannen voor ondervraging naar Kladno gebracht. Ondanks ‘dwingende’ vragen van de Gestapo, werden de meeste mannen vrijgelaten om naar huis terug te keren. De verdachte leden van de twee families werden vastgehouden. Op de foto's uit het huis van Horák identificeerde Ann officier-vlieger Josef Horák. De Gestapo bracht ook drie mannen uit de ijzergieterij van Kladno naar voren. Ann identificeerde Václav Říha als haar vriend. De getrouwde Říha gaf toe dat hij Ann had gevraagd een bericht naar luitenant Horák te brengen. De bron en motivatie van dit bericht blijven onduidelijk, maar misschien was het slechts een excuus om hun liefdesverhouding te beëindigen. Zowel Říha als Maruščáková werden naar concentratiekampen gestuurd en overleden nog voor het einde van de oorlog.

Hoewel Wiesman dacht dat het verhaal van de brief overdreven was, stuurde hij alsnog zijn rapporten naar het hoofdkantoor van de Gestapo in Praag. Wanhopig na twee weken van tevergeefse zoektochten en duizenden executies van onschuldigen, hield de Gestapo vast aan het verhaal. Dat was het doodvonnis van Lidice.

Er is weinig twijfel over dat de vernietiging van Lidice door Karl Hermann Frank werd bevolen. De mysterieuze brief van het jonge meisje werd een rechtvaardiging om Lidice uit te roeien. Na de oorlog verweet Frank de vernietiging aan een bevel van Hitler. Wat we zeker weten, is dat op 9 juni SS-Obersturmbannführer Horst Böhme, commandant van de Sicherheitsdienst (SD) in Praag, een schriftelijk verslag maakte van een telefonisch bericht van Frank die beval om de bevolking van Lidice uit te roeien en het dorp te vernietigen.


De vernietiging van Lidice. Bron: Bundesarchiv Bild 146-1993-020-26A

Om 10.00 op 9 juni leidden Böhme en SS-Standartenführer Dr. Geschke, chef van de Gestapo in Praag, een Gestapo-eenheid, aangevuld met eenheden van de Schutzpolizei, naar het hoofdplein van Lidice. Wiesman las het bevel van de Führer voor aan de verzamelde gegijzelden eindigend met de woorden "...die Bevölkerung erschossen." (de bevolking wordt doodgeschoten.) Alle huizen in Lidice werden doorgezocht. Alle mannen boven de 14 jaar werden op de binnenplaats van de boerderij van de familie Horák verzameld; vrouwen en kinderen werden naar de lokale school voortgedreven.

De goed georganiseerde Gestapo bracht eerst alles van waarde in veiligheid – de schamele stadskas, rekeningen, eigendomsregisters, vee, landbouwmachines en levensmiddelen. De bevolking werd verzameld en moest geld, spaarbankboekjes en sieraden inleveren. Het gemeentelijke register werd gebruikt om elke burger en zijn leeftijd te identificeren. In totaal 173 mannen werden vastgehouden op de boerderij van de familie Horák, 11 die die nacht in de ijzerfabriek werkten, ontsnapten aan onmiddellijke arrestatie.

De lege huizen werden methodisch doorzocht en waardevolle dingen werden op vrachtwagens geladen – naaimachines, meubels, fietsen werden allemaal meegenomen, want de bewoners van Lidice zouden ze niet meer nodig hebben. Ze plunderden het heilig vaatwerk uit de kerk van St. Martin in het dorp.


Locatie van de kerk van St Martin. Bron: Koos Winkelman

Restanten van het dorp Lidice. Bron: Koos Winkelman

Frank arriveerde om 7.00 uur en de vernietiging was begonnen. De vrouwen en kinderen werden op vrachtwagens gezet en naar Kladno vervoerd. Terwijl de laatste vrachtwagens het dorp verlieten, werden de huizen in brand gestoken, een voor een, totdat het hele dorp één grote vuurzee was. De boerderij van de familie Horák was een executieterrein geworden. Tegenover twee machinegeweren werden twee matrassen gezet tegen een muur om de kersenboomgaard van de familie Horák. De eerste groep van tien mannen werd naar voren gebracht en voor de matrassen opgesteld. Geen proces, geen rechter, geen verhoor van de beschuldigingen, geen getuigenis, geen bewijs en geen vonnis. Met een knik van Böhme schoot een executiepeloton op de tien slachtoffers. De onderofficier van het peloton schoot vervolgens elk slachtoffer in het hoofd met zijn pistool. Daarna werden de volgende tien naar voren gebracht en het proces herhaalde zich.

Nadat vijftig man geëxecuteerd waren, werd een pauze gehouden en werd Schnapps aan de beulen geschonken. Drie van hen konden niet doorgaan en werden vervangen. De executies gingen door. Er werden nog tien mannen doodgeschoten – en nog tien – en nog tien. De 73-jarige pastoor, pater Josef Štemberka, was een van de laatsten. Op het laatst werden de 173 lijken onderzocht op de aanwezigheid van goud – trouwringen en gouden tanden werden verwijderd. Negen van de elf ijzerwerkers werden opgespoord en gearresteerd door Duitse bewakers. Ze werden naar Praag gebracht en geëxecuteerd. Twee anderen verschuilden zich in het bos totdat honger hen dwong de hulp van een boswachter te zoeken. De boswachter verraadde hen en ze werden naar Praag gebracht en vermoord. Acht mannen uit de families Horák en Stříbrny, nog steeds in gevangenschap in Kladno, terwijl hun gemeenschap werd uitgeroeid, werden naar Praag gebracht en geëxecuteerd.

De vrouwen en kinderen van Lidice werden verzameld in het technische gymnasium van Kladno en iedereen werd geregistreerd. Op 12 juni werden de kinderen verzameld. Ze werden een voor een naar voren geroepen en gescheiden van hun doodsbange en huilende moeders. Om 20.00 uur werden de vrouwen in met zeildoek overdekte vrachtwagens geladen en weggebracht. Van de 185 vrouwen die naar het concentratiekamp Ravensbrück waren gestuurd, hebben 53 de oorlog niet overleefd. Zeven moeders die borstvoeding gaven met kinderen jonger dan 12 maanden werden in Theresienstadt gevangen gehouden en vervolgens naar Ravensbrück gestuurd. Vier zwangere vrouwen, waaronder de zus van luitenant Horák, werden tot de geboorte van hun kind in Praag vastgehouden en daarna naar Ravensbrück gestuurd. Van de baby's is nooit meer iets vernomen. Twee vrachtwagens arriveerden en 104 kinderen werden erop gezet. Eerst werden ze naar een kamp in Gneisenau gebracht; degenen die niet geschikt waren voor germanisering werden vergast. Slechts 17 van hen zouden terugkeren naar Lidice.

Op 11 juni, terwijl de vrouwen en kinderen in Kladno verbleven, zonder enig idee over het lot van hun mannen en vaders, arriveerden dertig Joodse gevangenen van concentratiekamp Theresienstadt in Lidice, met scheppen en een ton gevuld met ongebluste kalk. Een massagraf werd gegraven in de harde klei in de bodem van de boomgaard. Ze werkten de hele dag en de hele nacht door, verlicht door vuren in de open lucht, aangejaagd door SS-bewakers om zich te haasten. Tegen de middag van de dag erna was het graf slechts drie meter diep. De gevangenen begonnen met hun gruwelijke taak waarbij ze de lichamen moesten uitkleden en in het massagraf leggen. Tegen de nacht waren ze klaar; ze strooiden ongebluste kalk over de op elkaar gestapelde lichamen. Het graf werd bedekt met grond.


Monument voor de kinderen van Lidice. Bron: Koos Winkelman

Terwijl de Joodse gevangenen doorgingen met de doden te begraven, begonnen de explosies. Lidice werd uitgewist. Duitse legeringenieurs werden ingeschakeld om elk gebouw op te blazen. De kerktoren stortte in met een stofwolk tot gevolg.

De Reichsarbeitsdienst voltooide het bevel van Hitler. Een groot deel van de grond en het puin werd verwijderd, kleine steengroeven werden ermee opgevuld en de beek die door het centrum van het dorp stroomde, werd omgeleid. De dorpsbegraafplaats werd vernield, grafstenen verwijderd en graven gewist. Nieuwe wegen werden aangelegd, bomen geplant en de hele oppervlakte werd met akkergrond bedekt. Het werk ging door tot diep in 1943.


Het Lidice Memorial, gebouwd na de oorlog. Bron: Koos Winkelman

Definitielijst

Führer
Duits woord voor leider. Hitler was gedurende zijn machtsperiode de führer van nazi-Duitsland.
Lidice
Dorp in Tsjechië dat in 1942 als represaille op de moord op Rheinhard Heydrich met de grond gelijk gemaakt werd. De mannen werden gefusilleerd en de vrouwen afgevoerd naar een concentratiekamp.
RSHA
Reichssicherheitshauptambt. De centrale inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk
Sicherheitsdienst (SD)
De nationaal-socialistische inlichtingen en (contra)spionagedienst van de SS.
Theresienstadt
Stad in Tsjechië, hier hadden de nazi's een modelconcentratiekamp ingericht.

Arrestatie

Tegen 14 juni had Karel Čurda, die zich nog steeds in het huis van zijn moeder verschuilde, gelezen over de gruwelijke represailles tegen de bevolking van Lidice en Tsjechen in het algemeen. Hij kon het niet langer verduren en stuurde een anonieme brief naar de gendarmerie, waarin hij smeekte de executies stop te zetten en de namen van Gabčík en Kubiš bekend maakte. De politie dacht dat de brief wraak als doel had, en negeerde deze. Twee dagen later ging Čurda naar Praag waar hij zich aan de Gestapo overgaf. Tijdens de ondervraging die de hele nacht doorging, vertelde Čurda alles wat hij wist en verraadde het adres van de Moravecs dat gebruikt was als schuilplaats. Als bewijs identificeerde hij de spullen die de moordenaars achterlieten.

De Gestapo doorzocht het appartement van de Moravecs. Hoewel ze niets vonden dat met het verzet had te maken, vroeg Maria Moravec, uit vrees voor het ergste dat de Gestapo kon doen, of ze even naar het toilet mocht gaan. Daar beet ze hard op een cyanidecapsule en overleed ze even later. Geschokt, maakte de 20-jarige zoon van de Moravecs, Vlastimik (Ata genoemd), bekend dat de aanslagplegers zich verstopten in het kerkelijk heiligdom in de grafkelder van de Heilige-Cyrillus en Heilige-Methodiuskerk in Praag. Zowel Ata als zijn vader werden op 24 oktober 1942 in Mauthausen geëxecuteerd.

Om 2.00 uur 's nachts op 18 juni omsingelden leden van Gestapo en twee bataljons van SS'ers de kerk. Het gebied werd vrijgemaakt en twee machinegeweren werden op daken geplaatst om de ingang van de kerk te bestrijken. Binnen zaten drie aanslagplegers, Gabčík, Kubiš, en Valčik, samen met vier andere parachutisten, Jaroslav Švarc, Josef Bublík, en Jan Hrubý, en hun leidinggevende luitenant, Adolf Opálka.

Opálka, Kubiš en Švarc bewaakten de koorgalerij, die het uitzicht bood over de kerkingang en op de straten buiten. Ze zagen hoe de SS-troepen arriveerden. Om 04.15 uur kwamen Gestapo-mannen de kerk binnen waarna ze werden beschoten door Opálka. Ze trokken zich terug om het gevecht aan de SS'ers over te laten.Terwijl machinegeweren door de kerkvensters schoten en de drie mannen in het koor vastpinden, stormden SS-mannen het schip binnen. In een gevecht met geweervuur en granaten verplaatsten de SS'ers zich geleidelijk naar de trap van galerij. Na drie uur van harde gevechten overleed Opálka aan zijn verwondingen; Kubiš en Švarc, ernstig gewoond, schoten zichzelf door het hoofd.

De Duitsers wilden de parachutisten levend in handen krijgen. Een tolk sprak met de vier overgebleven mannen in de grafkelder door een luchtschacht naar de straat toe. De mannen negeerden de smeekbeden van de tolk zich over te geven. Čurda werd naar voren gehaald, maar zijn smeekbeden werden beantwoord met vergeldingsvuur. De enorme grafkelder reikte tot onder de vloer van het schip en was moeilijk te betreden. Traangas werd met weinig effect door de schacht gegooid. De Praagse brandweer werd erbij geroepen om de grafkelder onder water te zetten. De parachutisten gebruikten echter een ladder om de nauwe spleetvormige opening te bereiken, waar ze de slangen doorknipten en het water lieten wegstromen via een riool dat naar de nabijgelegen rivier de Moldau liep. Het had geen zin om de stevig gebouwde kerk tot ontploffing te brengen. Uiteindelijk gristen de Duitsers de ladder weg door de opening. De Tsjechen konden nu de spleet niet langer verdedigen.


De luchtschacht in de crypte van de kerk. Bron: Koos Winkelman

Trap naar de crypte. Bron: Koos Winkelman

Ten slotte werd de stenen plaat ontdekt die het graf van een Boheemse edelman en de ingang van de grafkelder in de kerk bedekte. Er werd gevuurd in de luchtschacht en de ingang van de grafkelder. De eerste SS-man die probeerde de grafkelder binnen te dringen werd door zijn benen geschoten. Maar de andere zes SS'ers gebruikten handgranaten en machinegeweren en stormden de grafkelder binnen, waar ze met de vier overlevenden in een tweede vuurgevecht verwikkeld raakten. Toen, net als gebeurde bij de parachutisten in het koor, stopte het schieten. De vier gewonden hadden ook zelfmoord gepleegd. Čurda werd naar voren gebracht om de lichamen van de moordenaars te identificeren.

Terwijl het gevecht steeds dieper in de kerk doordrong, had de Gestapo de bisschop, priester en drie leden van de congregatie gearresteerd. Meer dan 300 Sokol-leden, verdachte leden van het Rode Kruis en leden van de orthodoxe kerk werden ook gearresteerd. Op 3 oktober 1942 begon een showproces voor de religieuzen inclusief de bisschop. Ze werden schuldig verklaard en neergeschoten. Alle familieleden van Kubiš en Valčik en leden van het verzetsnetwerk die waren verraden, werden gearresteerd en naar het concentratiekamp Theresienstadt gebracht. Op 24 oktober werden 236 mannen en vrouwen per trein naar Mauthausen gestuurd en vergast. De familie van Gabčík ontsnapte aan de wraakactie omdat ze Slowaaks was; de bijzondere politieke positie van Slowakije in het Duitse Rijk beschermde zijn burgers tegen Gestapo-terreur.


Monument voor de slachtoffers van de Duitse aanval op de verstopplaats van de parachutisten in de kerk. Bron: Koos Winkelman

In Paradubice schoot de door de Gestapo achtervolgde eerste luitenant Alfréd Bartos, commandant van Zilver A, zichzelf dood. Korporaal Jiří Potůček werd verraden en neergeschoten door een gendarme. Op 24 juni werd nog een klein gehucht, Ležáky, omsingeld en vernietigd. 34 mannen en vrouwen werden geëxecuteerd. Hun huizen werden met de grond gelijk gemaakt. Later werden 22 bewoners van Bernartice geëxecuteerd omdat ze onderdak aan parachutisten hadden gegeven.

Tegen december 1942 waren van 26 parachutisten die in Tsjecho-Slowakije afgezet waren, er 14 dood, drie in de gevangenis en twee gedeserteerd. Tegen 1943 was, ondanks de levering van extra commando-eenheden, elke parachutist in Tsjecho-Slowakije of dood of overgelopen naar de Duitsers.

Naarmate de oorlog vorderde, werd de gezondheid van dr. Hacha steeds slechter en zijn rol als marionet van de nazi's ging voort. Na de bevrijding van Tsjecho-Slowakije werd Hacha gearresteerd en gevangen gehouden in de gevangenis van Pankrác, waar hij kort daarna, op 6 juni 1945, overleed. Von Neurath werd berecht tijdens het Proces van Neurenberg, waar hij werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf in de gevangenis van Spandau in Berlijn. In 1954 werd hij vrijgelaten vanwege gezondheidsproblemen, nadat hij een hartaanval had gekregen; twee jaar later overleed hij op 83-jarige leeftijd.

Gerik en Čurda werden berecht in februari 1946, schuldig bevonden aan verraad en geëxecuteerd. Frank werd gearresteerd op verdenking van oorlogsmisdaden door Amerikaanse troepen in Duitsland. Nadat hij door de Amerikanen naar Tsjechoslowakije werd teruggestuurd, begon zijn proces op 22 mei 1946 om 10.00 uur. Tegen 13.30 uur in de middag werd hij schuldig verklaard, ter dood veroordeeld en opgehangen. Harald Wiesmann werd op 24 april 1947 in Praag berecht, veroordeeld en geëxecuteerd. Max Rostock werd na de oorlog gearresteerd en in Praag voor de rechter gebracht. Hoewel hij ter dood werd veroordeeld, bleef Rostock tot 1960 voor de Tsjechische en Duitse autoriteiten werken, waarvoor hij voormalige leden van de SD moest ontmaskeren. Uiteindelijk vestigde hij zich in Bremen, Duitsland. Hij overleed in 1986.

Definitielijst

Lidice
Dorp in Tsjechië dat in 1942 als represaille op de moord op Rheinhard Heydrich met de grond gelijk gemaakt werd. De mannen werden gefusilleerd en de vrouwen afgevoerd naar een concentratiekamp.
Mauthausen
Plaats in Oostenrijk waar de nazi’s van 1938 tot 1945 een concentratiekamp gevestigd hadden.
nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
oorlogsmisdaden
Misdaden die in oorlogstijd worden begaan. Vaak betreft het hier misdaden van militairen ten opzichte van burgers.
Theresienstadt
Stad in Tsjechië, hier hadden de nazi's een modelconcentratiekamp ingericht.

Lidice vereeuwigd

Bijna gelijk na de vernietiging van Lidice, ontstonden comités met de slagzin "Lidice moet blijven leven!" over de hele wereld. Hun doel was geld te verzamelen om Lidice herop te bouwen, op de heuvel, met uitzicht op het uitgewiste dorp. Steden veranderden hun naam naar Lidice en de vernietiging van de rustige boerengemeenschap werd een strijdkreet tegen het nazisme. Heinrich Mann, die toen in Californië woonde, schreef een satirische roman, ‘The Protektor’; Douglas Sierk regisseerde de film ‘Hitler’s Madman’. Gedichten werden geschreven door Cecil Day Lewis en Edna St Vincent Millay. Berthold Brecht schreef teksten voor ‘The Song of Lidice’ voor de film ‘Hangmen also Die’. Een herdenkingsplechtigheid voor Lidice werd in de gebombardeerde kathedraal van Coventry gehouden. Amerikaanse oorlogsobligaties werden verkocht onder de slagzin "Remember Pearl Harbor and Lidice".

Met de politieke weerslag werden de doelen van Beneš bereikt, maar tegen een vreselijke prijs. Beneš werd de onomstreden leider van Tsjechische emigranten in de ogen van de Tsjechen en de geallieerden. Groot-Brittannië en Frankrijk verwierpen uiteindelijk het Akkoord van München van september 1938 dat Tsjecho-Slowakije had geëlimineerd. De grenzen van voor het verdrag werden erkend door de geallieerden. Groot-Brittannië stemde toe dat na de oorlog Sudeten-Duitsers gedwongen gedeporteerd zouden worden vanuit het territorium van Tsjechië. Na de oorlog werden de overlevenden van Ravensbrück teruggebracht naar Lidice, alleen was het nu een Lidice zonder mannen, kinderen, huizen, boerderijen, kerk of zelfs kerkhof.


Britse propagandaposter over Lidice. Bron: Publiek domein

De aanslag wordt nog steeds herdacht in Praag. Tussen gebouwen, beschilderd met graffiti in een buitenwijk van Praag tussen het knooppunt van verschillende snelwegen, bevindt zich in een klein park de gedenkzuil ter ere van Anthropoid: een kolom met drie figuren elk met uitgestrekte armen. Direct ten zuiden ligt het grote ziekenhuiscomplex waarheen Heydrich voor behandeling werd overgebracht en waar hij overleed. Bloemen worden vaak gelegd op een richel onder de luchtschachtopening in de muur van de Heilige-Cyrillus en Heilige-Methodiuskerk en de grafkelder is omgebouwd tot een herdenkingsmuseum.

Het door Heydrich zorgvuldig geplande vernietigingsprogramma werd met Germaanse efficiëntie toegepast. De massale vernietiging van Joden in de vernietigingskampen onder de codenaam "Aktion Reinhard" was in alle ernst begonnen. Binnen 15 maanden na de dood van Heydrich waren twee miljoen mensen vermoord op de locaties, die bekend werden om hun wreedheid – Belzec, Sobibor en Treblinka.

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
Lidice
Dorp in Tsjechië dat in 1942 als represaille op de moord op Rheinhard Heydrich met de grond gelijk gemaakt werd. De mannen werden gefusilleerd en de vrouwen afgevoerd naar een concentratiekamp.
nazisme
Afkorting van nationaal-socialisme.
Sudeten-Duitsers
Naam voor de ruim drie miljoen Duitsers die tot 1945 het grensgebied van Tsjechoslowakije bewoonden.