Een belangrijke component van de SS was de Sicherheitsdienst (SD). Net zoals de Abwehr de Wehrmacht voorzag van inlichtingen deed de SD dit voor de SS. De SD werd opgericht in maart 1931 toen Heinrich Himmler door de groei van de SS het noodzakelijk vond om een inlichtingendienst ten bate van de veiligheid op te richten. Vooral leden van de Allgemeine-SS met enige intellectuele achtergrond werden opgenomen binnen de gelederen van de SD. Voordat Hitler aan de macht kwam, was het vooral de taak van de SD om politieke tegenstanders in de gaten te houden. Bijgehouden werd wanneer politieke tegenstanders vergaderingen en andere bijeenkomsten organiseerden en of er mogelijk aanvallen te verwachten vielen tijdens bijeenkomsten van de NSDAP. Ook evalueerde de SD de veiligheid van de partijleiders, maar hield zij evengoed partijleden in de gaten om een opstand van binnenuit te voorkomen.
Na de machtsovername kreeg de SD diverse overheidsverantwoordelijkheden en groeide de organisatie uit tot een invloedrijk element dat het machtsblok van de SS en de nationaalsocialistische regering verstevigde. De organisatie werkte nauw samen met de Sicherheitspolizei (Gestapo en Kriminalpolizei) en maakte vanaf 1939 deel uit van het Reichssicherheitshauptamt. Tussen de SD en de Gestapo waren veel overeenkomsten. Beide geheime diensten stonden onder leiding van dezelfde personen en ook hielden beide organisaties zich bezig met dezelfde taak: het opsporen van staatsvijanden. De SD was echter een (contra)spionagedienst met opsporingsbevoegdheden, terwijl de Gestapo een politiedienst was die vooral het arresteren van staatsvijanden als taak had. Onder leiding van Reinhard Heydrich werd er binnen de SD een uitgebreid en krachtig (contra)spionagenetwerk ontwikkeld waarbinnen medewerkers als volgt werden geclassificeerd:
V-männer | Vertrauensleute | Informanten die te vertrouwen waren. |
A-männer | Agenten | Veldmedewerkers (agenten) van de SD. |
Z-männer | Zubringer | Speciale agenten die de SD informatie verschaften. |
H-männer | Helfershelfer | Informanten die de SD van dienst waren vanwege vooral egoïstische en bedenkelijke motieven. |
U-männer | Unzuverlässige | Informanten die beschouwd werden als onbetrouwbaar en corrupt en onder streng toezicht stonden. |
Deze SD-medewerkers hielden zich bezig met het opsporen van vijanden van de staat waaronder communisten, Joden, pacifisten, bedelaars, homosexuelen, prostituees en professionele criminelen. Diverse mensen waren verdacht volgens de normen van de SD en haar medewerkers hielden dan ook dossiers bij van diverse burgers, maar ook van partijleden die onder hun toezicht stonden. In de jaren voor de oorlog confisqueerde de SD eigendommen van Joden om hen te bewegen om te emigreren naar het buitenland. Ook deze emigraties werden gecoördineerd door de SD. Tijdens de oorlogsjaren was de SD intensief betrokken bij de organisatie van de Einsatzgruppen, de ontruiming van de getto’s en de coördinatie van de Endlösung. Tijdens de oorlog hield de organisatie zich tevens bezig met het polsen van de moraal onder de burgerbevolking. In bezette gebieden was de SD betrokken bij acties tegen partizanen.
SD-medewerkers werkten binnen hun eigen districten: Leitabschnitte en Abschnitte. SD’ers waren daarnaast ook werkzaam binnen de verschillende bezette landen, maar ook daarbuiten. Vanaf 1941 werd de SD als volgt georganiseerd:
Inland-SD (Deutsche Lebensgebiete) – AMT III van het RSHA.
De binnenlandse afdeling van de SD was verantwoordelijk voor het vergaren van inlichtingen en het evalueren van de veiligheid in Duitsland. Het was verdeeld in de volgende afdelingen:
Ausland-SD (Auslandsnachrichtendienst)- AMT VI van het RSHA
Deze afdeling was de civiele buitenlandse inlichtingendienst van het Derde Rijk. In 1944 nam deze afdeling bepaalde taken van de Abwehr, de Duitse militaire inlichtingendienst, over nadat gebleken was dat de leiding van de Abwehr betrokken was geweest bij de moordaanslag op Hitler door Claus Schenk graf von Stauffenberg. De buitenlandse afdeling was als volgt verdeeld:
Doordat de SD en de Gestapo zeer nauw samenwerkten en hun activiteiten ongeveer gelijk waren, werden beide organisaties tijdens de processen van Neurenberg tegelijkertijd aangeklaagd. Zowel de SD als de Gestapo werden tijdens het proces als criminele organisaties bestempeld vanwege de belangrijke rol die beide organisaties gespeeld hadden binnen het terreurnetwerk van de nazi’s.