In augustus 1939 hoopte Hitler dat de geallieerden Polen niet te hulp zouden komen, als hij duidelijk kon maken dat Duitsland het slachtoffer was geworden van Poolse agressie. In de aanloop tot de start van Fall Weiss werden er verschillende grensincidenten georganiseerd door Duitse commando’s verkleed als Poolse rebellen. De bekendste van deze aanslagen is het Gleiwitz incident dat in de nacht van 31 augustus op 1 september plaatsvond.
Het radiostation van Gleiwitz (tegenwoordig Gliwice) staat vanwege zijn vorm bekend als de ‘Silezische Eiffeltoren’. De radiotoren is nog steeds in gebruik en trekt vooral toeristen vanwege twee bijzondere feiten. Ten eerste is de radiotoren met zijn 111 meter het hoogste houten gebouw van Europa. De tweede reden is, dat hier een incident plaatsvond dat voor Hitler de aanleiding vormde om Polen binnen te vallen. Het Gleiwitz-incident was een door de nazi’s georganiseerde overval, die de schijn moest opwekken dat het om Poolse agressie ging.
Na de wapenstilstand van 11 november 1918 en het tekenen van het Verdrag van Versailles een jaar later, heerste in Duitsland frustratie over de verplicht afgestane gebieden. In het oosten verloor het West-Pruisen en Silezië aan Polen. Het buurland kreeg met de Poolse corridor een verbinding met de Oostzee, waardoor Oost-Pruisen gescheiden was van de rest van Duitsland. Hitler zwoor dat hij het zogenaamde dictaat van Versailles teniet zou doen en de verloren gebieden terug zou winnen. Na de bezetting van het Rijnland (maart 1936), de Anschluss (maart 1938) en de annexatie van Tsjechoslowakije (maart 1939), richtte hij zijn blik op Polen. De aanval op Polen stond gepland voor 26 augustus. Alles wat Hitler nodig had in de zomer van 1939 was een casus belli – een aanleiding om een oorlog te beginnen.
De voorbereidingen begonnen op 10 augustus. De opdracht voor de grensincidenten ging van Hitler via Himmler naar Heydrich. Er zouden op de vooravond van Fall Weiss op drie plekken acties van ‘Poolse agressie’ worden uitgevoerd. In de nacht van 25 op 26 augustus moesten bij respectievelijk Hochlinden (nu Rybnik-Stodoły), Pitschen (nu Byczyna) en Gleiwitz een Poolse aanval op Duits grondgebied worden gesuggereerd. Bij Hochlinden betrof het een douanekantoor, bij Pitschen een boswachterspost en bij Gleiwitz ging het om het radiostation. De actie in Hochlinden stond onder leiding van SS-Standartenführer Hans Trummler en die bij Pitschen werd geleid door SS-Obersturmbannführer Otto Hellwig. De man die Heydrich aanwees als verantwoordelijke voor Gleiwitz was Alfred Naujocks. Naujocks werd in 1911 geboren in Kiel. Toen hij twintig jaar oud was melde hij zich aan bij de SS. Naujocks die zowel over verstand als een goed stel vuisten beschikte, kwam snel onder de aandacht van Reinhard Heydrich die toen hoofd van de SD en SIPO was. Heydrich zag in de jonge SS-er de perfecte man voor zijn vuile karweitjes. Naujocks gaf leiding aan een team van zes SD-mannen die voornamelijk uit Silezië kwamen. Een van de zes was een radio-expert van Radio Berlin. Bij de Sicherheitsdienst-Schule Bernau werd de groep geïnstrueerd en getraind op hun toekomstige taak. Op 12 augustus vertrokken drie groepen naar Hochlinden, Pitschen en Gleiwitz. Daar namen de mannen onder het mom van zakenreizigers hun intrek in lokale hotels. De groep van Naujocks verbleef in Haus Oberschlesien. Alle drie de aangewezen Duitse locaties lagen – destijds – in Opper-Silezië, in het zuidoosten van het Duitse Rijk, praktisch op de grens met Polen.
De nepaanval bij Hochlinden zou worden uitgevoerd door ‘Poolse aanvallers’ gekleed in Pools uniform. De bewaking van het douanekantoor bestond uit SS-ers in het uniform van de Grenzpolizei. Beide groepen waren uitvoerig geïnstrueerd. Het toneelstukje diende om de aandacht te trekken van Poolse grenstroepen. De bedoeling was dat deze Duits grondgebied zouden betreden om zodoende een militaire schending van de grens aan te tonen. Bij Pitschen zouden ‘Poolse opstandelingen’ worden ingezet. Deze Duitse soldaten lieten geheel in Poolse stijl hun snorren en baarden staan. Ze kregen Räuberzivil (armoedige kleding) toegewezen en droegen Poolse sigaretten, brieven en contant geld bij zich. Er was duidelijk gemaakt dat er geen radio’s gebruikt zouden worden. Het sein voor de volgende fase van de actie zou telkens door Heydrich persoonlijk per telefoon worden doorgegeven. De acties bij Hochlinden en Pitschen kregen de volgende codewoorden: ‘Kleiner Auerhahn’ betekende het sein voor voorbereiding, bij ‘Grosser Auerhahn’ konden ze naar hun uitgangspositie gaan. Pas bij ‘Agathe’ mochten ze tot actie overgaan. Voor Naujocks en zijn maten was de procedure eenvoudiger. Zodra het bericht ‘Grosmutter gestorben’ aan hen doorgeseind zou worden, moesten ze direct tot actie overgaan.
Om de intentie van de Poolse agressie nog duidelijker aan te tonen waren Heydrich en SS-Oberführer Heinrich Müller – chef van de Gestapo – op het idee gekomen om bij Hochlinden op de plaats delict de dode lichamen van concentratiekampgevangenen achter te laten. In KZ Sachsenhausen werden willekeurige namen in de kampadministratie aangevinkt. Deze gevangenen werden afgevoerd naar de Gestapo-gevangenis in Breslau en het hoofdkwartier van de Gestapo op Prinz Albrechtstrasse No. 8 in Berlijn. Aan de vooravond van de acties zouden ze in Pools uniform en in gedrogeerde toestand bij Hochlinden en Gleiwitz worden afgeleverd. Müller ging zelfs zover in zijn opzet dat hij een codenaam voor deze slachtoffers had bedacht: ’Konserve’.
Op 22 augustus 1939 sprak Hitler op de Obersalzberg zijn generale staf toe: "Ik zal een excuus voor het uitbreken van de oorlog geven, al dan niet geloofwaardig. De overwinnaar wordt later niet gevraagd of hij wel of niet de waarheid sprak." De volgende dag gaf hij opdracht om Fall Weiss op 26 augustus om 04:30 uur te beginnen. Heydrich verstuurde onmiddellijk orders aan Hellwig, Trummler en Naujocks om zich gereed te houden. Op 24 augustus voer het Duitse slagschip Schleswig-Holstein de haven van Danzig binnen voor een ceremonieel bezoek. Meerdere internationale kranten toonden foto’s waarop trots de Kriegsmarine-vlag wapperde op het uit 1906 daterende schip. De avond voor de aanval kreeg Hitler koudwatervrees. Om 20:30 uur blies hij de aanval voor onbepaalde tijd af. Twee gebeurtenissen hadden hem daartoe gedwongen. Engeland beloofde Polen militair te steunen indien het land door Duitsland aangevallen zou worden en Mussolini had Hitler laten weten dat hij hem in een grote oorlog niet kon steunen. De interventies in Ethiopië (1935-1936) en Spanje (1936-1939) hadden een zware tol van zijn leger geëist. De Wehrmacht, Luftwaffe, Kriegsmarine en de meeste andere eenheden langs de grens werden op tijd geïnformeerd. Bij het treinstation Mosty vond een schietincident met Poolse troepen plaats omdat de Duitse commandant niet meer op tijd gealarmeerd kon worden.
Een andere groep die het bericht niet tijdig had ontvangen was de groep van Otto Hellwig die bij Hochlinden tot actie zou overgaan. Heydrich was razend en telegrafeerde: "Ihr seid wohl verrückt geworden!" Vanuit een lokale commandopost werd een motorordonnans achter de mannen van Hellwig aangestuurd. De motorordonnans bedacht zich niet, stormde in Duits uniform de grens over en trof de groep zo’n 200 meter verder op Pools grondgebied aan. Ze trokken zich direct en onopvallend achter de grens terug. Hellwig had twee codewoorden verward. Hij had niet op ‘Agathe’ gewacht en was bij ‘Grosser Auerhahn’ tot actie overgegaan. Hellwig was zich van geen kwaad bewust. Teruggekomen op Duits grondgebied gaf hij zijn troepen opdracht om alsnog het vuur te openen op naderende Poolse vrachtauto’s. Pas toen hij een tweede waarschuwing ontving, drong de ernst van zijn fout tot hem door. Eenmaal terug op de startpositie kafferde Trummler zijn collega uit: "Je hebt er een grote puinhoop van gemaakt!" Heydrich onthief Hellwig direct van zijn commando en wees SS-Sturmbannführer Karl Hoffmann als diens vervanger aan. Naujocks en zijn team waren wel op tijd gewaarschuwd, ze hadden het hotel niet eens verlaten.
Er was nog iets dat Heydrich tot razernij dreef. Bij Chwalowice had een groep etnische Duitsers een Pools douanekantoor met handgranaten opgeblazen. Na enig onderzoek werd duidelijk dat het geen SD, maar waarschijnlijk een Abwehr-actie was geweest. Heydrich’s toorn richtte zich dit keer op de chef van de Abwehr, admiraal Wilhelm Canaris. Heydrich vermoedde dat Canaris het niet kon verkroppen dat de Abwehr geen rol van betekenis mocht spelen bij de geheime operaties voorafgaand Fall Weiss. Niets wees er echter op dat de Abwehr iets te maken had met deze ongecoördineerde aanval.
Nu ze de kans kregen hun plan te herzien, kozen Heydrich en Müller ervoor de aanval bij Hochlinden terug te brengen tot een nevenattractie en de actie bij Gleiwitz op te schalen tot het belangrijkste onderdeel. Het feit dat er bij Gleiwitz geen Pools lijk zou worden achtergelaten, zinde Müller niet. Hij besprak de situatie met Naujocks en die gaf aan dat het slachtoffer werkelijk van Poolse komaf moest zijn. Nadat de Gestapo-archieven waren geraadpleegd, kwam de naam Franz Honiok bovendrijven. Honiok was een etnische Duitser met Poolse sympathieën. De 43-jarige vrijgezelle katholieke boer werd op 30 augustus in zijn woonplaats Hohenlieben door de Gestapo gearresteerd. Honiok werd verdoofd en de volgende dag afgevoerd naar Gleiwitz, waar hij verbleef in een politiecel. Het zou zijn laatste nacht worden.
Op de middag van 31 augustus besloot Hitler niet langer te wachten. Hij gaf opdracht om Fall Weiss de volgende ochtend om 05:45 uur te beginnen. Het OKW bracht alle commandanten ter velde op de hoogte. Heydrich belde met Trummler, Hoffmann en Naujocks. Om 16:00 ’s middags nam Naujocks – die al twee weken in het hotel opgesloten zat – de telefoon op en hoorde niet meer dan ‘Grosmutter gestorben’. Naujocks verzamelde zijn team en vertelde hen nu pas wat de bedoeling was. Daarna stapten ze gekleed als Poolse arbeiders in twee zwarte auto’s en reden naar het zendstation dat zich iets buiten de gemeentegrens bevond. De 8 Kw-zender van Gleiwitz zond uit op 1231 Khz wat overdag een (direct) bereik van maximaal 100 km mogelijk maakte. Omdat ’s nachts de D-laag van de ionosfeer wegvalt, worden middengolven weerkaatst en kon de radiozender zomaar in Londen en Parijs ontvangen worden. Die avond hadden drie medewerkers dienst bij het radiostation: hoofdtelegrafist Nawroth, technicus Kotz en nachtwaker Foitzik. Daarnaast was er een man van de Sicherheitspolizei aanwezig. Heydrich had bevolen dat de overige leden van de politie afwezig moesten zijn. Het was een zachte zomeravond en twee auto’s draaiden het terrein van het zendstation op.
Naujocks gaf twee van zijn mannen opdracht om het toegangshek te bewaken. De rest liep gewapend het stenen gebouw binnen. De eerste die ze tegen kwamen was Foitzik. Deze werd vastgegrepen en met zijn hoofd tegen de muur geslagen. Foitzik zakte in elkaar en bleef bloedend op de grond liggen. In de controlekamer werden Nawroth, Kotz en de man van de Sicherheitspolizei overmeesterd. Met gebonden handen werden ze naar de kelder afgevoerd. Naujocks liet een van zijn mannen de medewerkers bewaken. Vanaf dat moment gingen de zaken niet meer zo voorspoedig. De radio-expert die Naujocks had meegenomen, kreeg de zender niet aan de gang en bovendien was er geen microfoon aanwezig. Terwijl de man van Radio Berlin aan de knoppen draaide, gingen Naujocks en de anderen op zoek naar een microfoon. Toen ze die eindelijk gevonden had, was de radio-expert nog niet veel opgeschoten. Naujocks besloot de gevangenen te ondervragen. Nawroth was de enige die kennis had van de apparatuur. Hij zei dat gesproken uitzendingen alleen mogelijk waren via een telefoonlijn met Radio Breslau. Het verhaal van Nawroth drong niet tot Naujocks door. De radio-expert had de zender aan de praat gekregen en Naujocks gaf aan dat hij met uitzenden kon beginnen. De telefoon ging onverwacht over en een van Naujocks mannen nam op. Iemand van Radio Breslau wilde weten wat er aan de hand was. ‘Technische problemen’, riep de overvaller en gooide de hoorn weer op de haak. Naujocks schonk er geen aandacht aan en wees opnieuw naar de radio-expert. Die pakte de microfoon en zei hardop: "Uwaga! Tu Gliwice. Rozgłośnia znajduje się w rękach polskich." Het was de tekst die vlak van tevoren bedacht was. "Aandacht! Dit is Gliwice. De zender is in Poolse handen."
Terwijl de man een opruiende tekst over Poolse expansie uitsprak, schoten Naujocks en de anderen met hun geweren in het plafond. Ze schreeuwden en maakten zoveel kabaal, dat het leek alsof er een gevecht aan de gang was. Franz Honiok werd in gedrogeerde toestand uit een auto gehaald en bij de ingang van het gebouw neergelegd. Daar schoot een van Naujocks mannen hem door het hoofd. Naujocks beval iedereen in te stappen en tevreden over het verloop van hun actie reden ze terug naar het hotel. Het duurde even voordat de gevangenen ontdekten dat hun bewaker verdwenen was. Kotz rende met gebonden handen naar het dichtstbijzijnde huis. Tien minuten later kwamen twee politieagenten op de fiets aanzetten. De plaatselijke politiechef had de opruiende radiotoespraak gehoord en de twee erop uit gestuurd. Op dat moment arriveerde een auto met de in lange leren jassen gestoken mannen van de Gestapo – die van het incident op de hoogte waren – en deze namen de regie over. De Gestapo had een fotograaf meegenomen die het tafereel moest vastleggen. De negatieven werden met spoed naar een dichtbijgelegen vliegveld gebracht, waar Müller er vol ongeduld op wachtte. Hij wist dat enkele uren voor het start van Fall Weiss het civiele vliegverkeer zou worden stilgelegd.
Vanuit hotel Haus Oberschlesien belde Naujocks naar Berlijn. Hij verwachtte een compliment van Heydrich te ontvangen. Het tegenovergestelde was waar. Heydrich vertelde nijdig dat hij op radio Gleiwitz had afgestemd, maar niks van de uitzending had gehoord. Had Naujocks het bericht wel uitgezonden? Pas na de oorlog zou Naujocks duidelijk worden dat er een grote fout in hun plan was geslopen. Gleiwitz was geen radiozender met een eigen programma. Het was slechts een schakelzender die het programma van Radio Breslau doorgaf. Het kanaal dat de radio-expert gebruikt had, diende alleen voor noodgevallen zoals overstromingen of storm. Toen hij de lijn met Breslau verbrak, werden ze daar ongerust en pakten ze de telefoon om te bellen voor informatie.
Ondertussen was de actie bij Pitschen ook afgerond. De boswachterspost was overhoop gehaald en er werd een halve emmer ossenbloed leeggegoten, wat de indruk van een bloedbad moest wekken. Omdat het een afgelegen plek was werden er geen ‘Konserve’ achtergelaten. In Hochlinden hadden Hoffman en zijn groep de douanepost aangevallen. De twee Duitse aanwezigen lagen angstig op de grond. Hoffmann gaf zijn mannen opdracht alles kapot te slaan en zes concentratiekampgevangenen werden buiten opgesteld. Toen Hoffmann naar buiten kwam, lagen ze allen met een hoofdwond levenloos op de grond. Deze ‘Konserve’ droegen Poolse uniformen. Een van Hoffmann’s mannen had een camera met lichtflits bij zich. Hij nam enkele foto’s, die per koerier naar Berlijn werden gebracht.
Om half elf ’s avonds werden de eerste berichten over grensincidenten op de Duitse radio uitgezonden. Behalve Gleiwitz, werden ook de provocaties bij Hochlinden en Pitschen genoemd. Die nacht wijdde zelfs de BBC kort aandacht aan de aanval op het radiostation bij Gleiwitz. De Volgende ochtend om 10:00 uur begon Hitler aan zijn toespraak in Kroll Opera Haus. Sinds de brand in de Reichstag van 1933 kwam het Duitse parlement bij elkaar in het tegenoverliggende operagebouw. ‘Deze nacht hebben Poolse troepen voor eerste keer schoten op ons grondgebied afgevuurd. Sinds 05:45 uur beantwoorden we het vuur en zullen bommen met bommen beantwoord worden.’ De nazidictator speelde de vermoorde onschuld. Hij zat er qua tijd overigens naast, want het slagschip Schleswig-Holstein loste de eerste schoten reeds om 04:47 uur op Fort Westenplatte in Danzig. Rond dezelfde tijd bombardeerden Stuka’s van de Luftwaffe de Poolse stad Wielún. In zijn toespraak refereerde Hitler niet naar Gleiwitz, Hochlinden en Pitschen. Hij had het over grensincidenten, waarvan drie ernstige.
Zoals later bij andere commando-acties (operatie Greif en operatie Stösser) was de impact minimaal, maar het psychologisch aspect veel groter dan verwacht. Heydrich en Müller hadden de hele operatie nodeloos ingewikkeld gemaakt. Het radiobericht van Gleiwitz was alleen lokaal te horen geweest, bij Hochlinden werden geen Poolse troepen de grens over gelokt en de overval op de boswachterhut in Pitschen was geheel onopgemerkt gebleven. De foto’s van Honiok en de ‘Konserve’ werden nooit gebruikt. Toen een politieagent de familie van Honiok kwam informeren over zijn dood, durfde deze uit angst geen aangifte van vermissing te doen. Waarom namen Heydrich en Müller dan al deze voorzorgsmaatregelen? Het blijft gissen, maar het vermoeden bestaat dat in die tijd een geheime operatie zo gedetailleerd mogelijk gepland moest worden. Ook al was het pikkedonker, dan nog moesten de uniformen en kleding geheel treffend zijn. Er was geen handleiding voor dit soort zaken, men ging uit van wat er in films en spannende boeken voorgesteld werd.
De details van het Gleiwitz incident kwamen pas na de oorlog tijdens de processen van Neurenberg aan het licht. Naujocks legde op 20 december 1945 een schriftelijke verklaring af (zie: Verklaring Naujocks). Alfred Naujocks was een man met een wispelturige oorlogscarrière. Alhoewel Heydrich woedend was over de mislukking van de radio-uitzending, gaf hij Naujocks wel opdracht om op 9 november 1939 twee Britse geheim agenten te kidnappen bij Venlo. Bij deze actie was Walter Schellenberg ook aanwezig. In 1940 was Naujocks betrokken bij een poging om de Britse economie te ontwrichten met vervalste bankbiljetten. Het jaar erop laat Heydrich Naujocks opeens vallen als een baksteen. Naujocks belandde aan het Oostfront, in België en Denemarken. In november 1944 gaf hij zich over aan Amerikaanse troepen. Naujocks werd slechts als een kleine vis beschouwd en niet berecht. In 1960 publiceerde hij samen met auteur Günther Pries een boek met de ronkende titel ‘The Man who started the War’. Het boek verscheen alleen in Engelstalige landen.
Toen het Oost-Duitse staatsfilmbedrijf DEFA in 1962 een speelfilm over het Gleiwitz incident maakte, kwam Naujocks opnieuw in de aandacht te staan. In Der Spiegel nr. 46 van 1963 stond een uitgebreid interview met de leider van de Gleiwitz Aktion. De Denen wilden hem alsnog voor oorlogsmisdaden berechten. Ze waren te laat. Naujocks overleed in 1966 aan een hartaanval. Er zijn geen documenten bewaard over de aanslag op Gleiwitz. We moeten afgaan op de getuigenis van Naujocks. De kans is groot dat deze niet op 31 augustus, maar half augustus plaatsvond. Naujocks verdraaide na de oorlog de datum (tot enkele uren voor de start van Fall Weiss) om daarmee de geschiedenis in te gaan als de man die de Tweede Wereldoorlog startte.
Er is nog iets vreemds aan de hand met de operatie bij Gleiwitz. Meestal wordt er gerefereerd naar het Gleiwitz incident. De operatie wordt namelijk onder verschillende namen in verschillende bronnen beschreven. James Lucas heeft in zijn boek ‘Kommando’ over operatie Hindenburg. In de Osprey uitgave ‘Poland 1939’ (2002) wordt gesproken over operatie Himmler en ook op Wikipedia wordt deze naam gebruikt. Dennis Whitehead en het Duitse nieuwsmagazine Focus gebruiken daarentegen weer de aanduiding operatie Tannenberg. Tijdens mijn onderzoek kon ik er geen logica in ontdekken. Ik vermoed dat deze verwarring ontstaan is bij een gebrek aan schriftelijke documenten.