Tijdens en in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden verschillende landen antitankwapens zoals antitankkanonnen. De Duitse Wehrmacht en de Waffen-SS gebruikten antitankkanonnen (PaK: 'Panzerabwehrkanone') om tanks en andere gepantserde doelen te vernietigen. Twee antitankkanonnen werden achtereenvolgens door het Duitse leger gebruikt: de 3.7 cm Pak 35/36 en de 5 cm PaK 38. Het 3.7 cm wapen was in staat lichte tanks tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), in Polen (1939), in Frankrijk (1940) en in de Sovjet-Unie (1941) te vernietigen. Het kanon was echter te zwak om goed gepantserde tanks te vernietigen. Het 5 cm PaK 38 (L/60) antitankgeschut was in staat zwaardere Sovjettanks zoals de T-34 tank en de KV-1 te vernietigen, zij het vaak op korte afstand of vanaf de zijkant. Zelfs de speciaal ontworpen wolfraammunitie (Panzergranate 40) had soms moeite het pantser te doorboren. Om de T-34 en de KV tot op lange afstand (1-2) kilometer met grote kans van slagen te vernietigen, besloot het Duitse leger een krachtiger kanon in te zetten. Dat kanon was de 7.5 cm PaK 40. Het 7.5 cm PaK 40 antitankkanon zou een van de meest succesvolle antitankkanonnen van het Duitse leger worden, zo niet hét meest succesvolle antitankkanon gelet op verschillende criteria.
Zoals gezegd had het vanaf 1941 ingezette 5 cm PaK 38 L/60 kanon soms moeite met het doorboren van zwaardere Sovjettanks zoals de KV-1. Nog voordat het 5 cm PaK 38 kanon Duitse troepen bereikte, waren er plannen om een groter kaliber antitankkanon in te zetten om nieuwere tanks te vernietigen.
Rheinmetall-Borsig kreeg de opdracht een nieuw kanon te maken dat wat betreft uiterlijk leek op het 5 cm antitankkanon. Dat nieuwe kanon kreeg de naam '7.5 cm PaK 40' in 1940 (7,5 Panzerabwehrkanone 40) en werd pas laat in 1941 door Duitse troepen ingezet. Wat betreft de uiterlijke kenmerken leek het 7,5 cm wapen op de 5 cm variant. Er waren echter ook verschillen. Zo bestond de 7.5 cm PaK 40 uit verschillende staalsoorten en was het wapen een stuk zwaarder dan de 5 cm PaK 38. Het schild was ook anders vormgegeven (in plaats van een gebogen schild bestond het bij de PaK 40 uit drie vlakke stalen platen) en diende het schild als bij de 5 cm PaK 38 om kogels en kleinere granaatsplinters te weren. Het 7.5 cm PaK 40 wapen werd ontworpen om tijdens de hele oorlog ingezet te worden. De 7.5 cm PaK 40 had verschillende munitiesoorten. Panzergranate 39 (Pzgr 39/PzGr. 39), Panzergranate 40 (Pzgr 40/PzGr 40), Panzergranate 38 HL/B (Pzgr 38 HL/B/PzGr. 38 HL/B) en brisant was beschikbaar.
De 75×714R Panzergranate 39 was een pantsergranaat met een ballistische kop waarvan het projectiel 6.8 kilogram woog die met een snelheid van 770 tot 790 meter per seconde (m/s) werd afgevuurd. De granaat kon meer dan honderd millimeter staal tot op een afstand van honderd meter doorboren en had een explosieve inhoud. De Panzergranate 40 was een wolfraamgranaat zonder explosieve inhoud waarvan het projectiel 4.05 tot 4.2 kilogram woog die met een snelheid van 930 tot 990 meter per seconde (m/s) werd afgevuurd. De holle lading was minder geschikt tegen tanks omdat de mondingssnelheid lager was. Brisant (5.74 kilogram, 550 tot 570m/s) kon tegen licht gepantserde doelen zoals trucks of infanterie worden gebruikt.
Wat betreft de technische specificaties had de 7.5 cm PaK 40 een maximaal effectief bereik van twee kilometer. Het kanon was 3.45 meter lang (L/46) en woog 1.425 ton. Het kanon had een levensduur van 6.000 schoten voordat de loop door slijtage onbruikbaar werd. De prijs voor het kanon bedroeg 12.000 Rijksmark en de productie kostte 2.200 uur. Het wapen werd door Ardeltwerke (Eberswalde), Gustloffwerke (Weimar) en Ostlandwerke (Königsberg) geproduceerd.
Feit is dat de 7.5 cm PaK 40 de inspiratiebron was voor tankbewapening zoals de 7.5 cm KwK 40 L/43 en de 7.5 cm KwK 40 L/48. Die tankkanonnen werden in de Duitse middelzware Panzerkampfwagen IV (PzKpfw IV) gemonteerd. De munitie voor die tankkanonnen was compacter. De Panzergranate 39 ('APCBC', pantsergranaat met ballistische kop) van de 7.5 cm KwK 40 L/43 woog ongeveer 6.8 kilogram en werd met een snelheid van 740 tot 750m/s afgevuurd. het penetratievermogen bedroeg ongeveer 130 tot 140 mm staal tot op een afstand van honderd meter, 120 mm tot op een afstand van vijfhonderd, 100 mm tot op een afstand een kilometer, 90 mm tot op een afstand van anderhalve kilometer en 80 tot 90 mm tot op een afstand van twee kilometer. De 7.5 cm KwK 40 L/48 was nog krachtiger (kon tot op een afstand van honderd meter enkele millimeters dikker staal doorboren).
Zoals gezegd was de 7.5 cm KwK 40 een zeer krachtig antitankkanon dat vanaf 1942 door de Wehrmacht werd ingezet aan het front. Pas vanaf februari 1942 geschiedde grootschalige productie van het wapen. Omdat het kanon meer dan honderd millimeter staal kon doorboren was het in staat het frontale romppantser van de Sovjet T-34 tank en de KV (KV-1 en KV-2) te penetreren. Zelfs tot op een afstand van twee kilometer was het antitankkanon dodelijk. Alleen de zwaarste Sovjettanks zoals de Jozef Stalin JS/(IS-1 model 1943 en IS-2 model 1944) waren vanaf de voorkant tot op lange afstand soms een moeilijker doelwit voor de 7.5 cm PaK 40. Het frontale koepelpantser (100mm) was echter kwetsbaar, evenals de zijkanten van de romp (90mm) en de koepel (90-100mm). Met uitzondering van die tank was het 7.5 cm antitankkanon in staat alle tanks uit te schakelen (de Amerikaanse M4 Sherman-tanks waren over het algemeen te zwak gepantserd om de Panzergranate 39 of de Panzergranate 40 te weerstaan). Alleen de M4A3E2 'Jumbo' was vanaf de voorkant grotendeels onkwetsbaar voor de PaK 40 (romp en koepel). De zijkant van die tank bleef echter kwetsbaar voor het kanon. Na het einde van de oorlog werd er nog PaK 40 geschut in gebruik genomen door Europese landen als Bulgarije, Finland, Hongarije en Noorwegen. Er zijn in totaal ongeveer 23.500 PaK 40 antitankkanonnen geproduceerd.
De 7.5 cm PaK 40 was krachtig genoeg om tot en met 1945 alle geallieerde tanks tot op een afstand van een kilometer of verder uit te schakelen (alleen de zwaarste geallieerde tanks zoals de Jozef Stalin 2/JS-serie vormden tot op lange afstand soms een probleem). De standaard Panzergranate 39 was sterk genoeg om de meeste vijandelijke tanks vanaf de voor-, zij- of achterkant te vernietigen, nog afgezien van de in kleine aantallen beschikbare wolfraammunitie. Het kanon was weliswaar zwaarder dan de 5 cm PaK 38, maar was veel krachtiger. Het wapen was ook niet zo groot waardoor camoufleren relatief eenvoudig was. Ondanks die feiten was het kanon voor soldaten toch relatief zwaar en moest het wapen door rupsvoertuigen worden vervoerd. Geconcludeerd kan worden dat de 7.5 cm PaK 40 eigenlijk het meest succesvolle antitankkanon van het Duitse leger was tijdens de Tweede Wereldoorlog gelet op vuurkracht, afmetingen (camouflage) en productieaantallen. Afgezien van de grotere vuurkracht van zwaardere Duitse antitankkanonnen zoals de 8.8 cm Flak 18/36/37/41, de 8.8 cm PaK 43 en de monsterlijke 12.8 cm PaK 44 L/55 was de 7.5 cm PaK 40 meer dan genoeg om alle vijandelijke tanks uit te schakelen.
Kaliber: | 75mm |
Lengte: | 6.2 meter |
Lengte loop: | 3.45 meter |
Gewicht: | plusminus 1.425 kilogram |
Elevatie: | -5 tot +22 graden |
Draaiing: | 65° |
Mondingssnelheid: | 770-790m/s (Panzergranate 39) |
Max. effectief bereik: | 1.8-2 kilometer |
Schoten per minuut: | 14 door getrainde bemanning |
Productie: | 23.303 tot 23.500 stuks |