Ontwikkeling
Toen in 1916 de eerste tanks op het slagveld verschenen werden er direct maatregelen getroffen om ze te kunnen bestrijden. De vroege antitankkanonnen waren vaak het plaatsen van klein kaliber kanonnen op mobiele onderstellen, waardoor een simpel maar redelijk doeltreffende oplossing ontstond.
Het werd al snel duidelijk dat gespecialiseerde antitankkanonnen noodzakelijk waren om tanks met steeds dikker wordende bepantsering te kunnen bestrijden. De ontwerpteams buiten Duitsland in de jaren 20 produceerden als een van de eerste ontwerpen van nieuw oorlogsmaterieel een gespecialiseerd antitankkanon van Rheinmetall-Borsig met een loop van 37mm op een uiterst licht onderstel dat makkelijk door een klein team met de hand verplaatst kon worden.
De eerste vuurtests vonden plaats in Kazan (Sovjet-Unie), waar de Duitse Reichswehr-oefenterreinen mocht gebruiken van de Sovjets. Officieren van het Rode leger waren aanwezig bij de schietoefeningen en waren dermate onder de indruk dat de Sovjet-Unie de rechten kocht om het kanon in licensie te bouwen.
In de loop van 1933 en 1934 vonden de laatste wijzigingen in het ontwerp plaats. Bij het oorspronkelijke ontwerp bezat het kanon twee houten spaakwielen, welke werden vervangen door stalen wielen met een rubberen band en een vering om mogelijk te maken dat het kanon gemotoriseerd werd voortgetrokken. Ook met dit nieuwe onderstel was het kanon licht genoeg om verplaatst en over langere afstanden getrokken te worden met behulp van mensen met harnassen. Dit gewijzigde model werd door het Duitse leger in dienst genomen als de 3.7 cm Pak 35/36. Hierbij staat Pak voor de Duitse afkorting van Panzerabwehrkanon. De Pak 35/36 werd het standaard Duitse antitankkanon in de beginjaren van de oorlog en zag voor het eerst succesvol actie in de Spaanse burgeroorlog.
Eerste oorlogsjaren
Het kanon vuurde een massief projectiel van 680 gram dat in staat was om 56 mm bepantsering te doorboren op 200 meter afstand. Dit was voldoende om de meeste tanks uit te schakelen, maar tijdens de acties van 1940 kwamen de Duitsers tanks tegen met een dikkere bepantsering. Omdat er geen ander antitankkanon in grote aantallen aanwezig was, werd het kanon aangepast zodat het de Britse en Franse tanks de baas kon.
AP 40
Tijdens de Poolse campagne in 1939 kregen de Duitsers de resultaten in handen van Poolse wapenontwerpers die een effectieve pantserdoorborende granaat hadden ontwikkeld. Deze granaat bestond uit een harde kern met een licht omhulsel. Door het kleinere gewicht was de mondingssnelheid met deze granaat hoger en door de harde kern de pantserdoorborende kracht groter. Dit ontwerp werd door Duitsland in dienst genomen als de AP40 serie projectielen dat ontwikkeld werd voor verschillende kalibers en type wapens. Deze nieuwe granaat had voor de Pak 35/36 een pantserdoorborend vermogen van 72mm op 200 meter afstand en een gewicht van 354 gram. Een groot nadeel van dit ontwerp is dat de harde kern gemaakt werd van wolfraam, dat een schaars goed was in de Duitse oorlogeconomie en er zo dus nooit aan de grote vraag voldaan kon worden. Door het gebruik van deze granaat werd de effectieve levensduur van de Pak 35/36 verlengd.
Technische gegevens
Kaliber: | 37mm |
Lengte: | 166,5cm |
Lengte loop: | 156,8cm |
Gewicht in actie: | 328kg |
Elevatie: | -8 tot +25 graden |
Draaiing: | 59 graden |
Mondingssnelheid: | 760m/s |
Max. effectief bereik: | 700m |
Gewicht std granaat: | 680g |
Schoten per minuut: | 15 door getrainde bemanning |
Stielgranate 42
De Pak 35/36 was vanaf 1940 al minder effectief en met de komst van steeds zwaarder bepantserde tanks werd het operationele nut van het kanon steeds minder. Vanwege het grote aantal beschikbare kanonnen werd in 1942 een nieuwe mogelijkheid gevonden om effectief op te treden met dit kanon met behulp van de Stielgranate 42. Dit projectiel werd op de voorkant van de loop gezet en werd gestabiliseerd met behulp van vinnen. Het effectief bereik werd hiermee gereduceerd tot 300 meter maar door een holle lading kon het 180 mm bepantsering doorboren. In een fragment van de tv-serie Band of Brothers komt een Pak 35/36 met een Stielgranate 42 terug.
Pak 35/36 in actie
Tot de komst van de zwaardere Franse en Britse tanks in de campagne van 1940 was het een uiterst succesvol antitankkanon dat door zijn lichte gewicht zeer makkelijk te verplaatsen was. Duitsland heeft de zwaardere opvolger 5cm Pak 38 nooit in de benodigde aantallen kunnen bouwen waardoor het kanon aan het front ingezet bleef ondanks dat het niet krachtig genoeg bleek tegen diverse zware tanks tot aan het einde van de oorlog. Onder Duitse soldaten werd het ook wel Panzeranklopfer (Pantserklopper) genoemd, omdat het kanon alleen maar klopte op de bepantsering en er niet doorheen kwam.
Export
De Pak 35/36 werd ook door andere landen als uiterst succesvol gezien en voor de oorlog geëxporteerd naar Italië en gebruikt als de Cannone contracarro da 37/45, Nederland als de 37mm Rheinmetall en Japan heeft het model gekopieerd en in dienst genomen als Type 97, de Sovjet-Unie heeft een licensie voor de bouw gekocht en in dienst genomen als de M1930. De Verenigde Staten baseerden het anti tankkanon M3 op de Pak 35/36. De productie stopte in Duitsland pas in 1942 met een totaal van 5.339 stuks.
Andere modellen
Het 3.7 cm kanon werd ook gebruikt voor vaste opstellingen in fortificaties en als afwerpbaar model voor paratroepen. Verder werd het kanon gebruikt in de allereerste Panzerjäger-modellen, waarbij het vaak geplaatst werd op lichte halftracks of trucks zoals onder andere zichtbaar op de afbeelding.