Tijdens en in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden verschillende landen antitankwapens zoals antitankkanonnen. De Duitse Wehrmacht en de Waffen-SS gebruikten antitankkanonnen (PaK: 'Panzerabwehrkanone', soms ook als 'Pak' geschreven) om tanks en andere gepantserde doelen te vernietigen. Verschillende antitankkanonnen zoals de 3.7 cm Pak 35/36, 5 cm PaK 38 en 7.5 cm PaK 40 werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet. Het 3.7 cm kanon bleek al snel te zwak om goed gepantserde vijandelijke tanks te vernietigen en het 5 cm PaK 38 wapen was weliswaar in staat vijandelijke lichte en middelzware tanks te vernietigen, maar bleek op de lange termijn ontoereikend. Alleen de 7.5 cm PaK 40 was in staat het zwaarste tankpantser te doorboren maar zelfs dat kanon had soms grote moeite om het frontale pantser van de zwaarste vijandelijke tanks zoals de Sovjet JS-2 (Zware tank IS-serie) te doorboren. Om alle vijandelijke tanks te kunnen vernietigen werden zeer grote en krachtige Duitse antitankkanonnen ontwikkeld. Het op één na krachtigste antitankkanon van het Duitse leger was de 8.8 cm PaK 43 en de daarop gelijkende 8.8 cm PaK 43/41. Beide antitankkanonnen werden succesvol ingezet in een grond-ondersteunende rol en gemonteerd in tanks zoals de PzKpfw VIb Königstiger (Tiger II) en tankjagers zoals de Jagdpanther. Met een mondingssnelheid van plusminus 1000 meter per seconde (m/s) waren de pantsergranaten van beide kanonnen in staat alle vijandelijke tanks tot op zeer lange afstand uit te schakelen.
Een nieuw antitankkanon met de kracht van de 8.8 cm Flak 41 moest worden geproduceerd. Krupp en Rheinmetall (Rheinmetall-Borsig) kregen in 1943 de opdracht dit 8.8 cm antitankkanon te ontwerpen. Krupp koos voor een kruisvormige affuit (onderstel) voor het 8.8 cm wapen (8.8 cm PaK 43). De fabrikant Rheinmetall gebruikte een ander, bestaand onderstel voor het 8.8 cm kanon (8.8 cm PaK 43/41). Beide kanonnen werden vanaf 1943 door Henschel & Sohn en Eisenwerk Weserhütte geproduceerd.
Het kanon van Krupp (8.8 cm PaK 43: Panzerabwehrkanone 43) had een semiautomatisch sluitstuk dat na het vuren ervoor zorgde dat de lege huls eruit werd geworpen en een nieuwe granaat geladen kon worden. Twee grote veren werden bij die actie in elkaar gedrukt wat ervoor zorgde dat het kanon minder terugslag had. De granaten hadden een zeer vlakke kogelbaan waardoor de vijf kanonniers van het kanon doelen op grote afstand konden raken. Het maximale bereik van het kanon was ongeveer vijftien kilometer (de realistische vuurafstand aan het front bedroeg ongeveer twee tot drie kilometer).
De 8.8 cm PaK 43 met het Krupp-onderstel had een looplengte van 6.35 meter, een kruisvormig onderstel met vier wielen en een groot gepantserd schild om granaatscherven en kogels te weren. De PaK 43/41 had een looplengte van 6.36 meter, twee wielen van de 15 cm sFH 18 (schwere Feldhaubitze) gemonteerd in het door Rheinmetall ontworpen onderstel van de 10.5 cm leFH 18 (leichte Feldhaubitze) en had tevens een gepantserd schild om granaatscherven en kogels te weren. Wat betreft technische gegevens bedroeg het maximale bereik van beide kanonnen 15.150 meter. Het gewicht van het 8.8 cm PaK 43 kanon was 3.650 kilogram en het richtveld bedroeg 360 graden. In totaal konden ongeveer twaalfhonderd tot tweeduizend schoten (lag aan het munitietype) worden afgevuurd voordat de 8.8 cm PaK 43 door slijtage onbruikbaar werd. Bij een tekort aan grondstoffen waren bij de 'Rheinmetall-versie' (8.8 cm PaK 43/41) de wielen van geperst staal gemaakt met harde rubberen banden (in de wielen waren acht gaten aangebracht). Het Krupp-onderstel van de 8.8 cm PaK 43 had gespaakte wielen.
Beide kanonnen vuurden 88x822R pantsergranaten (Panzergranate, Pzgr. 39/43, ook wel 'PzGr 39/43' geschreven), wolfraammunitie (Pzgr. 40/43) en holle lading (Gr. 39/3 HL) af. Brisantmunitie was tevens beschikbaar. De pantsergranaten hadden een pantserdoorborend projectiel met een gewicht van 10.2 tot 10.4 kilogram en legden snelheden af van 1000m/s. De penetratiewaarden bedroegen ongeveer 200 mm staal tot op een afstand van honderd meter en 130 mm staal tot op een afstand van twee kilometer bij een hoek van dertig graden. De projectielen van de Pzgr. 40/43 (1125-1130m/s) wogen 7.3 kilogram. De holle lading (600m/s) doorboorde ongeveer 90 mm staal tot op een afstand van twee kilometer. Zoals in de inleiding vermeld gebruikten sommige Duitse tanks tankkanonnen die gebaseerd waren op de 8.8 cm PaK 43. Die kanonnen waren de 8.8 cm KwK 43 L/71 ('Kampfwagenkanone' voor tanks), de 8.8 cm PaK 43/1 L/71 in de Nashorn, de 8.8 cm PaK 43/2 L/71 in de Ferdinand/Elefant en de 8,8 cm PaK 43/3 L/71 in de Jagdpanther (tankjager). Het 8.8 cm KwK 43 L/71 kanon van de PzKpfw VIb Königstiger (Tiger II) gebruikte dezelfde munitiesoorten als de 8.8 PaK 43 en kon met de Pzgr. 39/43 ongeveer 230 mm staal tot op een afstand van honderd meter en 170 mm staal tot op een afstand van twee kilometer doorboren (bij een hoek van negentig graden).
De 8.8 PaK 43 en 8.8 cm PaK 43/41 waren in staat ongeveer zes tot tien schoten per minuut af te vuren met een getrainde bemanning. Op 1 oktober 1944 had het Duitse leger 578 8.8 cm PaK 43 kanonnen in dienst en op 1 januari 1945 waren dat er 829. In augustus 1944 eindigde de productie van de 8.8 cm PaK 43/41.
Zowel de 8.8 cm PaK 43 als de 8.8 cm PaK 43/41 waren zeer groot en log. De Krupp-versie (8.8 cm PaK 43) had vier grote wielen en woog ongeveer 3.7 ton. De Rheinmetall-versie (8.8 cm PaK 43/41) woog ongeveer 4.350 tot 4.380 kilogram. Het was dus nagenoeg onmogelijk om beide kanonnen snel te verplaatsen. Laat staan bij vijandelijke lucht- of grondaanvallen. Speciale rupsvoertuigen zoals de Sd.Kfz. 6, de Sd.Kfz. 7 of de Sd.Kfz. 10 werden gebruikt om de kanonnen te slepen en te vervoeren. Duitse troepen noemden de 8.8 cm PaK 43 vanwege de afmetingen de 'Scheunentor' (schuurdeur).
Ondanks die feiten waren beide antitankkanonnen zeer gevreesde wapens en waren ze in staat met pantsergranaten of wolfraammunitie de zwaarste vijandelijke tanks zoals de Sovjet JS-series of de Amerikaanse M26 Pershing vanaf de voor-, zij- of achterkant uit te schakelen. Het feit dat de pantsergranaten meer dan tweehonderd millimeter staal tot op een afstand van honderd meter en meer dan honderd millimeter staal tot op een afstand van twee kilometer doorboorden was genoeg om alle vijandelijke tanks te vernietigen. Het frontale koepelpantser (90 tot 100mm) van de JS-2 tank was bijvoorbeeld vaak niet in staat de pantsergranaten van de 8.8 cm PaK 43 antitankkanonnen tegen te houden. Omdat de meeste middelzware Amerikaanse (M4 Sherman) en Sovjettanks (T-34 tank) aan de zijkant plusminus 38 tot 45mm staal hadden bleven zij kwetsbaar tot op lange afstand. De grote mondingssnelheid van de 8,8 cm pantsergranaten maakte het mogelijk doelen tot op lange afstand snel te raken.
Er zijn verhalen bekend dat de 8.8 cm PaK 43/41 Sovjettanks tot op 3,5 kilometer afstand vernietigde. De PaK 43/41 werd vooral ingezet bij zware tankjagereenheden (Panzerjäger-Kompanien) en bij Waffen-SS troepen.
Wat betreft vuurkracht kan gesteld worden dat de 8.8 cm PaK 43 en 8.8 cm PaK 43/41 de op één na krachtigste antitankkanonnen van het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog waren. Het meest krachtige antitankkanon was de extreem zware 12,8 cm PaK 44. Wat betreft de mondingssnelheid van de afgevuurde granaten waren de 8.8 cm PaK 43 kanonnen echter superieur aan de 12.8 cm PaK 44. Niet alleen dat feit telde mee, maar ook het gegeven dat plusminus 2.100 exemplaren van de 8.8 cm PaK 43, PaK 43/41 en KwK 43 gebouwd werden (veel meer dan de productieaantallen van de PaK 44). De 8.8 cm PaK 43 en PaK 43/41 werden tevens in veel meer pantservoertuigen gemonteerd dan de 12.8 cm PaK 44. Dat kanon werd alleen gemonteerd in de tankjager Jagdtiger. Ook het gewicht van beide 8.8 cm kanonnen lag lager dan het gewicht van de 12.8 cm PaK 44. Geconcludeerd kan worden dat de 8,8 cm PaK 43 en PaK 43/41 antitankkanonnen samen met de veel kleinere 7.5 cm PaK 40 de meest succesvolle antitankkanonnen van het Duitse leger waren (de 8.8 cm Flak 18/36/37 buiten beschouwing gelaten omdat die wapens oorspronkelijk als luchtdoelgeschut ontworpen waren).
Kaliber: | 88mm |
Lengte: | 9.2 meter (PaK 43), 9.144 meter (PaK 43/41) |
Lengte loop: | 6.35 meter, zonder mondingsrem 6.28 (PaK 43), 6.36 meter (PaK 43/41) |
Gewicht: | plusminus 3.600 tot 3.650 kilogram (PaK 43), 4.350 tot 4.380 kilogram (PaK 43/41) |
Elevatie: | -8 tot +40 graden (PaK 43), -5 tot +38 graden (PaK 43/41) |
Draaiing: | 360 graden (PaK 43), 56 graden (PaK 43/41) |
Mondingssnelheid: | 1000m/s (Panzergranate 39/43) |
Max. effectief bereik: | 15 kilometer |
Schoten per minuut: | 6 tot 10 door getrainde bemanning |
Productie: | 2.098 stuks (PaK 43) en 1.403 stuks (PaK 43/41) |