TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

T-34 Mythical Weapon

Titel:T-34 Mythical Weapon
Schrijver:Michulec, R
Uitgever:Airconnection
Uitgebracht:2007
Pagina's:520
Taal:Engels
Omschrijving:

'T-34 Mythical Weapon' van de Poolse auteur Robert Michulec is een zeer uitgebreide publicatie over de mythe van de T-34 tank (soms T-34-76 en T-34-85 genoemd), de T-34 tank in werkelijkheid, de technische aspecten van de tank, de ontwikkelingshistorie, speciale versies van de T-34 tank, de T-34-85 tank, de T-34-85 tank in Poolse dienst en verschillende details wat betreft camouflagepatronen, rompen, onderstellen & wielen, bewapening, interieur, motordetails, serienummers en technische tekeningen. Het boek telt 520 pagina's en is daarmee één van de, zo niet het meest uitgebreide boek over de T-34 tank.

De kern van het boek kan als volgt worden omschreven: de T-34 tank is geromantiseerd tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en in de historie van de Sovjet-Unie als een uitstekende tank die de Wehrmacht in het oosten op haar knieën dwong. Die mythe is vooral tijdens, maar ook zeker na de oorlog door verschillende personen gecreëerd. Zo waren het niet alleen Sovjetpolitici en Sovjethistorici die de kracht van de T-34 tank benadrukten, maar zeker ook in 1941 gezaghebbende en leidinggevende Duitse militairen. Michulec gaat in op die aspecten en stelt dat vanaf 22 juni 1941 niet zozeer de T-34 voor verwondering en zelfs verbazing onder Duitse soldaten zorgde, maar vooral zijn zwaardere 'broer', de KV-1 tank (Klimenti Voroshilov, KV). Die zware tank was sterker gepantserd en veel Duits antitankgeschut ketste aan de voorkant, en soms zelfs aan de zijkant, tegen het dikke pantser af. De verschillende Duitse frontberichten wat betreft Sovjettanks zijn soms erg verwarrend: T-34 en KV worden geregeld als dezelfde tank voorgesteld (inclusief de KV-2). De auteur stelt dat de Duitse legertop al eerder, vóór juni 1941, op de hoogte kon zijn van het bestaan van de T-34 (maar ook de KV) vooral ook omdat een Sovjetdelegatie Duitse tanks in Duitsland had gezien waarbij opviel dat de zwaarste Duitse tanks toentertijd de Panzerkampfwagen III en IV waren.

Het 'revolutionaire' schuine pantser van de T-34 tank was volgens de auteur van het boek niet nieuw of revolutionair. En het was niet de T-34 tank die schuine bepantsering introduceerde. Feit is dat andere tanks (bijvoorbeeld Franse modellen zoals de FCM 36) onder een hoek gemonteerd pantser hadden maar het wel was de T-34 tank die relatief dik (40-45mm) schuin pantser had. Dat de staalkwaliteit vaak te wensen overliet is wel waar: geregeld kwamen onevenheden voor en het staal kon bij treffers door pantsergranaten scheuren of zelfs loslaten. Dat had vooral te maken met de Sovjetindustrie die op dat moment nog op moest starten wat betreft grootschalige wapenproductie. Het geproduceerde staal ontbrak het vaak aan chemische elementen en samenstellingen waardoor het staal niet alleen hard, maar ook elastisch werd. Hetzelfde gold voor de kwaliteit van de munitie: vaak waren de pantserbrisantgranaten UBR-354 van begin jaren veertig niet van goede kwaliteit omdat de BR-350A projectielen, vergeleken met bijvoorbeeld Duitse munitie, een minder hoge staal- en productiekwaliteit hadden. Nadat de BR-350A tegen een geharde (face hardened armour) staalplaat insloeg kwam het soms voor dat het projectiel versplinterde c.q. verbrijzelde. De nieuwe BR-350B pantserbrisantgranaat was in dat opzicht een verbetering. De auteur schetst die ontwikkelingen wanneer hij stelt dat de pantserbrisantmunitie van het 76,2mm F-34 kanon dat na de 76,2 mm L-11 werd geïntroduceerd, evenveel staal doorboorde als de Duitse korte 7,5 cm KwK 37 L/24 op een afstand van 500 meter. Wat niet correct is omdat hij alleen de holle lading munitie (Typ HL/B en C) noemt die dikker staal penetreerde dan de 7,5 cm pantserbrisantgranaat voor de 7,5 cm KwK 37. Het 76,2mm F-34 kanon was volgens hem slechts iets beter dan het 'zwakke' Duitse 7,5 cm KwK 37 geschut (gelet op de te vergelijken granaten klopt dat niet, het wapen was vergelijkbaar met de Amerikaanse 75mm gun M2 en M3, had een grotere explosieve inhoud dan veel Duitse tankgranaten, maar doorboorde minder staal dan de 7,5 cm Panzergranatpatrone 39 van de Duitse 7,5 cm KwK 40 L/43, 7,5 cm KwK 40 L/48 en vergelijkbaar antitankgeschut). Wat betreft de penetratiedata is nog meer op te merken: slechts één cijfer wordt genoemd waardoor vergelijkingsmateriaal tegen gewalst en gegoten staal ontbreekt.

Veel foto's in het boek tonen kapotgeschoten T-34 tanks: zij dragen deels bij aan het beeld dat de T-34 niet mythisch was. Sterker nog: er werden tussen 1941 en 1945 duizenden T-34 tanks door Duitse kanonnen vernietigd. Het tonen van al die foto's is interessant, ook wat betreft tactische tekens en technische details, maar het wekt een verkeerd beeld dat de T-34 tank zwak was of in ieder geval zeer makkelijk werd vernietigd. Gelet op de Duitse tactieken en de slechte interne kenmerken van de T-34 (geen radio, krap interieur, onvoldoende zichtmogelijkheden, etc.) was het een feit dat de T-34 vaak door de beter getrainde Duitse soldaten werd afgeschoten. De over het algemeen onvoldoende getrainde Sovjetsoldaat en het feit dat de meest capabele Sovjetmilitairen en tactici in 1941 vermoord waren droegen grotendeels bij aan het feit dat de T-34 tank snel kon worden afgeschoten. Nog afgezien van het feit dat de zichtoptieken in de tank vaak niet goed waren (slecht of matige kwaliteit vergeleken met andere richtoptieken). De auteur bekritiseert ook verschillende technische onderdelen van de T-34 waaronder de motor die veel geluid produceerde waardoor de tank van grotere afstand opgemerkt kon worden (feit) en in het begin niet erg lang meeging (feit). Het gegeven dat Michulec stelt dat de T-34 een te groot bereik hetgeen de tank in de praktijk nooit waarmaakte is eigenlijk zoeken naar een negatief aspect (een groot bereik kan ook positief opgevat worden).

De Sovjets leerden deels van hun technische en tactische fouten en verschillende verbeteringen c.q. upgrades werden ingevoerd. Die upgrades hadden volgens Michulec vaak één doel: het concentreren op massaproductie waarbij de meest dringende technische aspecten deels verholpen werden. Door die massaproductie ging de algemene kwaliteit van de T-34 achteruit. De kosten gingen echter ook omlaag: dat was een groot voordeel. De auteur noemt percentages wat betreft uitvalcijfers van T-34 tanks: het ontbreekt echter aan vergelijkingsmateriaal, hij geeft niet de uitvalcijfers van Duitse tanks die soms ook vrij hoog waren (de eerste Panther Ausf. D tanks bijvoorbeeld). De grootste verbetering bij de T-34 tanks was de introductie van een nieuwe koepel met een krachtiger 85mm geschut. Die T-34 variant, de T-34-85, had een driemanskoepel en had tevens verschillende verbeteringen waaronder andere zichtoptieken en een commandantkoepel. De auteur behandelt die tank en alle technische details.

In het hoofdstuk 'an appraisel of the tank' gaat de auteur in op de vraag hoe 'goed' de T-34 tank was waarin hij stelt dat de T-34 toch een sterke tank was (hier spreekt hij zichzelf tegen gelet op de kritiek), maar zeker niet zo goed of sterk als de propaganda verkondigde. Hij zegt ook dat het 76,2mm L-11 kanon in de eerste T-34 tanks een nagenoeg nutteloos kanon was (o.a. omdat het mechanisme haperde en accuraat richten lastig was). In hoeverre dat waar is kan de recensent niet zeggen. Een technische vergelijking met andere tanks volgt waarin o.a. naar voren komt dat het feit dat de T-34 dikkere zijbepantsering had dan de Amerikaanse M4 Sherman-tank maar dat het in de praktijk niet uitmaakte omdat het Duitse 7,5 cm PaK 40 geschut met pantserbrisantmunitie meer dan 100 mm staal op een afstand van een kilometer doorboorde. De penetratietabellen op pagina 256 geven geen accuraat beeld omdat alleen holle lading bij de Duitse 7,5 cm KwK 37 L/24 staat. Michulec zegt dat de Panther-tanks onkwetsbaar waren voor het 85mm kanon van de T-34-85 tank. Dat is niet correct omdat de 85mm BR-365 pantserbrisantmunitie de voorkant van de Panther-koepel op kortere afstand kon doorboren en de 40 tot 50mm dikke zij- en achterkant in theorie tot op een kilometer doorboorde. Michulec sluit af met de opmerking dat de T-34 onvoldoende werd gemoderniseerd vergeleken met de M4 Sherman-tank. Daarin heeft hij deels gelijk gelet op de upgrades. Echter, het valt te betwijfelen of de M4 Sherman-tank, zelfs de gemoderniseerde M4A3E8, zoveel beter was dan de laatste oorlogsversie van de T-34-85 tank.

Conclusie: het boek is zeer omvangrijk, heeft veel technische details en diepgang en de auteur heeft deels gelijk als hij stelt dat de kracht van de T-34 een mythe is. Echter, in het boek worden vaak alleen negatieve aspecten van de tank benadrukt en technische details worden wellicht niet helemaal correct weergegeven en soms zelfs niet genoemd (waar is de pantserbrisantgranaat van de 7,5 cm KwK 37 L/24?) om een negatieve indruk te wekken. Er staan ook onjuistheden in zoals 'de 7,5 cm KwK 37 is in feite beter dan de 76,2mm F-34' (de KwK 37 is eigenlijk geen antitankkanon en vooral bruikbaar met holle lading, richten vanaf langere afstand is vrij lastig), 'de T-34 werd door alle Duitse kanonnen doorboord', althans Michulec creëert dat beeld (de pantserbrisantgranaten van de 3,7 cm PaK 36 en soms zelfs de 5 cm PaK 38 hadden op grotere afstand moeite om het frontale pantser te doorboren), 'het 85mm kanon is nutteloos tegen de Panther-tank', daarbij noemt hij niet dat het 85mm kanon nagenoeg alle Duitse tanks aan de voorkant kon vernietigen, inclusief de PzKpfw V Panther en de zwaardere Panzerkampfwagen VI, Tiger I (PzKpfw VI Tiger). De Duitsers hadden zelf veroverde T-34 tanks in dienst: als die voertuigen echt zo slecht waren zouden ze nooit gebruikt worden. De vele foto's in het boek zijn informatief en interessant, maar het ontbreekt ook aan kapotgeschoten Duitse tanks waardoor een beeld ontstaat dat de T-34 een zwakke, nutteloze tank was. Ondanks de genoemde minpunten is de publicatie toch een waardevolle bron van informatie over de T-34 tank, vooral wat betreft de historische ontwikkelingsachtergrond, de technische details en tekeningen en foto's van componenten.

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
Ruben Krutzen
Geplaatst op:
07-08-2020
Laatst gewijzigd:
11-08-2020
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen