Titel: | Age of Tanks |
Uitgebracht: | 2017 |
Uitgever: | LOOKSfilm |
Speelduur: | 215 minuten |
Omschrijving: | De documentaire 'Age of Tanks' uit 2017 is een vierdelige serie die de ontwikkeling, productie en inzet van tanks behandelt. De vierdelige documentaire behandelt de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 tot en met het Interbellum (aflevering 'Iron, iron, everywhere'), de periode na het Interbellum en de Tweede Wereldoorlog 1939-1945 (aflevering 'Blitzkrieg'), de Koude Oorlog & de Koreaoorlog (1950-1953) en oorlogen daarna (aflevering 'A world in chains') en moderne conflicten zoals de oorlog in Irak (aflevering 'Twilight of the tank'). De documentaire is een van de betere documentaires over de rol van militaire tanks in de geschiedenis en geopolitiek. Wat meteen opvalt is het mooie beeldmateriaal dat afgewisseld wordt met toelichtingen van historici en (ex) militairen. De ontwikkeling van de tank in de Eerste Wereldoorlog begon omdat een nieuw wapen ontworpen moest worden dat prikkeldraadversperringen, machinegeweernesten en bunkers uit kon schakelen zonder dat het wapen kwetsbaar was voor patronen uit geweren en machinegeweren. De infanterie, door veel hoge militairen bejubeld als belangrijkste wapen, betaalde namelijk een zeer hoge tol voor het overwinnen van die obstakels die achter het 'niemandsland' gebouwd waren. Prikkeldraad was moeilijk te vernietigen en machinegeweerstellingen werden vaak beschermd door pantserplaten of bunkers. De documentaire maakt duidelijk dat de naam 'tank' een verhullende naam van de Britten was om de nieuwe voertuigen aan te duiden. Die gepantserde rupsvoertuigen waren in staat prikkeldraad te overrijden, machinegeweren uit te schakelen en bunkers onschadelijk te maken met kanonnen. 'Little Willie' van 1915 was de eerste Britse (prototype) tank die de impuls gaf voor de ontwikkeling van nieuwe tankmodellen. De documentaire zoomt in op Britse tankmodellen zoals de bekende 'Mark'-series die leken op gepantserde 'boxen' met rupsbanden. In de ogen van de Duitse soldaat waren die tanks monsterlijke verschijningen die hun verdedigingslinies vernietigden. Toch kon de Duitse artillerie Britse tanks uitschakelen. Het opnemen tegen een Britse tank werd menig Duitse soldaat fataal. De Franse automobielproducent Renault ontwikkelde de eerste tank ter wereld met een draaibare koepel (Renault FT). Die tank was eigenlijk de voorloper van alle moderne tanks en was een stuk kleiner en lichter dan de meeste Britse tanks. De Renault FT modellen waren door hun afmetingen moeilijker te raken door Duitse artillerie en andere kanonnen en konden in grote aantallen geproduceerd worden. Mits de tanks ondersteund werden door infanterievuur en kanonnen, konden zij grote schade aanrichten en diepe bressen in vijandelijke linies slaan. De Duitse militaire staf was aanvankelijk sceptisch over de inzet van tanks, maar zag al snel het belang in van het nieuwe wapen en besloot een eigen tank te ontwikkelen. Die tank werd de 'A7V' Sturmpanzerwagen. Het was een gepantserde 'doos' op rupsbanden met machinegeweren en een 57mm kanon. De documentaire gaat in op het onvermogen van veel militairen hoe de tank in te zetten. Sommige pioniers zoals de Britse militair en militair-historicus J. F. C. Fuller (1878-1966), ontwikkelden theorieën over het gebruik van tanks. Tanks konden gebruikt worden als psychologische wapens om de vijand af te schrikken en te overrompelen. In andere landen ontwikkelden militairen ook theorieën hoe tanks te gebruiken. In Duitsland was dat vooral Heinz Guderian (1888-1954). Na de Eerste Wereldoorlog raakte de tankontwikkeling op de achtergrond en werd de infanterie weer gezien als belangrijkste aanvalswapen. De spanningen in Europa liepen op na het Verdrag van Versailles waarin stond dat Duitsland nog maar een klein leger van 100.000 man mocht hebben en hoge herstelbetalingen moest doen aan de geallieerde overwinnaars. De opkomst van Adolf Hitler (1889-1945) zorgde ervoor dat massaproductie van tanks in Duitsland plaatsvond. Tankmodellen zoals de PzKpfw I, PzKpfw II, PzKpfw III en PzKpfw IV werden in de dertiger jaren ontwikkeld. Die eerste tanks (PzKpfw I, PzKpfw II) waren vaak niets meer dan testmodellen in de zin dat ze licht gepantserd en bewapend waren. De middelzware, plusminus twintig ton wegende PzKpfw III en PzKpfw IV waren daarentegen beter gepantserd en bewapend. De samenwerking tussen Duitsland en de Sovjet-Unie, die plaatsvond vóór de opkomst van het Derde Rijk van Adolf Hitler wordt in de documentaire behandeld. Omdat de Sovjet-Unie door Hitler als een vijand werd gezien (zie Mein Kampf), stopte de samenwerking op tankgebied tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Tankontwikkeling vond plaats in Hitler-Duitsland in verschillende fabrieken waarbij gevechtservaringen van tankbemanningen doorslaggevend waren bij de verbetering van tanks. De Duitse inval in Polen (1939) en de Lage Landen en Frankrijk (1940) maakte duidelijk dat slimme tactieken het kunnen winnen in gevechten met kwalitatief sterkere tanks. De lichte Duitse tanks manoeuvreerden tussen en door de Ardennen en konden door hun snelheid gebieden snel veroveren. De samenwerking tussen de luchtmacht en de landmacht was daarbij essentieel. Ondanks het feit dat veel Duitse tanks zoals de PzKpfw I, PzKpfw II, PzKpfw III en PzKpfw IV wat betreft bewapening en bepantsering minder krachtig waren dan de beste Franse tanks (Char B1), konden zij door hun aantallen, radio uitrusting, training en tactieken, zegevieren. Uiteraard werden de Duitse tanks ondersteund door vliegtuigen en artillerie waarbij coördinatie essentieel was. De Duitse overwinning in West-Europa in 1940 zorgde er deels voor dat een gevoel van superioriteit bij Duitse soldaten (en militaire staf) ontstond. Dat beeld werd versterkt door Duitse propagandaposters, die de kracht van de Duitse tanks benadrukte. De Duitse aanval op de Sovjet-Unie in juni 1941 zorgde er echter voor dat het beeld van de onoverwinnelijke Duitse tanks werd aangetast (dat was overigens in Frankrijk al gebeurd door de confrontatie met sterke, goed gepantserde Franse tanks). Toch was de Sovjet T-34 tank de tank die de Wehrmacht en de Waffen-SS shockeerde door zijn vuurkracht, bepantsering en snelheid. Die Sovjettank was wat betreft vuurkracht en bepantsering de meerdere van alle Duitse tanks (Panzer I tot en met IV). Het was zeer frustrerend om te zien hoe Duitse tankgranaten tegen het T-34 pantser afketsten. Ondanks het feit dat het Duitse leger duizenden Sovjettanks vernietigde, was het vooral de T-34 tank (en de KV-1) die schade bij de Duitse tankeenheden veroorzaakte. Het Duitse antwoord op de T-34 verscheen in juli 1943 in de vorm van de PzKpfw V Panther. Een tank die wat betreft technische criteria (vuurkracht, bepantsering) sterker, maar ook complexer was dan de T-34 tank. 'Age of Tanks' gaat in op de iconische Duitse PzKpfw VI Tiger die dood en verderf zaaide aan het Oost- en Westfront. De standaard Amerikaanse M4 Sherman kon bijvoorbeeld, op grote afstand, weinig doen tegen die tank. Het grote pluspunt van zowel de T-34 als de M4 Sherman was het feit dat er duizenden exemplaren van werden gebouwd (50.000 tot 80.000). Zodoende konden beide tankmodellen de Duitse tanks overrompelen. De laat geïntroduceerde PzKpfw VIb Königstiger was weliswaar de sterkste tank van de Tweede Wereldoorlog (vuurkracht, bepantsering), maar was tevens duur en complex om te produceren, vrij traag, groot en verbruikte veel benzine. Van de 489 Tiger II tanks werd het merendeel vernietigd of achtergelaten door de Duitse tankbemanningen (uitval van onderdelen, mechanische mankementen, het ontbreken van reserveonderdelen of benzinetekort). De duizenden geallieerde tanks konden niet gestopt worden door enkele, wat betreft vuurkracht en bepantsering superieure Duitse tanks zoals de PzKpfw V Panther en de PzKpfw VI Tiger. De documentaire geeft een uitstekend beeld van de ontwikkeling van tanks tussen 1914 en nu. Afgezien van het behandelen van tanks uit de Eerste- en Tweede Wereldoorlog, gaat de documentaire uitgebreid in op de gebeurtenissen tijdens en na de Koude Oorlog (zoals de oorlog in Irak). De informatie die wordt gegeven is over het algemeen correct en het beeldmateriaal is goed uitgekozen. De historici en militairen weten de informatie goed over te brengen waarbij vaak verwezen wordt naar de ervaringen van ooggetuigen. Er worden over het algemeen geen landen of tanks verheerlijkt, zoals dat soms het geval is bij Amerikaanse of Russische documentaires (misschien afgezien van de M1 Abrams). Een historisch overzicht wordt gegeven waarbij sommige tankmodellen in technisch opzicht worden bekeken. Een minpunt van de afleveringen is wellicht het ontbreken van het uitgebreider inzoomen op afzonderlijke tanktypes, die soms een kleinere rol speelden, maar desondanks belangrijke tankmodellen waren (zoals de middelzware Duitse PzKpfw III, de middelzware Sovjet T-28 tank en de middelzware Amerikaanse M26 Pershing). Het is jammer dat er erg weinig aandacht besteed wordt aan de Duitse PzKpfw IV, die in feite de belangrijkste, en meest geproduceerde tank van Hitler-Duitsland was. Ook wordt niet uitgebreid ingegaan op de verbeterde M4 Sherman modellen zoals de M4A3E8 en de door de Britten gemodificeerde Sherman, de Sherman VC Firefly. Sommige strijdtonelen waarin tanks gebruikt werden, komen niet aan bod zoals de Vietnamoorlog. Desondanks is 'Age of Tanks' een uitstekende informatiebron voor geïnteresseerden, die meer willen weten over de historie en de politiek van de 20ste en 21ste eeuw en de rol van de tank! |
Beoordeling: | (Zeer goed) |