Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden verschillende landen antitankwapens zoals antitankkanonnen. De Duitse Wehrmacht en de Waffen-SS gebruikten antitankkanonnen (Panzerabwehrkanone) om tanks en andere gepantserde doelen te vernietigen. Bekend is dat de 3.7 cm Pak 35/36 (3.7 cm PaK 36), 5 cm PaK 38 en 7.5 cm PaK 40 ingezet werden. Vooral de 3.7 cm PaK 36 en 5 cm PaK 38 bleken op de lange termijn niet in staat tot op lange afstand goed gepantserde vijandelijke tanks te vernietigen. Om toch over voldoende antitankkanonnen te beschikken maakten Duitse troepen gebruik van veroverde kanonnen die vervolgens in bestaande Duitse affuiten werden gemonteerd. De 7.5 cm PaK 97/38 (7.5 cm Panzerabwehrkanone 97/38, oftewel 7.5-cm-Panzerjägerkanone 97/38) was min of meer een 'tussenoplossing' of improvisatie voordat nieuwere Duitse antitankkanonnen zoals de 7.5 cm PaK 40 op grotere schaal geproduceerd en ingezet werden.
De lopen van Franse 75mm veldkanonnen (mle.97/Canon de 75 modèle 1897) werden vanaf 1942 gemonteerd in 5 cm PaK 38 L/60 affuiten. Een beschrijving verscheen op 1 juli 1942 (D 184 - Vorläufige Gerätebeschreibung der 7.5 cm Panzerjägerkanone 97/38 (7.5 cm Pak 97/38). Een mondingsrem zorgde ervoor dat de terugslag werd gereduceerd en minder stress op het onderstel (affuit) werd uitgeoefend. Het kanon werd '7.5 cm PaK 97/38' genoemd (Frans 7.5 cm kanon in Duits 5 cm PaK 38 onderstel). Tot aan de herfst van 1942 waren 1.600 7.5 cm PaK 97/38 antitankkanonnen aan Duitse troepen geleverd. Een klein aantal (160 stuks) werd nog aan de troepen afgeleverd waarbij gebruik werd gemaakt van het 7.5 cm PaK 40 onderstel. De antitankkanonnen werden ingezet in Panzerjägerabteilungen van de infanterie en de tankeenheden (Panzerdivisionen). Ook waren Panzerjägerkompanien van de SS-Ordnungspolizei met het antitankkanon uitgerust. De vrij lichte 7.5 cm PaK 97/38 (1.190 kilogram) werd voortgetrokken door manschappen, door paarden of vanaf 1943 vooral door de Raupenschlepper Ost (R.S.O.). De prijs voor één 7.5 cm PaK 97/38 bedroeg 8.000 Rijksmark en de arbeidsduur bedroeg vier maanden. De richtoptiek was de 'Zieleinrichtung 38 3 x 8°'.
Aanvankelijk was slechts Poolse en Franse munitie beschikbaar voor de 7.5 cm PaK 97/38. De 75×350R 6.8 kilogram wegende projectielen (570m/s) van de Poolse pantsermunitie (7.5-cm-Kanonengranate Panzer (p) - poln. wz.1910 oftewel '7.5 cm K Gr Pz (p) konden tot op een afstand van vijfhonderd meter 58 mm staal doorboren. Tot op een afstand van honderd meter doorboorde die pantsergranaat 60 mm staal en tot op een afstand van anderhalve kilometer 50 mm staal bij een inslaghoek van zestig graden. Om de kracht van het antitankkanon te verbeteren besloten de Duitsers holle lading (Hohlladung) te gebruiken die in staat was dikker staal tot op lange afstand te doorboren. De 4.4 kilogram wegende projectielen (450m/s) van de 7.5-cm-Granatpatrone 38 HL/A (f) doorboorden ongeveer 70 tot 75 mm staal tot op een afstand van een kilometer of verder. De 4.57 kilogram wegende projectielen (450m/s) van de 7.5-cm-Granatpatrone 38 HL/B (f) konden tot op een afstand van een kilometer of verder 75 mm staal doorboren. De explosieve vulling van de holle lading woog 340 tot 345 gram.
Een derde type (7,5-cm-Granatpatrone 38 HL/C (f) oftewel '7.5 cm Gr 38/97 Hl/C' (f) doorboorde ongeveer 90 tot 100 mm staal. Nadeel van holle lading munitie was het feit dat het nagenoeg onmogelijk was doelen tot op lange afstand, vooral boven de 1.5 kilometer, te raken. Dat had met name te maken met de lage mondingssnelheid van de holle lading: ongeveer 450m/s. De Sovjet T-34 tank kon in theorie met holle lading tot op een kilometer of verder vernietigd worden (dat overigens bijna nooit voorkwam). In de praktijk kon het kanon met pantsergranaten de T-34 tank slechts tot op enkele honderden meters raken. Dat kwam ook door de verouderde constructie van de pantsergranaten. Uiteraard was de trefkans afhankelijk van het weer, de snelheid van de vijandelijke tank en de training van de bemanning. Opgemerkt dient te worden dat het effectieve bereik van het kanon met pantsergranaten en holle lading munitie rond de vijfhonderd meter lag. Afgezien van de genoemde munitiesoorten waren brisantgranaten beschikbaar tegen vijandelijke troepen of licht gepantserde voertuigen.
Vergeleken met de 7.5 cm PaK 40 was de 7.5 cm PaK 97/38 minder krachtig. De pantsergranaten konden minder dik staal doorboren en de holle lading was traag (450m/s). Daardoor moest het richten op een doel uiterst nauwkeurig worden uitgevoerd (de 7.5 cm PaK 40 had een vlakkere kogelbaan). Ondanks die feiten was het kanon met holle lading munitie in staat lichte, middelzware en zware tanks uit te schakelen.
Om de vooral vanaf 1941 aan het Oostfront ingezette goed gepantserde vijandelijke tanks te vernietigen ontwikkelden Duitse ingenieurs nieuwe antitankkanonnen met bijbehorende munitiesoorten. De eerste ontwikkelde antitankkanonnen zoals de 3.7 cm PaK 36 en de 5 cm PaK 38 bleken op de lange termijn te zwak om die goed gepantserde Sovjettanks tot op lange afstand te vernietigen. Daarom werden provisorische wapens ingezet. Niet alleen 8,8 cm luchtdoelgeschut (Flak), vliegtuigen en 10.5 cm artillerie werden gebruikt om tanks zoals de T-34 tank en de KV-1 te vernietigen, maar ook op veroverde vijandelijke kanonnen gebaseerd antitankgeschut. De 7.5 cm PaK 97/38 had met pantsermunitie onvoldoende penetratievermogen om het dikke KV-1 pantser tot op middellange of lange afstand te doorboren. De holle lading munitie was wel redelijk succesvol tegen tanks, afgezien van het gelimiteerde bereik van plusminus vijfhonderd meter. Een groot nadeel van het kanon was de grote terugslag na het vuren dat ervoor kon zorgen dat er op de lange termijn schade aan het onderstel, de wielen of het kanon ontstond. Inzetbare 7.5 cm PaK 97/38 kanonnen namen vanaf 1942 steeds verder af. Tot en met 1945 diende de 7.5 cm PaK 97/38 in het Duitse leger waarbij het wapen overschaduwd werd door krachtiger antitankgeschut zoals de in grote aantallen geproduceerde 7.5 cm PaK 40, de in kleine aantallen ingezette 7.5 cm PaK 41 en de zeer krachtige 8.8 cm PaK 43.
Kaliber: | 75mm |
Lengte: | 4.65 meter |
Lengte loop: | 2.72 meter |
Gewicht: | plusminus 1.190 kilogram |
Elevatie: | -8 en +25 graden |
Draaiing: | 60° |
Mondingssnelheid: | 450m/s (Granate 38 HL/B) |
Max. effectief bereik: | maximaal 11 kilometer (met brisant) |
Schoten per minuut: | 12 tot 14 |
Productie: | 3.712 stuks |