De USS Tulsa (PG 22) was een kanonneerboot welke dienst deed tussen 1923 en 1946. Het schip opereerde in het Caraïbische gebied, in China en het Verre Oosten. Na de Japanse verovering van de Filippijnen en Nederlands-Indië werd het schip in Australië een oefenschip voor onderzeeboten. Later in 1942 werd het schip aangewezen als PT-Boat Tender. Op 18 december 1944 werd het schip herdoopt met de naam USS Tacloban (PG-22). Het schip opereerde aan het eind van de Tweede Wereldoorlog rond Mindenao en bij Leyte. Na een korte aanwezigheid bij Okinawa werd de Tacloban via Pearl Harbor naar San Francisco teruggetrokken, waar het in maart 1946 uit de vaart werd genomen. Het schip werd in 1948 gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Charleston Naval Shipyard, North Charleston, South Carolina[1] |
9 december 1919[2] |
25 augustus 1922[3] |
3 december 1923[4] |
1948 |
Bouwnummer : |
||||
Data: |
Naam: |
|||
Indeling: |
3 december 1923 |
18 december 1944[5] |
USS Tulsa (PG-22 |
|
18 december 1944 |
6 maart 1946[6] |
USS Tacloban (PG-22) |
Op 19 december 1919 werd de kiel gelegd voor de USS Tulsa. Het schip van de Asheville-klasse (1913) was vernoemd naar de stad Tulsa in Oklahoma. Op 3 december 1923 werd het schip in dienst genomen onder tijdelijk bevel van Lieutenant Commander Robert M. Doyle jr. Het bevel werd op 14 december 1923 overgenomen door Commander MacGillivray Milne. Doyle werd toen Executive Officer[7]. De eerste operationele vaart van de USS Tulsa begon op 19 januari 1924[8] om in de Caraïben deel uit te gaan maken van Special Service Squadron. Hier opereerde het schip tussen augustus 1926 en december 1928 in Nicaragua.
Eind 1928 werd het schip overgeplaatst naar het Verre Oosten. Vanuit San Francisco vertrok de USS Tulsa op 24 januari 1929 via Honolulu en Guam naar Manila in de Filippijnen. Op 1 april 1929[9] werd ze aangewezen als vlaggenschip van South China Patrol, opererend vanuit Hong Kong en Guangzhou in China. In mei 1929 was het schip bij Guangzhou getuige van het Chinese marine- en luchtbombardement op de stad tijdens de Chinese burgeroorlog[10]. In juni 1929 werd de USS Tulsa als vlaggenschip afgelost door de USS Mindanao (PR-8), waarna het schip zich voegde bij de zogenaamde Yangtze Patrol, de bewakingseenheid van de Amerikanen op de rivier de Yangtze. Vanaf juli 1929 diende de USS Tulsa als mobiel informatieschip in Tientsin, China, voor de Commander in Chief, Asiatic Fleet (CINCAF)[11]. Eind jaren 1930 werd het schip toegevoegd aan de South China Patrol, opererend langs de Zuid-Chinese kust tijdens de Chinees-Japanse oorlog in juli 1937. Door de oorlogsdreiging in de Pacific besloot Admiraal C. Hart om de Amerikaanse aanwezigheid in de Chinese wateren te reduceren. USS Tulsa werd hierop in mei 1941 in de Filippijnen toegewezen aan de Inshore Patrol, een eenheid die de toegang tot de Baai van Manilla bewaakte[12].
Bij de Japanse aanval op Cavite, de basis van Asiatic Fleet in Manila, op 10 december 1941 coördineerde de USS Tulsa reddings- en brandblusoperaties. Om 19.00 uur beval ze al haar manschappen terug aan boord en voerde een kleine vloot aan, bestaande uit USS Tulsa, USS Asheville (PG-21), USS Lark (AM-21) en USS Whippoorwill (AM-35), op weg naar Balikpapan op Borneo, Nederlands-Indië[13]. Na een oponthoud in Makassar, Zuid-Sulawesi, vertrok ze naar Soerabaja op Java. Na de kerst van 1941 werd de USS Tulsa gestationeerd in Tjilatjap. Hier zou het schip worden uitgerust voor jungle guerrilla, waarvoor haar Mariniers een training ontvingen. Voor het schip hiervoor kon worden ingezet, ontving het orders om zich om te bouwen tot escorteschip voor konvooi escorte. Uitgerust met provisorische dieptebommenrekken patrouilleerde het schip langs de Zuidkust van Java.
Op 27 februari 1942 werd de USS Tulsa uitgezonden om te zoeken naar overlevenden van de tot zinken gebrachte Seaplane Tender USS Langley (AV-3). Deze waren echter al opgepikt door de USS Whipple (DD-217) en USS Edsall (DD-219). Rondvarend op 28 februari 1942 kwam de USS Tulsa terecht in het gebied waar de koopvaarder s.s. City of Manchester (1935) door de Japanse onderzeeboor I-53 (Ia) tot zinken was gebracht. Hier assisteerde het schip de USS Whippoorwill (AM-35) bij het redden van overlevenden. Beide schepen keerden hierop terug naar Tjilatjap richting Fremantle, Australië. Op 1 maart 1942 vertrokken USS Tulsa, USS Asheville (PG-21), USS Lark (AM-21) en USS Isabel (PY-10) vanuit Tjilatjap richting Fremantle, Australië[14]. Onderweg kreeg de USS Asheville problemen. Zij raakte achterop en werd door Japanse marineschepen tot zinken gebracht. De overige schepen wisten ternauwernood te ontkomen.
Na patrouillevaarten langs de Australische kust, werd de USS Tulsa in oktober 1942 in Sydney verbouwd. Het schip ontving hier een ASDIC installatie en Degaussing apparatuur. Tevens werd het schip uitgerust met aanvullend 20 mm luchtafweergeschut en een Y-Gun (dipetebommenwerper). Eind 1942 werd de USS Tulsa ingedeeld bij Submarine Forces, Southwest Pacific, opererend vanuit Brisbane, Australië. Hierbij werd het schip gebruikt als oefendoel voor onderzeeboten en oefenschip voor bovenwater aanvallen door onderzeebootcommandanten[15].
Vanaf november 1942, werd de USS Tulsa aangewezen als escorteschip voor PT-boten, opererend tussen Milne Bay op Nieuw-Guinea en Cairns in Australië. Bij de vestiging van de PT-basis te Kona Kope, werd dit tevens haar thuisbasis. Gedurende 1943 opereerde de USS Tulsa als PT-Boat Tender waarbij het tevens opereerde als escorteschip en zelfs als vlaggenschip van de US 7th Fleet bij operaties. In december 1943 werd het schip volledig gereviseerd. Op 8 januari 1944 vertrok de USS Tulsa uit Milne Bay met op sleeptouw een brandstofbarge. Hier voegde het zich bij de schepen HMAS Arunta (I30), USS LST-453 en m.v. Mulcra (1925) van Task Unit 76.5.3, waarbij het diende als hoofdkwartier voor de Task Units Commanding Officer, Captain Bern C. Anderson[16]. De USS Tulsa nam hierna deel aan de aanval op Hollandia op 26 april 1944, de landing Wakde, West Papua op 17 mei 1944 en arriveerde in november 1944 weer in de Filippijnen.
Hier was het dat de USS Tulsa op 18 december 1944 werd hernoemd tot USS Tacloban (PG-22). Dit werd gedaan om de naam Tulsa vrij te maken voor een nieuw te bouwen kruiser USS Tulsa (CA-129)[17]. Dit schip werd uiteindelijk door het einde van de oorlog niet meer gebouwd.
Als USS Tulsa nam het schip in ieder geval deel aan de volgende konvooidiensten:
Konvooi: |
Route: |
Data: |
TN 37 |
Townsville - Fall River |
19 februari 1943 - 23 februari
1943 |
TN 45 |
Townsville - Fall River |
4 maart 1943 - 7 maart 1943 |
NT 19 |
Port Moresby - Townsville |
21 juni 1943 - 23 juni 1943 |
Technische gegevens: |
||
Naam: | USS Tulsa |
|
Callsign/Registratie: |
PG-22 |
|
Bouwer: |
Charleston Naval Shipyard, North
Charleston, South Carolina |
|
Bouwnummer: |
||
Type/Klasse: |
Kanonneerboot / Asheville-klasse (1913) |
|
Waterverplaatsing: |
1.575 BRT[18] |
|
Lengte: |
73,51 m[19] |
|
Breedte: |
12,55 m[20] |
|
Diepgang: |
3,45 m[21] |
|
Aandrijving: |
3 × Thornycroft Bureau Modified
stoomboilers 800 shp (600 kW) 1 × Parsons stoomturbine 1 × propeller |
|
Snelheid: |
12 knopen ( 22 km/u) |
|
Bewapening: |
3 x 4 in (100 mm)/50 cal gun
mounts 2 × 3-pounder (47 mm) guns 2 × 1-pounder (37 mm) guns 4 x .30 Lewis MG 2 portable 75mm landing/infantry guns |
|
Bemanning: |
159 |
Robert
Morris Doyle Jr. |
Lieutenant Commander |
3 december 1923 |
14 december 1923 |
MacGillivray Milne |
Commander |
14 december 1923 |
april 1925 |
Harry Earl Shoemaker |
Commander |
11 april 1925 |
augustus 1926 |
Isaac Crabell Bogart |
Commander |
7 augustus 1926 |
augustus 1927 |
Charles
Paul McFeathers |
Lieutenant Commander |
1 augustus 1927 |
september 1927 |
William Thomas Mallison |
Commander |
23 september 1927 |
juni 1928 |
James Parker |
Commander |
27 juni 1928 |
juli 1928 |
Charles
Paul McFeathers |
Lieutenant Commander |
28 juli 1928 |
augustus 1928 |
Walter Broadman Decker |
Commander |
21 augustus 1928 |
juli 1930 |
Paul Hildreth Rice |
Commander |
22 juli 1930 |
juni 1932 |
Frederick George
Reinicke |
Commander |
17 juni 1932 |
december 1934 |
John Horace Everson |
Commander |
17 december 1934 |
augustus 1935 |
Howard Douglas Bode |
Commander |
13 augustus 1935 |
augustus 1937 |
Paul Augustus Stevens |
Commander |
14 augustus 1937 |
juni 1939 |
Roswell Hadfield Blair |
Commander | 10 juni 1939 |
januari 1940 |
Lester Jay Hudson |
Commander |
12 januari 1940 |
1941 |
Tillet
Sharpe Daniel |
Lieutenant Commander |
1941 |
januari 1942 |
William Baxter Porter |
Lieutenant |
januari 1942 |
mei 1943 |
John Voorhees Cameron |
Lieutenant |
25 mei 1943 |
oktober 1943 |
Joseph C.
Snyder |
Lieutenant Commander |
25 oktober 1943 |
maart 1944 |
Henry A.
Peckham |
Lieutenant Commander |
31 maart 1944 |
1945 |
Op 18 december 1944, werd de USS Tulsa (PG-22) hernoemd tot USS Tacloban (PG 22)[22]. Tacloban was de naam van een stad op het eiland Leyte en werd gebruikt als eerbetoon voor de Amerikaanse strijdkrachten die aldaar twee maanden eerder strijd hadden geleverd[23].
De USS Tacloban werd toegevoegd aan de Local Defense Force, Macajalar Bay aan de Noordwestkust van Mindenao. Op 26 augustus 1945 werd het schip naar Leyte gezonden waar het orders kreeg zich te voegen bij de USCGC Ingham (WPG-35) en USS LCI(R)-230 in de Bruckner Baai te Okinawa[24]. Onderweg hiernaartoe ondervond het schip op 7 september 1945 problemen met de aandrijving en kon ze niet aan operaties meewerken. Na reparaties te Okinawa, trok het schip naar Pearl Harbor, waar het op 18 december 1945 aankwam[25].
Vanuit Pearl Harbor werd de USS Tacloban naar San Francisco gestuurd, waar het op 10 januari 1946 aankwam[26]. Op 6 maart 1946 werd het schip uit de vaart genomen en op 17 april 1946 van de Navy List geschrapt[27]. Overgedragen aan de War Shipping Administration, Maritime Commission op 12 oktober 1946 werd het schip uiteindelijk in 1948 verschroot[28].
Technische gegevens: |
||
Naam: | USS Tacloban |
|
Callsign/Registratie: |
PG-22 |
|
Bouwer: |
Charleston Naval Shipyard, North
Charleston, South Carolina |
|
Bouwnummer: |
||
Type/Klasse: |
Kanonneerboot / Asheville-klasse (1913) |
|
Waterverplaatsing: |
1.575 BRT |
|
Lengte: |
73,51 m |
|
Breedte: |
12,55 m |
|
Diepgang: |
3,45 m |
|
Aandrijving: |
3 × Thornycroft Bureau Modified
stoomboilers 800 shp (600 kW) 1 × Parsons stoomturbine 1 × propeller |
|
Snelheid: |
12 knopen ( 22 km/u) |
|
Bewapening: |
5× 3 inch (76,2 mm)/50 caliber
dual purpose geschut 6x 20 mm Mk 4 6x .50 cal Browning machinegeweren 4x dieptebommenwerper K-Guns |
|
Bemanning: |
194 |
Henry A.
Peckham |
Lieutenant Commander |
31 maart 1944 |
1945 |
Frank A. Zimmerman |
Lieutenant |
1945 |