TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

De USS Edsall (DD-219), was een Clemson-klasse torpedobootjager. Het schip bevond zich in de buurt van Nederlands-Indië toen Japan de haven Pearl Harbor aanviel. Het was aanwezig toen de USS Langley (AV-3) dusdanig werd beschadigd dat het moest worden afgezonken en viel op 1 maart 1942 zelf ten prooi aan een overmacht van Japanse oppervlakteschepen.

Definitielijst

torpedobootjager
(Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

Gegevens


USS Edsall, begin jaren 1920 Bron: Naval Historical Center NH 93146
Gebouwd door:
Kiel gelegd:
Te waterlating:
In dienst:
Einde:
William Cramp & Sons,
Philadelphia[1]
15 september 1919[2]
29 juli 1920[3]
26 november 1920[4]
1 maart 1942 (gezonken)[5]
Bouwnummer : 485[6]





Indeling:
Datum in:
Datum uit:



26 november 1920

U.S. Navy

28 juni 1922[7]

Destroyer Division 39[8], U.S. Naval Detachment in Turkish Waters

3 januari 1925[9]
1 maart 1942
Destroyer Squadron 29[10], U.S. Asiatic Fleet

Geschiedenis

De USS Edsall was gebouwd bij William Cramp and Sons in Philadelphia. Het was één van de vier schepen welke deze scheepswerf mocht bouwen en bestemd waren voor Destroyer Division 57 welke geplaatst zou worden binnen Destroyer Squadron 29[11]. De vier schepen binnen deze divisie waren USS Edsall, USS Stewart (DD-224), USS Pope (DD-225) en USS Peary (DD-226). Het schip werd op 29 juli 1920 te water gelaten. De tewaterlating vond plaats door Mrs. Bessie Edsall Bracey, de zus van de naamgever van het schip Seaman Norman Eckley Edsall. Op 26 november 1920 werd de Edsall in dienst genomen onder bevel van Commander Arthur H. Rice[12].

De USS Edsall had een standaard Clemson-klasse bewapening van vier Mk 9/5 101.6mm/50 kaliber geschut waarvan er één op de voorplecht was gesitueerd, twee aan weerszijden van de schoorstenen en één op het achterste dekhuis[13]. Voor de brug was een stuk Mk 14, 76,2 mm/23 kaliber luchtafweergeschut geplaatst[14]. Naast deze vaste bewapening had de Edsall nog drie .30 kaliner Model 1917 machinegeweren, drie .30 kaliber Model 1918 BAR's aan boord die ook op het schip gemonteerd konden worden. Voor persoonlijke bewapening van de manschappen had het schip .45 kaliber Colt Model 1911 pistolen en .30 kaliber Springfield Model 1903 geweren aan boord[15].

Op 6 december 1920 volgde een proefvaart naar San Diego, waar het schip op 11 januari 1921 aankwam. Tot december van dat jaar verbleef de Edsall met als thuishaven San Diego voor training en opleiding van de bemanning. Op 28 december werd de ligplaats verlegd naar Charleston[16]. Op 26 mei 1922 vertrok de USS Edsall naar het Middellandse Zee gebied.[17]

Op 28 juni 1922[18] werd Constantinopel bereikt en voegde het schip zich bij het U.S. Naval Detachment in Turkish Waters. Dit detachement was in het Midden-Oosten aanwezig om daar de Amerikaanse belangen en Amerikanen zelf te beschermen in een onrustig gebied. Op 14 september 1922[19] evacueerde de Edsall Griekse inwoners van Smyrna nadat Turken deze stad in brand staken. Nadat de Grieken in veiligheid waren gebracht keerde de Edsall terug naar Smyrna en werd aldaar het vlaggenschip van de U.S. Navy in de haven. In de periode daarna werden diverse evacuaties uitgevoerd van en naar verschillende steden in het gebied. De USS Edsall verbleef in het Middellandse Zee gebied tot het op 26 juli 1924[20] in Boston aankwam voor onderhoud.


USS Edsall in Smyrna, 1922 Bron: US Navy photo

Op 3 januari 1925 vertrok het uit Boston om zich bij het Asiatic Station te voegen. Via Guantanamo Bay, San Diego en Pearl Harbor, werd op 22 juni 1925 Shanghai bereikt[21]. Haar rol in het Verre Oosten werd dezelfde als in de Middellandse Zee, de bescherming van Amerikaanse belangen en levens. Hiertoe begaf de Edsall zich regelmatig richting het Chinese vasteland tijdens de Chinees-Japanse Oorlog. In deze periode moet aanvullend .50 luchtafweergeschut zijn aangebracht op het schip[22].

Toen de Japanse vloot Pearl Harbor aanviel op 7 december 1941, maakte de Edsall zich met Destroyer Division 57 gereed om in actie te komen ter bescherming van de oliehaven Balikpapan in het Zuidoosten van Borneo. Haar eerste opdracht was het ophalen van een Britse liaison officier om vervolgens een zoektocht uit te voeren naar overlevenden van de Britse schepen HMS Prince of Wales (53) en HMS Repulse (34)[23].


USS Edsall (DD-219) en USAT Willard A. Holbrook, 15 februari 1942 Bron: Australian War Memorial, Photo No. 302624

Op 20 januari 1942, terwijl het schip escortediensten uitvoerde, bracht de Edsall, samen met drie Australische korvetten, de Japanse onderzeeboot I-124 tot zinken nabij Darwin[24]. Tijdens een ander aanval op een onderzeeboot op 19 februari 1942, raakte het schip licht beschadigd door het vroegtijdig exploderen van een eigen dieptebom. Op 26 februari vertrok de Edsall uit Tjilatjap om zich bij het vliegtuigmoederschip USS Langley (AV-3) te voegen en deze samen met de USS Whipple (DD-217) naar Java te escorteren[25]. Tijdens deze escorte werden de schepen op 27 februari aangevallen door negen tweemotorige Japanse bommenwerpers. De Langley werd hierbij dusdanig beschadigd dat het tot zinken moest worden gebracht. De beide torpedobootjagers namen de overlevenden van de Langley aan boord.


USS Edsall en de USS Langley, gezien vanaf de USS Whipple Bron: US Navy photo

Op 1 maart leverde de USS Edsall de overlevenden af bij de USS Pecos (AO-6)[26] en vertrok weer richting Tjilatjap. Tijdens deze tocht werd de Edsall opgemerkt door een Japans smaldeel met de slagschepen Hiei (1914) en Kirishima (1915). Hoewel het schip zich dapper verweerde, brachten de Japanse schepen de USS Edsall in de middag van 1 maart 1942 tot zinken.


USS Edsall onder vuur van de Hiei en Kirishima Bron: Japanse propagandafilm

Voor haar inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving de USS Edsall de vaandel voor de Asiatic-Pacific Campaign Medal met twee campagnesterren[27].

Definitielijst

dieptebom
Een projectiel met een grote hoeveelheid springstof, dat vanaf schepen en vliegtuigen wordt afgeworpen naar onder water varende onderzeeboten. De dieptebom veroorzaakt een grote schokgolf in het water, die zoveel schade aan de onderzeeboot kan toebrengen dat hij zinkt of gedwongen wordt boven water te komen.
divisie
Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
kaliber
De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
smaldeel
Deel van een oorlogsvloot die zelfstandig opereert.

Technische gegevens


 Naam: USS Edsall

 Callsign/Registratie:
NUPM / DD-219

 Bouwer:
William Cramp & Sons,
Philadelphia

 Bouwnummer:
485

 Type/Klasse:
Torpedobootjager / Clemson-klasse

 Waterverplaatsing:
1.190 t (standaard)[28]
1.310t (maximaal)[29]

 Lengte:
95,86 meter[30]

 Breedte:
9,72 meter[31]

 Diepgang:
2,83 meter[32]

 Aandrijving:
4x boilers, 300 psi (2,100 kPa)
2 geschakelde stoomturbines
27,600 hp (20,600 kW)
2 schachten

 Snelheid:
35 knopen (64,82 km/h)

 Bereik:
9.260 km (bij 14 knopen)[33]

 Bewapening:
4x 101,6 mm/50 kaliber Mk 9/5 geschut[34]
1x 76,2 mm/23 kaliber Mk 14 luchtafweergeschut[35]
4x3 53,34 cm torpedolanceerbuizen[36]

 Bemanning
101[37]

Definitielijst

kaliber
De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
Torpedobootjager
(Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

Commanding Officers

Commander Arthur Hopkins Rice (Kapitein-luitenant ter zee)
26 november 1920
Commander Halsey Powell (Kapitein-luitenant ter zee)
14 juni 1921
Lieutenant Commander Harry Robert Bougush (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
13 september 1921
Lieutenant Commander William Callender Irving Stiles (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
19 november 1921
Lieutenant Commander Robert Todd Young (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
mei 1923
Lieutenant Commander Lemuel Earl Lindsay (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
14 december 1924
Lieutenant Maxwell Boehn Saben (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie)
3 september 1927
Commander Jules James (Kapitein-luitenant ter zee)
23 oktober 1927
Lieutenant Commander Thomas Cross Singluff (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
13 augustus 1928
Lieutenant Commander Byron Scott Dague (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
20 juni 1930
Lieutenant Commander Bruce Pepper Flood (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
19 april 1932
Lieutenant Commander Walker Cochran (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
25 november 1932
Lieutenant Commander Frederick Dodge Powers (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
12 juli 1933
Lieutenant Andrew Mack Parks (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie)
9 april 1935
Lieutenant Commander Charles Adams Baker (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
15 mei 1935
Lieutenant William Schuetze Veeder (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie)
10 maart 1937
Lieutenant Commander Charles Adams Baker (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
15 april 1937
Commander Frederick Sears Conner (Kapitein-luitenant ter zee)
21 februari 1938
Lieutenant Commander Abel Charles Jules Sabalot (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
9 mei 1939
Lieutenant Commander Edwin Mason Crouch (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
24 mei 1940
Lieutenant Commander Joshua James Nix (Luitenant ter zee der 1ste klasse)
13 oktober 1941 - 1 maart 1942

Noten

  1. Cramp Shipbuilding / Shipbuilding History
  2. Kehn, 2009, pag. 16
  3. Anderson, 1963, pag. 327
  4. Cramp Shipbuilding / Shipbuilding History
  5. Anderson, 1963, pag. 328
  6. Cramp Shipbuilding / Shipbuilding History
  7. Anderson, 1963, pag. 327
  8. Kehn, 2009, pag. 19
  9. Anderson, 1963, pag. 327
  10. Kehn, 2009, pag. 2
  11. Kehn, 2009, pag. 16
  12. Anderson, 1963, pag. 327
  13. Kehn, 2009, pag. 13
  14. Kehn, 2009, pag. 14
  15. Kehn, 2009, pag. 14
  16. Kehn, 2009, pag. 17
  17. Anderson, 1963, pag. 327
  18. Anderson, 1963, pag. 327
  19. Anderson, 1963, pag. 327
  20. Anderson, 1963, pag. 328
  21. Anderson, 1963, pag. 328
  22. Kehn, 2009, pag. 14
  23. Anderson, 1963, pag. 328
  24. Anderson, 1963, pag. 328
  25. Cox, 2015, pag. 271
  26. Anderson, 1963, pag. 328
  27. Anderson, 1963, pag. 328
  28. Anderson, 1963, pag. 327
  29. Kehn, 2009, pag. 13
  30. Anderson, 1963, pag. 327
  31. Anderson, 1963, pag. 327
  32. Anderson, 1963, pag. 327
  33. Kehn, 2009, pag. 13
  34. Kehn, 2009, pag. 13
  35. Kehn, 2009, pag. 14
  36. Anderson, 1963, pag. 327
  37. Anderson, 1963, pag. 327

Informatie

Artikel door:
Wilco Vermeer
Geplaatst op:
24-07-2021
Laatst gewijzigd:
05-10-2022
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde boeken

A Blue Sea of Blood
Rising Sun, Falling Skies