De Asheville-klasse Kanonneerboten werden tussen 1917 en 1919 gebouwd en door de US Navy ingezet tijdens diverse kleinere conflicten in Centraal Amerika, de Pacific en Azië. De kleine schepen waren gebaseerd op de USS Sacramento (PG-19). Beide schepen namen deel aan de South China Patrol. Bij het uitbreken van de oorlog met Japan in december 1941, werden de schepen ingezet als konvooi escorte. De USS Asheville ging tijdens de strijd verloren, USS Tulsa werd in 1944 nog hernoemd tot USS Tacloban.
Naam: |
Gegevens: |
USS Asheville (PG-21) |
4 juli 1918[1]: tewatergelaten 6 juli 1920: in dienst gesteld 3 maart 1942[2]: waarschijnlijk gezonken 8 mei 1942: uitgeschreven na verdwijning |
USS Tulsa (PG-22) |
25 augustus 1922[3]:tewatergelaten 3 december 1923: in dienst gesteld 18 december 1944[4]: hernoemd USS Tacloban |
USS Tacloban (PG-22) |
18 december 1944: naamgeving 6 maart 1946: uit dienst genomen 17 april 1946: uitgeschreven 1948: gesloopt |
De Asheville-klasse kanonneerboten werden gebaseerd op de USS Sacramento (PG-19), een in 1914 gebouwde kanonneerboot[5]. Dit schip was in de jaren 1910 ontwikkeld onder invloed van de toenmalige budgetbeperkingen. Hierdoor was het schip sterk onder bewapend voor haar soort. De specificaties voor de nieuwe kanonneerboten werden in 1913 opgesteld en gepland voor 1914. Door onenigheid tussen de General Board for specifications en het Bureau of Ordnance over de toepasbaarheid van het geschut en met name het kaliber, werd in 1914 en 1915 geen opdracht uitgevaardigd.[6] Uiteindelijk werd in oktober 1915 een opdracht uitgevaardigd voor de bouw van twee kanonneerboten. De nieuwe schepen werden met ruim vier meter verlengd ten opzichte van de USS Sacramento en konden hierdoor beter bewapend worden. Het bereik werd sterk verbeterd met een verdubbeling tot 15.000 km bij 10 knopen[7]. Er werden twee schepen besteld, de USS Asheville (PG-21) onder het bouwprogramma van 1917 en de USS Tulsa (PG-22) te bouwen in 1918.
De Asheville-klasse kregen een lengte van 69 meter op de waterlinie en een totale lengte van 73,51 meter. De breedtestraal werd 12,57 meter en de diepgang 3,45 meter bij een tonnage van 1.575 BRT[8]. Qua bemanning werd rekening gehouden met 159 manschappen. Voor de aandrijving werd gekozen voor een Parsons turbine met enkele schroef. Drie Thornycroft stoom aangedreven boilers verzorgden de energievoorziening. Met 850 Pk kon zo een snelheid van 12 knopen (22 km/u) worden bereikt met een kruisafstand van 3700 km[9]. De bewapening bestond uit drie 4 inch (100mm) 50 Cal geschut, één op de boeg en twee op het achterschip. Ter aanvulling waren twee 3-ponder 47 mm kanonnen, twee 1-ponder 37 mm kanonnen en vier .30 Lewis machinegeweren aangebracht[10].
Beide schepen namen deel aan diverse kleinere conflicten gedurende het Interbellum tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog en bevonden zich beide in het Verre oosten toen de Tweede Wereldoorlog op 7 december 1941 uitbrak. USS Asheville (PG-21) vertrok op 1 maart 1942 vanuit Nederlands-Indië in de richting van Australië en kreeg machineproblemen onderweg. Het schip werd, na de Slag in de Javazee, op 3 maart 1942 onderschept door de Japanse torpedobootjagers Arashi (1940), Nowaki (1940) en de Japanse zware kruiser Maya (1930) en tot zinken gebracht.[11]. De USS Tulsa (PG-22) opereerde voornamelijk rond Nieuw Guinea en kreeg op 18 december 1944 de nieuwe naam USS Tacloban (PG-22) waarmee het schip de oorlog uitdiende.
Technische gegevens bij bouw: |
||
Klasse: | Asheville-klasse |
|
Aantal in klasse: |
2 |
|
Land: |
Verenigde Staten |
|
Type: |
Kanonneerboten |
|
Waterverplaatsing: |
1.575 BRT |
|
Lengte: |
73,51 m[12] |
|
Breedte: |
12,57 m[13] |
|
Diepgang: |
3,45 m[14] |
|
Aandrijving: |
3 × Thornycroft Bureau stoom
boilers |
|
Snelheid: |
12 knopen (22 km/u) |
|
Bewapening: |
3× 4 inch (102 mm) / 50 caliber
geschut 2× 3-ponder geschut[15] 2× 1-ponder 37 mm geschut 4× .30 Lewis machinegeweren |
|
Bemanning: |
159 |