Op 26 februari 1945 werd het 1e beleg door het 3e Wit-Russische Front opgeheven op bevel van ‘STAVKA’; op 20 februari 1945 werd namelijk het beleg doorbroken in de sector van het Sovjet 39e Leger door een tegenoffensief van het Duitse garnizoen in Königsberg en de XXVII. Korps. Het 3e Wit-Russische Front kreeg een maand de tijd om zijn legers te herorganiseren en verzetshaarden op te rollen alvorens het offensief tegen Königsberg te hervatten. Voor het complete artikel over het 1e beleg van Königsberg wordt verwezen naar het artikel ‘Eerste slag om Königsberg’.
Midden februari 1945 waren 1,300,000 van de 2,300,000 Oost-Pruisische burgers geëvacueerd. Ongeveer de helft van de 1,000,000 achterblijvers was lid van de Volkssturm en de andere helft werd in de Wehrmacht geabsorbeerd. In totaal zouden 2.500.000 burgers en soldaten tussen januari en april 1945 via de zee geëvacueerd worden. Daarvan verlieten ongeveer 450.000 mensen de Oostzeehaven van Pillau (nu het Russische Baltijsk).
In de drie weken nadat het 1e beleg was doorbroken verlieten 100.000 burgers en vluchtelingen Königsberg via Metgethen om via Pillau Oost-Pruisen te verlaten. Zij werden blootgesteld aan voortdurend Sovjet-artillerievuur. In Peyse werd een kamp gecreëerd voor de wachtende vluchtelingen. Na het beleg werd het openbare leven in Königsberg hervat. De artilleriebarrages en luchtaanvallen op de stad zelf waren gestopt en Königsberg werd met de dag voller door terugkerende burgers van het platteland en terugtrekkende Duitse soldaten. Water, gas en elektriciteit waren weer beschikbaar en restaurants en bioscopen werden heropend. Zelfs de dierentuin begon weer bezoekers te trekken.
Op 1 maart 1945 bevonden de volgende Duitse eenheden in Oost-Pruisen:
2.Armee | Eenheden | |
XXVII. Armeekorps | 35., 73., 251. Infanterie Division | |
XXIII. Armeekorps | 23., 83., 252. Infanterie Division, 337., 542. Volksgrenadier Division | |
XXXXVI. Armeekorps | 227., 389. Infanterie Division, 4. Panzer Division | |
VII. Panzerkorps | 4. SS-Polizei Panzergrenadier Division, 7. Panzer Division | |
Kampfgruppe “Von Rappard” | 7. Infanterie Division | |
XVIII Gebirgskorps | 32., 215. Infanterie Division | |
Armee | Stab XX. Armeekorps, Festung Graudenz, 203. Infanterie Division, 547., 549. Volksgrenadier Division, Stab LV. Armeekorps | |
4. Armee | ||
XXXXI. Panzerkorps | 50. , 170. Infanterie Division, 605. Division & Gruppe “Hauser” | |
VI. Armeekorps | 61., 131. Infanterie Division, 18. Panzer Grenadier Division, 541. Volksgrenadier Division | |
Fallschirm Panzerkorps “Hermann Göring” | Panzer Division “Großdeutschland”, Fallschirm Panzergrenadier Division “Hermann Göring” 2, 24. Panzer Division, 562. Volksgrenadier Division | |
XX. Armeekorps | 21., 102., 129., 292. Infanterie Division, 558. Volksgrenadier Division | |
Kommandant “Frische Nehrung” | Stab 129. Infanterie Division | |
Festung Königsberg | 69., 367. Infanterie Division, 561. Volksgrenadier Division |
Halverwege maart 1945 begon het Rode Leger met de voorbereiding van de laatste aanval op Königsberg. De aanval zou één van de grootste en meest moeilijke stedelijke aanvallen door het Rode Leger worden. Luchtverkenning toonde aan hoe effectief de door de Duitsers in de laatste paar maanden getroffen voorbereidingen waren ter verdediging van Königsberg de krachtige (doch oude) forten, talrijke mitrailleursnesten en schuttersputjes en sterke gefortificeerde gebouwen vormden een enorme uitdaging voor de aanvallers. De stad had drie verdedigingslinies; De buitenste linie bestond uit vijftien 19e eeuwse forten, een tweede linie rondom de buitenwijken en een laatste verdedigingslinie ter verdediging van de binnenstad. Tussen februari en maart had de stad vier nieuwe divisies gekregen ter versterking.
Maarschalk Aleksandr M. Vasilevsky (de bevelhebber van de operatie) had van de STAVKA toestemming gekregen om alle vliegtuigen en zwarte artillerie in Oost-Pruisen voor de aanval in te zetten. Het plan van het Rode Leger bestond uit drie fases: De vernietiging van de 4. Armee, de aanval op Königsberg zelf en uiteindelijk de vernietiging van de Duitse troepen op het Samland- schiereiland.
STUG 40: | 36+ |
Panzerkampfwagen IV: | 21 |
Panzerkampfwagen V: | 22 |
Panzerkampfwagen VI: | 28 |
Panzer IV/70: | 5 |
Hetzer: | 10 |
Op het Samland- schiereiland werd de 4. Armee bestookt met aanvallen vanuit de lucht. Adolf Hitler weigerde dit leger te evacueren en hield het daar tot 26 maart 1945, wat ten koste ging van duizenden mensenlevens. Het volgende schema geeft een overzicht van de gemechaniseerde sterkte van het 3e Wit-Russische Front op 23 maart 1945:
Operationeel: | 446 |
Reserve: | 152 |
Reparatie: | 61 |
Geëvacueerd: | 12 |
Totaal: | 671 |
Eind maart richtte het Rode Leger weer haar volledige aandacht op Königsberg. Zo werd de stad ‘geplaagd’ door laagvliegende vliegtuigen die via luidsprekers de verdedigers van de stad aanspraken. Een veelgebruikte boodschap in die dagen was:
“Mannen van de Volkssturm, ga naar huis! Wij zullen jullie niks aandoen, grootvaders. Gooi jullie wapens weg.”
Het volgende schema geeft een overzicht van de materiele verliezen van het 3e Wit-Russische Front tussen 13 januari en 27 maart 1945.
T-34 | IS-2 | ISU-122/152 | SU-85/SU-100 | SU-76M | Sherman M4A2/Valentine | Totaal | ||
Door toedoen van.. | ||||||||
Artillerie/panzerfaust: | 1236 | 284 | 414 | 159 | 604 | 8 | 2705 | |
Mijnen: | 62 | 27 | 45 | 6 | 53 | 5 | 198 | |
Vliegtuigen: | 3 | 1 | 1 | - | 1 | - | 6 | |
Beschadigd: | 166 | 41 | 87 | 19 | 65 | 4 | 382 | |
Totaal: | 1467 | 353 | 547 | 184 | 723 | 17 | 3291 |
Van dit totaal aantal verloren voertuigen waren 551 T-34's, 79 IS-2's, 168 ISU-122/ ISU-152's, 57 SU-85/ SU-100's, 330 SU-76M's en 4 Sherman M4A2/ Valentine's niet meer te redden.
Het 3e Wit-Russische Front had 137.000 troepen, 530 tanks en 2.400 vliegtuigen. Het Duitse garnizoen van Königsberg bestond uit 35.000 manschappen (de Volkssturm niet meegerekend) en 50 tanks. In totaal zouden 130.000 Duitse soldaten, 4000 artilleriestukken en mortieren, 108 tanks en 170 vliegtuigen betrokken worden bij de slag. De Duitse verdedigers hadden slechts genoeg munitie voor één dag vechten en ook de Flak-batterijen hadden te kampen met munitiegebrek. Daarnaast hadden de Duitse verdedigers een gebrek aan wapens en getraind bevelvoerend personeel.
“De stad veranderde in een ruïne en brandde. De Duitse posities werden verpletterd, de loopgraven omgeploegd, verdedigingswerken met de grond gelijk gemaakt, compagnies bedolven, het signaalsysteem uit elkaar gereten en de munitiedepots vernietigd. Wolken van rook hing boven de restanten van de huizen in de binnenstad. Op de straten lag fragmenten van metselwerk, kapotgeschoten voertuigen en de lijken van paarden en mensen.”
Op dat moment bevonden zich 130.000 burgers in de stad en moesten doorstaan wat Generaloberst Lasch beschreef als het “ware gezicht van horror”. De Duitse communicatie werd door toedoen van het bombardement gesmoord en de vitale zones overrompeld door de Sovjet-troepen. Niet één Duitse jachtvliegtuig kon ingezet worden tegen de Sovjet-luchtmacht. Ondanks de Sovjet-barrages en smeekbeden van de burgerbevolking om de wapens neer te leggen, bleven de Duitse verdedigers wanhopig de stad verdedigen. Rond 12 uur in de middag bereikte de Sovjet-stoottroepen de tweede verdedigingslinie, waar zij op meer weerstand stuitten. Drie uur later werd deze linie op verschillende plaatsen doorbroken met hulp van reservetroepen. Om 2 uur in de middag waren fort IV “Gneisenau”, V “Friedrich Wilhelm III” en Va “Lehnhof” omsingeld, was het Bajdrittendistrict veroverd en braken er gevechten uit in Nojhufen en Charlottenburg. In de zuidelijke sector werd het hardst gevochten om Fort VIII, dat ondanks de zware artilleriebarrage elke poging van de Sovjet-troepen om het fort in de middag in te nemen wist af te slaan. Pas rond het begin van de avond slaagden het Rode Leger erin om de gracht te bereiken en begonnen zij explosieven in te zetten om de dikke muren te doorbreken. Het 3e Wit-Russische Front werd in de namiddag gehinderd in de noordelijke sector door tegenaanvallen van de XXVIII. Armeekorps. In de avond van 6 april waren de troepen van het 2e Garde Leger en 43e Leger al in de stad gedrongen en was het treinstation naar Pillau veroverd. De Volkssturm in de stad was uit elkaar gevallen. Die gehele nacht bleven de gevechten aanhouden. Het Duitse leger lanceerde een aantal onsuccesvolle tegenaanvallen, gebruik makend van de laatste reserves. De KNVD (de Sovjet-geheime dienst) was uiterst alert op Duitse soldaten die de omsingelde stad probeerde te ontglippen in civiele kleding.
De verliezen van het 3e Wit-Russische Front op 6 april 1945 tijdens de slag waren als volgt:
Gesneuveld: | 1.840 |
Gewond: | 6.830 |
Totaal: | 8.670 |
De volgende dag was Königsberg gehuld in dichte rook, maar dat weerhield de Sovjets er niet van om de stad weer te bombarderen. Zo’n 246 bommenwerpers van het 1e, 3e en 15e Luchtleger ondersteund door vliegtuigen van de Baltische Vloot bombardeerden de binnenstad en de Samland-bruggenhoofden in drie golven, terwijl de Sovjet-grondtroepen verwikkeld waren in harde straatgevechten. In de ochtend van 7 april capituleerden de Duitse garnizoenen van de forten Va “Lehnhof” en X “Kanitz”. Fort IV “Gneisenau” werd na een bestorming veroverd. De gevechten in Charlottenburg bleven aanhouden en na een kort gevecht moest ook fort XI “Graf Dönhoff” het onderspit delven. Rond de middag bereikte het Rode Leger de botanische tuinen en in de namiddag werd fort VIII “König Friedrich Wilhelm IV” na zeer zware gevechten veroverd door het Rode Leger. Na een paar onsuccesvolle aanvallen, gingen de Sovjets over op een andere tactiek. Deze tactiek bestond uit het gebruik maken van rookschermen en vlammenwerpers. Hierdoor konden enkele honderden Sovjet-stoottroepen het fort in, waarna bittere man tegen man gevechten ontstonden. Nadat de buitenste verdedigingspositities verzwakt waren lanceerde het Rode Leger een frontale aanval. Kort daarna capituleerde het Duitse garnizoen. Een soortgelijke situatie vond plaats tijdens gevechten om fort V. De gevechten om dat fort duurden de gehele nacht.
De Duitsers werden in het dorp Šenbuš tot terugtrekking gedwongen en gaven zonder slag of stoot de belangrijke scheepswerf “Schichau” op. De Duitsers waren er niet in geslaagd om de scheepswerf te saboteren. In de avond had het Duitse garnizoen van fort XII “Eulenburg” gecapituleerd. Het Rode Leger had het oostelijke district Rosenau geflankeerd en naderde de Pregel- rivier. Laat op de avond was het havengebied gezuiverd van Duitse soldaten en was een bruggenhoofd op de rechteroever van de Pregel gecreëerd. Rond middernacht werd er zwaar gevochten om het Hauptbahnhof. Dit station werd zo zwaar verdedigd dat zowat elke trein getransformeerd was in tot een steunpunt. Het Rode Leger zette voor dit bolwerk geschut en tanks in en leed zware verliezen. Generaloberst Lasch nam rond middennacht contact op met het hoofdkwartier van Adolf Hitler om toestemming te vragen voor een overgave. Hitler’s antwoord was kort maar krachtig: ”Vecht tot de laatste soldaat”.
De verliezen van het 3e Wit-Russische Front op 7 april 1945 tijdens de slag waren als volgt:
Gesneuveld: | 2.660 |
Gewond: | 9.870 |
Totaal: | 12.530 |
Op 8 april was de 11e Garde Leger per boot de Pregel overgestoken met als resultaat dat centraal Königsberg compleet afgesloten werd van de buitenwereld. In de ochtend capituleerde het Duitse garnizoen van fort V “Friedrich Wilhelm III”, werd het district Rothenstein ingenomen door het Rode Leger en werd de Friedrichsburger Tor veroverd. Sovjet-tanks rukten op richting het Nordbahnhof. Rond het middaguur was het zuidelijke gedeelte van Königsberg compleet in handen van het Rode Leger en werd Königsberg virtueel omsingeld. In de namiddag verzocht maarschalk Vasilevsky de verdedigers om zich over te geven. Lasch sloeg dit aanbod af. De Nnazi-partij in de stad erkende dat Königsberg verloren was en drong er bij de militaire leiding op aan om een massale uitbraak richting Samland te organiseren. Deze tegenaanval kwam (zowel vanuit de binnenstad als de Samland-bruggenhoofd), maar mondde eindelijk in alleen meer verliezen uit, ondanks het feit dat de Duitse tegenaanval vanuit de Samland-bruggenhoofd enkele kilometers terreinwinst opleverde. In de avond braken er gevechten uit om het stadion en dierentuin en werd het Nordbahnhof veroverd. Rond middernacht, op 9 april, riep de nazi-partij de Duitse burgerbevolking in Königsberg op om zich te verzamelen op de oude Pillau-weg. Rond 2 uur in de nacht verliet een groot gedeelte van de bevolking in een grote stroom de stad. Toen Sovjet-artillerie observatie officieren deze concentratie van mensen in de gaten kregen, lieten zij hun geschut hierop vuren. Het resultaat was een bloedbad en overlevenden vluchtten terug naar hun huizen. Die dag was de stad al voor 90 % vernietigd.
De verliezen van het 3e Wit-Russische Front op 8 april 1945 tijdens de slag waren als volgt:
Gesneuveld: | 2.866 |
Gewond: | 10.633 |
Totaal: | 13.499 |
Op 9 april was Königsberg nog steeds gehuld in dichte rook. Wanneer een Katjoesja raketwerper zijn raketten afvuurde werd dat stukje stad voor eventjes verlicht, waarna het weer in duisternis werd gehuld. In de ochtend werd er zwaar gevochten om het eiland Kneiphof en drongen Sovjet troepen het oostelijke gedeelte van Königsberg binnen. Om 9 uur ’s ochtends capituleerde het 200-koppige Duitse garnizoen van fort III “ Friedrich Wilhelm I”, na 16 uur lange strijd geleverd te hebben. Vijftien Sovjet-soldaten kregen voor deze actie de titel "Held van de Sovjet-Unie' toegekend. In de namiddag werd er zwaar gevochten om Sackheim en werd de Königstor veroverd. In de avond naderde het Rode Leger het Königsberger Schloss en werd het vliegveld veroverd door elementen van het 50e en 11e Leger. Om 7 uur in de avond werd het kasteel ingenomen, dat verdedigd werd door fanatieke Waffen-SS soldaten. Die dag werden de eerstehulpposten in de stad overspoeld met duizenden gewonden en waren de Sovjet-troepen overal. Deze laatsten waren aan het plunderen geslagen op zoek naar waardevolle spullen en horloges. Duitse burgers hingen witte lakens uit hun ramen en in sommige gevallen bewapenden zij zich met gevonden geweren om zichzelf te beschermen.
Generaloberst Lasch begon in te zien dat de situatie hopeloos was en zocht in de avond contact met de Sovjet-legerleiding in het hoofdkwartier van maarschalk Vasilevsky. Rond half 10 in de avond werd de Duitse overgave officieel getekend in Lasch’s bunker en om kwart voor elf kregen de Duitse verdedigers het bevel om hun wapens neer te leggen. Ongeveer 30.000 Duitse troepen gaven zich die dag over. Toen Adolf Hitler hier lucht van kreeg was hij woedend. Hij verklaarde Lasch tot verrader en veroordeelde hem bij verstek tot de dood door ophanging. Zijn familie werd gearresteerd in het kader van de zogenaamde Sippenhaft (de bestraffing van mensen voor hetgeen een familielid zou hebben misdaan). Rond de tijd van de overgave waren er tussen de 30.000 en 35.000 soldaten, 15.000 buitenlandse (dwang)arbeiders en meer dan 100.000 burgers in Königsberg.
Dat Lasch de overgave had getekend, betekende niet dat er einde was gekomen aan de gevechten om de stad. Een klein deel van Königsberg bleef in handen van de SS en militaire politie, die drie dagen lang het kasteel, de universiteit en een paar omliggende straten tot hun dood verdedigd hebben. De Duitse garnizoenen van de Dohnaturm en de Rossgärter Tor bleven tot 10 april doorvechten. Op het laatstgenoemde vestingwerk werd de overwinningsbanier gehesen.
De verliezen van het 3e Wit-Russische Front op 9 april 1945 tijdens de slag waren als volgt:
Gesneuveld: | 1.864 |
Gewond: | 6.916 |
Totaal: | 8.780 |
In de ochtend van 10 april 1945 gaf het Sovjet-opperbevel de Duitse bevolking van de stad het bevel om zich te verzamelen op de hoek van de Luisenallee en Hermannallee. De Duitsers werden daar in groepen onderverdeeld, waarna zij de stad moesten verlaten. De Sovjet-luchtmacht bleef bombardementen uitvoeren op elk gebouw dat nog overeind stond en de Sovjet-grondtroepen hielden zich bezig het systematisch verbranden van gebouwen. Twee dagen later mochten de Duitsers de stad weer in.
“We verloren in Königsberg al onze 100.000 manschappen. We hadden ongeveer 30.000 gewonden en vele gesneuvelden.”
Sovjet-schattingen houden de Duitse verliezen bij Königsberg op 42.000 omgekomen soldaten en officieren. Diezelfde bronnen geven aan dat er naar schatting 92.000 Duitse soldaten en officieren gevangen werden gemaakt. Van deze gevangenen waren 1.819 officieren en vier generaals: Generaloberst Otto Lasch, Generalleutnant Hans Rühle von Lilienstern (ondercommandant), Generalleutnant Rudolf Sperl (61. Volksgrenadier Division), Generalmajor Hermann Haehnle (367. Infanterie Division).
De materiele verliezen van het Duitse leger tussen 6-9 april 1945 waren als volgt:
Buitgemaakt: | |
Tanks en gemechaniseerd geschut: | 89 |
Gepantserde voertuigen: | 119 |
Veldgeschut: | 2.023 |
Mortieren | 1.652 |
Geweren | 4.673 |
Geweren | 4.673 |
Tractoren en vrachtwagens | 137 |
Gepantserde treinen | 2 |
Motorvoertuigen | 774 |
Auto's | 8.560 |
Boten en schepen | 146 |
Militaire depots | 441 |
Wagons | 8.544 |
Vernietigd: | |
Vliegtuigen: | 120 |
Veldgeschut en mortieren: | 1.193 |
Tanks en gemechaniseerd geschut: | 568 |
Gepantserde voertuigen: | 82 |
Auto's: | 1.719 |
Locomotieven: | 23 |
Wagons: | 215 |
Militaire depots: | 77 |
De verliezen van het 3e Wit-Russische Front tussen 6-9 april 1945 waren als volgt:
Gesneuveld: | 9.230 |
Gewond: | 34.249 |
Totaal: | 43.479 |
Het volgende schema geeft een overzicht van de materiele verliezen van het 3e Wit-Russische Front tussen 6-8 april 1945:
T-34 | SU-67M | ISU-122/152 | SU-85/SU-100 | Totaal | ||
Uitgebrand: | 37 | 22 | 18 | 2 | 79 | |
Voltreffer: | 15 | 11 | 25 | 2 | 53 | |
Mijnen: | 5 | 1 | 5 | 1 | 12 | |
Geïmmobiliseerd: | 33 | 3 | 11 | 4 | 51 | |
Totaal: | 90 | 37 | 59 | 9 | 195 |
De dag na de Duitse capitulatie in Königsberg, vestigde de commandant van het 3e Wit-Russische Front, maarschalk Vasilevsky, een centraal militair commando onder leiding van generaal-majoor Vasilii Smirnov. Zijn taak was om de opruiming van spionnen, terroristen en nazi sympathisanten in vijandelijk gebied te organiseren. Sovjet-troepen kamden de ruïnes van de stad uit op zoek naar nazi’s en gingen zich te buiten aan plundering, dronkenschap en verkrachting. Veel Duitse vrouwen sloegen de hand aan zichzelf en Volkssturm-leden werden in veel gevallen zonder pardon vermoord. Er zijn ook ooggetuigen die hebben gezien hoe Sovjet-troepen gewonden en zieken uit de ramen van ziekenhuizen gooiden en zelfs begraafplaatsen plunderden. Duitse soldaten die de slag hadden overleefd marcheerden onder begeleiding naar dwangarbeidskampen. De Duitse troepen en burgers die aan de omsingeling waren ontkomen vluchtten richting Pillau in de hoop om nog geëvacueerd te kunnen worden.
Het volgende schema geeft een overzicht van de gemechaniseerde sterkte van het 3e Wit-Russische Front op 10 april 1945:
Operationeel: | 497 |
Reserve: | 56 |
Reparatie: | 156 |
Geëvacueerd: | 40 |
Totaal: | 749 |
Na de val van Königsberg richtte het Rode Leger de aandacht op Pillau, de voorhaven van Königsberg. De Duitse troepen die verantwoordelijk waren voor de verdediging van deze stad kregen de orders om de stad ten koste van alles te verdedigen om elk beschikbaar schip de gelegenheid te geven om vluchtelingen en troepen te evacueren. Zes dagen lang vochten zo’n 20.000 Duitse troepen fanatiek tegen het Rode Leger, met als resultaat dat aan beide kanten grote verliezen werden geleden. In de nacht van 16 april 1945 werd het Duitse transportschip “Goya” met meer dan 7000 vluchtelingen getorpedeerd door een Sovjet-onderzeeboot. Slechts 65 mensen wisten deze ramp te overleven. Op 26 april 1945 gaven de Duitse troepen in Pillau zich over.
De Duitse troepen die in Oost-Pruisen gevangen werden genomen werden eerst naar Insterburg (het huidige Tsjerniachowsk) en Georgenburg (het huidige Majovka) overgebracht en vandaar werden de meesten naar Siberië gedeporteerd. Sommige Duitse burgers die nog fit waren werden in Königsberg gehouden om lijken op te ruimen. Vrouwen, kinderen en ouderen bleven nog een aantal weken (in sommige gevallen zelfs nog maanden) in de ruïnes van Königsberg achter alvorens ook zij de stad moesten verlaten. Er zijn geruchten dat in de winter van 1945/1946 sprake was van kannibalisme in de stad en in de zomer van 1946 waren er uitbraken van tyfus, dysenterie en malaria.
De Russificering van Königsberg begon al voordat de capitulatie van nazi-Duitsland een feit was. Luidsprekers werden op hoeken van straten geïnstalleerd en Duitse straatnamen werden veranderd in het Russisch. In juli 1946 werd het noordelijke gedeelte van Oost-Pruisen en Königsberg officieel ingelijfd bij de Sovjet-Unie als gevolg van de afspraken die in de zomer van 1945 in Potsdam tussen de geallieerden waren gemaakt. Het zuidelijke deel van Oost-Pruisen werd bij Polen ingelijfd (op een paar gebieden na, die Litouwen kreeg). Diezelfde maand werd Königsberg herdoopt in Kaliningrad en het omringende gebied werd de Kaliningrad Oblast. Dit gebied werd gelijktijdig aangemerkt als militaire zone. In de zomer van 1946 kwamen de eerste kolonisten uit de Sovjet-Unie in het voormalige Oost-Pruisen wonen.
Omdat Gauleiter Koch weigerde om een algehele evacuatie te organiseren voordat het Rode Leger Königsberg had bereikt, zat de stad nog vol met burgers, soldaten en nazi-functionarissen toen de stad viel. Koch zelf wist wel te ontsnappen en verliet op 23 april Oost-Pruisen en arriveerde op 7 mei in Flensburg, één dag voor de Duitse capitulatie. Hij dook onder in Hamburg onder de schuilnaam Rolf Berger, waar hij later werd gearresteerd door de Britten. Koch werd in mei 1947 overhandigd aan de Poolse autoriteiten. Ondanks dat hij ter dood werd veroordeeld, werd zijn straf omgezet in levenslang vanwege gezondheidsproblemen. Koch overleed in Poolse gevangenschap in 1986.
Voor de verovering van Königsberg kregen 760.000 soldaten en officieren uit het Rode Leger de medaille “Voor de inname van Königsberg” toegereikt.
13 maart 1945: | Het offensief in Oost-Pruisen wordt door het Rode Leger hervat.. |
26 maart 1945: | De 4. Armee wordt geëvacueerd van het Samland-schiereiland. |
1 april 1945: | Artilleriebeschietingen en luchtaanvallen op Königsberg worden hervat. |
4 april 1945: | Königsberg komt zonder elektriciteit te zitten. |
5 april 1945: | Zware luchtbombardementen op Königsberg. |
6 april 1945: | Het 3e Wit-Russische Front valt Königsberg aan. |
7 april 1945: | Generaloberst Lasch vraagt Hitler toestemming om zich over te geven. Het antwoord is nee. |
8 april 1945: | Het zuidelijke gedeelte van Königsberg is in handen van het Rode Leger. |
9 april 1945: | |
10 april 1945: | Laatste Duitse verzetshaarden in Königsberg opgerold. |
16 april 1945: | Het Duitse transportschip “Goya” vol met vluchtelingen wordt tot zinken gebracht door een Sovjet-onderzeeboot. |
20/26 april 1945: | Slag om Pillau. |
26 april 1945: | Het Duitse garnizoen van Pillau capituleert. Oost-Pruisen is volledig afgesloten van de buitenwereld. |
Commandant: | Generaloberst Otto Lasch |
Ondercommandant: | Generalleutnant Hans Rühle von Lilienstern |
Plaatsvervangende Gauleiter: | Ferdinand Grossherr |
Eenheden: | |
- 61.Volksgrenadier Division (Stab) |
Generalleutnant Rudolf Sperl |
- 69.Infanterie Division |
Generalmajor Kaspar Völker |
- 367.Infanterie Division |
Generalleutnant Hermann Haehnle |
- 548.Volksgrenadier Division |
Generalmajor Erich Sudau |
- Kampfgruppe Schuberth |
SS-Brigadeführer und Generalmajor der Polizei Fritz Schuberth |
Frontcommandant: | Maarschalk van de Sovjet-Unie Aleksandr M. Vasilevsky |
Lid van de Militaire Raad: | Luitenant-generaal V. Makarov |
Stafchef: | Kolonel-generaal A. P. Pokrovskiy |
2e Garde Leger | |
Commandant: | Luitenant-generaal Porfirii G. Chanchibadze |
11e Garde Leger | |
Commandant: | Legergeneraal Kuzma N. Galitsky |
5e Leger | |
Commandant: | Kolonel-generaal Nikolay I. Krylov |
28e Leger | |
Commandant: | Luitenant-generaal Alexander A. Lucinschi |
43e Leger | |
Commandant: | Luitenant-generaal Afanassi P. Beloborodov |
50e Leger | |
Commandant: | Luitenant-generaal Litke Ozerov |
1e Luchtleger | |
Commandant: | Kolonel-generaal der luchtvaart Timofey T. Khryukin |
3e Luchtleger | |
Commandant: | Kolonel-generaal der luchtvaart Nikolai F. Papivin |
In de stad zelf zijn twee musea te bezichtigen voor de geïnteresseerde. De eerste is het Museum voor Kunst & Geschiedenis van Kaliningrad, dat een aparte hal gewijd heeft aan de slag om Königsberg. Het andere museum is het ondergrondse hoofdkwartier van Otto Lasch. Hier werd de capitulatie van het Duitse garnizoen getekend.
Voor wie geïnteresseerd is in bijvoorbeeld begraafplaatsen, is er het ‘Monumentencomplex voor de 1200 garde soldaten’. Hier rusten 1200 gesneuvelde soldaten van het 11e Garde Leger in een massagraf. Daarnaast zijn er verspreid over de stad meerdere Sovjet-militaire massagraven te bezichtigen. De Duitse gevallenen van de slag zijn ook niet vergeten. Zij rusten op het grote Duitse oorlogsbegraafplaats in het noorden van de stad. In 2010 lagen hier 10.900 Duitse burgers, soldaten en krijgsgevangenen. Dit aantal zal ongetwijfeld in de loop der jaren nog gaan stijgen.