In maart 1943 gaf generaal Heinz Guderian de opdracht aan Duitse technici om een lichte tankjager te ontwikkelen, die goedkoop en in grote aantallen geproduceerd kon worden. Dit moest gebeuren om tussenoplossingen, zoals bijvoorbeeld de Marder III, te vervangen. Het nieuwe voertuig kreeg als taak om de tankjagereenheden van de infanteriedivisies te voorzien.
Het onderstel van de verouderde Panzerkampfwagen (38)t werd uitgekozen als basis voor de vervaardiging van de nieuwe tankjager. Hierop zou een 75mm antitankkanon gemonteerd worden.
De Duitse ontwerpers gingen aan de tekentafel zitten en de eerste ontwerpen waren klaar in december 1943. In januari 1944 werd het eerste houten model gepresenteerd. Er werd gestart met de bouw van drie prototypes die klaar waren in maart 1944. De prototypes werden gepresenteerd aan Hitler en die gaf bevel om het voertuig in productie te laten gaan bij Skoda in Pilsen en bij Praga in Praag in het huidige Tsjechië. Het nieuwe voertuig kreeg de naam Hetzer.
De Hetzer had een uitermate degelijke schuinaflopende bepantsering, die op de laatste generaties Duitse tanks standaard was. Extra bescherming genoot de Hetzer door aangebrachte stalen platen aan de zijkant, die de ophanging beschermde tegen vijandelijk vuur. De Duitsers kenden deze platen onder de naam Schürzen.
De bewapening bestond uit een 75mm PAK 39 L/48 pantserafweerkanon, dat in de romp was gemonteerd. Dit kanon was in staat om iedere geallieerde en Sovjettank van een respectabele afstand uit te schakelen. Doordat een roterende geschutskoepel ontbrak kon het kanon geen 360º draaien, zoals bij een standaardtank gebruikelijk was. Er werd een mechanisme gemonteerd zodat er toch op bewegende doelen geschoten kon worden zonder dat het hele voertuig verdraaid moest worden. Dit mechanisme had wel zijn beperkingen. Het kanon kon maar 11º in alle richtingen verdraaien.
Een opzienbarende oplossing was er gevonden voor het bedienen van het machinegeweer in de romp van de Hetzer. De Duitsers monteerden een MG34 of MG42 machinegeweer dat via een afstandsbediening afgevuurd werd. Dit systeem had het grote nadeel dat de bediener van het machinegeweer uit de tank moest klimmen om het machinegeweer te (her)laden. Dit systeem werd overigens ook toegepast bij de laatste modellen van de Stug III.
De bemanning van de Hetzer bestond uit 4 personen. Een commandant, een boordschutter, een bestuurder en een lader. Het interieur van de Hetzer was verdeeld in twee gedeeltes. Er was een motorgedeelte en een bemanningsgedeelte. De commandant zocht zijn doelen met behulp van een telescopische verrekijker door een open luik in het dak van de Hetzer. Er was weinig ruimte om te manoeuvreren in de tank. Dit gaf problemen bij het (her)laden van het kanon. Door het krappe interieur kon er ook maar een beperkte voorraad munitie meegenomen worden in de tankjager.
De Hetzer werd gedurende de periode dat de tank geproduceerd werd voortdurend aangepast en verbeterd. De meeste aanpassingen werden uitgevoerd om het productieproces te vereenvoudigen. Dat was noodzakelijk want grondstoffen voor de productie waren tegen het eind van de oorlog uitermate schaars.
Technische specificaties:
Uitvoering: | Jagdpanzer (38)t Hetzer |
Gewicht: | 15750kg |
Bemanning: | 4 |
Motor: | Praga AC2, 6-cilinder, 140pk |
Snelheid: | 42 km/u op de weg 15 km/u in het veld |
Bereik: | 177 km op de weg |
Afmetingen: | Lengte: 6,38m Breedte: 2,63m Hoogte: 2,17m |
Bewapening: | 75mm PAK 39 L/48 kanon 1 x 7.92mm MG 34 / MG 42 |
Munitie: | 75mm - 40/41 granaten, 7.92mm - 600/1200 patronen |
Bepantsering: | Voorkant romp: 60mm Zijkant romp: 20mm Achterkant romp: 20mm Bovenkant romp: 10mm Onderkant romp (bodemplaat): 10mm |
Productieaantal: | 2584 stuks |
Hetzers waren oorspronkelijk bedoeld om de antitankeenheden van de infanteriedivisies en pantsergrenadierdivisies te voorzien. Toen de eerste Hetzers klaar waren in juli 1944 werden deze dan ook voornamelijk ondergebracht bij de reguliere Wehrmacht en volksgrenadiers. Ze werden ook gebruikt om andere tankjagers te vervangen in tankjagereenheden.
De eerste Hetzers kwamen in actie aan het oostfront. Ze werden onderverdeeld in de 731e en 743e Panzerjäger Abteilung. Beide eenheden kregen de beschikking over 45 tanks. Daar bleek de Hetzer al meteen een zeer geslaagd ontwerp. De vuurkracht was voldoende, de bepantsering bleek opgewassen tegen de Sovjetkanonnen, maar vooral de wendbaarheid van de Hetzer bleek verrassend goed. Door het lage silhouet was de Hetzer goed te camoufleren en dat was noodzakelijk vanwege het geallieerde luchtoverwicht. Daarna werden steeds meer Hetzers ondergebracht in onafhankelijk opererende eenheden.
Later werden de Hetzers ook ondergebracht bij de gepantserde divisies van de Waffen-SS. Ongeveer 200 voertuigen kwamen terecht bij de SS, voornamelijk bij de pantsergrenadierdivisies. De eerste Waffen-SS divisie die uitgerust werd met Hetzers was de 8e SS Pantsergrenadierdivisie 'Florian Geyer'. De Hetzer kwam zowel aan het westfront als het oostfront in actie. Het bleek een formidabele tankjager te zijn. In het Ardennenoffensief kwam de Hetzer voor het eerst massaal in actie. Ook waren tankjagers van dit type betrokken bij de vernietiging van Task Force Baum tijdens de Raid op Hammelburg in maart 1945.
Toen het einde van de oorlog naderde vulden de Duitsers hun reguliere tankverliezen op met Hetzers. Als offensief wapen was de Hetzer echter niet gebouwd. Door het ontbreken van een roterende koepel kon de Hetzer zich dus nooit meten met een reguliere tank. De Hetzer werd tot de laatste dag van de oorlog geproduceerd en naar het front gestuurd.
Na de oorlog werd de productie van de Hetzer voortgezet door Skoda. Het Tsjechoslowaakse leger beschikte begin jaren 50 over honderden Hetzers. Zij doopten de naam Hetzer overigens om in ST. Landen als Zweden en Zwitserland kochten de Hetzer van Tsjechoslowakije. De Zwitsers kennen de Hetzer onder de naam G-13.
Het chassis van de Hetzer werd gebruikt voor de ontwikkeling van meerdere tanks. Ook werd er op het chassis groot geschut gemonteerd. Hieronder een overzicht:
Flammpanzer (38)t Hetzer | Vlammenwerpertank |
Bergepanzer (38)t Hetzer | Afsleepvoertuig |
150mm SIG auf Jagdpanzer (38)t Hetzer | Gemechaniseerd Infanteriegeschut |
Hetzer mit 75mm KwK 42 L/70 | Lichte tankjager (maar een paar van gemaakt) |
Befehlspanzer (38)t Hetzer | Tankjager met extra communicatie-apparatuur |
Volkettenaufklärer (38)t | Verkenningsvoertuig (alleen 2 prototypes) |
Flammpanzer (38)t Hetzer
In december 1944 werd een twintigtal Hetzers omgebouwd tot vlammenwerpertanks, die allemaal ingezet zouden gaan worden in het Ardennenoffensief. Het kanon werd verwijderd en in de plaats daarvan werd er een 14mm Flammenwerfer 41 gemonteerd.
Bergepanzer (38)t Hetzer
Op dit afsleepvoertuig gebaseerd op het chassis van de Hetzer was de bovenplaat verwijderd. De bemanning bestond uit vier personen en een los machinegeweer werd meegedragen in het voertuig. Tussen oktober 1944 en mei 1945 werden er van de Bergepanzer (38)t Hetzer 170 stuks geproduceerd. Ze werden vooral gebruikt om defecte lichte en middelzware tanks van het front te verslepen.