Het prototype dat uit dit project voortvloeide kreeg de naam ‘Object 241’ of ‘ISU-241’. Het concept van dit voertuig kwam grotendeels overeen met dat van de SU-152, alleen had de ISU-241 een hogere bovenbouw en een meer rechthoekig, minder steil zijpantser. Dit pantser was dikker dan die van de SU-152 (90mm tegenover 60mm). De interne structuur van beide voertuigen was net zoals de bewapening (152mm ML-20 houwitser) praktisch hetzelfde. Het grootste verschil tussen de SU-152 en de ISU-serie was de lagere suspensie en een nieuwe zware twee-stuks vuurmond bevestigd op de rechterkant van de romp. Op 6 november 1943 werd de Object-241 geaccepteerd door het GKO (Gosudarstvennyj komitet oborony: Comité van de Staatsdefensie) voor productie onder de naam ‘ISU-152’ (ИСУ-152).
Door het beperkte aanbod van de 152mm ML-20 houwitser vanwege het gebrek aan productiecapaciteit in de artilleriefabrieken kreeg het ontwerpteam TsKB-2 de opdracht om uit te zoeken of het mogelijk was om het meer betrouwbare 122mm A-19 kanon op de ISU-romp te monteren. De opdracht bleek goed uitvoerbaar gezien het feit dat zowel het 152mm als de 122mm kanon dezelfde affuit bleek te hebben. Hierdoor waren geen radicale wijzigingen aan de romp of de interne structuur nodig. In december 1944 werd een prototype gebouwd (Object 242) en het nieuwe gemechaniseerde kanon ging vrijwel meteen in productie onder naam ‘ISU-122’ na tests te Gorokhovets op het wetenschappelijk artillerie-testterrein.
De vuurkracht van de ISU-122 werd in 1944 verbeterd door de introductie van het 122mm D-25S kanon, dat oorspronkelijk ontworpen was voor de IS-2 zware tank. Het gemodificeerde ontwerp kreeg de naam ‘ISU-122-2’ (of ISU-122S) en was ook voorzien van een nieuwe vuurmond (om de terugslag te beperken) en van een verbeterde bemanningsruimte. Uitwendig bleef de ISS-122-2 bijna identiek aan de ISU-122. De ISU-122-2 werd formeel op 12 maart 1944 geaccepteerd door het GKO. In april dat jaar werden de eerste exemplaren gebouwd. In oktober 1944 werd de ISU-122-2 bewapend met een 12,7mm DSK machinegeweer.
De introductie door de Duitsers van de Panzerkampfwagen VIb “Königstiger” aan het Oostfront ten zuiden van Warschau in augustus 1944 gaf de Sovjets de gelegenheid om nieuwe plannen te bedenken voor verdere modificatie van de ISU-serie. Zo was er het plan om beide ISU-varianten te bewapenen met de nieuwe 122mm BR-7 en 152mm BR-8 lange-loops kanonnen. Het 122mm BR-7 kanon werd gemonteerd op het prototype ISU-122BM en het 152mm BR-8 kanon op het prototype ISU-152BM. De Sovjets zagen uiteindelijk af van deze plannen om de volgende twee redenen:
Ook de ontwikkeling van het nieuwste Duitse 88mm kanon bracht beroering onder de Sovjet- technici. Zo werd er gekeken of het mogelijk was om de ISU-122 te voorzien van dikkere bepantsering en verbrede rupsbanden. Het prototype dat uit dit concept voortkwam kreeg de naam ‘ISU-122E’. Vanwege het feit dat de dikkere bepantsering de mobiliteit van de ISU-122 verslechterde werd het concept afgekeurd voor productie.
Kort voor het einde van de oorlog werkten de ontwikkelingsteams in Chelyabinsk nog aan een laatste versie van de ISU-122, namelijk de ‘ISU-130’. Deze variant was bewapend met een 130mm marine kanon dat gemonteerd was op een ISU-122 chassis. Productie van de ISU-130 werd pas na de oorlog gestart. Ook werd er gewerkt aan een nieuwe variant van de ISU-152: de ‘ISU-152K’. Deze variant was voorzien van een IS-2m chassis en de IS-3 motordek. Net zoals de ISU-130 ging de ISU-152K pas na de oorlog in productie.
Productieaantallen in de periode 1943-1945 (per jaar) van ISU-152 waren als volgt:
Fabrikant | 1943 | 1944 | 1945 | Totaal | |
TschKS, Chelyabinsk | 35 | 1.340 | 1.099 | 2474 | |
LKS, Leningrad | - | - | 100 | 100 | |
Totaal | 35 | 1.340 | 1.199 | 2.574 |
Tot mei 1945 waren 1,885 ISU-152 exemplaren gebouwd. Van de ISU-122 zijn er 2,190 exemplaren gebouwd tussen 1943 en mei 1945. In totaal werden dus van de ISU-serie 4,075 exemplaren gebouwd tussen 1943 en mei 1945.
ISU-241 (Object 241): Eerste prototype van de ISU-serie, gebaseerd op de IS-chassis en -romp. Eind 1943 omgedoopt tot ISU-152. De ISU-241 was net zoals de ISU-152 bewapend met een 152mm ML-20 houwitser.
ISU-152 model 1943/44: Interne structuur praktisch hetzelfde als het SU-152 gemechaniseerde kanon, maar met een hogere bovenbouw, verbeterde bepantsering, lagere suspensie en een nieuwe zware twee-stuks vuurmond bevestigd op de rechterkant van de romp.
Model: | ISU-152 (ook bekend als de M-43 houwitser) | |
Gewicht: | 46,000 kg (46 ton) | |
Bemanning: | 5 | |
Motor: | W-2-IS, V-2 diesel, 600pk | |
Brandstof: | 860 liter | |
Snelheid: | 37 km/u op de weg | |
Bereik: |
220km op de weg 90km in het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9,18m |
Breedte: | 3,07m | |
Hoogte: | 2,48m | |
Bodemvrijheid: | 0,46m | |
Bewapening: |
152mm ML-20 houwitser 12.7 mm DShK 1938/43 MG |
|
Munitie: |
20 (152mm) granaten 1000 12,7mm kogels |
|
Radio: | 10RF | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 90mm |
Zijkanten romp: | 90mm | |
Achterkant romp: | 60mm | |
Onderkant romp: | 30mm | |
Bovenkant romp: | 30mm |
ISU-242 (Object 242): Tweede prototype van de ISU-serie. Dit voertuig was exact hetzelfde als de ISU-152, maar bewapend met een 122mm kanon. Dit prototype vormde de basis voor de ISU-122.
ISU-122 model 1943: Het tweede primaire ontwerp, naast de ISU-152, in de ISU-serie. De ISU-122 was bewapend met een 122mm A-19 kanon en was verder bijna identiek aan de ISU-152. Het grootste verschil met de ISU-152 aan de buitenkant was dat de ISU-122 een langere loop had. De ISU-122 had een groter vuurbereik en anti-tank prestatie dan de ISU-152.
Model: | ISU-122 model 1943 | |
Gewicht: | 45,500kg (45,5 ton) | |
Bemanning: | 5 | |
Motor: | W-2-IS, V-2 diesel, 520pk | |
Brandstof: | 860 liter | |
Snelheid: | 37 km/u op de weg | |
Bereik: |
220km op de weg 90km in het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9,18m |
Breedte: | 3,07m | |
Hoogte: | 2,48m | |
Bodemvrijheid: | 0,46m | |
Bewapening: | 122mm A-19 kanon | |
Vuurbereik: | 14,3km | |
Munitie: | 30 (120mm) Brisant en AP granaten | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 90mm |
Zijkanten romp: | 90mm | |
Achterkant romp: | 60mm | |
Onderkant romp: | 30mm | |
Bovenkant romp: | 30mm |
ISU-122-2 (ISU-122S): Aangepaste versie van de ISU-122 uit 1944. De ISU-122-2 was bewapend met een de 122mm D-25S en was ook voorzien van een nieuwe vuurmond en verbeterde bemanningsruimte. Uitwendig bleef de ISS-122-2 bijna identiek aan de ISU-122.
Model: | ISU-122 model 1944 (ISU-122S) | |
Gewicht: | 45,500kg (45,5 ton) | |
Bemanning: | 5 | |
Motor: | W-2-IS, V-2 diesel, 520pk | |
Brandstof: | 860 liter | |
Snelheid: | 37 km/u op de weg | |
Bereik: |
220km op de weg 90km in het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9,18m |
Breedte: | 3,07m | |
Hoogte: | 2,48m | |
Bodemvrijheid: | 0,46m | |
Bewapening: |
122mm D-25S kanon 12.7 mm DShK 1938/43 MG (AA) |
|
Vuurbereik: | 14,3km | |
Munitie: |
30 (120mm) Brisant en AP granaten 450 12,7mm kogels |
|
Bepantsering: | Voorkant romp: | 90mm |
Zijkanten romp: | 90mm | |
Achterkant romp: | 60mm | |
Onderkant romp: | 30mm | |
Bovenkant romp: | 30mm |
ISU-122BM: Prototype, ontwikkeld aan het eind van de oorlog, gebaseerd op de ISU-122. Dit model was bewapend met het 122mm B-7 kanon. Uiteindelijk is er afgezien van dit concept en is het nooit tot productie gekomen.
ISU-152BM: Prototype, ontwikkeld aan het eind van de oorlog, gebaseerd op de ISU-152. Dit model was bewapend met het BL-8 152mm kanon. Uiteindelijk is er afgezien van dit concept en is het nooit tot productie gekomen.
ISU-122E:Prototype, ontwikkeld aan het eind van de oorlog, gebaseerd op de ISU-122. Dit model was voorzien van een dikkere bepantsering en verbrede rupsbanden ter bescherming tegen het nieuwste Duitse 88mm kanon.
ISU-130: Naoorlogse ISU-variant, gebaseerd op de ISU-122. De ISU-130 was bewapend met een 130mm marinekanon.
ISU-152K: Naoorlogse versie van de ISU-152.
De bemanningen van de ISU kregen vaker tanktrainingen dan artillerietrainingen. Er was geen tactisch verschil tussen de ISU-152 en ISU-122 en ondanks het feit dat de ISU-152 meer gebruikt werd in een aanvalsrol vanwege de grotere hoog-explosieve granaten, bleven beide ISU-varianten in productie omdat de 122mm lopen en munitie beschikbaar bleven. De ISU-122 had een groter vuurbereik en een betere anti-tank prestatie, maar werd zelden gebruikt in die rol vanwege de tactieken die gehanteerd werden door de speciale zware gemechaniseerde artillerieregimenten. De ISU-122 was in staat om bijna alle vijandelijke voertuigen uit te schakelen, behalve de Elephant, de Ferdinand en de Konigstiger in een frontale aanval. Ondanks het feit dat de ISU-122 geschikt was voor straatgevechten, werd de ISU-152 vaker in dit soort gevallen ingezet vanwege de betere prestaties.
Ivanov had in zijn boek het volgende te zeggen over de ISU-152:
“De 152-mm Model 1943 houwitser bracht de kracht van de zware 152mm granaat met de mobiliteit van een tankjager-systeem op een geweldige manier samen.” (Ivanov, 1980, 23).
De ISU-serie bleek ook uitmuntend te presteren als defensieve anti-tank en artillerievuurondersteuning voor infanterie. De ISU-152 was zeer geschikt om vijandelijke tanks te vernietigen en was zelf moeilijk uit te schakelen. De ISU-152 en de ISU-122 werden al snel gehaat door de Duitse soldaat vanwege de nauwkeurige en efficiënte (anti-tank) artilleriebarrages. De ISU-152 kreeg bijvoorbeeld al snel de spottende bijnaam “Zwarte Varken”. Aangezien er maar een beperkt aantal granaten in de ISU-152 kon worden meegevoerd werden deze gevaartes doorgaans door vrachtwagens op het slagveld bevoorraad. De ISU-152 bleek ook effectief tegen betonnen fortificaties, zo werd aangetoond tijdens de strijd om de Finse Mannerheim-linie in 1944.
Tijdens gevechten in de omgeving van het Poolse dorpje Borowe tussen 15 en 16 januari 1945 vervulden de ISU-152’s van maarschalk K. K. Rokossovsky’s 2e Wit-Russische Front een belangrijke ondersteunende rol. Elementen van dit front kregen te kampen met krachtige tegenaanvallen, uitgevoerd door het 2e en 3e Füsilier-Bataillon van de Panzergrenadier Division “Gross-Deutschland”. Het 3e Füsilier-Bataillon slaagde er met behulp van pantserondersteuning in om op 16 januari het dorpje Borowe terug te veroveren onder intensief vuur van Rokossovsky’s ISU-152’s, die gebruik maakten van hoog-explosieve -en pantser-penetrerende granaten. Het Duitse succes was van korte duur aangezien het front niet veel later alsnog instortte door Sovjet-overwinningen in andere sectoren. Een Duitse veteraan uit het 2e Füsilier-Bataillon 2 blikt terug op een van die ISU-152 artilleriebarrages:
“Zware explosies voor ons, achter ons, naast ons – en we lagen op de bevroren grond zonder de mogelijkheid om ons er in te graven. Af en toe tilde iemand zijn hoofd onder zijn stalen helm op om te kijken of de anderen dood waren. Een uur lang was er niks anders dan het geluid van inkomende en exploderende granaten.”
Tijdens de uitbraak van het 1e Oekraïense Front van het Sandomierz-bruggenhoofd over de rivier de Vistula bleken de ISU-152 en ISU-122 gemechaniseerde kanonnen een uitstekende aanwinst. Maarschalk I. S. Konev zette een aantal onafhankelijke zware gemechaniseerde artillerieregimenten in voor de openingsbarrage ter aanvulling van de 450 middelzware en zware veldkanonnen. Het slechte weer en gebrek aan zicht in de slechte winterse omstandigheden maakte het bijna onmogelijk om lucht- en artilleriesteun in te zetten toen de Sovjet-stoottroepen oprukten. Het momentum van de aanval werd echter in stand gehouden door de ISU-152 en ISU-122 gemechaniseerde kanonnen, die de infanterie op de voet volgden. Het resultaat op die dag was een terreinwinst van 12 kilometer.
Tot de eerste Sovjet-eenheden die de buitenwijken van Berlijn binnendrongen behoorden ISU-152-formaties, die steunpunten opbliezen met hun zware houwitsers om zo een weg te creëren voor de achterhoede. Soms was dit wapen iets te effectief, zoals de volgende ooggetuige ons vertelt:
“….een anderhalve verdieping samen met het vijandelijke pantserafweerkanon met zijn bemanning verpletterd. Maar bij onze stellingen in de nabijheid van het voertuig sloeg een schokgolf en stukken op de hoofden van de ‘toeschouwers’ met als resultaat dat tien mannen aan de rug en handen gewond raakten en bij twee andere het sleutelbeen brak.” (D.F. Losa; Der Panzersoldat auf ausländischen Wagen).
Voor de bevrijding van Wit-Russische steden kregen acht Garde Zware Gemechaniseerde Artillerie Brigades een eretitel en drie een Rode Banier toegekend.
De ISU-122 werd midden jaren 60 verwijderd uit het Sovjet arsenaal. De ISU-156 ging wat langer mee, namelijk tot aan het begin van de jaren 70. Er zijn tegenwoordig minder ISU-122’s dan ISU-152, omdat de ISU-122 vanaf de jaren 60 geconverteerd werd of in de meeste gevallen werd vernietigd ten behoeve van het metaal. Zoals eerder vermeld, ging de ISU-152 langer mee en werd hierdoor minder blootgesteld aan veranderingen. Zowel de ISU-122 als de ISU-152 zijn tegenwoordig in een aantal militaire musea of als oorlogsmonument te bezichtigen.