TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Ernst Kaltenbrunner (1903 - 1946)

Advocaat van de duivel

Het leven van Ernst Kaltenbrunner begon op 4 oktober 1903 in Ried im Innkreis (Oostenrijk), vlakbij Hitlers geboorteplaats Braunau. Hij was de zoon van de advocaat Hugo Kaltenbrunner en zijn vrouw Therese Kaltenbrunner-Udwardy. Vader en moeder Kaltenbrunner waren antikerkelijk en voorstanders van de aansluiting van Oostenrijk binnen Groot-Duitsland. In 1918 verhuisde Ernst Kaltenbrunner naar een pension in Linz. In deze stad volgde hij onderwijs aan het Realgymnasium en leerde hij Adolf Eichmann, één van zijn latere medewerkers, kennen. Nadat hij zijn opleiding aan het Realgymnasium afgerond had, begon hij korte tijd aan een opleiding scheikunde aan de Technische Hochschule in Graz. Hij rondde deze opleiding niet af, maar stapte over naar een studie rechten die hij in 1926 met succes afrondde. Tijdens zijn rechtenstudie voorzag hij als kolensjouwer in zijn levensonderhoud.

Na zijn promotie in de rechten deed Kaltenbrunner als kandidaat-advocaat ervaring op in Linz en Salzburg. Vervolgens trad hij in 1928 in dienst van een advocatenkantoor in Linz. Hetzelfde jaar werd hij ook lid van de rechtsradicale Turnverein en een jaar later sloot hij zich aan bij de Groot-Duits georiënteerde paramilitaire organisatie Heimwehr. Zijn politieke voorkeur en verlangen om Oostenrijk bij Duitsland te annexeren bracht hem uiteindelijk bij de Oostenrijkse NSDAP, waar hij op 18 oktober 1930 lid van werd.

Om de uitbreiding van het nationaalsocialisme in Oostenrijk meer kracht te kunnen bijzetten werd Kaltenbrunner op 8 augustus 1931 lid van de Oostenrijkse afdeling van de Schutzstaffel (SS). In 1932 zette hij zijn werk als advocaat voort binnen het advocatenkantoor van zijn vader. Andere nationaalsocialisten leverde hij kostenloos rechtsbijstand wanneer ze voor het gerecht moesten verschijnen. Binnen de SS was hij actief als staflid van de SS-Abschnitt VIII, de regio van de Allgemeine-SS die toen geheel Oostenrijk omvatte. De eerste promotie die hij kreeg binnen de SS was zijn aanstelling als Führer (leider) van de 37.SS-Standarte (SS-regiment) in Linz op 15 juni 1934. Deze functie behield hij exact een jaar. Vervolgens was hij van 15 juni 1935 tot 12 maart 1938 Führer van de SS-Abschnitt VIII. Ondertussen was hij in 1934 getrouwd met Elisabeth Eder.

SS-leider van Oostenrijk

Gedurende zijn carrière als (aankomend) leider van de Oostenrijkse sectie van de Duitse SS werd Kaltenbrunner vanwege zijn politieke activiteiten gearresteerd door de Oostenrijkse regering en werd de SS verboden. Ondergronds bleef de Oostenrijkse SS echter bestaan, maar Kaltenbrunner zat gedurende de jaren 1935 en 1936 tweemaal in de gevangenis. In januari 1934 werd hij met meerdere andere Oostenrijkse nationaal-socialisten gevangen gezet in een interneringskamp in Kaisersteinbruch. Het schijnt dat hij gedurende zijn gevangenschap de aanstichter en aanvoerder was van een hongerstaking onder de gevangenen. In elk geval werden hij en 490 andere nationaalsocialisten vervroegd vrijgelaten door de Oostenrijkse regering. Het jaar daarop werd Kaltenbrunner weer gearresteerd en gevangengezet. Hij werd verdacht van hoogverraad, maar na een onderzoek van meerdere maanden werd deze aanklacht ingetrokken. Hij werd vervolgens wel veroordeeld voor samenzwering en kreeg hiervoor zes maanden gevangenisstraf. Bovendien werd zijn licentie om als advocaat te praktizeren, ingetrokken.

Op 12 maart 1938 traden Duitse troepen het moederland van Kaltenbrunner binnen en werd het land geannexeerd door Duitsland. Kaltenbrunner gaf te kennen dat de SS ter beschikking stond van de nieuwe regering en wachtte op orders van Hitler. De Oostenrijkse nationaalsocialistische leider Arthur Seyss-Inquart werd op 15 maart 1938 door Hitler benoemd tot Reichsstatthalter (rijksstadhouder) van Oostenrijk. Binnen het Oostenrijkse landsbestuur werd Kaltenbrunner benoemd tot staatssecretaris van de openbare veiligheid. Oostenrijk was inmiddels ingedeeld in twee SS-Oberabschnitte (hoofdregio’s): “Alpenland” en “Donau”. Kaltenbrunner was leider van het laatstgenoemde Oberabschnitt van 20 januari 1937 (het Oberabschnitt heette tot mei 1938 “Österreich”) tot 31 januari 1943. In dezelfde hoofdregio was hij van 11 september 1938 tot 31 januari 1943 Höhere SS- und Polizeiführer. Naast zijn rol binnen de SS was hij vanaf januari 1939 tot de Duitse capitulatie op 8 mei 1945 tevens lid van de Duitse Reichstag.

Gedurende de eerste maanden na de Anschluss van Oostenrijk was Kaltenbrunner mede verantwoordelijk voor de Gleichschaltung, de gelijkschakeling van onder andere overheid en bureaucratie aan nationaalsocialistische normen en waarden. Hij had de veiligheidssituatie in zijn regio goed onder controle. Als Höhere SS- und Polizeiführer en staatssecretaris van de openbare veiligheid in Oostenrijk hield Kaltenbrunner toezicht op het Zentralstelle für Jüdische Auswanderung (Centraal Departement voor Joodse Emigratie) van Adolf Eichmann. Onder druk en met groot winstbejag werden Joden door dit bureau aangemoedigd om het land te verlaten. Ook was Kaltenbrunner betrokken bij de ontwikkeling van concentratiekamp Mauthausen en bracht hij meerdere malen een bezoek aan dit kamp. Spoedig zou Kaltenbrunner op directere wijze betrokken raken bij de oplossing van het “Joodse vraagstuk”.

Vervanger van Heydrich

Op 27 mei 1942 pleegden Tsjechische verzetsstrijders in Praag een moordaanslag op Reinhard Heydrich. Op 4 juni overleed hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Vanaf september 1939 had Heydrich de leiding gegeven aan het Reichssicherheitshauptamt (RSHA), het belangrijke hoofdbureau van de SS waarin de krachten van de Sicherheitspolizei (Gestapo en Kriminalpolizei) en de Sicherheitsdienst (SD) gebundeld waren. Dit hoofdbureau was belast met diverse politie- en veiligheidstaken en binnen de bureaus van het RSHA werd de Endlösung vormgegeven. Na het overlijden van Heydrich leidde Himmler ruim een half jaar zelf het RSHA, maar er moest een nieuwe leider gevonden worden. Verrassend genoeg passeerde Himmler diverse mensen die in aanmerking voor deze functie leken te komen, zoals Gestapo-chef Heinrich Müller, en koos hij Kaltenbrunner als de nieuwe chef van het RSHA. Tegelijk met zijn rol als leider van het RSHA kreeg Kaltenbrunner binnen het Duitse ministerie van binnenlandse zaken de functie van staatssecretaris. Kaltenbrunner begon op 31 januari 1943 op zijn nieuwe werkplek met als rang SS-Gruppenführer. Tevens was hij al op 1 april 1941 bevorderd tot Generalleutnant der Polizei. Op 21 juni 1943 werd hij bevorderd tot SS-Obergruppenführer en General der Polizei. Met zijn rang als SS-Obergruppenführer stond hij op gelijke voet met meerdere andere leiders van de Reichsführung-SS. Uiteindelijk zou hij op 1 december 1944 promoveren tot General der Waffen-SS.

Toen Kaltenbrunner begon in zijn functie als leider van het RSHA was het beleid en de werkwijze van dit hoofdbureau door Heydrich al dusdanig ontwikkeld dat hij op gelijke wijze Heydrichs werk kon voortzetten. Grote reorganisaties en beleidsveranderingen werden dus niet door Kaltenbrunner uitgevoerd, maar zijn betrokkenheid bij diverse nazimisdaden was daardoor niet minder. Vol overtuiging en motivatie was hij als ondergeschikte van Himmler onder andere eindverantwoordelijk voor de arrestatie en deportatie van Joden, zigeuners, homoseksuelen en andere minderheden. Zijn directe ondergeschikten waren onder meer Gestapo-chef Heinrich Müller en Adolf Eichmann. Ook was hij verantwoordelijk voor de Höhere SS und Polizeiführer die binnen hun regio verantwoordelijk waren voor diverse vormen van onderdrukking, geweldpleging en massamoord. Diverse autorisaties en bevelen, waaronder autorisaties voor executies en bevelen voor deportaties naar vernietigingskampen, werden door Kaltenbrunner uitgevaardigd. De grote hoeveelheid door hem ondertekende of opgestelde documenten gaven na de oorlog zijn aanklagers in Neurenberg genoeg bewijslast in handen voor maar liefst dertien specifieke aanklachten.

De meeste aanklachten tegen Kaltenbrunner waren uiteraard gericht op zijn supervisie over de |Gestapo en de Sicherheitsdienst en zijn betrokkenheid bij de misdaden in de concentratie- en vernietigingskampen. Een ietwat afwijkende aanklacht was gericht op een bevel dat hij gaf aan de Sicherheitspolizei en SD. Leden van deze organisaties moesten burgers aanmoedigen tot het vermoorden van Amerikaanse en Britse piloten die neergekomen waren op Duits grondgebied. Op een conferentie met de chefs van de verschillende bureaus van het RSHA zei hij hierover het volgende: “Alle bureaus van de SD en de Sicherheitspolizei moeten worden geïnformeerd dat zij zich niet moeten mengen in pogroms van burgers tegen Engelse en Amerikaanse terreurvliegers. Integendeel, deze vijandige stemming moet juist worden bevorderd.” Ook werd Kaltenbrunner aangeklaagd voor zijn betrokkenheid bij de moord op vijftig krijgsgevangenen uit krijgsgevangenenkamp Stalag Luft III die ontsnapt waren, maar vervolgens weer gevangengenomen werden. Samen met chef van de Kriminalpolizei Arthur Nebe en Gestapo-chef Heinrich Müller werkte Kaltenbrunner een valse verklaring uit over hun dood die overgebracht kon worden aan het Rode Kruis. De reden van overlijden die opgegeven werd, was dat ze omgekomen waren bij bombardementen of dat ze neergeschoten waren gedurende hun ontsnapping omdat ze weigerden gearresteerd te worden.

Voor zijn inspanningen als leider van het RSHA werd Kaltenbrunner op 15 november 1944 gedecoreerd met het Ritterkreuz des Kriegsverdienstkreuzes mit Schwertern, een hoge onderscheiding die tijdens de Tweede Wereldoorlog 211 keer werd uitgereikt. Overigens was dit zeker niet de enige onderscheiding die Kaltenbrunner ontving. Vanwege zijn vroege betrokkenheid bij de partij en de strijd om de macht was hij sinds 6 mei 1942 bijvoorbeeld ook de trotse drager van de zogenaamde Blutorden, een onderscheiding voor alte Kämpfer (oud-strijders) van de NSDAP.

De laatste oorlogsmaanden

Door zijn directe betrokkenheid bij de arrestatie en bestraffing van de betrokkenen bij het julicomplot en de daarmee verbonden mislukte moordaanslag op Hitler door Claus von Stauffenberg op 20 juli 1944, stond Kaltenbrunner op goede voet met Hitler. Hij bracht veel tijd door in de Reichskanzlei en bouwde een hechte vriendschap op met Martin Bormann, Hitlers invloedrijke privésecretaris. Inmiddels had Kaltenbrunner ook de taken van de Duitse militaire inlichtingendienst, de Abwehr, binnen het RSHA opgenomen en verkreeg hij hierdoor een monopoliepositie over het inlichtingen- en veiligheidsbeleid van het Derde Rijk. Het einde van zijn machtige imperium naderde echter, want de ondergang van het Derde Rijk was nabij. Op 20 april 1945 bracht Kaltenbrunner, net als vele andere hooggeplaatste nazi’s, een verjaardagsbezoek aan Hitler in Berlijn. Het was de laatste keer dat hij de Führer zag, want tien dagen later pleegde Hitler in zijn bunker onder de Reichskanzlei zelfmoord.

Voordat Hitler zelfmoord pleegde en Duitsland op 8 mei 1945 capituleerde, verplaatste Kaltenbrunner het RSHA over naar Bad Aussee in Oostenrijk. Vanuit de zogenaamde Alpenfestung wilde hij het verzet tegen de geallieerden voortzetten, maar van een guerrillastrijd in het Alpengebied kwam niks terecht. Via Allen Welsh Dulles, een medewerker van het Amerikaanse Office of Strategic Services (OSS) in Zwitserland, ondernam hij daarentegen zelfs tevergeefs pogingen om te onderhandelen met de westerse geallieerden.

Volgens gegevens van de SS nam Kaltenbrunner een ‘schat’ mee naar de Oostenrijkse Alpen. Deze schat zou bestaan uit vijf kisten met edelstenen en sieraden, vijftig kilo staafgoud uit de Duitse Bank, vijftig kisten met diverse gouden voorwerpen en munten, twee miljoen dollar, eenzelfde bedrag aan Zwitserse franken en een postzegelverzameling ter waarde van vijf miljoen mark. Hoogstwaarschijnlijk was een groot deel van deze kostbaarheden buitgemaakt van slachtoffers in de vernietigingskampen. Van deze fabelachtige schat ontbreekt vooralsnog echter elk spoor.

Neurenberg

Kaltenbrunner werd direct na de oorlog gearresteerd door Amerikaanse troepen. Doordat Himmler zelfmoord pleegde op 23 mei 1945 was Kaltenbrunner in de ogen van de geallieerden de belangrijkste in leven zijnde SS-leider die verantwoordelijk gesteld kon worden voor talrijke ernstige oorlogsmisdaden. Hij stond samen met andere hooggeplaatste nazi’s terecht tijdens het proces tegen de belangrijkste oorlogsmisdadigers voor het internationale militaire tribunaal in Neurenberg. Vier hoofdaanklachten werden tijdens dit proces opgesteld, waarvan er Kaltenbrunner drie ten laste gelegd werden. Door zijn slechte gezondheid, veroorzaakt door hersenbloedingen, was Kaltenbrunner met tussenpozen aanwezig tijdens het proces. Hij verdedigde zich door veel gepresenteerde feiten te ontkennen en beweerde zelfs dat hij niet van het plan van de nazi’s om alle Joden in Europa te doden op de hoogte was. En dat terwijl aangetoond werd dat hij minstens één maal ooggetuige was een vergassing in een vernietigingskamp. Hij weigerde tijdens dit proces te dienen als plaatsvervanger van Himmler en beweerde dat hij slechts zijn plicht had gedaan. Adolf Eichmann, zijn ondergeschikte, kende hij volgens eigen zeggen nauwelijks, behalve dan dat ze tijdens hun jeugd in Linz bevriend waren geweest.

De rechters doorzagen Kaltenbrunners ontkenningen en veroordeelden hem voor twee van de drie aanklachten: het schenden van het oorlogsrecht en het plegen van misdaden tegen de menselijkheid. Voor de eerste hoofdaanklacht, het samenzweren om de macht te grijpen en een totalitair regime te vestigen ten einde een agressieoorlog te voeren, kon hij niet veroordeeld worden. Blijkbaar vond men zijn betrokkenheid bij de partij in de beginjaren van de nazi-partij niet groot genoeg. Kaltenbrunner werd op 1 oktober 1946 bestraft met de doodstraf. Op 16 november werd de doodstraf uitgevoerd. Voordat hij om 1.39 uur opgehangen werd, hield hij het volgende korte betoog: “Ik wil graag nog wat zeggen. Ik heb van mijn Duitse volk gehouden met een warm hart. En van mijn vaderland. Ik heb mijn plicht gedaan volgens de wetten van mijn volk en ik betreur het dat (...) misdaden gepleegd zijn waarvan ik niet op de hoogte was.”. De kap ging over zijn hoofd en in zijn laatste woorden wenste hij Duitsland veel geluk.

Processtukken

- Verhoor Kaltenbrunner 1
- Verhoor Kaltenbrunner 2
- Slotverklaring Kaltenbrunner
- Vonnis Kaltenbrunner

Definitielijst

Abschnitt
Aanduiding van een district van de Sturmabteilung (SA) of de Schutzstaffel (SS).
Alpenfestung
In 1944 als eerste door de Amerikanen opgemerkte ontwikkeling in de Alpen. De amerikanen vreesden een zogeheten Alpenvesting als laatste Nazi-bolwerk. Dit plan is omgeven van de mysterie. Enerzijds zou de Alpenfestung voor de SS het laatste SS-bolwerk wat de geallieerde troepen alsnog de kop zou kunnen gaan kosten. Er zouden enorme wapenopslagplaatsen gebouwd worden en elite-eenheden zouden zich overal ind e Alpen verstoppen en soms zelf in geallieerde uniformen dood en verderf achter de linies zaaien. Deze angstwekkende ontwikkeling werd versterkt door de Duitse propagandamachine die de Amerikaanse troepen richting de Alpen wilde lokken in plaats van ze de Rijn te laten oversteken. Hoewel de Britten hier voor waarschuwden besloten de Amerikanen hun troepen op te delen en ze zowel naar Berlijn als naar het Zuiden te sturen. De alpenfestung bleek echter een spookbeeld.
Anschluss
Duitse term voor aansluiting waarmee de annexatie van Oostenrijk door Nazi-Duitsland in 1938 (12 maart) wordt bedoeld. Hiermee ging Oostenrijk deel uitmaken van het Groot-Duitse Rijk.
capitulatie
Overeenkomst tussen strijdende partijen met betrekking tot de overgave van een land of leger.
Endlösung
Eufemistische term, letterlijk eindoplossing, waarbij met oplossing bedoeld werd de oplossing voor het Jodenprobleem zoals dat door de nationaal-socialisten was geconstateerd. De Endlösung zou uiteindelijk vorm krijgen in de pogingen van de nazi's om het gehele Joodse volk in Europa uit te roeien in speciaal daarvoor ingerichte vernietigingskampen.
Führer
Duits woord voor leider. Hitler was gedurende zijn machtsperiode de führer van nazi-Duitsland.
geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
Gleichschaltung
Letterlijk: gelijkschakeling. Streven van de nazi-partij om alle maatschappelijke en culturele organisaties te modelleren naar de nationaal-socialistische geest.
Groot-Duitsland
Een Duitsland met zodanige grenzen dat alle Duitssprekenden binnen die grenzen kunnen wonen. Streven van de Nazi-partij.
Mauthausen
Plaats in Oostenrijk waar de nazi’s van 1938 tot 1945 een concentratiekamp gevestigd hadden.
nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
Oberabschnitt
Aanduiding voor een hoofddistrict van de Schutzstaffel (SS) vanaf november 1933.
oorlogsmisdaden
Misdaden die in oorlogstijd worden begaan. Vaak betreft het hier misdaden van militairen ten opzichte van burgers.
regiment
Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.
RSHA
Reichssicherheitshauptambt. De centrale inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk
sectie
Een sectie is van oudsher een van de kleinste eenheden in het leger. In de Franse tijd vormden twee secties samen een peloton. In de periode voor de Tweede Wereldoorlog was binnen het Nederlandse leger een sectie het equivalent van wat men naoorlogs peloton is gaan noemen.
Standarte
Paramilitaire eenheid, ongeveer ter grootte van een regiment, binnen de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS).
vernietigingskamp
Kamp waar tijdens de Tweede Wereldoorlog grote groepen mensen (voornamelijk Joden en zigeuners) door de SS werden geliquideerd door middel van vergassing. Auschwitz, Treblinka en Majdanek zijn drie voorbeelden van vernietigingskampen.

Afbeeldingen

Ernst Kaltenbrunner, leider van het Reichsicherheitshauptamt (RSHA).
Ernst Kaltenbrunner (rechts) samen met Himmler in Mauthausen. De wijzende man is kampcommandant Franz Ziereis. Bron: Archiv der KZ-Gedenkstaette Mauthausen.
Een onderonsje tussen Wilhelm Keitel (links), Ernst Kaltenbrunner (midden) en Alfred Rosenberg tijdens hun proces. Bron: USHMM.

Informatie

Artikel door:
Kevin Prenger
Geplaatst op:
30-05-2005
Laatst gewijzigd:
15-03-2024
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Gerelateerde personen

Gerelateerde boeken