Net als de SA was de SS ontstaan als semi-professionele organisatie. De mannen die zich in 1923 bij de Stoßtrupp Adolf Hitler en in 1925 bij de SS aansloten deden dit op vrijwillige basis vanuit hun politieke overtuiging. In de loop van de jaren groeide de SS echter uit tot een organisatie waarbinnen diverse professionele organisaties werden opgenomen. De SS werd een organisatie waarbinnen een grote hoeveelheid mensen full-time werkten als ambtenaar of militair. De Allgemeine-SS vormde de ruggengraat van de organisatie en vanuit deze oorspronkelijke kern ontwikkelden zich onderdelen als de Sicherheitsdienst, de Waffen-SS en de Totenkopfverbände.
Het ledenbestand van de Allgemeine-SS bestond uit voltijdse en deeltijdse leden. Naast actieve leden bestond de Allgemeine-SS ook uit meerdere inactieve- of ereleden. De Allgemeine-SS was militair georganiseerd en gedurende de oorlogsjaren werden veel leden overgeplaatst naar de Waffen-SS. Zo kwam het regelmatig voor dat SS’ers een rang binnen de Allgemeine-SS én de Waffen-SS bekleedden. Oudere leden en leden die wegens gezondheidsredenen niet goedgekeurd werden voor de Waffen-SS, leidinggevenden en mensen met andere belangrijke functies binnen de Algemeinne-SS behielden echter hun functie binnen de Allgemeine-SS. Zij hielden zich onder andere bezig met politieke, raciale, ideologische en veiligheidszaken.
In tegenstelling tot de Waffen-SS bleef de Allgemeine-SS een partijorganisatie die dus betaald werd uit de partijkas. De Waffen-SS werd vanaf 1939 volledig ondergebracht binnen de rijksbegroting. Binnen de twaalf hoofdbureau’s van de SS waren zowel SS’ers met een functie binnen de Waffen-SS vertegenwoordigd als SS’ers met een functie binnen de Allgemeine-SS. Oswahld Pohl (de chef van het SS-Wirtschafts- und Verwaltungshauptamt) had bijvoorbeeld tot 1939 de rang van Untersturmführer in de Allgemeine-SS, maar vervolgens werd hij benoemd tot Obergruppenführer in de Waffen-SS, terwijl zijn taken (o.a. administratie en financiën van de SS) niet specifiek onderdeel uitmaakten van de Waffen-SS.
Zonder te vervallen in een verdere uitvoerige uitleg kunnen we stellen dat de Allgemeine-SS de civiele tak vormde binnen de SS en de Waffen-SS de militaire tak. Mannen met een rang binnen de Allgemeine-SS waren echter dusdanig aanwezig in andere SS-onderdelen dat het classificeren van de Allgemeine-SS lastig is. Naast een rang binnen de Allgemeine-SS bekleedden veel SS’ers bijvoorbeeld ook een rang binnen de Waffen-SS, de Sicherheitsdienst, de Totenkopfverbände of de Duitse politie. Het kwam zelfs voor dat bepaalde SS’ers een rang bekleedden binnen meer dan twee van de genoemde onderdelen.
De organisatie van de Allgemeine-SS was opgebouwd uit verschillende formaties. Een Oberabschnitt was de grootste formatie en een Rotte de kleinste. De manschappen binnen deze formaties waren vooral actief in de jaren voor de oorlog. Ze hielden zich toen onder andere bezig met diverse politieke taken en werden ingezet als hulppolitie. Gedurende de oorlogsjaren werden leden van de Allgemeine-SS steeds vaker opgenomen binnen de Waffen-SS en andere belangrijke operationele onderdelen van de SS. De Allgemeine-SS had gedurende de oorlogsjaren vooral een administratieve en bestuurlijke functie en was onder andere verantwoordelijk voor de organisatie van de Reichsführung-SS en de (Höhere) SS und Polizeiführer. De oorspronkelijke opbouw van de verschillende formaties, zoals hieronder weergegeven, bleef echter tijdens de oorlogsjaren ook behouden. De actieve bezetting binnen de diverse formaties was echter minimaal.
Oberabschnitt
|
Abschnitt
|
Standarte
|
Sturmbann
|
Sturm
|
Zug
|
Gruppe
|
Trupp
|
Rotte
SS-Oberabschnitte: deze benaming van de SS hoofddistricten werd ingevoerd in november 1933. Deze districten vonden hun oorsprong in de vroegere districtsindelingen van de Sturmabteilung. Toen de Schutzstaffel opgericht werd, stonden SS Gau-Führer aan het hoofd van de afzonderlijke lokale SS-eenheden, maar de meeste eenheden rapporteerden direct aan het NSDAP-hoofdkantoor in München. SS Gau-Führer waren meestal hoge SA- of partijleiders omdat SS-rangen en de status van commandant in het prille begin van de SS nog niet bestonden.
De eerste geografisch ingedeelde commandostructuur van de SS bestond uit de SS-Oberführerbereiche Oost-, West- en Zuid-Duitsland. Tijdens de periode 1930-1931 werd deze indeling uitgebreid en werden de afzonderlijke gebieden ingedeeld in SS-Gruppen. Uiteindelijk werd vanaf november 1933 de geografische commandostructuur ingedeeld in SS-Oberabschnitte (hoofddistricten). Toen de functie van HSSPF in november 1937 ontwikkeld werd, was de persoon die deze functie bekleedde in de meeste gevallen ook de leider van een Oberabschnitte. In een Oberabschnitte had een HSSPF dus de supervisie over alle SS- en politieorganisaties die niet onder het bevel van het leger stonden.
De staf van de Oberabschnitte werd aangevoerd door een Stabsführer (stafchef). Zijn voornaamste stafofficieren waren een Verwaltungsführer (administratief officier), Oberabschnittartz (medisch officier), Oberabschnitt Ausbildingsführer (trainingsofficier), Oberabschnitt Personnalchef (personeelsofficier) en Nachrichtenführer (verbindingsofficier). Afgezien van de ondergeschikte Abschnitte (districten) met de bijbehorende Standarten (regimenten) hadden de Oberabschnitte in de meeste gevallen ook de beschikking over een Nachrichtensturmbann (verbindingenbataljon) en een Pionierbataillon (geniebataljon). Ook hadden Oberabschnitte gedurende een bepaalde periode de beschikking over Reiterstandarte (cavalerieregimenten). De commandanten van deze eenheden vormden gebruikelijk een integraal onderdeel van de staf van een hoofddistrict, net als verbindingsofficieren van NSDAP-organisaties en het leger. Een belangrijke vooroorlogse taak van de Oberabschnitte was de rekrutering van manschappen en elk hoofddistrict had enkele rekruteringbureau’s ter beschikking.
De samenstelling van een Oberabschnitt (of de eerdere equivalenten) veranderde gedurende de vroege jaren van de SS regelmatig. In november 1932 bestond Oberabschnitt Süd bijvoorbeeld uit Abschnitte I, IX en X en in april 1936 waren Abschnitte I en XXXII toegewezen aan dit hoofddistrict. Oberabschnitte ontstonden onder andere uit SS-Gruppe en Abschnitte. Meerdere Oberabschnitte veranderden ook één of meerdere keren van naam en van geografische verantwoordelijkheid.
De volgende Oberabschnitte hebben gedurende de periode 1933 – 1945 bestaan in het Duitse Rijk. De genoemde namen zijn de definitieve benamingen van het betreffende hoofddistrict. SS-Oberabschnitt ‘Spree’ vond zijn oorsprong bijvoorbeeld in Oberführerbereich ‘Ost’ in augustus 1930, werd vervolgens op 1 maart 1932 vernoemd als SS-Gruppe ‘Ost’ en op 16 november 1933 als SS-Oberabschnitt ‘Ost’. Deze benaming werd uiteindelijk op 14 november 1939 veranderd in SS-Oberabschnitt ‘Spree’. In de onderstaande tabel wordt als oprichtingsdatum augustus 1930 vermeld, de oorspronkelijke oprichtingsdatum van de eerste benaming voor dit hoofddistrict. Met uitzondering van SS-Oberabschnitt Ukraine, dat ontbonden werd op ontbonden op 20 april 1944, bestonden deze hoofddistricten tot mei 1945.
Oberabschnitte: | Oprichtingsdatum: |
Alpenland | 1 juni 1939 |
Böhmen-Mähren | 1 april 1944 |
Donau | 15 februari 1934 |
Elbe | 16 november 1933 |
Fulda-Werra | 1 januari 1937 |
Main | 1 april 1936 |
Mitte | 10 augustus 1933 |
Nord | 20 april 1940 |
Nordost | 15 december 1933 |
Nordsee | 1 oktober 1932 |
Nordwest | 23 mei 1940 |
Ost | 3 maart 1941 |
Ostland | 1 december 1941 |
Ostsee | 1 april 1936 |
Rhein-Westmark | 1 januari 1934 |
Spree | augustus 1930 |
Süd | 1929 |
Südost | 15 maart 1932 |
Südwest | 16 november 1933 |
Ukraine | 1 december 1941 |
Warthe | 26 oktober 1939 |
Weichsel | 9 november 1939 |
West | november 1930 |
SS-Abschnitte: op een lager niveau dan de SS-Oberabschnitte bevonden zich de SS-Abschnitte (districten). In totaal hebben er vijfenveertig van deze districten bestaan in Duitsland en aangesloten landen als Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije. Ook gedeelten van Polen en Frankrijk waren ingedeeld in Abschnitte. Voordat de Abschnitte ingevoerd werden, bevonden Brigaden zich op een vergelijkbaar gezagsniveau. Theoretisch correspondeerden Brigaden met de NSDAP Gaue, maar in de praktijk was de numerieke grootte van de SS nog niet voldoende om in elke Gau een volledige Brigade aan te stellen. Brigaden bestonden tot maart 1931 en werden vervangen door SS-Abschnitte.
Elke Abschnitt bestond uit meerde Standarten waarvan de samenstelling binnen de Abschnitte gedurende de periode 1931-1945 aan veranderingen onderhevig was. Abschnitte hadden niet zoals de Oberabschnitte een naam, maar werden benoemd met een Romeins cijfer. De manschappen van de Abschnitte waren te herkennen aan een Cufftitle (mouwband) met daarop de plaats van herkomst van de eenheid. De eerste zeven Abschnitte werden opgericht in 1931 en de meeste andere werden opgericht in de periode tot 1939.
Standarten (Fuß-Standarten): Standarten waren de basiseenheden van de Allgemeine-SS. Toen de SS opgericht werd, bestonden deze eenheden slechts uit ongeveer tien man. De officiële formatie van de 1.SS-Standarte vond plaats op 9 november 1925, exact twee jaar na de putsch in München, hoewel de eenheid toen in sterkte slechts op papier als Standarte bekend stond. Standarten werden eerst aangeduid met Arabische cijfers en vervolgens met Romeinse cijfers. Toen Abschnitte echter aangeduid werden met Romeinse cijfers werden Standarten uiteindelijk weer aangeduid met Arabische cijfers. Standarten waren meestal gelijk in sterkte aan een militair regiment. Naast de Fuß-Standarten (infanterie), waren er ook Reiterstandarte (cavalerie). Deze Reiterstandarten zullen in de volgende paragraaf besproken worden.
Elk Standarte had een eigen Cufftitle (mouwband) met daarop het nummer van de eenheid. Indien een Standarte een erenaam had, stond dit vermeld op de mouwband. Erenamen van Standarten waren soms gebaseerd op de namen van nazi-slachtoffers die vielen gedurende de machtsstrijd van Hitler en de NSDAP. Enkele Standarten kregen echter ook een erenaam die gebaseerd was op nazi’s die na 30 januari 1933 overleden waren. De erenaam van de 1.SS-Standarte was bijvoorbeeld ‘Julius Schreck’. Schreck was de eerste leider van de SS en Hitlers chauffeur die overleed in 1936. Ook Stürme droegen overigens geregeld erenamen. Naast erenamen hadden sommige Standarten ook bijnamen die gebaseerd waren op de locatie waar de Standarte dienst deed.
Elke Standarte was opgebouwd uit verschillende Sturmbanne (bataljons). Elke Standarte bevatte meestal een reserve-eenheid en een Sanitätsstaffel (medisch detachement). Zogenaamde Ergänzung-Strumbanne (reserve bataljons) waren eenheden die een militaire training ondergingen om uiteindelijk gedurende oorlogstijd opgenomen te worden binnen de Waffen-SS. Een Sturmbann was meestal verdeeld in drie tot vijf Stürme (compagnieën). Züge of Trupps, en Scharen bevonden zich vervolgens respectievelijk weer op een lager bevelniveau. De kleinste, en laagst geplaatste eenheid binnen de Allgemeine-SS was de Rotte. Op het toppunt van haar sterkte, in de karen voor de oorlog, bestond een Sturmbann uit 500 tot 800 man en een Sturm uit 120 tot 180.
Reiterabschnitte en Reiterstandarten: naast de gewone Abschnitte en Standarten had de Allgemeine-SS ook de beschikking over cavalerie-eenheden. Deze SS-eenheden vonden hun oorsprong in ruiterclubs die Himmler overnam binnen zijn SS. De leden van deze ruiterclubs kwamen meestal uit het milieu van rijke herenboeren en landeigenaren en door hun aanstelling binnen de SS kreeg Himmler ook meer aanhang onder deze klasse. De bereden SS ontstond in het begin van 1931 toen een Berittene SS-Abteilung (bereden SS-detachement) werd ontwikkeld, dat in datzelfde jaar de basis vormde voor de SS-Reitersturm. In tegenstelling tot de Fuß-Standarten waren SS-Reiterstandarte gedurende de grootste periode van hun bestaan direct ingedeeld binnen een SS-Oberabschnitt. Elke Reiterstandarte bestond uit vijf of meer Reiterstürme, een Sanitäts-Staffel (medisch detachement) en een Trompeterkorps (trompetterkorps). Sommige SS-Oberabschnitte hadden de beschikking over een Reiterabschnitt, maar vanaf oktober 1936 waren Reiterstandarten direct ondergeschikt aan een SS-Oberabschnitt.
SS-rang: | Afkorting: | Nederlands equivalent: |
Reichsführer-SS | RFSS | |
SS-Führer: | Officieren: | |
SS-Oberstgruppenführer | Ostgruf | Generaal |
SS-Obergruppenführer | Ogruf | Luitenant-Generaal |
SS-Gruppenführer | Gruf | Generaal-Majoor |
SS-Brigadeführer | Brigaf | Brigadier |
SS-Oberführer | Obf | |
SS-Standartenführer | Staf | Kolonel |
SS-Obersturmbannführer | Ostubaf | Luitenant-Kolonel |
SS-Sturmbannführer | Stubaf | Majoor |
SS-Hauptsturmführer (1) | Hstuf | Kapitein |
SS-Obersturmführer | Ostuf | 1e Luitenant |
SS-Untersturmführer (2) | Ustuf | 2e Luitenant |
SS-Unterführer | Onderofficieren | |
SS-Sturmscharführer | Stuscha | Adjudant-onderofficier |
SS-Hauptscharführer (3) | Hscha | Sergeant-Majoor |
SS-Oberscharführer (4) | Oscha | Sergeant 1e klasse |
SS-Scharführer (5) | Scha | Sergeant |
SS-Unterscharführer (6) | Uscha | |
SS-Rottenführer | Rttf | Korporaal 1e klasse |
SS-Sturmmann | Strmm | Korporaal |
SS-Mann | Soldaat 1e klasse | |
SS-Anharter | Soldaat | |
SS-Bewerber (7) |
Noten:
1. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Sturmhauptführer.
2. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Sturmführer.
3. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Obertruppführer en tot januari 1938 SS-Stabsscharführer.
4. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Truppführer.
5. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Oberscharführer.
6. Tot 15 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Scharführer.
7. Tot 14 oktober 1934 was de benaming van deze rang SS-Anwärter.