Titel: | The War File - Tanks!: Steel Tigers |
Uitgebracht: | 2004 |
Uitgever: | Cromwell |
Speelduur: | 48 minuten |
Omschrijving: | De documentaire 'The War File - Tanks!: Steel Tigers' geeft een gedetailleerd beeld van het ontstaan, de ontwikkeling en de inzet van Duitse tanks tussen 1933 (Adolf Hitler als rijkskanselier) en 1945. De documentaire zoomt in op de belangrijkste Duitse tanks zoals de Panzerkampfwagen I, II, III en IV die tijdens de eerste oorlogsjaren door het Duitse leger werden ingezet. Hitler zorgde ervoor dat mechanisering van het Duitse leger werd versneld, legde grote nadruk op tankontwikkeling en stimuleerde het ontwerp en de inzet van steeds krachtigere tankbewapening. Te zien is dat de lichte Panzerkampfwagen I/PzKpfw I (tank I) in de periode 1939-1940 een van de belangrijkste tanks was van Hitler-Duitsland. Ook de lichte Panzerkampfwagen II/PzKpfw II werd toentertijd in relatief grote aantallen ingezet. De ontwikkeling van krachtige zware tanks was in de dertiger jaren geïnitieerd, maar werd versneld door gebeurtenissen aan het front (met name het Oostfront was een zeer belangrijke impuls voor de ontwikkeling van zware tanks). Met behulp van zwart-wit beelden en (gedateerde) computeranimaties worden de tanks besproken. Om ervaring met tanks op te doen was Spanje een geschikte testlocatie. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zette Hitler-Duitsland lichte tanks in en steunde daarmee het Franco-regime. Omdat het lichte pantser van Panzerkampfwagen I (15mm) en II (20 tot 30mm) niet of nauwelijks in staat was granaten uit vijandelijke (Republikeinse) antitankwapens tegen te houden ging het Duitse tankapparaat meer nadruk leggen op de ontwikkeling van middelzware tanks zoals de Panzerkampfwagen III en IV. Beide tanks komen uitgebreid in de documentaire aan bod waarbij gesteld wordt dat de Panzer III bedoeld was om vijandelijke tanks te vernietigen en de Panzer IV/PzKpfw IV bedoeld was om infanterie en licht gepantserde doelen of huizen te vernietigen met brisantmunitie. Het korte 75mm 'Stummel' geschut van de Panzer IV (vroege productieversies zoals de A en C), kon een zeer effectieve brisantgranaat afvuren. Antitankmunitie was voorhanden, maar was niet erg geschikt door de lage mondingssnelheid van het korte kanon om tanks te doorboren. De ervaringen in Frankrijk in 1940 en later aan het Oostfront vanaf juni 1941 bevestigden dat de Panzerkampfwagen IV verbeterd moest worden om dreigingen, in de vorm van nieuwe vijandelijke tanks, het hoofd te kunnen bieden. De Sovjet T-34 en KV tanks waren de impetus voor de ontwikkeling van een langer en krachtiger 75mm kanon. De documentaire zoomt in op die feiten en stelt dat de Sovjet T-34 tank en de zware KV-1 tank de ontwikkeling van nieuwe kanonnen (Panzerkampfwagen IV), de versnelling van de productie en inzet van zware tanks (Panzerkampfwagen VI Tiger / PzKpfw VI Tiger) en middelzware tanks (Panzerkampfwagen V Panther / PzKpfw V Panther) heeft gestimuleerd. Bestaande Duitse antitankwapens zoals het 20mm snelvuurkanon, het 37mm antitankwapen (3.7 cm Pak 35/36) of het 50mm antitankwapen, konden namelijk weinig beginnen tegen het dikke, schuine pantser van de T-34 tank en het recht vormgegeven pantser van de KV. Granaten ketsten gewoonweg af. De Duitse soldaten gingen improviseren om die Sovjetwapens uit te schakelen. In 1942 was de ontwikkeling van de eerste Duitse zware tank, de Panzerkampfwagen VI Tiger, klaar. Toentertijd hadden de Duitsers een middel om de genoemde Sovjettanks tot op grote afstand uit te schakelen. Het 88mm kanon van de Tiger-tank was dodelijk tot op een afstand van drie kilometer. De film zoomt tevens in op de belangrijkste (westelijke) geallieerde tegenstanders van de Duitsers: M3 'Lee', M4 'Sherman', Crusader, Cromwell en Matilda II (Noord-Afrika). Vooral de M3 en de M4 middelzware tanks werden door Duitse troepen gevreesd. De introductie van de Panzerkampfwagen IV met het langere en krachtigere 75mm kanon (Mark IV 'Special') maakte voor een deel (afgezien van productiecriteria) een einde aan het geallieerde tankoverwicht en de kwaliteit van M4 Sherman tanks. Duitse tanks en tankjagers werden tijdens de oorlog steeds groter, zwaarder en met krachtigere bewapening uitgerust. Die nadruk op kwaliteit had grote nadelen: de Duitse industrie werd steeds zwaarder belast om kwalitatieve (dure) tanks te produceren. De Tiger-tank kon dan wel elke geallieerde tank tot op lange afstand uitschakelen, de productiekosten van een Tiger waren veel hoger dan de productiekosten van middelzware Duitse tanks zoals de Panzerkampfwagen IV/PzKpfw IV en de Panzerkampfwagen V Panther. Hitler en zijn legertop (afgezien van experts zoals generaal Heinz Guderian) leerden nauwelijks van het gegeven dat kwantiteit, onder de juiste omstandigheden, uiteindelijk kwaliteit kan verslaan. De documentaire schetst die achtergrond en eindigt met informatie over de zwaarste Duitse tanks zoals de Panzerkampfwagen VI Ausf. B Tiger II / PzKpfw VIb Königstiger en de kolossale tankjager Jagdtiger. De Tiger II was de zwaarste geproduceerde tank van Hitler-Duitsland (70 ton) en was in staat de sterkste Sovjet (zware tank IS-serie) en Amerikaanse tanks zoals de M26 Pershing te vernietigen tot op lange afstand (twee tot drie kilometer). Het megalomane karakter van Hitler (groter, zwaarder en duurder is beter), zien we ook terug bij zijn bemoeienis met tanks. Dat had een negatief effect op de uitkomst van de oorlog voor Hitler-Duitsland. De 'vloedgolf' aan geallieerde tanks was simpelweg niet te stoppen met een handjevol kwalitatieve Duitse tanks. De Tiger II was zo zwaar (13 ton zwaarder dan de Tiger I) dat veel bruggen het gewicht van het voertuig niet aankonden. Daarnaast verbruikte het voertuig erg veel brandstof (dat in de laatste oorlogsmaanden zeer schaars was). Al met al is de documentaire zeer interessant en informatief omdat het een totaaloverzicht geeft van de opkomst, de inzet en de ondergang van het Duitse tankwapen. Dat historisch bewustzijn draagt eraan bij dat de nederlaag van Hitler-Duitsland beter begrepen kan worden. |
Beoordeling: | (Zeer goed) |