TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

T 34: Russlands Standard-Panzer im Zweiten Weltkrieg

Titel:T 34: Russlands Standard-Panzer im Zweiten Weltkrieg
Schrijver:Fleischer, W.
Uitgever:Motorbuch Verlag
Uitgebracht:2018
Pagina's:192
Taal:Duits
ISBN:9783613041172
Omschrijving:

Deze publicatie is een uitgebreid militair-technisch verslag van de middelzware Sovjet T-34 tank. In de loop der jaren zijn verschillende publicaties over de T-34 tank verschenen. Niet alleen Engelstalige boeken, maar ook Duitstalige populairwetenschappelijke werken behandelen de T-34 tank. Het boek is vooral een militair-technische en minder een operationele beschouwing waarbij de T-34 tank in alle technische facetten behandeld wordt.

Het boek heeft een inhoudsopgave bestaande uit vijf hoofdstukken: I. Wortgewaltige Panzergefechte - Die Auseinandersetzungen um den 'T-Vierundreißiger', II. Entwicklungsgeschichte, III. Spezialpanzer auf T-34-Basis, IV. Selbstfahrlafetten auf T-34-Basis und V. Die T-34-Modelle in Daten. Een voorwoord en literatuuraanhangsel complementeren het geheel.

De eerste twee hoofdstukken gaan zeer uitgebreid in op de totstandkoming van de T-34 tank waarbij de tankhistorie aan bod komt. Uiteraard had de Sovjet-Unie in de dertiger jaren verschillende tanks, maar de T-34 was een technische ontwikkeling geïnitieerd door verschillende prototypes (A-20, A-32, A-34), maar ook bestaande tanks zoals de lichte BT-7. Bestaande tanks legden in ieder geval de basis wat betreft techniek en technische mogelijkheden. Het Christie ophangingssysteem dat gebruikt werd in de lichte BT-tanks, werd ook gebruikt in de T-34. Ook verschillende bewapeningsopties waren al getest en gemonteerd in bestaande tanks zoals de middelzware T-28 en zware T-35 tank. Dat de T-34 vooral verschilde wat betreft vormgeving, bepantsering (vrij dikke, schuin gemonteerde pantserplaten aan veel kanten) en de vrij goede mobiliteit (mede door het motorvermogen, de brede rupsbanden, de lage gronddruk) wordt in het boek duidelijk. Nooit eerder had de Sovjet-Unie een 'universele' tank gehad: een tank die niet alleen voldoende, of zelfs goed gepantserd en bewapend was, maar ook voor verschillende doeleinden geschikt was (b.v.: doorbreken van versterkte linies, aanvallen van in het achterland aanwezige vijandelijke troepen, tankgevechten).

Kort komen de frontervaringen aan bod die de Duitse Wehrmacht en Waffen-SS op 22 juni 1941 meemaakten toen zij de Sovjettanks, inclusief de T-34 tank, tegenkwamen. De T-34 bleek met bestaande antitankwapens een vrij moeilijk uit te schakelen doelwit. De aantallen gecombineerd met de kracht van de T-34 zorgden ervoor dat de tank wereldwijd een grote impact had op tankontwerp en voertuigtechniek.

Hoofdstuk II zoomt vooral in op de technische ontwikkelingshistorie van de T-34 (T-34-76). Frontervaringen van Sovjettanks tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de Winteroorlog met Finland (1939-1940) resulteerden in 'Granatsichere Panzerung', verbeterde mobiliteit en krachtiger tankgeschut (een toenemende nadruk wat betreft tankbewapening van 45 naar 76mm geschut). Uitgebreid gaat de auteur in op alle technische aspecten waarbij zelfs transmissies en wielophangingssystemen aan bod komen. Technische tekeningen worden op veel pagina's getoond.

De eerste T-34 tanks vonden hun oorsprong in de middelzware A-20 en A-32 tanks die met 45mm 20-K en 76mm L-11 kanonnen bewapend werden. Dankzij de brede rupsbanden had de A-34 (later T-34 genoemd) een lage gronddruk (0,62 kp/vierkante centimeter). Toch hadden de eerste T-34 tanks (T-34 Model 1940) technische mankementen zoals de ontoereikende verdeling van het motorvermogen over de aandrijving, het snelle slijten van de koppeling, de kleine ruimte in de tank (ergonomie) wat door de schuine bepantsering en de technische onderdelen in de tank veroorzaakt werd, de kleine koepelring (1,42 meter), het ontbreken van een commandantskoepel, te weinig vluchtmogelijkheden indien de tank in brand werd geschoten en de vergeleken met de A-20 minder hoge maximumsnelheid (sommige mankementen werden in de verbeterde T-34-85 tank verholpen, zoals het monteren van een voor drie man geschikte koepel). Het boek noemt niet het feit dat de bepantsering van sommige T-34 tanks (T-34 Model 1940, maar wellicht ook Model 1941), niet altijd kwalitatief even goed was of even dik op alle plaatsen. Het bleek namelijk dat sommige naden en onderdelen van de pantserplaten soms scheurden of zelfs eraf vielen indien zij getroffen werden door relatief 'zwak' Duits 3,7 cm geschut (The Tanks of Operation Barbarossa: Soviet versus German Armour on the Eastern Front, 2018). Het boek noemt dat de T-34 tank vrijwel onkwetsbaar was voor dat geschut (antitank- en tankvariant). Grotendeels is dat waar, maar niet helemaal. Ook het Duitse 5 cm antitankgeschut (PaK 38) en de later ingevoerde tankvariant (5 cm KwK 39 L/60) konden de bepantsering van de eerste T-34 modellen doorboren, zij het soms met veel moeite (vooral de frontale rompbepantsering en de koepelplaten bleken op grote afstand vaak lastig te doorboren).

Interieurs worden getoond en technische onderdelen zoals de draaimechanismen van koepels komen aan bod. Wat betreft bewapening kreeg de T-34 snel een upgrade: van 76,2mm L-11 (soms omschreven als L-11 76,2mm) naar 76,2mm F-34. De auteur noemt daarbij niet alleen het type geschut, maar ook de kaliberlengte van het kanon (76,2-mm-KwK L-11 L/30,5 en 76,2-mm-KwK F-34 L/41,5). Vanaf pagina 34 zien we verschillende zwart-wit foto's waarbij informatie over de productie en de koepel aan bod komt. Feit is namelijk dat de koepel van de T-34 (T-34-76), maar later ook T-34-85 verschilt wat betreft technische details. Zo was er soms sprake van een zeshoekige koepel die in later geproduceerde T-34-76 tanks gemonteerd werd. T-34 koepels werden ook gebruikt op gepantserde Sovjettreinen. Ook werden de ventilatoren (rangschikking) en de uitstijg- en vluchtluiken vaak anders gemonteerd. De fabrikanten die de T-34 tank en onderdelen produceerden waren vaak Sovjetstaatsfabrieken zoals fabriek Nr. 183 (Zavod No. 183).

De 'Panzerwanne' (romp) van de T-34 tank bestond uit verschillende gewalste staalplaten die varieerden wat betreft dikte (maximaal ongeveer 40 tot 45mm dik). Opgemerkt dient te worden dat het T-34 Model 1942 en T-34 Model 1943 soms een dikker frontpantser had: 45 tot 60mm. Ook 'Zuzatspanzerung' (extra staalplaten) die de bepantsering dikker maakten werd bij sommige T-34 tanks aan de voor- en zijkant aangebracht (nog afgezien van extra rupsbanden die aan de zijkanten van de koepel gemonteerd werden of stukken daarvan soms zelfs aan de voorkant).

Het kopje 'bewapening' gaat zeer uitgebreid in op de bewapening van de T-34 tank die in 1941 krachtig genoeg was om alle Duitse tanks te vernietigen. Een interessante afbeelding toont de verschillende munitiesoorten waarbij duidelijk wordt dat de voor de 610mm lange 76,2mm UBR-354A geschikte BR-350A en BR-350B de belangrijkste pantsergranaten waren. Te lezen is dat de BR-350A iets langer was dan de BR-350B (318mm tegenover 275mm). Technische tabellen geven informatie wat betreft doorslagvermogen op korte (100 meter) en langere afstand (twee of zelfs drie kilometer in het geval van de 85mm BR-365 in de T-34-85 tank). Feit is dat het om schattingen gaat. Penetratiedata lopen uiteen in verschillende publicaties en schietoefeningen (afhankelijk van verschillende criteria zoals het soort staal, de dikte, de hoek van inslag etc.). De ontwikkeling van de verbeterde T-34-85 (T-34-85 Model 1943 en T-34-85 Model 1944) komt ook uitgebreid aan bod.

Omdat het te ver gaat om alle aspecten te behandelen volgt een samenvatting. Het boek excelleert wat betreft technische diepgang en achtergrondinformatie. De afbeeldingen en tekeningen zijn interessant, de vele details zijn noemenswaardig. Wat ontbreekt is de operationele inzet van de tank en een definitief antwoord op de gestelde vraag of de T-34 de beste tank van de oorlog was. 'De lezer mag het zelf invullen' is de gedachte. Echter, door het ontbreken van verliescijfers en andere informatie is het onmogelijk om alleen op basis van techniek een antwoord te geven op die vraag. Wie vooral geïnteresseerd is in technische ontwikkelingshistorie, technische componenten, bewapeningsopties etc. heeft veel aan het boek. Mensen die ook geïnteresseerd zijn in andere aspecten (operationeel, tactisch, wellicht zelfs politiek-filosofische argumenten) kunnen beter andere literatuur lezen. Al met al is de publicatie vooral een technische bron van informatie!

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Ruben Krutzen
Geplaatst op:
18-04-2020
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen