Bij de Bolsjewiekfabriek in Leningrad ontwikkelde de Sectie van Experimentele Mechanische Ontwikkeling (OKMO), in samenwerking met een team van Duitse ingenieurs onder leiding van hoofdingenieur Grotte het prototype TG-1/T-22 “Grotte”. De TG-1/T-22 was een 30 ton zware tank die gebruik maakte van pneumatische (luchtdruk) bediening en suspensie en was bewapend met één 76,2mm kanonnen en twee 7.62mm machinegeweren. Het pantser was 35mm dik. Het ‘Grotte’-team ontwikkelde na de TG-1/T-22 nog twee andere prototypes. Het tweede prototype was de TG-3/T-29, die ook 30 ton woog, maar bewapend was met een 76.2mm kanon, twee 37mm kanonnen en nog eens twee machinegeweren. Grotte’s derde en laatste prototype was de indrukwekkende TG-5/T-42, een zware tank van maar liefst 100 ton (!) die bewapend was met een 107mm kanon en een samenstelling van kanonnen van verschillend kaliber en machinegeweren verdeeld over een een groot aantal geschutskoepels. Met name omdat de Sovjetindustrie nog jong en onervaren was, werden vanwege de complexiteit geen van de ontwerpen vanuit de Bolsjewiekfabriek geaccepteerd voor productie of in het geval van de TG-5 simpelweg omdat het onwerp als onpraktisch bestempeld werd.
De meer succesvolle T-35 zware tank werd rond diezelfde tijd ontwikkeld door een tweede team onder leiding van hoofdingenieur N. Tsiets bij het OKMO. Twee prototypes van de T-35 werden tussen 1932 en 1933 ontwikkeld. De eerste, de ‘T-35-1’ (in juli 1932), woog 50 ton en was bewapend met één 76.2mm PS-3 kanon (dat gebaseerd was op de 27/32 houwitser) omringd door vier sub-geschutskoepels, waarvan twee met 37mm kanonnen en de overige twee met machinegeweren. De T-35-1 werd aangedreven door een M6-benzinemotor. In totaal waren er 10 bemanningsleden nodig om dit prototype functioneel te krijgen. Al bij de eerste testen werd duidelijk hoe complex de onderdelen eigenlijk in elkaar zaten en bovendien waren er hoge kosten aan de productie verbonden. Het concept werd alsnog van tafel geschoven omdat het ontwerp praktisch gezien niet geschikt was voor massaproductie. Het tweede prototype, de ‘T-35-2’ werd aangedreven door een veel krachtigere M-17M motor en was voorzien van een heropgebouwde suspensie, minder geschutskoepels en had ‘maar’ 7 bemanningsleden nodig om optimaal te functioneren. Het pantser was iets dikker dan die van de T-35-2, namelijk 35mm aan de voorzijde en 25mm aan de zijkanten. Dit prototype werd in april 1933 getest op het Voertuig Onderzoek & Ontwikkelings Testgebied (NIIBT) te Kubinka, alvorens het meereed op de 1-Meiparade in mei 1933.
Op 11 augustus 1933 werd toestemming geven door de Raad voor Arbeid en Defensie (STO) voor productie van de T-35A. De productietechniek voor de T-35A van de Bolsjewiekfabriek in Leningrad werd vervolgens overgeplaatst naar de Locomotieffabriek in Kharkov (KhPZ - Kharkovski Parovozostroitelni Zavod) vanwege het feit dat de Bolsjewiekfabriek zijn handen al vol had aan de massaproductie van de T-26 lichte tank. De eerste twee exemplaren werden in 1933 gebouwd. Tussen 1933 en 1939 werden er kleine aanpassingen in het basisontwerp van de T-35 aangebracht en het duurde tot 1935 voordat het standaardmodel (model 1935) in productie ging. Het 1935-model van de T-35 had meer lengte en was voorzien van een nieuwe BT-5 geschutskoepel ter vervanging van de BT-2 koepel. De bewapening van dit model bestond uit één L-10 76,2mm kanon en in de subgeschutskoepels twee 45mm kanonnen die de 37mm kanonnen vervingen. De laatste zes T-35 zware tanks werden in 1939 voorzien van een schuine bepantsering in de geschutskoepels ter bescherming tegen de nieuwste generatie anti-tankkanonnen.
Ondanks het feit dat de T-35 bedoeld was voor massaproductie werden er slechts 61 exemplaren gebouwd tussen 1933 en 1939. De kosten van één T-35 waren gelijk aan die van negen BT-tanks en daarnaast had de zware tank te kampen met een groot aantal technische en praktische mankementen. Zo belemmerde de grootte van de tank en de lastige besturing de manoeuvreerbaarheid, vooral over obstakels. Een andere mankement was dat de nauwkeurigheid van de coördinatie en het richten bemoeilijkt werd door het gebrek aan vrije ruimte in de tank. De bemanning kon dus alleen optimaal gebruik maken van de tank wanneer deze stilstond. In 1939 werd de laatste T-35 zware tank gefabriceerd.
Productieaantallen van de T-35 in de periode 1933-1939 (per jaar) waren als volgt:
1933: | 2 |
1934: | 10 |
1935: | 7 |
1936: | 15 |
1937: | 10 |
1938: | 11 |
1939: | 6 |
Totaal: | 61 |
In de periode dat de T-35 werd gemaakt, werd er nog volop geëxperimenteerd met de combinatie van een T-35 torso en zware wapens. Dit waren de prototypes:
Wat veel mensen niet weten is dat in 1938 door Stalin persoonlijk het bevel is gegeven om een nieuwe zware tank met meerdere geschutskoepels te ontwerpen ter vervanging van de T-35 serie. Een groep ingenieurs had onder bevel van de hoofdingenieurs Nikolai Dukhov en Zhozef Kotin in de Kirov-fabriek in Leningrad de T-39 superzware tank ontworpen, maar kwamen nooit verder dan de prototype-fase. Dit prototype woog maar liefst 95 ton en was bewapend met een 152mm houwitser, een 107mm houwitser en een 45mm kanon. De bedoeling was dat het rijdende fort door 2 motoren met een totale aandrijfkracht van 1200pk aangedreven zou worden.
De T-35 kende de volgende varianten:
T-35-1. Eerste prototype van de T-35 dat in juli 1932 ontworpen werd. Vanwege de hoge kosten en complexiteit werd het concept geschrapt.
T-35-2. Het tweede protype van de T-35. De eerste testen vonden plaats in april 1933. Het concept werd uiteindelijk in augustus 1933 goedgekeurd. De T-35A was geboren.
T-35A. De T-35A was het eerste type van de serie die in productie ging. Tussen 1933 en 1934 werden 20 exemplaren gebouwd, maar in deze periode werd het ontwerp ook verbeterd vanwege de vele mankementen.
Model: | T-35A | |
Gewicht: | 45,000kg (45 ton) | |
Bemanning: | 10 | |
Motor: | Mikulin-17M, 12 cilinders, 500pk | |
Brandstof: | 910 liter | |
Snelheid: |
30km/u op de weg 19km/u op het veld |
|
Bereik: |
150km op de weg 70km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9m |
Breedte: | 3,20m | |
Hoogte: | 3,43m | |
Bodemvrijheid: | 0,53m | |
Bewapening: |
1x 76.2mm L/16 kanon 2x 45mm mod. 32 kanonnen 6x 7.62mm DT MG 1x P-40 luchtafweerkanon |
|
Radio: | 71-TK-1 | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 15-30mm |
Zijkanten romp: | 20mm | |
Achterkant romp: | 20mm | |
Onderkant romp: | 11-14mm | |
Bovenkant romp: | 11-14mm | |
Primaire koepel: | 20-11mm | |
Koepel 45mm kanon: | 20-11mm | |
Koepel MG: | 20-11mm | |
Productie: | 12 | |
Productieperiode: | 1933-1935 |
T-35 model 1935. De T-35 model 1935 was het enige type van de serie dat in massaproductie ging. De tank had meer lengte dan de T-35, een nieuwe BT-5 koepel en minder sub-geschutskoepels. Van dit type werden 35 exemplaren gefabriceerd.
Model: | T-35 model 1935 | |
Gewicht: | 45,000kg (45 ton) | |
Bemanning: | 10 | |
Motor: | Mikulin-17M, 12 cilinders, 500pk | |
Brandstof: | 910 liter | |
Snelheid: |
30km/u op de weg 19km/u op het veld |
|
Bereik: |
150km op de weg 70km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9,72m |
Breedte: | 3,20m | |
Hoogte: | 3,43m | |
Bodemvrijheid: | 0,53m | |
Bewapening: |
1x 76.2mm L/16 kanon 2x 45mm mod. 32 kanonnen 5-6x 7.62mm DT MG |
|
Radio: | 71-TK-1 | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 15-30mm |
Zijkanten romp: | 20mm | |
Achterkant romp: | 20mm | |
Onderkant romp: | 11-14mm | |
Bovenkant romp: | 11-14mm | |
Primaire koepel: | 20-11mm | |
Koepel 45mm kanon: | 20-11mm | |
Koepel MG: | 20-11mm | |
Productie: | 32 | |
Productieperiode: | 1935-1937 |
T-35 model 1937. Dit type was voorzien van een dikkere bepantsering.
Model: | T-35A | |
Gewicht: | 45,000kg (45 ton) | |
Bemanning: | 10 | |
Motor: | Mikulin-17M, 12 cilinders, 500pk | |
Brandstof: | 910 liter | |
Snelheid: |
30km/u op de weg 19km/u op het veld |
|
Bereik: |
150km op de weg 70km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9m |
Breedte: | 3,20m | |
Hoogte: | 3,43m | |
Bodemvrijheid: | 0,53m | |
Bewapening: |
1x 76.2mm L/16 kanon 2x 45mm mod. 32 kanonnen 6x 7.62mm DT MG 1x P-40 luchtafweerkanon |
|
Radio: | 71-TK-1 | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 15-30mm |
Zijkanten romp: | 20mm | |
Achterkant romp: | 20mm | |
Onderkant romp: | 11-14mm | |
Bovenkant romp: | 11-14mm | |
Primaire koepel: | 20-11mm | |
Koepel 45mm kanon: | 20-11mm | |
Koepel MG: | 20-11mm | |
Productie: | 12 | |
Productieperiode: | 1933-1935 |
T-35 model 1935. De T-35 model 1935 was het enige type van de serie dat in massaproductie ging. De tank had meer lengte dan de T-35, een nieuwe BT-5 koepel en minder sub-geschutskoepels. Van dit type werden 35 exemplaren gefabriceerd.
Model: | T-35 model 1937 | |
Gewicht: | 49,000kg (49 ton) | |
Bemanning: | 11 | |
Motor: | Mikulin-17M, 12 cilinders, 500pk | |
Brandstof: | 910 liter | |
Snelheid: |
30km/u op de weg 19km/u op het veld |
|
Bereik: |
150km op de weg 70km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 9,72m |
Breedte: | 3,20m | |
Hoogte: | 3,43m | |
Bodemvrijheid: | 0,53m | |
Bewapening: |
1x 76.2mm L/16 kanon 1x 45mm mod. 32 kanonnen 1x P-40 luchtafweerkanon 6x 7.62mm DT MG |
|
Radio: | 71-TK-1 | |
Bepantsering: | Voorkant romp: | 20-70mm |
Zijkanten romp: | 25mm | |
Achterkant romp: | 20mm | |
Onderkant romp: | 11-14mm | |
Bovenkant romp: | 11-14mm | |
Primaire koepel: | 20-11mm | |
Koepel 45mm kanon: | 20-11mm | |
Koepel MG: | 20-11mm | |
Productie: | 11 | |
Productieperiode: | 1937-1938 |
T-35 model 1938. Dit model was voorzien van een schuine bepantsering in de koepels voor betere bescherming tegen anti-tankgeschut, maar bleef op het gebied van technische specificaties hetzelfde als de M1937. Van dit type werden slechts 6 exemplaren gebouwd.
Model: | T-35 model 1938 |
Productie: | 6 |
Productieperiode: | 1938-1939 |
SU-7. Eerste prototype ten tijde van de productiefase van de T-35.
SU-17. Tweede prototype ten tijde van de productiefase van de T-35.
SU-14-1. Derde prototype ten tijde van de productiefase van de T-35. Is ingezet tijdens de slag om Moskou.
SU-14-2. Vierde prototype ten tijde van de productiefase van de T-35. Is ingezet tijdens de slag om Moskou.
De T-35 was ontworpen met de bedoeling dat het een ondersteunde rol zou spelen aan het front. Vooral infanterie-eenheden zouden moeten profiteren van de superieure vuurkracht van de tank. De gefabriceerde T-35’s werden vanaf 1935 onderverdeeld in drie bataljons van de 5e Zelfstandige Zware Tank Brigade (Reserve van het Opperbevel) in Moskou, om aldaar te rijden op militaire parades in de maanden mei en juni. De T-35 werd niet ingezet tijdens de Winteroorlog (1939-1940) en in juni 1940 adviseerde een groep pantserspecialisten om de T-35 uit de tankbrigade te halen en voortaan te gebruiken in militaire academies voor trainingsdoeleinden.
Kort nadat het Duitse leger de Sovjet-Unie was binnengedrongen in juni 1941 werd besloten om de T-35 toch aan het front in te zetten. Het grootste gedeelte van de T-35’s werden overgeplaatst naar het 67e en 68e tankregiment van de 34e tankdivisie (8e Gemechaniseerde Korps – Zuidwestelijke Front) en op 22 juni 1941 waren er 48 T-35 zware tanks in dienst van de 34e tankdivisie. In totaal zouden 59 zware tanks (waarvan 8 afkomstig van interne militaire districten) ingezet worden aan het westelijk front. De overige 2 exemplaren werden gebruikt voor trainingsdoeleinden. Duitse troepen troffen de eerste T-35’s aan in de regio van Lvov, in de Oekraïense SSR van de Sovjet-Unie. Ongeveer 90% van de tanks werd al in de eerste dagen van de invasie in juni 1941 uitgeschakeld door technische mankementen of door gebrek aan brandstof en niet door vijandelijk vuur. Daarvan werden 35 tanks door de bemanning achtergelaten (en in de meeste gevallen gesaboteerd). Zeven T-35 zware tanks van het 76e Tankregiment werden uitgeschakeld door vijandelijke vuur. Het volgende schema geeft meer duidelijkheid:
Het 78e Tankregiment verloor geen tanks door vijandelijk vuur, maar wel door technische mankementen. De zware tanks waren makkelijke doelwitten voor anti-tankeenheden. Ze waren niet alleen groot maar ook uiterst langzaam en ondanks de superieure vuurkracht die de tank had, werd deze bijna nooit benut omdat het voor de tankcommandant fysiek en mentaal niet haalbaar was om alle kanonnen van de tank tegelijkertijd te coördineren in een gevechtssituatie. Slechts zes exemplaren konden van het slagveld gehaald worden en werden naar Kharkov gebracht voor reparatie. De rest viel in Duitse handen. De zes T-35 zware tanks die in Kharkov in oktober 1941 waren gerepareerd werden tijdens de slag om Moskou (1941-1942) ingezet als statische steunpunten. Ook werden twee latere prototypes (SU-14-1 en SU-14-2) ingezet als gemechaniseerd geschut tijdens deze slag. Na de Duitse nederlaag in 1942 werden de paar T-35’s die het leger nog had, gebruikt voor trainingsdoeleinden in verschillende militaire academies ver achter het front.
Minstens één van deze tanks werd door Duitse troepen in juni 1941 intact aangetroffen en naar Duitsland vervoerd voor technische inspectie op de Kummersdorf-testbaan. Daar werd al snel geconcludeerd dat de zware tank geen toekomst had in het Duitse leger en de tank werd vervolgens in het tankmuseum van Kummersdorf geplaatst. Deze tank werd in april 1945 bij de 4e compagnie van het 11e Panzer Regiment gevoegd en nam deel aan de verdediging van de geheime militaire testbasis in Zossen. De tank werd uiteindelijk ergens in de buurt van de basis uitgeschakeld door het Rode Leger.